Fietstocht vanuit Vlimmeren en Oostmalle naar Compostella Recentste berichten bovenaan
31-08-2008
16. Zaterdag 30 augustus 2008 : Los Arcos - Sto. Domingo de la Calzada
Hartelijk afscheid genomen van de Vlaamse vrijwilligers in de refugio municipal van Los Arcos. Duidelijk met een hart voor de camino doen ze dit, al is het best vermoeiend vertelden ze. Bleek dat ze ooit nog dorpsgenoten geweest waren van Daniel, in Zoersel. Op weg naar Viana kruisten we de eerste herder met zijn kudde schapen. Idyllisch beeld tussen de wijngaarden en de stoppels van de kaalgeschoren graanvelden. Daniel waande zich in Bethehem en zocht tevergeefs naar de zwangere Maria... In het kleine dorpje Torres del Rio keken we rond naar een bakker voor ons ontbijt. We vroegen het twee wachtende mensen, die ons met wat handgebaren en enkele Spaanse woorden probeerden duidelijk te maken dat we vijf minuten moesten wachten. Inderdaad: een bestelwagen van de warme bakker stopte efkens later op het dorpsplein. In Logroño waren we onder de indruk van al het goud in de kathedraal. Buiten, op en tegen de toren, verschillende ooievaarsnesten. In de lucht circuleerden enkele grote vogels: ooievaars of misschien gieren ? Terwijl we van onze koffie genoten, kwam plots een jongeman met een roestige bijl in de hand het stadsplein overgelopen. Midden in de stad met een bijl, we keken elkaar verbaasd aan, draaiden ons terug naar de jongen die reeds oog in oog stond met een politieagente. Grappig beeld. Ik vermoed dat hij het uitgelegd kreeg aan de glimlach op hun beide gezichten te zien. Van Najera onthou ik de best fascinerende rotswoningen in de steile rode rotswand. We waren ondertussen vanuit de Navarastreek in La Rioja - de beroemde wijnstreek - aanbeland en dat mocht geweten zijn: in ieder dorp trachtten diverse bodega's ons te verleiden. Het was weekend en gelukkig waren de poorten gesloten, wij halen vanavond de schade wel in! Het laatste stuk naar Sto. Domingo was toch nog best zwaar en serieus bergop met nog steeds temperaturen boven de dertig graden en een opstekende wind vlak op kop. Maar prachtige landschappen! Men had ons gewaarschuwd om tijdig een refugio op te zoeken omdat in het weekend vele Spanjaarden de camino afwandelen in etappes. Toch nog twee bedden gevonden, al denk ik dat het de laatste waren. Uitgehongerd gaan we op zoek naar een smakelijke pelgrimsmenu om voor tien uur terug te zijn, want de deuren sluiten dan onherroepelijk! Rit: 89 km Rijtijd: 5u45 Totaal: 1736 km
15. Vrijdag 29 augustus 2008: Roncesvalles - Los Arcos
Roncesvalles, het kamp. Het was koud die nacht. Lag het aan de hoogtemeters (rond de 1000 toch nog), was het omdat de barakken niet zo geisoleerd waren als een stenen gebouw, of was het simpel omdat ik enkel een satijnen slaapzak had? Ik moet nog veel leren misschien. Om acht uur iedereen weg dus: zelfs wij, nog nooit gebeurd. Dik aangekleed - nog vroeg en weinig geslapen- begonnen we aan de afdaling. We hadden vooraf afgesproken rond Pamplona te rijden en qua natuur was dit zeker de moeite waard. De Rio Erro had zich een weg gebaand tussen de uitgesleten rotsen, terwijl iets verder het belgeluid van de koeien als muziek door het dalletje klonk. We picknickten naast de mooie, serene kapel van Ste. Marie-de-Eunate. Een moment van bezinning was hier op zijn plaats. In Puerta-la-Reine doorkruisten we het stadje, over de beroemde brug waaraan het zijn naam dankt, koers zettend naar Estrella. Aan de strakblauwe hemel brandde de zon keihard op ons zwetende, puffende lichaam. Vijfendertig graden las ik op mijn thermometertje? Ondertussen dacht ik aan het gesprek dat we hadden met een man op een terrasje in St. Jean-Pied-de-Port, het bleek een schrijver uit New Orleans te zijn. Hij had de Camino bestudeerd en wist waarom de mensen eeuwen geleden massaal tevoet naar Compostella trokken. "Because they didn·t have a car!" Bulderende Amerikaanse schaterlach! Nu zoefden de auto's ons voorbij. In Estrella bewonderden we de mooie kerk en het oude justitiepaleis. Enkele kilometers verder bereikten we de beroemde Monasterio de Irache, hier proefden we de wijn die inderdaad uit de muur getapt kan worden en vulden we onze drinkbussen met fris water. Inderdaad proeven, want we wilden Los Arcos nog bereiken en dat was nog flink bergop. Aangekomen in Los Arcos werden we op goede Vlaamse wijze onthaald door twee Kempische vrijwilligers. Plezant om zelfs nog eens uw eigen dialect te kunnen spreken! Rit: 117 km Rijtijd: 6u20 Totaal: 1647 km PS. Tikfouten zijn mogelijk, het was een Qwerty-klavier .
14. Donderdag 28 augustus 2008 : St.Palais - Roncesvalles
Na ons ontbijt in de voormalige Franciskanerabdij trokken we verder naar de voet van de Pyreneeën, St. Jean-Pied-de-Port genaamd voor ons. Het was al snel een vijfentwintig graden. Onderweg vluchten de schapen met heel de kudde reeds in de schaduw van een boom. In St. Palais was ik echter eerst nog langs de apotheker langsgeweest: de assistente stelde een "coup de soleil" vast op mijn neus en prees een zalfje aan. "Zwaar gehavend" begon ik dus aan de strijd tegen de Pyreneeen. We gaan echter voor de overwinning! Onmiddelijk reeds verkeerd gereden met daarin een onmenselijke klimpartij. Een wielertoerist de weg gevraagd, die vertwijfeld naar onze tandwielverhouding keek... "Bon courage!" Terug op de route klom het eerst wat gezapig, maar later werd het echter steiler en steiler toen we de Spaanse grens overschreden. In de hitte van de strijd deed Daniel een zware eed: in Roncesvalles zou hij een Leffe in een Heinekenglas niet eens weigeren! Een vlaag van zinsverbijstering? Gelukkig brachten enkele klaterende beekjes met watervalletjes langs de rotsen een ijskoude verfrissing. Zwaar zwetend kwamen we uiteindelijk aan op de top, de Ibañeta! Enkele kilometers verder in Roncesvalles een refugio gevonden: enkele barakken en tenten. We zijn duidelijk op de Camino! Na een pelgrimsmaaltijd bleven we nog wat napraten met een Zwitserse gepensioneerde piloot die enkele straffe verhalen bovenhaalde. Rit: 63 km Rijtijd: 4u45 Totaal: 1530 km
13. Woensdag 27 augustus 2008 : Lesperan - St. Palais
Deze voormiddag verder door de Landes gefietst met zijn enorme dennenbossen, terwijl de heide volop bloeit tussen de jeneverstruikjes. Soms dan weer grote open plekken waar aan maisteelt of tuinbouw gedaan wordt (bonen, peekes, ...), maar waarop massaal beregend moet worden. In Dax - gekend als kuuroord met geneeskrachtige warmwaterbronnen - zaten we in de nabijheid van de arena voor stierengevechten 's middags op een bank ons Frans brood te verorberen. Ondertussen kwamen vanuit alle hoeken mannen aangegaan met een vouwstoeltje in de hand. Wat later hadden zich verschillende groepjes gevormd en was iedereen petanque aan het spelen! We zijn inderdaad in Baskenland aanbeland. Dorpsnamen worden verderop bijvoorbeeld ook tweetalig aangeduid. Het landschap wordt terug golvend met enkele stevige klimmetjes. We ontmoeten ook geen andere pelgrims meer. Heeft iedereen het opgegeven? Want het was warm vandaag, meer dan dertig graden, praktisch windstil. Puffen dus. Enkele mooie (en frisse) kerkjes bezocht, zoals in Sorde-l'Abbaye met restanten van een Romeinse mozaiekvloer. Een volgend terrasje zouden we opzoeken als we die korte, maar steile klim naar Labastide overwonnen hadden. We hebben geen café meer tegengekomen de volgende dertig kilometer ... In de verte duiken stilaan echter achter de heuvels grotere schimmen op, in diverse grijstinten: de Pyreneeën dus. Op nog een dertig kilometer verwijderd van de grote klim van morgen, zoeken we slaapgelegenheid in St. Palais (of Donapalau in het Baskisch). Er was nog plaats in een voormalig Franciscanerklooster, nu voorzien voor doortrekkende pelgrims. Het avondeten hebben we ook daar genomen, zodat we met enkele Franse pelgrims, de meeste wandelaars, nog wat verhalen konden uitwisselen. Rit: 105 km Rijtijd: 5u45 Totaal: 1467 km
Bij het buitengaan uit mijn pelgrimscel deze morgen mijn hoofd flink gestoten tegen de lage deuropening. Voortaan best ook maar met mijn helm gaan slapen? De portier vertelde ons nog dat er jaarlijks slechts een vijftig-zeventig overnachtingen zijn, dus zeer content dat we dit konden beleven. Hoeft trouwens ook niet echt iedere dag een vijfsterrenhotel te zijn. In Cadillac nog efkens langs de voornaamste bezienswaardigheden zoals het kasteel, twee oude stadspoorten en de kerk gefietst. Nadat we de Garonne overgestoken waren, verminderde het aantal wijngaarden snel tot we nog slechts de uitgestrekte dennenbossen van de Landes zagen. Het was meestal vlak fietsen, op enkele korte maar pittige rivierdalen na. Stralende zon, blauwe hemel, windstil, een goei vijfentwintig graden... En schaduw in de bossen: vergeet het in de Landes. In het kleine dorpje Mousley haltgehouden bij twee merkwaardige kerkjes naast elkaar, met een typische in hout uitgebouwde klokkentoren. Een opmerkelijke man, uitgedosd met de platte baskische muts - hij noemde het een béret, vertelde ons op een sappige manier over de hypothesen die hangen rond het ontstaan van de kerken en diens meer: verhalen waarin rivaliserende baronnen, zieke pelgrims en kloosterorden in voorkwamen. Toen wij daarna dan weer ons verhaal kwijt konden, zouden we nog uren kunnen blijven hangen : la douce France! Toch maar weer weg, want een wat verweerde steen duidde aan dat het nog 1000 km naar Compostella is. Er kon echter snelheid gezet worden, zodat we ditmaal nog op een redelijk uur een hotelletje vonden in Lesperan, nog steeds in midden in de Landes. Met zwembad nogwel, dus een duik in het frisse water liet niet lang op zich wachten! Rit: 122 km Rijtijd: 5u50 Totaal: 1362 km
11. Maandag 25 augustus 2008: St. Romain - Cadillac
's Morgens terug naar de route gereden in Aubeterre sur Dromme, langs de weg aangeprezen als een van de mooiste Franse dorpen. Op zich inderdaad best mooi, maar daarenboven was de monolitische kerk -uitgehouwen in de rotsen dus- voor ons iets dat we nog nooit gezien hadden. Indrukwekkend! Daarna kwamen we al snel in de Dordogne-streek, waar we ons als het ware drie-dimensionaal voortbewogen door de loofbossen, over heuveltjes en dalen, door de bochten gierend (of puffend als het bergop was). Tot plots we het bos uitreden en voor ons nog alleen wijngaarden zagen: we waren in de streek van St. Emilion aanbeland. St. Emilion is een prachtig stadje, dat wist ik reeds van een vroeger bezoek. Maar toch frappeerde de massa toeristen ons nu, na zolang in bijna verlaten streken gefietst te hebben. Het thuisfront, dat zeer sceptisch stond tegenover het welslagen van onze doortocht door de beroemde wijnstreek, kunnen we geruststellen: we hebben karakter. Akkoord, welk karakter het precies is laat ik in het midden. Laat dat dan maar eventueel de reden van onze pelgrimstocht zijn. Na het oversteken van de Dordogne-rivier doorkruisten we het wijngebied "Entre-Deux-Mers", met als hoofdkenmerken wijngaarden dus, ditmaal afgewisseld met loofbossen. In het stadje Cadillac aan de Garonne konden we nog net terecht om te overnachten in unieke, sobere pelgrimscellen van wat nu het "Centre Hospitalier", een psychiatrisch centrum, is. Terug de sfeer opsnuiven van de pelgrimstochten van weleer! Rit: 109 km Rijtijd: 6u15 Totaal: 1242 km
's Morgens bij het ontbijt in Manslé nog wat nagepraat met onze gastvrouw Mme Lavaud. Op haar aanraden langs het charmante dorpje Nanclars terug naar onze route gefietst. Zoals vaak stond ook hier de deur van het stokoude romaanse kerkje wijd open. Binnen kwetterden een drietal zwaluwen op het touw naar de klokkentoren, en te zien aan de uitwerpselen zaten ze er al een tijdje. Door enkele voorsteden volgde een gestatige klim naar het historische centrum van Angoulème, strategisch hoog gelegen aan de Charente. De St. Pierre-kathedraal mocht dan best weer een bezoek waard zijn, toch brak er daar iets bij Daniel: hij kreeg zijn lievelingsbier (een blonde Leffe) opgediend met een Heineken-glas. "Een verkrachting van het Belgische bier!", sakkerde hij. Het is niet meer goedgekomen tussen hem en Angoulème: om uit de stad te geraken dienden we bovendien de drukke binnenring half af te rijden. Maar dan kwam een golvend landschap met prachtige panoramische vergezichten. De dieetmethode van Montignac is ons ondertussen ook wat duidelijker: enkele lange, vermoeiende klimmetjes naar het gelijknamige dorpje om daar vast te stellen dat er culinair niks te beleven valt. Een paar kilometer van de route vonden we uiteindelijk een hotelletje in St. Romain, met ondertussen weer bijna honderd kilometer in de benen. Het was trouwens weer een schitterend weertje: lichte bewolking, weinig wind, een goei vijfentwintig graden. Rit: 99 km Rijtijd: 6u15 Totaal: 1132 km
Met de fiets doorkruisen we enkele Europese landen, culinair maken we een reis rond de wereld. Onze vrouwen hebben ons op het hart gedrukt om zeker afwisselend en voldoende te eten. Welnu, we aten natuurlijk al Belgisch en Frans, maar ook Italiaans in de beruchte pizzeria, in Tours probeerden we Libanees met zijn mezze's en gisteren konden we niet weerstaan aan de Marokkaanse couscous! Iedereen tevreden dus. 's Morgens Poitiers bezocht met zijn mooie pleinen. We waren verder onder de indruk van de muurschilderingen in de kerk van Notre-Dame-la Grande. Aan de St. Aldegonde-kerk ontmoetten we het Gentse koppel Mia en Kristof. Helemaal weg van ons verhaal wilde Mia onmiddellijk met de vermeende B.V.'s - want dat zijn we blijkbaar ondertussen: Bekende Vlimmenaars- op de foto! Voor handtekeningen was de tijd echter te beperkt. En zo werd het elf uur en we waren nog niet weg uit Poitiers. Eerder gehaast stopten we wat verder in Nouaillé-Maupertuus om inkopen te doen en tegelijk de oude abdij te bezichtigen. Man, we werden ondergedompeld in een middeleeuws feeëriek kader! Ook in Charraux stonden we weer versteld van het prachtig decor met de resten van een abdij. Tot dan was het eerder vlak, bijwijlen waanden we ons terug in de Kempen. Daarna werd het heuvelachtiger met kilometers geen teken van bewoning, tot we weer een klein gehuchtje of mooi stadje inreden. Nanteuil was zo'n prachtig voorbeeld. In een zoektocht naar een slaapplaats dienden we een 10 km van de route af te wijken naar Manslé aan de Charente. Toen ook daar de hotels allemaal volzet bleken te zijn, bereidden we ons mentaal stilletjes voor om te slapen onder de brug over de Charente. Tot onze laatste hoop, een chambre d'hôte, tot onze vreugde nog een kamer vrij had en een totale meevaller bleek te zijn met een charmante gastvrouw. Eens gewassen was het al 10 uur, maar na efkens zoeken naar een restaurant dat nog open was, toch weer zeer lekker gegeten. Rit: 115 km Rijtijd: 6 uur Totaal: 1033 km
Herinner mijn vraag van enkele dagen geleden: waar zitten de Fransen? Gisteravond het antwoord gevonden: in Tours. We zagen tot nu toe tal van steden met immense kathedralen, maar errond was het eerder doods en verlaten. Met Tours blijken we -tijdelijk?- terug in de bewoonde wereld te komen! Toen we arriveerden mengden we ons in drukke winkelstraten, 's avonds liepen we door het bruisende nachtleven met Duvel drinkende jeugd. Als pelgrims weliswaar enkel langs de zijlijn vastgesteld natuurlijk! Vooraleer we vanmorgen dan Tours en het Loiredal verlieten, bezochten we de St. Gatienkathedraal met zijn zeer oude glasramen en stonden we weer versteld van het mooie stadhuis. Was het gisteren mooi weer, deze voormiddag druilde de regen omlaag. Later klaarde het gelukkig op en zagen we de zon weer nu en dan in een dreigende lucht. We reden door een wisselend landschap van zonnebloemen, lege graanakkers en maisvelden. Een enkele melkveehouder met Holsteinachtige rasdieren bracht wat leven in de wei. De wijngaarden bleken enkel maar aan de noordflank van de Loirevallei te gedijen rond Vouvay. Vandaag geen enkele meer gezien. Vooraleer we Poitiers binnendoken, merkte ik de eerste autentieke bouwsels met de typische halfronde pannetjes. Mooi. Het was toen al redelijk laat, maar veel slaapgelegenheid blijkt er onderweg niet te vinden buiten de steden. Doorrijden dus maar, maar het vlot goed langs de Vienne. Een redelijke rivier, al had ik er persoonlijk nog nooit van gehoord. Soms hadden we zelfs de wind mee, nooit gedacht! Rit: 123 km Rijtijd: 6u45 Totaal: 918 km
Vanmorgen eerst nog eerst nog in de oude stad rondgetoerd, de prachtige abdijkerk St. Trinité bezocht, een stempel gevonden in het zeer mooi gelegen stadhuis. Terwijl we praatten met een Nederlands koppel op de fiets, kwam er nog een koppel aangereden die op weg waren naar Compostella. De vrouw sleurde een fietskar voort met een kind van een jaar of vier! Petje af. Terwijl we verder samen bergop fietsten, vroeg ik de man of zij steeds de kar trok. "Nee, bergaf ik!", grapte hij. Ergens aan de rand van een dorpje -Ambloy, merkten we een traktor met een sticker "Geen landbouw zonder ...". Terwijl ik Daniel wees op de Vlaamse traktor, sprak de boer door het open venstertje : "En Vlaamse mensen ook!". Het Westvlaamse koppel nodigde ons op hun buitenverblijf uit voor een Belgisch biertje, maar terwijl we eigenlijk wel heel veel goesting hadden, hebben we het afgewezen om toch nog tijdig onze eindplaats te bereiken. Naarmate we Tours naderden, werden de graanvelden meer en meer afgewisseld met wijngaarden, met in de verte soms een prachtig wijnkasteel. De zonnebloemvelden erbij maakten duidelijk dat we in zuidelijke richting opschoten. Na een 77 km reden we via de lange hangbrug over de Loire Tours binnen. Eindelijk een internet-aansluiting gevonden in de stad, zodat het het dagelijkse verhaal weggepend kon worden met wat vertraging. Rit : 77 km Rijtijd : 5 uur Totaal : 795 km Halen we morgen Poitiers, of keren we terug voor de Worstenfeesten ?
6. Woensdag 20 augustus 2008: Maintenon - Vendôme
We stonden startensklaar voor ons hotelletje in Maintenon, toen de eigenares plots naar het binnenkoertje holde om een groot schepnet te halen. Een visser op de brug over de Eure ernaast had namelijk beet: een snoek van wel twee en een halve voetlengtes van Daniel, afgerond ongeveer een meter dus (in het visserslatijn m.a.w.). Vanuit onze kamer hadden we zicht op een mooi kasteel, met op de achtergrond een groot aquaduct - een niet voltooide frats van Louis Quatorze. De eerste stopplaats was Chartres. De torens van de kathedraal rezen al van ver boven de graanakkers uit, waar twee traktoren, drie ploegen met vijftien scharen in totaal ploegden. Binnenin de kathedraal konden we o.a. magnefiek houtsnijwerk bewonderen. De Eure stroomde door de stad, wat bijwijlen zichten gaf die aan Brugge of Gent deed denken. Verder koers gezet naar Bonneval aan de Loir, met buiten de stille dorpjes een graansilo als moderne kathedraal en baken in de verte. In Châteaudun efkens halt gehouden aan het mooie kasteel, gebouwd tegen een grote ronde donjon uit de twaalfde eeuw. De tegenwind lijkt dan ook niet meer zo sterk als de vorige dagen, misschien is het wat vlakker, zijn we ondertussen al wat meer getraind: het bolde goed vandaag bij een bewolkte lucht, maar geen drup regen. Toch blijft het genieten van de groene Loir-vallei en zo bereikten we na een honderddertig kilometer Vendôme. Rit : 130 km Rijtijd : iets meer dan 7 uur. Totaal : 716 km Voor de wiskundige knobbels : er zit mogelijk een verschil op de som van de ritten en het totaal, maar soms moeten we inderdaad kilometers afleggen 's avonds om ons welverdiend pintje nog te kunnen drinken ...
Het was gisteravond bijna 10 uur eer we in een pizzeria in het pittoreske oude centrum van Chambly onze voeten onder tafel schoven. We bestelden beide een mega-pizza. "C'est très grande!", waarschuwde de man nog, maar onze "Nous avons mega-faim!" was duidelijk genoeg. Resultaat was dat ik deze morgen vertrok met nog twee halve pizza's achterop mijn bagage. We leren het ook nooit. Het was efkens zoeken om terug op de route te geraken : we waren immers zelfs buiten onze kaartenboek beland. In een klein dorpje spraken we een frisse jongedame aan. Toen ze merkte dat we op de duur de tel kwijt waren hoeveel keer we links en dan weer rechts moesten, stelde ze voor voor om met haar klein Peugeotje voor te rijden en ze wees naar het steegje bergop. Was ze nu zodanig onder de indruk van mijn atletische gestalte (ik verzwijg wijselijk dat ik half achter Daniel stond), het genereuze aanbod hebben we wijselijk afgewezen en zijn terug naar de hoofdweg gereden richting Méru. We doorkruisten verder tal van kleine dorpjes in een heuvelend landschap. Verschillende kilometers samengereden met een groepje grijzende wielertoeristen uit de streek, wat naast enkele prettige gesprekken, ook onze gemiddelde snelheid flink opdreef. Nochtans was het weerom boksen tegen de wind : vijftig kilometer per uur was voorspeld voor vandaag. Daarnaast zaten er ook een paar klimmetjes van een zeven percent gedurende enkele kilometers, wat extra zwaar kan worden als het terrasje met die frisse pint slecht getimed is (m.a.w. vlak voor de beklimming)! Aan de brug over de Seine in Gargenville (zestig kilometer ten westen van Parijs) verorberden we verder onze pizza als middagmaal. Was trouwens nog dik voldoende. Later op de middag een kwartiertje geschuild voor een buitje. De wind ging wat liggen ook, zodat we uiteindelijk nog redelijk vlot tot Maintenon geraakten, waar we een chambres d'hotes vonden in het centrum. Rit : 112 km Rijtijd : 7u00 Totaal : 586 km
Vanmorgen eerst nog Cambrai bezocht met zijn mooie kathedraal, indrukwekkend stadhuis en zijn Vlaams aandoende gevels. Bleek het kermis te zijn daar, en geen kleintje. Wat zaten wij eigenlijk gisteravond in ons Ibis-hotelletje eventjes buiten de stad te doen, weliswaar met een flesje wijn. Maar goed, we waren tenminste fris nu. Sprak een oudere wielertoerist ons aan : hij was reeds tweemaal naar Compostella geweest, de laatste keer in 2005. Op zijn bijna antieke koersfiets, voorzien van fietstassen voor en achter dan nog. Verwonderd als we waren, verklaarde hij trots dat de spaken op "une technique ancienne" dubbel gekruisd gemonteerd waren. Toen waren er tenminste nog eens vakmannen! Uiteindelijk toch nog uit Cambrai weggeraakt, op weg naar de bron van de Schelde. Voor de foto ging Daniel efkens pootje baden in de beek, maar toen hij de temperatuur van het water voelde kon de fotograaf niet rap genoeg zijn! Langs enkele pittige heuvels gingen we over naar het stroomgebied van de Somme, een beekje dat we dan ook later een eindje volgden. Enkele stille getuigen uit WOI in de vorm van een bunker en een klein Brits oorlogskerkhof staken af tegen de enorme graanvelden. Als een wakend legioen stonden nog netjes geordende ronde strobalen over de velden verspreid. St. Quentin was ook de moeite waard : mooi gothisch stadhuis met een marktplein dat in de zomer is omgetoverd tot een flink zandstrand met palmbomen en spelende kinderen. Verderop werd het landschap wat vlakker, al was het zelfs licht bergaf nog steeds bijtrappen om tegen de strakke wind op te boksen. Toch was het goed fietsweer, meestal nochtans redelijk tot zwaar bewolkt en in St. Quentin efkens moeten schuilen voor ons eerste regenbuitje. Onderweg lijst Daniel de gesneuvelde dieren op die we tegenkomen op het wegdek. Voor de gevoelige lezers treed ik echter niet verder in detail over zijn stoofpotje. Na alweer een honderdtal kilometers bereikten we zo Noyon. Ook hier een imposante kathedraal en dito stadhuis, met enkele gezellige terrasjes niet veraf. Bedenking die we ons maakten vandaag : waar zitten al de Fransen op zondag. We doorkruisten verschillende mooie kleine dorpjes, maar alles lijkt zo verlaten. Een enkel voertuig komen we onderweg tegen, meestal zijn het dan nog traktoren. Ook vanavond leek Noyon niet te leven: de gezellige terrasjes van daarstraks waren allemaal dicht! Rit : 106 km Rijtijd : 6u45 Totaal : 356 km
2. Zaterdag 16 augustus 2008: Geraardsbergen - Cambrai
Nevelige ochtend : beloofd goed weer te worden dus. De Dender gevolgd tot net over de taalgrens in Lessines. Overgestoken naar Doornik aan de Schelde met onderweg een heuvelend landschap. De eerste medepelgrims ontmoet: een Nederlands koppel uit Hilversum. Een pad langs de Schelde leidde ons tot bijna in Frankrijk, waarna we door een glooiend landschap met mais, suikerbieten en graan een oude grenspost bereikten. Daniel draaide echter eerst nog eens af bij een terrasje om een laatste pint bier in België te drinken. Ik heb hem natuurlijk niet tegengehouden, integendeel. Langs het Bois de Wallers gereden, bekend van de Parijs-Roubaix. Toen we in de buurt hierover aan de praat geraakten een bejaard koppel, raadden ze toch lachend af met die beladen fietsen die ruwe kasseien te trotseren. We worden inderdaad reeds regelmatig aangesproken, in Doornik bijvoorbeeld nog door een Spaanse dame afkomstig uit de buurt van Compostella. De schelp vooraan de fiets vergemakkelijkt opvallend het leggen van contacten. Rit : 125 km Rijtijd : 7u00 Totaal : 250 km
1. Vrijdag 15 augustus 2008: Vlimmeren-Geraardsbergen
Inderdaad: wat was dat die morgen! Wat een mensen! Nu had ik wel iets verwacht : Jef had namelijk reeds wat gepolst om welk uur ik precies vertrok en dergelijke, maar zo'n "uitgeleide" had ik niet verwacht. Ik ken het juiste woord niet precies : afscheid klinkt me toch wat lang. Vanaf Lier fietsten we dus alleen, de echte start eigenlijk. In Mechelen kregen we weer honger : het heerlijke ontbijt bij de schoonzus van Daniel in Zoersel was reeds verteerd. Zo verder langs een soort Bels lijntje - de Leirekensroute- naar Aalst. Via het jaagpad van de Dender bolden we tot onze eerste slaapplaats in Geraardsbergen. Schone streek, veel vissers langs het water en de eerste heuveltjes kwamen in zicht. In de jeugdherberg had een groep, weliswaar sympathieke, Limburgers ons avondeten mee verorberd, maar een stapeltje vissticks was snel bijgebakken. 's Avonds Geraardsbergen met zijn Manneken Pis verkend en Mattentaart geproefd. We konden het niet nalaten om toch nog snel de Muur te beklimmen, gelukkig hadden we onze bagage achtergelaten en mijne dynamo heb ik toch ook maar afgezet... Rit : 125 km Rijtijd : 6u55. Gemiddeld :16,7km/h
Morgen vertrekken we! Wat altijd zover af leek, komt "plots" dan toch heel dichtbij. Alle bagage gewikt en gewogen: wat kan ik eigenlijk wel thuislaten en wat is onmisbaar? Keuzes gemaakt en we zullen wel zien. Lieve zou wat meer meenemen, ik vind dat ik al teveel bij heb. Uiteindelijk leek het totaal wel mee te vallen in hoeveelheid, al bereikte het gewicht toch het maximum van twintig kilogram dat ik steeds voorop gesteld had. Verdeeld over de fietstassen volgens gewicht (zwaarste zaken onderaan) en vlotte bereikbaarheid (onderweg niet alles moeten uitladen). De laatste weken echter weinig getraind, in tegenstelling tot Daniel die dagelijks zijn tochtje maakte. Als ik hem straks maar kan volgen, ondanks het leeftijdsverschil! Misschien onderschat ik de tocht dan toch een beetje en steekt de twijfel toch wat de kop op? In ieder geval nog nooit zolang van huis geweest ... Vandaag nog een extra verlofdag genomen op het werk, want de pattatten moesten nog uit vooraleer ik vertrek en zo waren er nog tal van werkjes rond het huis. Tussen de buien is het dan toch nog gelukt, want het weer zit niet echt mee. Plezant zijn ook de reacties van de familie, vrienden en collega's, en wat hebben ze misschien nog in petto?
De proeftocht Haarlem-Oostmalle zondag 29 juni 2008
We wilden vooraf hetsysteem wel eens uittesten : de routebeschrijvingen, de wegen, de fietstassen en dergelijke.Een ideale route daarvoor was vanaf het beginpunt in Haarlem tot onze woonplaats, dus reden we met de vrouwen in een weekend naar Haarlem, de fietsen achterop de wagen. Zaterdag de stad en streek wat verkend, zodat we zondagmorgen met twee gepakt en gezakt aan de startstreep voor het St. Jacobs Gasthuis stonden.
We kozen al direct voor de routevariant door de duinen via Zandvoort, ook omdat we vermoedelijk voor Compostella geen zee meer zullen zien. De weersomstandigheden waren alvast niet slecht : bewolkt tot zonnig, maar met toch een stevig briesje schuin op kop.Na een eindeloze, kronkelende fietspad, op en af door het prachtige duinenlandschap bereikten we Noordwijk. Via Leiden reden we door een weidelandschap, soms weer versteld staand hoe klein het niveauverschil is tussen het water in de grachten en de vlakbijgelegen dorpels van de voordeuren. De Nederlanders hebben het water goed onder controle blijkbaar. Aan een picknicktafel in Gelderwoude, het was ondertussen al middag en kregen honger,hadden we een gesprek met enkele wandelaars oefenend voor de 4-daagse van Nijmegen. Uiteindelijk stonden we vol respect voor ieders geplande prestatie, langeafstandswandelingen zijn bijvoorbeeld mijn ding dan weer niet.
Aan de wereldberoemde molens van Kinderdijk was het slalommen tussen busladingen Japanners en andere toeristen. Met een echte waterbus als overzetboot overzetten bestaan in alle varianten blijkbaar- kwamen we in Dordrecht aan, waar we toch efkens stilstonden bij enkele mooie gebouwen, zoals de Groothoofdspoort. Na de Moerdijkbrug misten we in Blauwe Sluis een zijwegje, zodat we uiteindelijk toch enkele kilometers verkeerd reden. Eens Breda voorbij leidde het mooie fietspad langs de Mark ons terug in België. Het fritkraam in Meerseldreef konden we niet zomaar voorbijrijden, want mijn maag begon weer te knorren.
Eigenlijk niet eens moe kwam ik via Oostmalle, Daniels thuisbasis, terug in Vlimmeren aan. Het kilometeraantal was wel wat hoger dan eerst gepland: beetje verkeerd gereden, maar eigenlijk geen rekening gehouden dat de routevariant door de duinen een 15km langer was. Maar blijkbaar kan een mens wel wat aan, zolang ge maar niks forceert.Ook Daniel was trouwens nog relatief fris, maar (brug-)gepensioneerden zijn soms niet te onderschatten. Mij viel ook de zeer vlotte manier op waarop hij al fietsend de routegids las.
Daniel was alvast aan een nieuw stalen ros toe: zijn keuze viel dit voorjaar op een Koga Miyata Confidence. Sindsdien vliegt hij naar eigen zeggen vooruit op steeds langer wordende oefentochten.
Ikzelf rij al een 5-tal jaar op een degelijke Batavus Cayuca. Het lagervet heb ik weliswaar hier en daar vervangen; remkabels, transmissie en banden zijn vernieuwd en zo ziet hij er ook klaar uit voor de uitdaging.
We besloten, na wat twijfelen, om geen tent mee te nemen: we rekenen erop om zonder ook wel een slaapplaats te vinden. Zonder deze extra bagage hopen we ook iets flexibeler qua mobiliteit te zijn.
Als routebeschrijving schaften we de beproefde Sint Jacobs fietsroute "Langs pelgrimswegen naar Santiago de Compostela" van Clemens Sweerman aan.
Al jaren maken mijn vrouw Lieve en ik, samen met haar zuster Marleen en man Daniel, in de zomervakantie meerdaagse trektochten per fiets.Het begon met de Vlaanderen Fietsroute : we hadden stralend weer, ontdekten de mooiste plekjes, genoten als bourgondiërs van onze horeca-faciliteiten : kortom, we hadden de smaak te pakken.We fietsten nog door de Eifel in Duitsland, trokken door Salzkammergut en langs de Donau in Oostenrijk. Prachtig, al leerden we dat de zon niet steeds overal schijnt (we verzopen bijna letterlijk in Salzkammergut) en dat de Kemmelberg echt niet de hoogste top van Europa is.
Tot Daniel vorig jaar vertelde dat hij ervan droomde om eens naar Compostella te fietsen Ik was onmiddellijk geïnteresseerd om mee te rijden!Daniel is op brugpensioen en nadert de kaap van 60, dus lang uitstellen wilde hij echter niet. Volgend jaar, vanaf half augustus 2008, dus best.Ikzelf ben 11 jaar jonger en fiets nog dagelijks naar mijn werk, maar een maand verlof viel daar wel te regelen.
Vanaf toen spookte die droom iedere dag door ons hoofd. Ontelbare uren o.a. op internet over het onderwerp gelezen.Een proficiat trouwens aan collega-pelgrims : er zijn werkelijk prachtige sites aangemaakt. We spraken met voorgangers, zoals op de fietsbeurs in Retie. We maakten ons lid van het Vlaams Genootschap van Santiago, ontvingen de pelgrimszegen in Tongerlo.
Tja, waarom trekken we eigenlijk naar Compostella?
Is onze drijfveer het sportieve, de prestatie, het avontuur of de natuur en de landschappen? Gaan we eerder voor de cultuur, de mensen die we ontmoeten of zijn we toch een beetje pelgrims in de religieuze betekenis?
De route kruist Oostmalle, de woonplaats van Daniel, en de dagelijks doortrekkende pelgrims hebben hem zeker geïnspireerd.
Ikzelf weet het niet echt, feit is dat ik denk een onvergetelijke fietstocht te gaan maken met als leuze: het is niet het doel op zich, het is de weg ernaartoe. Al wil ik er natuurlijk wel geraken!
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.