Havana, 11 februari. De voorzitster van het Cubaanse Instituut voor het Boek, Zuleica Romay, benadrukte hoe temidden van de internationale financiële crisis, de boekenbeurs op het eiland uitdijt en groeit. Bij de opening van de 20ste editie, wees ze op de aanwezigheid dit jaar van 158 nationale en internationale uitgeverijen en naar de meer dan zes miljoen boeken en tweeduizend titels die 25 dagen lang ter beschikking werden gesteld van de lezers.
Ze herinnerde eraan hoe dit feest van de letteren samenvalt met een halve eeuw alfabetiseringscampagne, de eerste culturele massa-actie na de overwinning van de revolutie in 1959.
Nadat ze de aanwezigen had verwelkomd, feliciteerde Romay de schrijvers Jaime Sarusky en Fernando Martínez Heredia, die dit jaar gehuldigd worden, en verder de lidstaten van de Alianza Bolivariana para los Pueblos de Nuestra América (ALBA), als eregasten.
De aanwezigheid van hun intellectuelen, zo zei ze, zorgt ervoor dat wij onze vaderlandse geschiedenis kunnen her-lezen, dat onze roots meer erkenning zullen krijgen en sterkt het vertrouwen dat we de betere wereld waarnaar wij verlangen zelf gaan opbouwen".
In zijn dankwoord herinnerde Sarusky eraan hoe er op het einde van de jaren 40 en in het begin van de jaren 50 van vorige eeuw slechts op drie of vier slecht verlichte tafels in het Centrale Park van Havana boeken werden uitgestald en verkocht van uitgeverijen uit Mexico, Argentinië en Spanje. De ellendige culturele realiteit van die periode maakte van de schrijver een vent van niks, die een onmogelijke realisatie nastreefde, zo voegde hij eraan toe. Pas na de overwinning van de Revolutie zagen auteurs zoals Alejo Carpentier hun teksten eindelijk gedrukt in dit land.
Essayist en filosoof Fernando Martínez Heredia schetste zijn eigen geschiedenis, toegespitst op de studie van de revolutionaire processen in Cuba en Latijns-Amerika. Ik ben trots, beklemtoonde hij, dat ik een zoon ben van een volk dat nooit zal aanvaarden dat er een verbond ontstaat tussen het nepotisme van de kleintjes en het imperium van het geld. Alleen het socialisme, argumenteerde hij, is in staat het pad te effenen voor vrijheid, sociale rechtvaardigheid en soevereiniteit. Hij pleitte ervoor dat de Cubaanse cultuur haar ontwikkeling zou benutten ten behoeve van het volk, om op die manier de geesten en de gevoeligheden te versterken die doorslaggevend zullen zijn om de uitdagingen aan te kunnen.
Het Havanese gedeelte van de beurs duurde tot 20 februari. Daarna startte een rondreis door het hele land die op 6 maart eindigde in de oostelijke stad van Cuba, Santiago.
04-05-2011 om 16:48
geschreven door laura
Categorie:varia
|