Het nieuwe non-fictieboek van de gevierde Britse auteur Alain de Botton zal eerst in het Nederlands verschijnen en pas in januari 2012 in het Engels uitkomen. "Daarmee heeft Atlas een wereldprimeur", zo laat de uitgeverij weten. In Religie voor Atheïsten, dat in juni het licht ziet, verkent de Botton de problematiek van het ongeloof, in een "heidense gebruikersgids". Maar, argumenteert de Botton, "proberen te bewijzen dat God niet bestaat kan een geliefd tijdverdrijf zijn voor atheïsten, maar waar het werkelijk om gaat is niet zozeer de vraag of er een God is, maar hoe je verder redeneert wanneer je hebt besloten dat Hij er niet is". Volgens de Botton kan de seculiere samenleving veel leren van religies als het gaat om zaken als gemeenschapszin, ethiek, onderwijs en kunst. In Religie voor atheïsten zet hij de dogmatische kanten van religies overboord, "waarna er enkele aspecten uit gefilterd worden die troostrijk kunnen zijn voor de sceptische hedendaagse mens". De in Zwitserland geboren Alain de Botton kreeg vermaardheid met zijn boeken over de filosofie van het dagelijks bestaan'. Hij debuteerde in 1993 met Proeven van liefde en schreef sindsdien tien boeken, waaronder Statusangst, De troost van de filosofie en De architectuur van het geluk. Voor zijn recentste boek Ode aan de arbeid volgde hij verschillende mannen en vrouwen tijdens hun werkzaamheden (van tonijnvissers op de Malediven tot accountants in Londen) en legde hij het belang van arbeid in het leven op de weegschaal. Kort nadien schreef hij een beschouwing over het leven op de Londense luchthaven Heathrow. De Botton richtte in Londen ook de filosofische praktijkschool School of Life op.
De eBooks eregalerij is een eerbetoon aan de klassieke Nederlandse en Vlaamse literatuur, zoals dat eerder vorm heeft gekregen in de permanente tentoonstelling Het Pantheon in het Letterkundig Museum. Samen met het museum en de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) heeft Bibliotheek.nl daaruit voor u als gebruiker een selectie gemaakt van auteurs en van rechtenvrije eBooks die u kosteloos kunt downloaden en lezen.
Bij elk boek hebben de drie instellingen uitgebreide achtergrondinformatie over de auteur samengesteld: Het leven; Het werk; Lof & Blaam; De erfenis; Een selectie van foto- en videomateriaal.
De eBooks eregalerij applicatie start altijd vanuit de boekenkast. Deze boekenkast toont een vast aantal boeken, deze kunnen niet door de gebruiker worden uitgebreid. Aanvankelijk heeft elk boek een wikkel, wat aangeeft dat het nog moet worden opgehaald. Zodra dat is gebeurd, kan het direct worden gelezen.
Voor het binnenhalen van de boeken en het lezen van de auteurinformatie is toegang tot het internet nodig. Als een boek eenmaal is opgehaald kan dit boek zonder internetverbinding gelezen worden.
De Nederlandse journalist Arjan Visser bundelde 27 schrijversinterviews met Nederlandstalige auteurs, onder wie Harry Mulisch, Jan Wolkers, Erwin Mortier, Tom Lanoye en Dimitri Verhulst.
Het is eens wat anders dan de obligate zeven hoofdzonden: een boek waarin de geïnterviewden aan de tand gevoeld worden met de tien geboden als leidraad. De Nederlandse journalist Arjan Visser doet het sinds 1998 voor de krant Trouw, en bundelt 27 schrijversinterviews uit die reeks nu in een boek.
Ondanks het religieuze raamwerk waarin Visser zijn interviewreeks kadert, leveren de geboden waarin God zelf en rol speelt, zelden flitsende antwoorden op. Zowat elk interview begint met een obligaat rondje geloof afvallen, hetzij onder de vorm van een snel in elkaar getimmerd ietsisme, of een aanval op het geloof van de jeugdjaren. In dat schuitje kan natuurlijk de Zeeuwse refobabe en knuffeldebutante Franca Treur niet ontbreken.
Maar eenmaal de geboden over God achter de rug, kunnen de bijbels en heiligenbeelden de kast in en mogen er ongebreideld ikjes gesprokkeld worden. Er wordt duchtig aan zelfanalyse gedaan, met soms potsierlijke resultaten: psychologie van de allerkoudste grond, noemt geïnterviewde Gebrand Bakker het zelf. De nagel op de kop. Ook Mulisch (zelfs Mulisch!) praat zichzelf monkelend een Oedipuscomplex aan. In onze tijd bestond dat nog. Bij het interview met Arthur Japin krijg je voorwaar zin om als elfde gebod Gij zult niet zo zeuren! aan het lijstje toe te voegen.
De strakke onderverdeling van het tot monoloog verengde gesprek in tien vakjes doet wat geforceerd aan. Als lezer krijg je enkel de erg gestileerde antwoorden te zien, maar je wil toch vooral weten welke vragen Visser gesteld heeft om het gesprek vorm te geven. Slechts één uitzondering staat Visser zichzelf toe: het interview met de honderdjarige Max Keilson blijft netjes in vraag-antwoordvorm staan, ook al omdat de bedachtzame antwoorden van de hoogbejaarde schrijver zich niet in de vorm van een fake monoloog laten gieten.
Dat neemt niet weg dat er gelukkig ook veel fraais te rapen valt in Vissers interviewboek. Jeroen Brouwers bijvoorbeeld, die herinneringen ophaalt aan de griezelige kostscholen van zijn jeugd. Het hakt er bij de lezer diep in, een man die in de herfst van zijn leven nog zo kan stampvoeten om het verraad van zijn ouders, meer dan een halve eeuw geleden. Andere tijden, meneer.
Andere tijden zijn het ook voor Jan Cremer. Wie had in de jaren 60 durven voorspellen dat het eeuwig enfant terrible van de Nederlandsche Letteren zich op een dag in volle ernst een goed en zuiver, ja zelfs Gottglaubig mens zou noemen? De rijstpap met gouden lepeltjes wordt nog net niet opgediend.
Ook de Vlamingen zijn goed vertegenwoordigd. Erwin Mortier mag een geweldige anekdote opdissen over de geforceerde biechten uit zijn jeugd (Waarbij Meneer pastoor uiteraard moet weten of de kleine Erwin onkuisheid heeft gepleegd, en met zn hoevelen dat gebeurde; volgens Visser maakt enkel de katholieke variant van de decaloog melding van onkuisheid) en Tom Lanoye neemt zichzelf lollig in de zeik. Dimitri Verhulst mag dan weer komen vertellen hoe hij zijn geloof afzwoer toen bleek dat het aantal Weesgegroetjes dat hij opdreunde ongeveer omgekeerd evenredig was aan het gezinsgeluk dat hem ten deel viel. Stiekem vraag je je toch af wat Hugo Claus geantwoord zouden hebben, moest Visser hem bijtijds voor de microfoon hebben gekregen.
Het laatste woord is echter voor de oude Jan Wolkers, in een interview uit 2002. Terug naar Oegstgeest bij de borrel, schaduwen van de Tweede Wereldoorlog en het relaas van alles wat niet mocht in een gezin dat gedomineerd werd door een fanatieke believer van een vader. Op zondag stiekem mee naar de film met katholieke vrienden en betalen met gestolen geld. Terwijl het er in die films vaak veel lieflijker aan toeging dan in de verhalen die mijn vader ons uit de bijbel opdiste. Als lezer val je even stil. Ondanks alle tekortkomingen die Visser zich op de hals haalt door de opzichtige spirituele invalshoek van zijn interviews, maken dergelijke verstillende momenten zijn boek de moeite waard.
Fout in gedicht van Machelse herdenkingsmuur voor Gerard Reve
In het Oost-Vlaamse Machelen bevat de tekst op een pas ingehuldigde herdenkingsmuur voor schrijver Gerard Reve, een weergave van zijn gedicht "Credo", een woord te veel. In plaats van "niets dan duisternis en Dood" staat er "niets anders dan duisternis en Dood". Het college van burgemeester en schepenen bespreekt maandag of het monument aangepast moet worden.
De Oost-Vlaamse gemeente Zulte stelde op 25 april de heraangelegde dorpskern van deelgemeente Machelen voor, met werk van schilder Roger Raveel en een eerbetoon aan de overleden auteur Gerard Reve. Op een gladde betonwand in witte kleur werd met koperen belettering het gedicht "Credo" aangebracht. Reve, die tot aan zijn dood in 2006 in Zulte woonde, schreef het gedicht in 1968.
De correcte versie van het gedicht luidt: "Niets te verwachten, niets te hopen: er rest mij niets dan duisternis en Dood. Ik zie het, maar ik wankel niet: wie Gij ook zijt, U heb ik lief, met heel mijn hart, met al mijn Bloed." Het woord 'anders' staat niet in de originele dichtbundel en niet in de Verzamelde Gedichten van Gerard Reve.
Hoe de fout in de herdenkingsmuur geslopen is en wie ervoor verantwoordelijk is, wordt nog onderzocht. In het bestek dat Zulte opmaakte voor de werken stond de correcte versie van het gedicht, zegt een communicatieambtenaar van de gemeente. Het college van burgemeester en schepenen komt maandag samen en plaatst de fout in het monument op de agenda. (belga/tma)
'Vlaanderen is te belangrijk om het over te laten aan de flaminganten'
Waarom we hier hoog in de kantoren van Het Toneelhuis zo op een middag naar de oorsprong van 'De monstertrilogie' zitten te delven?
Omdat de complete trilogie van Tom Lanoye volgende week samen met de Humo in de kiosk ligt: 'Het goddelijke monster' + 'Zwarte tranen' + 'Boze tongen' = haast duizend bladzijden wereldliteratuur.
We zitten hier dus, het kan niet anders, herinneringen op te halen aan de regeerperiode van Marc Dutroux: vanaf de zomer van 1996 beheerste de kindermoordenaar compleet de Belgische agenda. En het was alle commotie rond zijn wandaden, gekoppeld aan de onvermijdelijke diagnose van een diepe Belgische malaise, die Lanoye ertoe aanzette een familiegeschiedenis aan te vatten waarover hij al langer piekerde. Deschryver zou de familie heten, ze verdient haar zwart geld met de productie van vasttapijt. En ze hapte toch een jaar of zes weg uit Lanoyes schrijversleven.
«Ik dacht aan een boek van zo'n tweehonderd bladzijden. Maar het moment kwam al gauw dat ik midden in de nacht mijn uitgever Mai Spijkers belde: 'Mai, dit is aan het exploderen, het wordt minstens een trilogie!' En hij vond dat gelukkig goed nieuws: voor zoiets mocht ik hem nog eens wakker bellen, zei hij.»
«Ik squashte toen nog, intussen zijn mijn knieën helaas helemaal naar de knoppen. Mijn toenmalige squashpartner zegt het me nog geregeld: 'Een jaar lang heb ik niet één match van je kunnen winnen, zozeer zat je onder de adrenaline. Het was niet te doen!'»
«Ik weet het, en toch ben ik erin getrapt, en ik ben nog altijd bitter op mezelf dat ik mee ben gestapt in de goednieuwsshow onmiddellijk na de verkiezingen - maar wie niet? Ik was te opgefokt optimistisch om te kunnen zien wat komen ging.»
«Het gaat in dit land ook alleen nog maar over Bart De Wever, hè? Japan ligt plat, er is een mondiale economische crisis, we zitten zonder regering. Waarover hebben de kranten het? Of Bart De Wever nu naar frituur 't Draakske of 't Kriekske gaat.»
«Kan de N-VA mij garanderen dat ik op haar volgende congres twaalf minuten lang mijn afwijkende mening ten beste mag geven? Of op het Vlaams Nationaal Zangfeest? Dan kunnen ze even ophouden 'De Vlaamse Leeuw' te zingen. Waarom zingen ze dat lied daar eigenlijk zoveel? Kennen ze 't nu nog niet vanbuiten? Van zelfbevrediging gesproken. Als je die beelden moet aanschouwen van Siegfried Bracke en Geert Bourgeois die allebei met de hand op het hart 'De Vlaamse Leeuw' zingen. Dat is toch even gênant als een junkie die op tv zijn shot zet? En Geert Bourgeois houdt misschien zijn hart nog vast, maar pensioenflamingant Bracke aait vooral zijn portefeuille.»
23 April is een symbolische datum in de wereldliteratuur. Op dezelfde dag, 23 april 1616 overleden Cervantes, William Shakespeare en Inca Garcilaso De La Vega. Daarnaast is 23 april ook de geboorte of overlijdensdatum van andere prominente auteurs zoals; Maurice Druon, K.Laxness, Vladimir Nabokov, Josep Pla en Manuel Meíja Vallejo.
Voor UNESCO was dit in 1995 de reden om 23 april uit te roepen tot de jaarlijkse Wereld Boeken Dag, ter promotie van lezen, publiceren en het beschermen van publicaties door middel van copyright wereldwijd.
De Wereld Boeken Dag in 2008
Momenteel wordt de Wereld Boeken Dag jaarlijks in meer dan 100 landen gevierd. Bijna elk land lijkt haar eigen unieke invulling te geven aan de Wereld Boeken Dag.
De Wereld Boeken Dag wordt ook gehouden in het Verenigd Koningkrijk en Ierland, maar wijkt qua datum af van de internationale Wereld Boeken Dag.
Schrijfster Saskia De Coster heeft opschorting van straf gekregen in de zaak rond een lezersbrief in De Standaard. Daarmee volgt de rechter van de correctionele rechtbank in Brussel het Openbaar Ministerie.
De Coster had een brief naar De Standaard gestuurd waarin ze zware kritiek had op de huidige voorzitter van de Boerenbond Piet Vanthemsche. De brief zelf had ze ondertekend met Noël Devisch, de ere-voorzitter van de Boerenbond.
Volgens De Coster was het een impulsieve grap. "Het was nooit de bedoeling dat die brief zou verschijnen", zei ze. "Ik vond een opiniestuk van Piet Vanthemsche een overdreven en bijna karikaturale verdediging van de vleesconsumptie en in een opwelling heb ik een even karikaturaal antwoord geschreven. Ik heb het dan ondertekend met de naam van iemand die zeker nooit zoiets zou schrijven."
De Coster zei zelf dat ze nooit had verwacht dat de brief zou worden gepubliceerd. Het Openbaar Ministerie had zich eerder al akkoord verklaard met een eventuele opschorting van straf, onder meer omdat de schrijfster al genoeg gestraft is. Door de kwestie verloor ze haar baan als columniste bij De Standaard. Die job bracht haar jaarlijks 5.950 euro op.
De Coster riskeerde een gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en een geldboete van 1.650 euro. De Coster moet wel 1 euro schadevergoeding betalen aan Devisch. "Ik ga niet in beroep want het is een rechtvaardig oordeel".
Er komt een nieuwe roman van historicus Jacques Presser. Het wordt gezien als 'de missing link' tussen zijn vorige werken De Nacht der Girondijnen en de Ondergang.
Het manuscript van Homo submersus lag 63 jaar lang verborgen bij nabestaanden en wordt pas dertig jaar na Pressers dood uitgegeven. "De doorslag van het manuscript lag al die jaren bij familie in een lade", zegt oud-geschiedenisleraar Nico Markus, die een inleiding schreef voor het boek.
"Presser heeft het boek in zijn onderduikperiode geschreven op een typemachine. Er was indertijd schaarste in papier, dus je ziet dat de tekst heel dicht elkaar is gezet. Ook typte hij hele stukken tekst in de zijkant van het papier."
Fictief
In het fictieve dagboek beschrijft Presser hoe de 27-jarige Joodse kunsthistoricus Jacques onderdook. "Die voornaam is niet toevallig. Het dagboek gaat eigenlijk over het leven Jacques Presser zelf. De meeste gebeurtenissen in het boek lopen parallel aan die van de schrijver", vertelt Markus.
"Presser schrijft het dagboek voor zijn vrouw, die is weggevoerd. Ze wilde tijdens de oorlog bij haar ouders gaan onderduiken. Ze was Joods en had dus een vals identiteitsbewijs bij zich, maar dat werd op straat al snel ontdekt. Binnen een week moest ze naar een concentratiekamp in Polen. Ik zie het boek echt als een liefdesverklaring aan zijn vrouw. Hij heeft altijd gedacht dat ze ooit nog voor zijn neus zou staan."
Geen uitgever
Volgens Markus heeft de schrijver na de Tweede Wereldoorlog geprobeerd om het boek te verkopen, maar geen enkele uitgever wilde het hebben. "Zelf zei Presser dat er te veel dingen in stonden die andere mensen konden schaden. Maar ik denk ook dat de tijd er ook niet rijp voor was. Niemand zat vlak na de oorlog te wachten op een roman over het onderduiken."
"Hoewel het boek veel waarheden bevat, is het heel lastig om erachter te komen of alles echt gebeurd is. Heel veel dingen vertelt hij gedetailleerder dan we voorheen wisten. In het boek komt een Duitse officier op een gegeven moment met zijn dronken kop de Stadsschouwburg binnen. Alle mensen moeten hun sokken uitdoen. Diegene die schone voeten hebben mogen naar huis, de anderen worden afgevoerd naar Westerbork", zegt de historicus.
Hoewel het boek over de oorlog gaat en dus vol met nare dingen staat, zit het ook vol met humor, concludeert Markus. "Het zijn ook mensen die gewoon hun leven leiden. Ik heb er af en toe erg hard om moeten lachen."
De afgelopen 3 weken hebben de Q-luisteraars samen met Sven Ornelis en Kürt Rogiers een kinderboek geschreven. Het is een voorleesverhaaltje geworden over Uppie Duppie, een dwerg die geen liefje kon vinden. Zoals alle sprookjes eindigt het verhaal positief. Uppie Duppie is toch aan de vrouw geraakt en leeft nog lang en gelukkig.
Sven had zn radiocollega Kürt Rogiers voorgesteld om zon voorleesverhaaltje te maken samen met de luisteraars. Kürt, zag dat meteen zitten. Ze lanceerden in hun ochtendshow een verhaaltje dat begon met Er was eens . Twee keer per uitzending mochten de Q-luisteraars een vervolgzin voorstellen. Duizenden zinnen werden per sms gestuurd.
Omdat er zoveel reactie was op het verhaaltje stelde uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts voor om er een echt boek van te maken. Daar horen ook illustraties bij en daarom gingen Ornelis & Rogiers op zoek naar een tekenaar. Uit tientallen inzendingen kozen ze Q-luisteraar Nele Moeys. Zij is 25 en kinderverzorgster. Met het illustreren van Uppie Duppie zoekt een liefje komt haar jeugddroom uit.
Dacht u dat een fotostrip de vluchthaven is van gebuisde tekenaars?
Ype Driessen (33) noemt zich 'de enige fulltime fotostripmaker van Nederland'. Op zijn site publiceert hij afleveringen van de fotostrip Ype + Willem, die ook verschijnt op nrc.next en waarvan nu 92 gags zijn gebundeld 'Heel herkenbaar'.
Misschien zijn fotostrips een handig alternatief voor gebuisde tekenaars, maar het genre is niet zo evident als het misschien lijkt. Het eindresultaat hangt in grote mate af van de kwaliteiten van de acteurs, die doorgaans nogal moeten overacteren om de gewenste, typische stripexpressies te bekomen. Heel erg herkenbaar is niet altijd prijs, maar gemiddeld erg goed.