Fietstocht vanuit Vlimmeren en Oostmalle naar Compostella Recentste berichten bovenaan
31-08-2008
16. Zaterdag 30 augustus 2008 : Los Arcos - Sto. Domingo de la Calzada
Hartelijk afscheid genomen van de Vlaamse vrijwilligers in de refugio municipal van Los Arcos. Duidelijk met een hart voor de camino doen ze dit, al is het best vermoeiend vertelden ze. Bleek dat ze ooit nog dorpsgenoten geweest waren van Daniel, in Zoersel. Op weg naar Viana kruisten we de eerste herder met zijn kudde schapen. Idyllisch beeld tussen de wijngaarden en de stoppels van de kaalgeschoren graanvelden. Daniel waande zich in Bethehem en zocht tevergeefs naar de zwangere Maria... In het kleine dorpje Torres del Rio keken we rond naar een bakker voor ons ontbijt. We vroegen het twee wachtende mensen, die ons met wat handgebaren en enkele Spaanse woorden probeerden duidelijk te maken dat we vijf minuten moesten wachten. Inderdaad: een bestelwagen van de warme bakker stopte efkens later op het dorpsplein. In Logroño waren we onder de indruk van al het goud in de kathedraal. Buiten, op en tegen de toren, verschillende ooievaarsnesten. In de lucht circuleerden enkele grote vogels: ooievaars of misschien gieren ? Terwijl we van onze koffie genoten, kwam plots een jongeman met een roestige bijl in de hand het stadsplein overgelopen. Midden in de stad met een bijl, we keken elkaar verbaasd aan, draaiden ons terug naar de jongen die reeds oog in oog stond met een politieagente. Grappig beeld. Ik vermoed dat hij het uitgelegd kreeg aan de glimlach op hun beide gezichten te zien. Van Najera onthou ik de best fascinerende rotswoningen in de steile rode rotswand. We waren ondertussen vanuit de Navarastreek in La Rioja - de beroemde wijnstreek - aanbeland en dat mocht geweten zijn: in ieder dorp trachtten diverse bodega's ons te verleiden. Het was weekend en gelukkig waren de poorten gesloten, wij halen vanavond de schade wel in! Het laatste stuk naar Sto. Domingo was toch nog best zwaar en serieus bergop met nog steeds temperaturen boven de dertig graden en een opstekende wind vlak op kop. Maar prachtige landschappen! Men had ons gewaarschuwd om tijdig een refugio op te zoeken omdat in het weekend vele Spanjaarden de camino afwandelen in etappes. Toch nog twee bedden gevonden, al denk ik dat het de laatste waren. Uitgehongerd gaan we op zoek naar een smakelijke pelgrimsmenu om voor tien uur terug te zijn, want de deuren sluiten dan onherroepelijk! Rit: 89 km Rijtijd: 5u45 Totaal: 1736 km
15. Vrijdag 29 augustus 2008: Roncesvalles - Los Arcos
Roncesvalles, het kamp. Het was koud die nacht. Lag het aan de hoogtemeters (rond de 1000 toch nog), was het omdat de barakken niet zo geisoleerd waren als een stenen gebouw, of was het simpel omdat ik enkel een satijnen slaapzak had? Ik moet nog veel leren misschien. Om acht uur iedereen weg dus: zelfs wij, nog nooit gebeurd. Dik aangekleed - nog vroeg en weinig geslapen- begonnen we aan de afdaling. We hadden vooraf afgesproken rond Pamplona te rijden en qua natuur was dit zeker de moeite waard. De Rio Erro had zich een weg gebaand tussen de uitgesleten rotsen, terwijl iets verder het belgeluid van de koeien als muziek door het dalletje klonk. We picknickten naast de mooie, serene kapel van Ste. Marie-de-Eunate. Een moment van bezinning was hier op zijn plaats. In Puerta-la-Reine doorkruisten we het stadje, over de beroemde brug waaraan het zijn naam dankt, koers zettend naar Estrella. Aan de strakblauwe hemel brandde de zon keihard op ons zwetende, puffende lichaam. Vijfendertig graden las ik op mijn thermometertje? Ondertussen dacht ik aan het gesprek dat we hadden met een man op een terrasje in St. Jean-Pied-de-Port, het bleek een schrijver uit New Orleans te zijn. Hij had de Camino bestudeerd en wist waarom de mensen eeuwen geleden massaal tevoet naar Compostella trokken. "Because they didn·t have a car!" Bulderende Amerikaanse schaterlach! Nu zoefden de auto's ons voorbij. In Estrella bewonderden we de mooie kerk en het oude justitiepaleis. Enkele kilometers verder bereikten we de beroemde Monasterio de Irache, hier proefden we de wijn die inderdaad uit de muur getapt kan worden en vulden we onze drinkbussen met fris water. Inderdaad proeven, want we wilden Los Arcos nog bereiken en dat was nog flink bergop. Aangekomen in Los Arcos werden we op goede Vlaamse wijze onthaald door twee Kempische vrijwilligers. Plezant om zelfs nog eens uw eigen dialect te kunnen spreken! Rit: 117 km Rijtijd: 6u20 Totaal: 1647 km PS. Tikfouten zijn mogelijk, het was een Qwerty-klavier .
14. Donderdag 28 augustus 2008 : St.Palais - Roncesvalles
Na ons ontbijt in de voormalige Franciskanerabdij trokken we verder naar de voet van de Pyreneeën, St. Jean-Pied-de-Port genaamd voor ons. Het was al snel een vijfentwintig graden. Onderweg vluchten de schapen met heel de kudde reeds in de schaduw van een boom. In St. Palais was ik echter eerst nog langs de apotheker langsgeweest: de assistente stelde een "coup de soleil" vast op mijn neus en prees een zalfje aan. "Zwaar gehavend" begon ik dus aan de strijd tegen de Pyreneeen. We gaan echter voor de overwinning! Onmiddelijk reeds verkeerd gereden met daarin een onmenselijke klimpartij. Een wielertoerist de weg gevraagd, die vertwijfeld naar onze tandwielverhouding keek... "Bon courage!" Terug op de route klom het eerst wat gezapig, maar later werd het echter steiler en steiler toen we de Spaanse grens overschreden. In de hitte van de strijd deed Daniel een zware eed: in Roncesvalles zou hij een Leffe in een Heinekenglas niet eens weigeren! Een vlaag van zinsverbijstering? Gelukkig brachten enkele klaterende beekjes met watervalletjes langs de rotsen een ijskoude verfrissing. Zwaar zwetend kwamen we uiteindelijk aan op de top, de Ibañeta! Enkele kilometers verder in Roncesvalles een refugio gevonden: enkele barakken en tenten. We zijn duidelijk op de Camino! Na een pelgrimsmaaltijd bleven we nog wat napraten met een Zwitserse gepensioneerde piloot die enkele straffe verhalen bovenhaalde. Rit: 63 km Rijtijd: 4u45 Totaal: 1530 km
13. Woensdag 27 augustus 2008 : Lesperan - St. Palais
Deze voormiddag verder door de Landes gefietst met zijn enorme dennenbossen, terwijl de heide volop bloeit tussen de jeneverstruikjes. Soms dan weer grote open plekken waar aan maisteelt of tuinbouw gedaan wordt (bonen, peekes, ...), maar waarop massaal beregend moet worden. In Dax - gekend als kuuroord met geneeskrachtige warmwaterbronnen - zaten we in de nabijheid van de arena voor stierengevechten 's middags op een bank ons Frans brood te verorberen. Ondertussen kwamen vanuit alle hoeken mannen aangegaan met een vouwstoeltje in de hand. Wat later hadden zich verschillende groepjes gevormd en was iedereen petanque aan het spelen! We zijn inderdaad in Baskenland aanbeland. Dorpsnamen worden verderop bijvoorbeeld ook tweetalig aangeduid. Het landschap wordt terug golvend met enkele stevige klimmetjes. We ontmoeten ook geen andere pelgrims meer. Heeft iedereen het opgegeven? Want het was warm vandaag, meer dan dertig graden, praktisch windstil. Puffen dus. Enkele mooie (en frisse) kerkjes bezocht, zoals in Sorde-l'Abbaye met restanten van een Romeinse mozaiekvloer. Een volgend terrasje zouden we opzoeken als we die korte, maar steile klim naar Labastide overwonnen hadden. We hebben geen café meer tegengekomen de volgende dertig kilometer ... In de verte duiken stilaan echter achter de heuvels grotere schimmen op, in diverse grijstinten: de Pyreneeën dus. Op nog een dertig kilometer verwijderd van de grote klim van morgen, zoeken we slaapgelegenheid in St. Palais (of Donapalau in het Baskisch). Er was nog plaats in een voormalig Franciscanerklooster, nu voorzien voor doortrekkende pelgrims. Het avondeten hebben we ook daar genomen, zodat we met enkele Franse pelgrims, de meeste wandelaars, nog wat verhalen konden uitwisselen. Rit: 105 km Rijtijd: 5u45 Totaal: 1467 km
Bij het buitengaan uit mijn pelgrimscel deze morgen mijn hoofd flink gestoten tegen de lage deuropening. Voortaan best ook maar met mijn helm gaan slapen? De portier vertelde ons nog dat er jaarlijks slechts een vijftig-zeventig overnachtingen zijn, dus zeer content dat we dit konden beleven. Hoeft trouwens ook niet echt iedere dag een vijfsterrenhotel te zijn. In Cadillac nog efkens langs de voornaamste bezienswaardigheden zoals het kasteel, twee oude stadspoorten en de kerk gefietst. Nadat we de Garonne overgestoken waren, verminderde het aantal wijngaarden snel tot we nog slechts de uitgestrekte dennenbossen van de Landes zagen. Het was meestal vlak fietsen, op enkele korte maar pittige rivierdalen na. Stralende zon, blauwe hemel, windstil, een goei vijfentwintig graden... En schaduw in de bossen: vergeet het in de Landes. In het kleine dorpje Mousley haltgehouden bij twee merkwaardige kerkjes naast elkaar, met een typische in hout uitgebouwde klokkentoren. Een opmerkelijke man, uitgedosd met de platte baskische muts - hij noemde het een béret, vertelde ons op een sappige manier over de hypothesen die hangen rond het ontstaan van de kerken en diens meer: verhalen waarin rivaliserende baronnen, zieke pelgrims en kloosterorden in voorkwamen. Toen wij daarna dan weer ons verhaal kwijt konden, zouden we nog uren kunnen blijven hangen : la douce France! Toch maar weer weg, want een wat verweerde steen duidde aan dat het nog 1000 km naar Compostella is. Er kon echter snelheid gezet worden, zodat we ditmaal nog op een redelijk uur een hotelletje vonden in Lesperan, nog steeds in midden in de Landes. Met zwembad nogwel, dus een duik in het frisse water liet niet lang op zich wachten! Rit: 122 km Rijtijd: 5u50 Totaal: 1362 km
11. Maandag 25 augustus 2008: St. Romain - Cadillac
's Morgens terug naar de route gereden in Aubeterre sur Dromme, langs de weg aangeprezen als een van de mooiste Franse dorpen. Op zich inderdaad best mooi, maar daarenboven was de monolitische kerk -uitgehouwen in de rotsen dus- voor ons iets dat we nog nooit gezien hadden. Indrukwekkend! Daarna kwamen we al snel in de Dordogne-streek, waar we ons als het ware drie-dimensionaal voortbewogen door de loofbossen, over heuveltjes en dalen, door de bochten gierend (of puffend als het bergop was). Tot plots we het bos uitreden en voor ons nog alleen wijngaarden zagen: we waren in de streek van St. Emilion aanbeland. St. Emilion is een prachtig stadje, dat wist ik reeds van een vroeger bezoek. Maar toch frappeerde de massa toeristen ons nu, na zolang in bijna verlaten streken gefietst te hebben. Het thuisfront, dat zeer sceptisch stond tegenover het welslagen van onze doortocht door de beroemde wijnstreek, kunnen we geruststellen: we hebben karakter. Akkoord, welk karakter het precies is laat ik in het midden. Laat dat dan maar eventueel de reden van onze pelgrimstocht zijn. Na het oversteken van de Dordogne-rivier doorkruisten we het wijngebied "Entre-Deux-Mers", met als hoofdkenmerken wijngaarden dus, ditmaal afgewisseld met loofbossen. In het stadje Cadillac aan de Garonne konden we nog net terecht om te overnachten in unieke, sobere pelgrimscellen van wat nu het "Centre Hospitalier", een psychiatrisch centrum, is. Terug de sfeer opsnuiven van de pelgrimstochten van weleer! Rit: 109 km Rijtijd: 6u15 Totaal: 1242 km
's Morgens bij het ontbijt in Manslé nog wat nagepraat met onze gastvrouw Mme Lavaud. Op haar aanraden langs het charmante dorpje Nanclars terug naar onze route gefietst. Zoals vaak stond ook hier de deur van het stokoude romaanse kerkje wijd open. Binnen kwetterden een drietal zwaluwen op het touw naar de klokkentoren, en te zien aan de uitwerpselen zaten ze er al een tijdje. Door enkele voorsteden volgde een gestatige klim naar het historische centrum van Angoulème, strategisch hoog gelegen aan de Charente. De St. Pierre-kathedraal mocht dan best weer een bezoek waard zijn, toch brak er daar iets bij Daniel: hij kreeg zijn lievelingsbier (een blonde Leffe) opgediend met een Heineken-glas. "Een verkrachting van het Belgische bier!", sakkerde hij. Het is niet meer goedgekomen tussen hem en Angoulème: om uit de stad te geraken dienden we bovendien de drukke binnenring half af te rijden. Maar dan kwam een golvend landschap met prachtige panoramische vergezichten. De dieetmethode van Montignac is ons ondertussen ook wat duidelijker: enkele lange, vermoeiende klimmetjes naar het gelijknamige dorpje om daar vast te stellen dat er culinair niks te beleven valt. Een paar kilometer van de route vonden we uiteindelijk een hotelletje in St. Romain, met ondertussen weer bijna honderd kilometer in de benen. Het was trouwens weer een schitterend weertje: lichte bewolking, weinig wind, een goei vijfentwintig graden. Rit: 99 km Rijtijd: 6u15 Totaal: 1132 km