Impressions from a land Down Under, where women glow and men plunder
09-10-2010
The Rock (extraatje)
Bestormd door miljoenen toeristen van alle ras en origine wordt hij, Ayers Rock. Tot hartzeer en afgrijzen van de Aboriginals, die er een stuk van hun ziel mee verkocht zien aan de duivel. Uluru is niet meer exclusief van hen, maar van de hele wereld. Het meest pijnlijke zijn de 'klimmers', zij die de monoliet via een aantal in de rotssteen geslagen palen die verbonden zijn met een lange ijzeren ketting beklimmen tot de top. Een razendgevaarlijke onderneming, die al flink wat mensenlevens heeft gekost en die, mede ook uit respect voor hun wetten en het sacrale karakter van de rots, door de Aboriginal-gemeenschap ten stelligste wordt afgeraden. 'Leen uw oren en ogen aan alles wat u omringt. Luister... Maar klim niet', smeken ze letterlijk. Op de binnenkant van de deur van één van de toiletten van het informatiecentrum vond ik volgende pakkende ode aan 'The Rock', neergepend op 30 september jongstleden door 'een geval van hoogdringendheid'. Ik wil ze jullie niet onthouden:
Tja, hoe bevat je deze dag? 's Morgens, bij het krieken, genoten we nog even na van de stilte en de sereniteit van de louterende outback. 's Avonds, bij het lichten, deinden we mee op de baren van het bruisende en zwoele Cairns. Om maar te zeggen hoe je hier van het ene op het andere moment in een totaal andere sfeer kan worden ondergedompeld en hoe je steeds weer opnieuw een andere kijk krijgt op het rode continent.
Voor niks gaat de zon op, wisten we. Pal om vijf uur dus biepte mijn gsm ons uit een diepe slaap, een klein uur en en kattenwas later stonden we het op het sunrise viewpoint op Talinguru Nyankunytjaku letterlijk vertaald: de plaats om te kijken vanaf de zandduin naar de donkere monoliet, genaamd Ayers Rock te staren. De zon was stipt op het appel: om zeventien minuten na zes lichtte Uluru langzaam op. Zwart werd bruin, bruin oranje. Alsof er tientallen megaspots met spaarlampen op gericht stonden. Na de sfeervolle sunset van de avond voordien opnieuw een spektakel van een zelden geziene schoonheid. Muisstil was het in de wagen, op de terugweg naar ons gespierd ontbijt in het Sails of the Desert. Zwaar onder de indruk, met z'n vieren. Slaperig ook wel, na de korte nacht. En een beetje hongerig.
De uren voor onze binnenvlucht naar Cairns besteedden we aan een ultieme wandeling aan de voet van Ayers Rock: Mala Walk, genoemd naar een oeroude Aboriginal-ceremonie. Opvallend, naast de indrukwekkende kikvorsperspectieven op de steile rotswanden, de immense kloven, holen en gaten in het eerder poreuze gesteente en de waterbekkens, waren de 'sacrale' plekken voor mannen (Warayuki) en vrouwen (Mala Puta), niet toegankelijk voor de nieuwsgierige toerist en niet vatbaar voor de gevoelige plaat. Op straffe van (fikse) boetes tot 5000 AUD. Eén van waterbronnen, Kantju, pikten we uit voor een halfuurtje zelfbezinning. De zon, nu harder stekend dan ooit, gaf ons een laag. Nog niet de volle, eerder een kleintje.
Na twee uur lichtruim tussen het kleine Connellan-luchthaventje in Yulara en Cairns International Airport belandden we rond een uur of zes opnieuw met beide voeten in de echte wereld. De stad in Noord-Oost-Australië met tropisch klimaat het kwik klimt hier nu vlot boven de 30 graden, 's avonds zorgen een paar malse regenbuien nauwelijks voor afkoeling mag dan wel weinig (kunst)historische highlights te bieden hebben, bij het invallen van de duisternis bruist en kolkt het centrum rond The Esplanade aan Trinity Bay. Sex, alcohol, straatmuziek en vertier vullen de ijle lucht, de chicks gaan er om ter kortst gerokt en de meest waanzinnige weirdo's duiken er op in het straatbeeld. Wat Cairns zelf aan bezienswaardigheden schromelijk tekort komt, maakt zijn omgeving ruimschoots goed. De volgende dagen wachten onder meer Kuranda, het Daintree Rainforest, Cape Tribunal, Atherton Tableland en uiteraard het magische Great Barrier Reef. Betoverende morzels aarde die ons sowieso al geslaagde vakantie ongetwijfeld nog en extra dimensie zullen geven. Maar nu eerst wat slaap inhalen. Hop, bed in.
Oké, de ruwe paden hebben we moeten vermijden omdat we op de luchthaven van Alice Springs donderdag niet meer aan een 4x4 of wicked van (beschilderde camionette die je kan huren of kopen/doorverkopen) geraakten. Maar ook via de geasfalteerde Stuart Highway en Lasseter Highway bleken de 450 kilometer naar Yulara dwars door de outback bijzonder fascinerend. Wilder bebost en begroeid, minder gestructureerd dan de Great Ocean Road. Maar zóveel meer te bieden, een stuk intrigerender. Opvallend groen ook voor deze tijd van het jaar, wat erop wijst dat de voorbije winter ook in midden-Australië flink wat nattigheid naar beneden kwam. Dat het wat weg heeft van Afrika, vond Marc. Guy omschreef de desolaatheid van de grote rode gravelvlek als 'het traject van Antwerpen naar Dijon, maar dan zonder één enkel huis tegen te komen.' Wat ons wél op gezette tijdstippen kruiste: de Road Trains, monsters van de weg. Transportvrachtwagens met schrikwekkende vooraanblik die soms tot drie goed gevulde trailers trekken. Een waar fenomeen hier.
Om eerlijk te zijn: Guy's bedenking hield niet helemaal steek. Welgeteld vier houten hokken lagen op onze route, meestal souvenirshops met een paar diesel- en unleaded-tanks en mogelijkheid tot kleine restauratie, bewaakt door een kudde opdringerige, hitsig om zich heen pikkende emoe's. Op Stuarts Farm lag er zelfs een tamme kangoeroe bij, die zich welwillend over zijn kop en zachte vacht liet aaien. In het Erldunda Roadhouse, aan de poort van de Simpson Desert, sloegen we onze watervoorraad in. Van Mount Ebenezer onthouden we alleen de zeer agressieve, rotvervelende mini-vliegen die constant om je kop zoemen, zich in de kleinste holtes wringen en die je dus constant van je af moet slaan. En in Curtin Springs Ranch aten we en kochten we kaartjes voor het thuisfront. Hoe dichter we daarbij Uluru benaderden, hoe meer de hemel opentrok en de temperatuur een komeetvlucht naar de top nam. 25 graden, het begint er stilaan op te lijken. Weg met die lange broek en schoenen! Hoog tijd voor bermuda en sandalen.
De wilde paarden aan het kruispunt naar Kings Canyon en de plagiaat-monoliet Mount Connor (woeha) verzanden letterlijk in het niets bij de absolute apotheose. Eerst het Kata Tjuta (letterlijk: 'veel hoofden') National Park, geologisch pronkstuk van de Aboriginals. Met de Olgas, de onbekende maar daarom niet minder indrukwekkende factor: 36 rotskoepels over een oppervlakte van 35 vierkante meter, overblijfsel van een bergketen die zich duizenden jaren geleden vormde. Als een levensgrote klauw liggen ze er, gescheiden van elkaar door diepe en via een rotspad bewandelbare kloven. Wij kozen voor de Walpa Gorge Walk, vijf kilometer heen en terug. Van een nooit geziene schoonheid, een unieke ervaring. Twee donkerbruine rotswanden, de tussenruimte opgevuld met een lik azuurblauw en een 'groene' rivier die zich door de kloof meandert. Ingekaderd opus magnum. Niets wat er de heilige stilte breekt, tenzij een vrolijk tsjilpende gevederde vriend. Hier vergeet een mens echt alle zorgen...
En dan. Daar lag hij. Neergepoot door één of andere goedmenende god: Ayers Rock. By sunset, nota bene. Overgeleverd aan de prachtige lichtschakeringen die de ondergaande avondzon op zijn flanken toverde. Lavendelblauw, rood en tegen de klok van zeven: bruin. Over een uur of zes staan we er weer: Ayers Rock by sunrise dan, drie kwartier rijden vanuit Sails in the Desert, onze uitvalsbasis in het geïsoleerde Yulara. Slaapwel, folks.
Foto 1: Guy en ik bij onze 'Ozmobiel' op weg naar Adelaide Foto 2: ondergetekende, bezig met het breken van zijn wereldrecord rechtdoor rijden Foto 3: verbroederend met Wayne en Myriam van Anvers Wines in McLaren Vale Foto 4: Frank, de blauwtong-guanna (voortaan ook Facebook-vriend) Foto 5: Tom, de olijfpython (let op de beklemmende wurggreep onderaan) Foto 6: even 'chillen' bij Bojangles, hartje Alice Springs Foto 7: Terry, de Australische zoetwaterkrokodil. Hi guys! ;-s (copyright: Inez De Bois, met andermaal welgemeende dank)
Ik beken. Ik heb met Frank gekust. Gerollebold met Tom. Lieve en zachte woordjes gefluisterd in Terry's oor. Wie zich aan een exclusieve en openhartige outing-sessie verwacht moet ik teleurstellen. Frank, Tom en Terry zijn respectievelijk een blauwtong-goanna, een vijf meter lange olijfpython en een Australische zoetwaterkrokodil: ábsolute sterren van het Alice Springs Reptile Centre, het grootste reptielenreservaat Down Under. Vooral de primeur met de Olive Python onderging ik niet zonder enige trots. De gladjanus kneep zich letterlijk om me heen je voelt echt aan den lijve hoeveel wurgkracht er van zo'n beest uitgaat en zocht ondermeer zijn weg naar een plek op mijn lichaam waar de zon (bijna) nooit schijnt (zie foto). Voeden doet mijnheer zich met ratten en wallaby's (kleine kangoeroes), soit 'dingen' die drie keer groter zijn dan zijn eigen kronkelend lijf. Slik. 'But he doesn't eat human beings', stelde zijn baasje me gerust. Oef.
En dan weet u het wel, zeker? Qantas Domestic Flight QF723 heeft ons vanuit het lieflijke Adelaide in het hart van de meedogenloze, onherbergzame outback van de MacDonnell Ranges gedropt. Een zware cultuur- en temperatuurschok zou het worden. Maar o wat een anticlimax. De voorspelde 36 graden waren er... 16. De hemel stond hoogzwanger van grauwe, grijze wolken, af en toe een striemende regenvlaag barend. 'The Alice', where the rivers run dry or ten feet high, toonde zich van haar minder fraaie kant maar hield het toch méér dan waardig. Zelf lieten we het niet aan ons hart komen. Uitwaaien deden we op de top van Anzac Hill, perfecte uitkijktoren over de stad én Heavitree Gap die we bereikten via Todd Mall en Lions Walk, een rotspad dat zich gelijkmatig naar boven slingert.
Waarop het tijd was om ons onder de Aboriginals te mengen. Vreemd volk. Grote, donkere, expressieve koppen met uitgesproken gebit muzen moeten het zijn voor Stephan Vanfleteren. Ze kuieren, slenteren, slepen zich als het ware door het met exotische vogelsoorten opgefleurde straatbeeld. Soms moederziel alleen, vaak met aanverwanten, starend, keuvelend met elkaar, sigaretten de(a)lend, spuwend in vuilbakken, bedelend, roepend, je constant de hand reikend. Gehuld ook in de meest vreemde kleurencombinaties. 'Rare snuiters, die toeristen', zie je ze zelf denken. Eén ding is zeker: ze hebben talent. De kunst van het didgeridooblazen, daar valt over te discussiëren. Maar je even onderdompelen in de Aboriginal-schilderkunst in het Mbantua Fine Art Gallery and Cultural Museum is ontegensprekelijk een aanrader. Alleen jammer dat de doeken zo duur worden verkocht. Tot 23.500 AUD. (Té) veel geld.
Viel me voorts nog op in dit boeiend stukje wereld: de parallel met de Belgische nummerplaten. Net als bij ons rode tekens op een witte achtergrond, weliswaar alleen maar cijfers. Wat ik niet meer zou kunnen missen in Australië 'tout court': het kloppend spechtengeluid bij oversteekplaatsen voor voetgangers, bedoeld om onze blinde medemens veilig aan de overkant te loodsen. En waar ik absoluut maar niet aan wen: eerst naar rechts kijken, dan naar links bij het oversteken van een tweevaksbaan. Afsluiten deden we deze alweer onvergetelijke dag met een frisse Victoria Bitter in de saloon van Bojangles met Red Hot Chili Pepper's Californication als achtergrond bangelijk! En met een niet te evenaren Thais assortiment in 'Hanuman', het restaurant van ons Crowne Plaza Hotel. Australia stole my heart. Machtig land, machtige mensen. Morgen trekken we 440 kilometer de outback in richting Uluru en Ayers Rock. Een nieuw avontuur. Misschien kom ik de Inland Taipan wel tegen, de gevaarlijkste slang van het rode continent. De black-headed python. Of de King Brown, die ex-prof Wim Vansevenant in de Tour Down Under op training ooit doormidden reed. Of Tom. Mijn Tom. Vicious Tom.
'Heb jij zebra's gezien, papa?' 'Neen, jongen. Maar wel kangoeroes en koala's.' 'Nijlpaarden?' 'Neen, ventje. Kangoeroes en koala's. 'Olifanten?' 'Neejeuh. Koala-beertjes. Schattig, hoor. En kangoeroes. Koeien. Paarden. Schapen. Enkele verdwaalde dromedarissen zelfs.' Maar dus níet de halve zoo van Antwerpen waar Niels, mijn jongste van bijna vier, aan de andere kant van de lijn met zijn gekende enthousiasme naar hengelde. Morsdode exemplaren van Australië's favoriete fauna waren het gisteren vooral. Bij bosjes aangetikt en uitgeteld in de groene woestijn van het zuidoosten, waarin slechts heel sporadisch een oase opduikt.
Dag twee van onze reis begon grensoverschrijdend in Mount Gambier, waar we bij het verlaten van Victoria voor South Australia plots alweer een half uur jonger werden en de Quarantine Restrictions for fruit, vegetables, plants ans grapevines (je mag die dingen niet exporteren naar een andere deelstaat) onze vier appels tot een duidelijke bestemming dwongen: spijsverteringskanaal of gele vuilbak. Het werd het eerste, omdat er al zovéél honger in de wereld is. Tot Kingston, waar we op het middaguur in The Old Wool Store (een oud, opgekalefaterd wolbedrijf) elk een portie Aziatisch verorberden, riep het landschap nog ooh's en aah's over zich af. Bomen leken er een kuddementaliteit op na te houden soort zoekt soort en dit moet zowat de enige plek op aarde zijn waar je tot ver voorbij de kim kan turen. Nadien, langs de Princess Highway/B1 parallel met het Younghusband Peninsula, werden de uitgestrekte vlakten schraler, saaier. Ik brak er achter het stuur van onze Holden Sportwagon het wereldrecord rechtdoor rijden: zo'n slordige 400 (!) kilometer. De baas van The Old Wool Store had er nog zo voor gewaarschuwd. 'It's not a nice ride to Adelaide.' It wasn't.
Maar dé apotheose van de 600 kilometer lange autotransfer moest toen gelukkig nog komen. Daarvoor was het wachten tot de ferry-oversteek in Wellington, een op turbosnelheid overvarend platform op Murray River dat toegang geeft tot het wijnparadijs van Fleurieu Peninsula en Southern Vales. Guy had dat keurig geregeld: een bezoekje aan het Anvers (ha ja...) Winery Park in McLaren Vale. Door ons omgedoopt tot: Wayne's World, naar het indrukwekkende territorium waarop we door de man die hij in de Tour Down Under leerde kennen in zijn 4x4 werden rondgeleid. Gaat u vooral even zitten... 73 hectare Cabernet Sauvignon, Chiraz, Grenache en Chardonnay, waarvan 7 hectare geplant in 1915! Wayne deed de naam van zijn wijnlabel alle eer aan door er tussen zijn onversneden Australisch door enkele rake, perfect geformuleerde en geprononceerde Antwerpse oneliners tegenaan te gooien. 'Hoe est, manneke?' 'Amai, menne frak'. 'Mister sjieke dinges'. 'Kloeitzakske'. 'Godverdoeme, sèg.' Niet verwonderlijk als je weet dat hij zijn leven deelt met Myriam, de moeder van zijn drie kids: een schat van een vrouw, geboren en getogen op... Stuyvenbergh. Nadat Wayne ons via de grote poort introduceerde in de plaatselijke vinocultuur, schonken hij en Myriam thuis aan tafel gastvrij de glazen vol. Eerst met een Anvers Shiraz 2005 en Anvers Chardonnay blanc 2008, later met Anvers Port van 21 jaar oud. Godendranken, stuk voor stuk.
Meer heeft een mens niet nodig om nu, moe maar voldaan, onder de lakens te kruipen in Adelaide, oude liefde van Guy en ondergetekende uit de Tour Down Under. Voor een verkwikkende nachtrust, absolute must om morgenvoormiddag om kwart voor elf fris en wel te kunnen doorvliegen naar Alice Springs, Aboriginal Land in The Northern Territories. Misschien ziet papa er wel een nijlpaard, Nielsje. Of een zebra. Of wie weet: een olifant.
Port Fairy, even na middernacht op een bed & breakfast-appartementje met drie kamers. Bloggend lig ik in de sofa, voeten op een houten kist, met een gezellig brandend electrisch vuurtje in mijn buurt de lente streeft nog steeds naar zijn grote doorbraak hier in het zuid-oosten van Australië terwijl Marc, Guy en Inez zalig liggen te pitten. Vanmorgen om 9 uur zijn we vertrokken in hartje Melbourne, 9 uur later klopten we aan bij Shane en Ali in 'The Douglass', vier sterren. 'Pretty busy in here, mates. But no worries. Take a look, think we have something for ya', grijnsde de gastheer, van het recht uit de outback geplukte type met Flintstone-allures, blakend en blozend, met driedubbele wenkbrauwen en overal begroeiing. Kostprijs: 200 AUD of goed 140 euro. Te delen door vier, uiteraard. Peanuts. De prachtige avondwandeling 'on the beach' en langs het sympathieke haventje kregen we er gratis bovenop. Het avondmaal in 'The Victoria', bekroond restaurant met typisch Australische keuken uiteraard niet.
'De ideale opener', omschreef Guy onze eerste dag volkomen terecht. Nergens ter wereld is het aanbod van betoverende landschappen zó gevarieerd dan langs die befaamde B100. We waanden ons afwisselend in de Waalse Ardennen, de Franse Ardèche, de Schotse Highlands, de Noorse fjorden, de Vlaamse polders, het Brabantse Pajottenland, de Noorderkempen en de Noord-Amerikaanse prairie. Met de Pacific je schrikt ervan hoe uitgestrekt en eindeloos zo'n watervlak kan zijn steeds binnen handbereik. We zagen vanaf Point Addis waaghalzen de ripcurl (onderstroom) trotseren op Bells Beach, één van dé grote Australische surfparadijzen. Aten wrap met zalm en kip in Apollo Bay. Vergaapten ons aan de reusachtige stammen en varens van het regenwoud in Otway National Park, waar de koala's met tientallen in de takken hingen. En bereikten via Port Campbell de adembenemende 'Twelve Apostles'. Om het met de woorden van Enrico Carpani, persattaché van de Internationale Wielrenunie (UCI) te zeggen: 'Douze pierres dans la mer. Magnifique!' Magnifiek was het zeker. Maar, hela, ook een beetje boerenbedrog. Acht van die 'keien', telden we er slechts. De overige vier zijn in de loop der tijden solidair geërodeerd. Ahoe! De finale leidde ons van Warrnambool naar Port Fairy, door een streek die duidelijk leeft van landbouw en veeteelt. Er mocht geen weiland voorbijglijden of er stonden verdorie koeien in.
Twee minuten voor één: knus naar mijn warm nest nu, oogjes dicht, snaveltje toe. Want morgen rijden we in één ruk de resterende 600 kilometer dicht tot Adelaide, waar we donderdagmorgen een binnenvlucht nemen naar Alice Springs. Het electrisch vuurtje zal er niet nodig zijn. Veertig graden, mevrouw, mijnheer. Alstublieft!
Haa, ze is er! Veilig uit de hemel nedergedaald en zachtjes met de voeten op de grond beland, letterlijk. Met het haar kenmerkende enthousiasme van een prille tiener, as we know her. Maar vooral: verrassend fris en monter, het dient gezegd. Het resultaat van een efficiënte slaappil, die haar zeven uur lang van deze wereld haalde. Met als gevolg dat ze deze eerste avond al moeiteloos hand in hand ging met het Australische bioritme, dat haar anders wel behoorlijk op de proef stelde. Van business seat naar achterbank van onze fonkelnieuwe 'Ozmobiel' een azuurblauwe Holden Sportwagon, recht naar het Vibe Savoie-hotel in de buurt van de Docklands in Melbourne, vijf minuten voor een kattenwasje en een fikse wandeling-in-vijfde versnelling om de 'closed kitchen' te dribbelen. Met een verrukkelijke maaltijd in Mecca Bah, een Turks-Marokkaanse topper op de New Quay Promenade, als terechte beloning. De toon is meteen gezet. Welkom, Inez!
Reken maar dat ze morgen ook het vroege startschot haalt van etappe één op de Great Ocean Road. Uw dienaar heeft net zijn laatste letters, komma's en punten opgesoupeerd in een Belgisch 'uitwuif'-stuk, dus kan de tocht beginnen. Bedoeling is dat we al een flink eind opschieten. Bells Beach, Apollo Bay, Cape Otway, Port Campbell en The Twelve Apostles voorbij, als het even kan. Omdat we woensdag graag Adelaide zouden willen bereiken, zodat we donderdag een eerste binnenvlucht kunnen nemen naar Alice Springs. Rockin' good news, trouwens, wat die 'domestic flights' betreft. Zo goed als alle transfers die we in de loop van onze reis willen maken zijn mogelijk. Niet eens zó duur, als we farecompare.com mogen geloven. Omgerekend naar onze munteenheid: tussen de 190 en 350 euro.
Tot slot nog dit: in Australië wordt niet alleen links gereden en rechts gestuurd, start de wijnoogst in februari en vliegen de junikevers uit in december en kolkt het water in de afwasbak de andere kant op. Marc 'ontdekte' ook toegegeven: het was me nog niet opgevallen dat de zon opkomt in het westen en ondergaat in het oosten. Zuiver wetenschappelijk is dat niet helemaal waar. Dat ding blijft gewoon dezelfde baan volgen, maar door het feit dat we ons aan de andere kant van de evenaar bevinden, lijken we de beweging vanuit een ander oogpunt te bekijken: van links (W) naar rechts (O) in plaats van rechts (O) naar links (W). De waarheid is dat de richtingen 'oost' en 'west' niet plots van rol veranderen als je de evenaar oversteekt. Ach, so what. Zolang ze maar lekker haar stralen strooit de komende dagen...
Voilà. Onze handelsmissie zit erop. De wereldtitel gaat niet naar een Waalse haan, maar naar een Noorse beer en dat allemaal omdat een Australische kangoeroe onvoldoende sprongkracht aan de dag legde en een Italiaans (uils)kuiken geen trek had in gepofte kastanjes. Volgt u nog? Moeilijk? Ach, trek het u vooral niet aan. Wij HLN-collega Marc G., GvA-collega Guy VdL en ondergetekende, de heer Joe Kangoo gaan dat de komende tweeëneenhalve week ook niet doen. Morgen, om 18u15 plaatselijke tijd, pikken we ons vierde reisgezellinnetje Inez op Melbourne International Airport op en kunnen we na een overnachting in Batman Town aan onze intrigerende ontdekkingstocht in het land from Down Under beginnen. Where beer does flow and men chunder.
Toegegeven, we hebben ons schema iets te optimistisch en genereus opgesteld. Marc merkte niet onterecht op dat, als we al de helft van onze snode plannen tot uitvoering kunnen brengen, we dan van een geslaagde onderneming zullen mogen gewagen. Drastisch bijstellen, met andere woorden. U las het in de vorige blog: stiekem namen we al wat voorsprong op Guy en Inez, die hier een week langer blijven plakken. Melbourne heeft alvast zijn geheimen onthuld, dus veroveren we dinsdag meteen een deel van de Great Ocean Road. Bedoeling is om door te rijden tot Apollo Bay en woensdag via The Twelve Apostles al een flink eind op te schieten richting Adelaide. Het wildleven op Kangooroo Island laten we, gezien onze beperkte tijd, voor wat het is.
In de plaats daarvan reizen we vroeger door naar Alice Springs, van waaruit we de tocht aanvatten naar het betoverende Ayers Rock. Vanuit Uluru nemen we dan een binnenvlucht op de sauna van Cairns, waar het kwik momenteel tegen de 36 (!) graden aanloopt. Bijna het dubbele dus van wat Geelong ons dezer dagen te bieden had. Greet Barrier Reef en de walvis-spotting op Fraser Island zijn in principe certitudes. De Gold Coast laten we op mogelijk één dag 'on the beach' na voor wat ze is. Liever vliegen we dan rechtstreeks door op Sydney, waar we onze Australische maiden trip willen afsluiten in schoonheid.
Bovenal gaan we nu genieten. Parijs-Tours? Ronde van Lombardije? Het nieuwe veldritseizoen? Oké, maar nu even niet. Tuut... tuut...tuut...tuut...tuut...
Sorry, Grace. Zesde is lang niet kwaad en ongetwijfeld heb je een dijk van een WK gereden. Maar sta ons toe onze 'Holy Saturday', de enige dag waarop we ons eens NIET in een catchpartij met de deadline hoeven te storten, eervol in te vullen. Melbourne, met name, na een consistent ontbijt in de blakende zon op het terras van ons resort met zicht op zee. De stad van Batman. John Batman, Tasmaniër en stichtend kolonist in 1835. Een geslaagde clash tussen oud en nieuw, Victoriaans en hypermodern. Met het Frans-renaissancistische stationsgebouw op Flinders Street als heerlijke verademing voor de indrukwekkende skyline van multinationaltorens.
'Geen liefde op het eerste gezicht', voorspelde mijn Australische ANWB-reisgids. Nu kan het best zijn dat ik na tweeëneenhalve week toeren Batmans nederzetting vergeleken bij pakweg Sydney of Brisbane inderdaad 'quantité négligeable' zal vinden. Maar tot nader order heeft Melbourne mij en mijn collega Marc G. op deze vroegzomerse 2de oktober uitermate gecharmeerd. De honderdduizend lallende, tierende en zingende fans van de Collingwood Magpies en de Saint-Kilda Saints, onderweg naar Melbourne Cricket Ground voor de replay van de AFL-Grand Final zelfs de pluimkronen op de koppen van het paardenspan dat de citytrip-koets trok waren zwart-wit en rood-wit-zwart gekleurd , namen we er voor lief bij.
We dronken cappuccino in Swanston Street, keken onze ogen uit in China Town, drentelden door de Carlton en Fitzroy Gardens, kuierden langs het Parliament, schuimden op de tonen van John Fogerty's Creedence Clearwater Revival de sympathieke oevers van Yarra River af, verorberden Calamari Salad, soep en Focaccia op de verfraaide Docklands, vleiden ons in de zon aan Victoria Harbour en sloten in stijl af met spaghettini, verrukkelijk lamsvlees en een sexy Nebbiolo in 'Il Bácoro', één van dé culinaire stadstoppers. De drie Australische dollar die me nog restte van het dagbudget, kwam toe aan een straatmuzikant op Federation Square (waar morgen het prof-WK van start gaat). De jongen trof me recht in het hart. 'He and his guitar', spelend voor het goede doel: de 'West Coast Eagles Player Development Foundation', fonds voor opleiding en begeleiding van spelers van de gelijknamige AFL-ploeg. Doet me eraan denken: The Magpies maakten brandhout van The Saints: 108-52. 'Oepgeite gelak ne scaampi', zou Sugar Jackson zeggen.
Vergis u niet: groot was onze dankbaarheid voor deze wonderschone dag, nederig de manier waarop we hiermee omgaan. In het besef dat de laatste zondag van onze WK-campagne 'The Longest and Hardest Day' wordt en dat het straks weer tegen middernacht Eastern Standard Time (vannacht schakelen we hier trouwens over op zomertijd en leven we in plaats van acht plots negen uur sneller dan jullie) zal aanlopen voor we onze laptop dichtklappen. Trouwens: proficiat, Grace! Allez, Philippe!
'En? Het nieuws al gehoord?', werden HLN-collega Marc en ik vanmorgen in de perszaal begroet door een handvol collega's in druk conclaaf. Neen, bij god. Hoe kon het ook? Even voordien waren we nog zorgenvrij door de koolzaadakkers en eucalyptusvelden van Anglesea en Torquay geraasd. Duizenden kilometers verwijderd van kraai en kind, onszelf in de armen knijpend omdat we op dit eigenste moment de wereld tegenvoets aan het nemen zijn. Meeneuriënd op Coldplay's Viva la Vida of Dance The Way I Feel van Où Est Le Swimming Pool (Engelse synthpopgroep van leadzanger Charles Haddon die zich recent op Pukkelpop van het leven beroofde): een paar muzikale vruchten slechts van Geelong's 93.9 FM, de happy hitzender die ons door de lange autostonden sleept. Geen flauw benul hadden we, met andere woorden, van wat ons met de klap weer 'on the motherfucker' zou brengen. 'Contador. Positief in de Tour. Clenbuterol.' Juist, ja.
De varianten op het thema kwamen later op de dag. Mosquera tegen de lamp in de Vuelta. Bezwarende huiszoeking bij Ricco. Wat ís dat toch altijd met die koers, hoor ik u vragen. Wel, we weten het zelf niet. Keer op keer worden we voor schut gezet, moeten we aan de bak voor kloterijen die onafscheidelijk met het milieu lijken vergroeid. Tot zelfs in Australië toe. Zelf krijgen we er geen sikkepit voor terug, tenzij de holle belofte dat het stilaan toch weer de goeie kant opgaat met dat zootje ongeregeld. At the end, it's kind of 'masochista', stelde mijn Italiaanse Gazetta dello Sport-collega Luigi geheel terecht. Achter hem pakten zich in het panoramisch kijkvenster van de perszaal, vier hoog in Deakin University in Geelong, intussen donkere wolken samen boven 'The Waterfront'. Symbolisch. Hoog tijd om opnieuw af te dalen tot zeeniveau, voor een sandwich egg and lettuce bij Ernie Brown's.
Ik heb het gevoel dat ik niet leef maar geleefd word. Ik klop anderhalve dagen (één Australische plus een halve Belgische), spreid mijn werk net iets teveel en betokkel mijn klavier tot in de véél te vroege uurtjes (gisteravond was het 2 uur!). Maar ach, nog vier keer prikklok, drie WK's kijken, 174 quotes ophalen en één wereldtitel voor Philippe Gilbert vieren en ik vraag de rekening. Wat ik nog drink van het huis? Euh, doe mij maar een scheut clenbuterol...
0451194828. Wie me hier wil bereiken draait er best +61 voor en laat de 0 vallen. Mag er al eens een streepje zon schijnen na de stortbuien van de voorbije dagen? Driewerf hoera! Mijn mobiel doet het weer en dat dankzij een prepaid Vodafone red SIM-card, gekocht bij Dick Smith aan de finish van het WK in Geelong. Of ik het microscopisch ding wel nog even kon activeren, alstublieft, want anders had zo'n Australisch nummer héél weinig zin. En laden, natuurlijk. Met beltijd. Via internet, mijnheer, zo gefikst. Eén klein probleem: internationale kredietkaarten worden niet erkend als betaalmiddel. 'You need a recharge voucher', op eenvoudige aanvraag te verkrijgen in een tankstation. Drie simpele stappen en hop, U bestaat opnieuw voor de buitenwereld. Thanks! Gek, hoe een mens zich anno 2010 zo hulpeloos en verloren kan voelen zonder die belachelijke staaf met zeventien toetsen. Het heeft me de voorbije 24 uur in ieder geval méér energie gekost dan me lief is. Ik zou er haast bij vergeten dat ik maandagmorgen met de Nieuwsblad-collega's kangoeroes ben gaan spotten. Eerst op het uitgestrekte gofterrein van Lorne, zonder succes evenwel. Meer dan een kleurrijke regenboog was ons niet gegund. Tussen de holes in Anglesea hadden we meer geluk: een hele nest, zowaar! Met twintig wreven ze zichzelf over de borst, strekten ze zich languit in het groen, vleidden ze zich tegen de afschilferende eucalyptusbomen, doken ze op tussen de varens of jumpten ze van zandbak tot zandbak. Bij elke 'Skippy!'-kreet draaiden hun oren als televisieantennes, tot ze de precieze frequentie hadden gevonden. 'Onnozelaars', zag je ze richting gaasdraad staren. 'Hebben we iets aan van jullie?' Gisteren nam ik ook al een slok Melbourne tot mij, met een blitzbezoek aan het Swiss House of Victoria in de buurt van Flinders Street en het stadion waar de Saint-Kilda Saints en de Collingwood Magpies zaterdag hun historische replay van de AFL-Grand Final spelen. His Royal Flyness Fabian 'Put the hammer down' Cancellara hielp er mee de dagkrant vullen. Zijn wijs betoog bleef me bij, maar de skyline van de metropool zoveel meer. Hier zien ze me eerstdaags terug. Weet u het trouwens nog? 0451194829. Of was het nu 797204...?
Ik heb droevig nieuws te melden: mijn digitale Nikon CoolPix S560 van Qatarese origine is in schielijke omstandigheden komen te gaan. Niet eens gesneuveld op de ruige oorlogsvelden van Victoria. Neen. Uitgedoofd als een kaars tijdens het uitoefenen van zijn job. Zomaar, ineens, zonder aanwijsbare reden of plausibele verklaring, van gezond naar terminaal in een kwartier tijd, de onrechtvaardigheid zelve. 'Battery Exhausted', liet hij nog na, terwijl dat ding godver zo opgeladen was als Eziolino Capuano. Om dan stilletjes te bezwijken. Of hij écht van me heen is gegaan dan wel in een tijdelijke comateuze toestand verkeert is nog niet helemaal duidelijk. Maar dat ik het voor de rest van mijn Australië-verblijf zonder hem zal moeten stellen is wel een feit.
Ik heb ook heuglijk nieuws te melden. 'Goed weer geweest, goed weer geweest. 't Heeft hier vandaag goed weer geweest. En had 't vandaag slecht weer geweest. Dan hadden wij hier nog geweest.' Het kwik flirtte met de twintig graden, de hemel kleurde staalblauw, de lente toonde Zuid-Australië voor het eerst in al zijn charme en gratie. Op weg naar de pre-WK-race in Buninyong, een slordige 80 kilometer boven Geelong, heb ik mijn hart verpand aan de betoverende fauna en flora. Al bleef het vruchteloos speuren naar mijn eerste kangoeroe of koala en betrapte ik mezelf toegegeven op een tikkeltje jaloezie toen Philippe Gilbert me 's avonds triomfantelijk kwam melden dat hij een Wallaby tegen het lijf was gelopen. Pfff, verwend nest. Dat hij maar oplet, of ik stuur nog eens zo'n pikkende Magpie op hem af. ;-)
Ik heb tenslotte, voor de die hards, sportief nieuws te melden. Filippo Pozzato won die Herald Sun World Cycling Classic, een koers van jan-mijn-voeten die jongens die zondag geen wereldkampioen worden een troostprijs gunt. 'Pippo' dus, de Italiaanse deus, waar alle mooie vrouwen vind ze hier maar, hé knettergek van lopen. De triomf van de sexuele geheelonthouder; zíjn toverdrank voor één jaar regenboog. Bijzaak was het slechts. De sympathie van dit wielerfestijn lag hem in het aanwezige kermisgehalte. Het rondjesdraaien voor een mens of 500, leunend op de nadar, smullend van een worstenbrood, Carlton Draught of Victoria Bitter in de hand. Ze kennen het hier ook.
Als afsluiter nog dit: be aware voor hongersnood op zondagavond in Australië. Vanaf 20u30 zetten ze je op een streng dieet van pizza en chips. En o ja: bloemen noch kransen voor de mij toegenegen Nikon C. Uw blijk van medeleven alleen al is een ware troost.
'Good morning sir. Do you want an early bird breakfast?' Early bird? Ha, hilarisch. Vrijdag had ik me nog schromelijk vergrepen aan mijn bedstee, vierentwintig uur later promoveerde de jonge ontbijtmeester in het Mantra Erskine Beach Resort in Lorne me zowaar tot 'vroege veugel'. Ok, nú zijn we bezig, vond ik. 'You're here for the Worlds?', bleek hij grondig gebrieft. 'Yes', knikte ik. 'So you're a cyclist?, leidde hij af uit mijn Adonislijf, mijn dijen als hespen en trillende kuitspieren en de vanille-mokastreep op mijn bovenarmen. ;-) 'Euh, no. In fact, I'm a journalist', biechtte ik eerlijk op. 'Following the Belgians. The team of main favourite Philippe Gilbert'. De knaap hoorde het zichtbaar in Sydney donderen. Oei, handicap. Cadel Evans dan maar? Titelverdediger. Landgenoot. Kind van de streek. Uit het naburige Barwon Heads. 'Sorry, don't know him.' Verbaast het? Waar wij, Belgen, zot van lopen is in het weekend van de Grand Final van de Australian Football League (AFL) tussen de Saint-Kilda Saints en de Collingwood Magpies niets meer dan een fait divers. En reken maar dat dat van kwaad naar erger gaat. Na een surrealistische draw (68-68), de derde slechts in de geschiedenis, werd de return vakkundig geprogrammeerd op... aanstaande zaterdag. Jawel, daags vóór het WK.
Het hield me niet tegen om op onze relatieve rustdag op dag zeven schiep God de zondagkrant, maar blokkeerde hij de drukpersen van HLN persoonlijk een kijkje te gaan nemen op het regenboogparcours in Geelong. Voor de incrowd: taai, pittig, slopend, behoorlijk 'Gilberts'. Met, opvallend (dát hebben we natuurlijk weer gezien): de finishlijn in de hellende Moorabool Street mooi tussen twee sexshops ingekalkt Naughty Gifts en Adult Fantasy. Wie zijn laatste adem dreigt kwijt te spelen, kan zich daar aan af-, sorry óptrekken. Grand Final-zaterdag was voorts goed voor een eerste toeristische impressie van zuid-Victoria. Het weidse, desolate landschap rond 'Evans Town' Barwon Heads en Belgendorp Torquay aan de oevers van de Pacific deed wat denken aan de Vlaamse polders. Een zalige, oneindige rust die ik slechts met één schreeuwerige boodschap had durven verstoren: 'Travis Cloke en Brendon Goddard, sterspelers van The Magpies respectievelijk The Saints? SORRY, DON'T KNOW THEM!'
'Ben je er al?' Een uur of tien was het vanmorgen, toen een sms van GvA-collega GVDL me abrupt uit slaapdronken toestand haalde. Huh? Ben je al wáár? (korte pauze) Sssshit. Tien uur. Exact het tijdstip waarop ik rendez-vous had gegeven in het Crowne Plaza hotel in Torquay, ankerplaats van de Belgen hier op het WK. Samen zouden we namelijk Dirk De Wolf interviewen voor onze weekendkranten. Dag 1 van mijn Australisch verblijf werd dus meteen ingezet met een recordrace tegen de klok. Handen en voeten kwam ik tekort om tegelijk te douchen, tanden te poetsen, haar in de plooi te gellen, baard van 24 uur te scheren en propere kleren aan te schieten. Gelukkig ben ik een goed georganiseerde jongen en stond mijn werkkoffer al met de klink van de kamerdeur in zijn hand(vat). Ontbijten? Geen tijd mijn laatste maaltijd nuttigde ik welgeteld achttien uur eerder. I've to run! Geloof het of niet, maar op de kop half twaalf drukte ik De Wolf 45 kronkelende kilometers Great Ocean Road verder de hand. 'Oewest, manneken, gien last van de jetlag?' Jetquoi? Negen uur geslapen, ja. Óverslapen. Toegegeven: een ramp was het niet met die acht uur voorsprong. Vlaanderen draaide zich op dat moment nog eens massaal om. Daarbij ook de fotografen die, met het grootste respect voor het vakwerk dat ze vaak leveren, voorlopig uitblinken door afwezigheid. Een grove misvatting, die ons kneuzen van de donkere kamer, het dient gezegd dubbel en ondankbaar werk bezorgen. Een digitale Nikon CoolPix mag dan wel een handig hebbedingetje zijn met het oog op het vullen van een familiealbum, de krant zou je er in principe nooit mee mogen halen. En dat gebeurt dus wel. Nadat ze zich met z'n vijftienen in liefst anderhalf uur tijd door een ellendig trage (en bovendien dure - 10 AUD voor een half uur) internetverbinding hebben gewurmd, tenminste. Dat en het rondspringen voor de quotes voor mijn actuastuk en korte berichtjes, de eerste audiëntie (op kamer) voor het exclusieve dagboek van Philippe Gilbert, het uittikken van het bandje-De Wolf, de duistere doorsteek naar mijn hotel in Lorne en de laatste check op de diverse nieuwssites deden de klok alweer tegen elven (Australian time) aantikken. Just another day at the office. Of ik gegeten heb, vraagt u zich af? Ja. Twee keer twee driehoeksboterhammen met kaas en pesto, één volwassen banaan en één granny smith uit de supermarkt van Torquay. Ach, geen probleem. Ik ben hier niet om te eten. Wel om te werken. En af en toe (maar niet té lang) te slapen.
Lorne (Victoria), room 411 van het Mantra Erskine Beach Resort op Mountjoy Parade langs de Great Ocean Road. Het is tien na elf donderdagavond tien na drie 's namiddags volgens één of ander vervlogen Belgisch tijdsschema. Zowat een uur geleden heb ik een punt gezet achter een trip die woensdagmorgen in de Rodeborgstraat in Schoten om 5u30 begon met de irritante wektoon van mijn gsm. Deel I, van Berchem Station tot Abu Dhabi, kreeg u reeds mee. Deel II valt kort en bondig samen te ballen: 14 uur luchtruim, waarvan ik er toch halelujah! 5 à 6 heb weggeslapen (of zoiets). De twee uur auto die Melbourne International Airport verbindt met ons nederig stekje aan de klotsende oceaan kon er dus nog wel bij. En toch. Onderschat het vooral niet. Al eens met een ijle kop een Toyota Corolla 'automatique' ingestapt met het stuur op de plaats van de passagierszetel, de richtingaanwijzer en de electronisch verstelbare spiegelknop aan je rechterzijde en de ruitenwissers en de achteruitkijkspiegel op links? Die je bovendien ook Australisch links van de weg moet leiden in plaats van Europees rechts? Een dik kwartier was ik het noorden kwijt logisch, ik moest zuidwaarts. Even overwoog ik het op een rotonde toch via de vertrouwde rechterkant te proberen, maar een plots opdoemende tegenligger deed me inzien dat dat niet de beste optie was. M'enfin, ik ben er geraakt, 160 kilometer verderop. En nog sneller dan ik dacht. Rijden in het pikdonker heeft één groot voordeel: je ziet amper nog een kat op straat. Hier zit ik dus, met wijdopengesperde ogen en zweverig gevoel, kranig het hoofd biedend aan een flink verstoord bioritme. Ben ik kapot? Neen. Fysiek gekraakt? allerminst. Mentaal verward? Niet meer dan ze van me gewoon zijn. Honger, dat heb ik wel. De kip Stroganoff, Griekse sla met fetakaas en rijstpudding verpakt in het schoteltje van twintig op twintig zijn toch alweer zeven uur verteerd. «Terribly sorry, sir. The 'chefs' have all been going home. Everything is closed now», meldt de baliebediende in sappig Australisch. «Not even a drink?», probeer ik nog, met mijn beste pruillip en de Droopy-eyes van Nieuwsblad-collega's HC en BH in een ondersteunende rol. «I'm sorry.» De Tour revisited, kanjer van een déja vu. Maar een wielerjournalist maalt er al lang niet meer om. Die pikkelt gedwee naar zijn kamer, zijn koffers als trouwe honden achter zich aansleurend, schrijft nog gauw een blog belevenissen van zich af, zoekt een straaltje wireless internetverbinding, stelt vast dat zelfs de inhoud van de minibar beperkt blijft tot een doosje Pauls Milk full cream van 150 milliliter en kruipt met knorrende maag zijn king size bed in. Euh... links uiteraard.
Hoezo in de hemel eten ze rijstpap met gouden lepels? Authentiek ijzer was het daarboven, op weg naar Abu Dhabi. Voor de rest geen klagen in het vliegend Hof van Cleve. Cocktail Savoury als zoethouder. Ensuite ovengebakken zalm met rode linzensalade, tortellini gevuld met ricotta en spinazie overgoten met kruidenroomsaus en tomaatschijfjes, crackers met een blokje Président Light-kaas, een coconut sponspudding met mango annex bakkie troost. En als uitsmijter niets minder dan een pakje popcorn met caramel! Driewerf hoera voor de serverende exotische schoonheden, bloedmooi maar eerder zakelijk, koel. Mijn co-piloot op Etihad-vlucht EY58 bleek een boeiend man. Jef (61) uit Wijnegem, na 46 jaar dienst in de Antwerpse diamantsector genietend van een welverdiende rust. Nou ja, rust. Wereldreiziger sindsdien "ouver tieng joor moet ek het nie mier doeng, meniejr". Net terug uit Birma, nu op weg naar Japan, straks overwinteren in Zuid-Spanje. Alstublieft. En wat geprepensioneerde Jef zo alleen in het Land van de Rijzende Zon ging 'uitvogelen'? De vraag stellen is ze beantwoorden: vogels spotten, natuurlijk. Een beklijvend exposé over de kriel, de oehoe, de blauwe boslijster en de klapekster werd mijn deel. Ik hing waarlijk aan Jefs lippen (niet letterlijk te nemen, dames). Seat 19C mocht zich dan wel in economy bevinden, de beenruimte die ik er gratis bijkreeg zou ik durven catalogeren onder de noemer 'bevredigend'. Het hield me niet tegen om ergens over halfweg, 39.000 feet (plus minus 12.000 kilometer) hoog midden Beiroet en Teheran, slalommend tussen de rollende koffiekarren op stap te gaan. Of was het eerder op de vlucht slaan voor dreigend afweergeschut? "Dju, normaal smoor ik na 't eten altijd eentje", worstelde Nieuwsblad-collega HC duidelijk met een pijnlijke doch onafwendbare nicotinecrisis. Jaloers als hij was op de twee rijen voor hem snurkende Frederik Willems, iPoddende Jan Bakelants en gezapig keuvelende Kevin De Weert, de enige drie WK-Belgen die geen upgrade versierden. Pas na Baghdad keerde de rust in mezelf terug en gaf ik me kwansuis één spelronde over aan The Most Famous Electronic Game in The World, genaamd Tetris. Want na Baghdad, mag dat. Abu Dhabi, 21u14, gate 29. Links van mij: GvA-collega GVDL, busy. Rechts van mij: twee stuks handbagage. Nog een uur en een kwart en ik vlieg. Alweer. 14 uur lang. Melbourne, here I come. Zou Jef al onderweg zijn naar Japan?
Was het een signaal? Een teken dat het stilaan tijd werd om in hogere Australische sferen te verkeren, lees: dringend werk te maken van mijn ongetwijfeld uitpuilende koffer, te checken of alles voorhanden is om een maand lang te overleven tussen kangoeroes en koalas en dus waardig deze blog af te trappen? Feit is dat ik vanmorgen nog geen twee minuten in de kappersstoel bij mijn onvolprezen knipkoningin Ilse zat of daar weerklonk al Men at Works Down Under op Radio 1. You better run, you better take cover Niet mis te verstaan.
Die aanwijzingen en richtlijnen met dat triviale Proficiat-titeltje erboven: dat trekt er niet op. Ge moet daar eens iets aan doen. Anders wordt het wel héél erg saai, had één van mijn drie reisgenoten Inez me ook al aan het verstand gebracht. Daarom, hier en nu, in alle exclusiviteit, vrij van elk embargo en rekening houdend met de dertien werkdagen (22/9-4/10) die er in WK-site Geelong aan vooraf zullen gaan:
ONZE GEPLANDE REISROUTE (met dank aan wereldkampioen Cadel Evans en drievoudig groenetruiwinnaar in de Tour Robbie McEwen)
Maandag 4 oktober: (v)echtscheiding van het WK, autotransfer Geelong-Melbourne
Dinsdag 5 oktober: dagje Melbourne, s avonds eventueel al opnieuw doorrijden tot Geelong
Woensdag 6 oktober: Geelong, Torquay, Anglesea, Lorne, Apollo Bay, Princetown, The Twelve Apostles (Great Ocean Road)
Donderdag 7 oktober: vervolg Great Ocean Road via Port Campbell
Vrijdag 8 oktober: beestachtige trip naar Kangooroo Island
Zaterdag 9 oktober: doorreis naar Adelaide, binnenvlucht Adelaide Uluru
Zondag 10 oktober: Ayers Rock Sunrise Tour, s avonds mogelijk al doorvliegen naar Cairns
Maandag 11 oktober: Daintree Rainforest (krokodillen spotten op Daintree River)
Dinsdag 12 oktober: Kuranda
Woensdag 13 oktober: Great Barrier Reef, s avonds mogelijk al binnenvlucht naar Maryborough of Hervey Bay
Donderdag 14 oktober: walvissen spotten op Fraser Island
Vrijdag 15 oktober: met huurwagen doorrijden langs Australische oostkust tot Surfers Paradise
Zaterdag 16 oktober: via Coffs Harbour verder langs Australische oostkust
Zondag 17 oktober: doorrijden langs Australische oostkust tot Sydney
Maandag 18 oktober: dagje Sydney
Dinsdag 19 oktober: dagje Sydney
Woensdag 20 oktober: terugreis (snif/joehoe, schrappen wat niet past) Sydney Abu Dhabi Brussel
We hebben om te starten ook al een reeks extra's toegevoegd aan uw blog, zodat u dit zelf niet meer hoeft te doen. Zo is er een archief, gastenboek, zoekfunctie, enz. toegevoegd geworden. U kan ze nu op uw blog zien langs de linker en rechter kant.
U kan dit zelf helemaal aanpassen. Surf naar http://www.bloggen.be/ en log vervolgens daar in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Klik vervolgens op 'personaliseer'. Daar kan u zien welke functies reeds toegevoegd zijn, ze van volgorde wijzigen, aanpassen, ze verwijderen en nog een hele reeks andere mogelijkheden toevoegen.
Om berichten toe te voegen, doet u dit als volgt. Surf naar http://www.bloggen.be/ en log vervolgens in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Druk vervolgens op 'Toevoegen'. U kan nu de titel en het bericht ingeven.
Om een bericht te verwijderen, zoals dit bericht (dit bericht hoeft hier niet op te blijven staan), klikt u in plaats van op 'Toevoegen' op 'Wijzigen'. Vervolgens klikt u op de knop 'Verwijderen' die achter dit bericht staat (achter de titel 'Proficiat!'). Nog even bevestigen dat u dit bericht wenst te verwijderen en het bericht is verwijderd. U kan dit op dezelfde manier in de toekomst berichten wijzigen of verwijderen.
Er zijn nog een hele reeks extra mogelijkheden en functionaliteiten die u kan gebruiken voor uw blog. Log in op http://www.bloggen.be/ en geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op. Klik vervolgens op 'Instellingen'. Daar kan u een hele reeks zaken aanpassen, extra functies toevoegen, enz.
WAT IS CONCREET DE BEDOELING??
De bedoeling is dat u op regelmatige basis een bericht toevoegt op uw blog. U kan hierin zetten wat u zelf wenst.
- Bijvoorbeeld: u heeft een blog gemaakt voor gedichten. Dan kan u bvb. elke dag een gedicht toevoegen op uw blog. U geeft de titel in van het gedicht en daaronder in het bericht het gedicht zelf. Zo kunnen uw bezoekers dagelijks terugkomen om uw laatste nieuw gedicht te lezen. Indien u meerdere gedichten wenst toe te voegen op eenzelfde dag, voegt u deze toe als afzonderlijke berichten, dus niet in één bericht.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken over de actualiteit. Dan kan u bvb. dagelijks een bericht plaatsen met uw mening over iets uit de actualiteit. Bvb. over een bepaalde ramp, ongeval, uitspraak, voorval,... U geeft bvb. in de titel het onderwerp waarover u het gaat hebben en in het bericht plaatst u uw mening over dat onderwerp. Zo kan u bvb. meedelen dat de media voor de zoveelste keer het fout heeft, of waarom ze nu dat weer in de actualiteit brengen,... Of u kan ook meer diepgaande artikels plaatsen en meer informatie over een bepaald onderwerp opzoeken en dit op uw blog plaatsen. Indien u over meerdere zaken iets wil zeggen op die dag, plaatst u deze als afzonderlijke berichten, zo is dit het meest duidelijk voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken als dagboek. Dagelijks maakt u een bericht aan met wat u er wenst in te plaatsen, zoals u anders in een dagboek zou plaatsen. Dit kan zijn over wat u vandaag hebt gedaan, wat u vandaag heeft gehoord, wat u van plan bent, enz. Maak een titel en typ het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks naar uw blog komen om uw laatste nieuwe bericht te lezen en mee uw dagboek te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met plaatselijk nieuws. Met uw eigen blog kan u zo zelfs journalist zijn. U kan op uw blog het plaatselijk nieuws vertellen. Telkens u iets nieuw hebt, plaats u een bericht: u geeft een titel op en typt wat u weet over het nieuws. Dit kan zijn over een feest in de buurt, een verkeersongeval in de streek, een nieuwe baan die men gaat aanleggen, een nieuwe regeling, verkiezingen, een staking, een nieuwe winkel, enz. Afhankelijk van het nieuws plaatst u iedere keer een nieuw bericht. Indien u veel nieuws heeft, kan u zo dagelijks vele berichten plaatsen met wat u te weten bent gekomen over uw regio. Zorg ervoor dat u telkens een nieuw bericht ingeeft per onderwerp, en niet zaken samen plaatst. Indien u wat minder nieuws kan bijeen sprokkelen is uiteraard 1 bericht per dag of 2 berichten per week ook goed. Probeer op een regelmatige basis een berichtje te plaatsen, zo komen uw bezoekers telkens terug.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met een reisverslag. U kan een bericht aanmaken per dag van uw reis. Zo kan u in de titel opgeven over welke dag u het gaat hebben, en in het bericht plaatst u dan het verslag van die dag. Zo komen alle berichten onder elkaar te staan, netjes gescheiden per dag. U kan dus op éénzelfde dag meerdere berichten ingeven van uw reisverslag.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken met tips op. Dan maakt u telkens u een tip heeft een nieuw bericht aan. In de titel zet u waarover uw tip zal gaan. In het bericht geeft u dan de hele tip in. Probeer zo op regelmatige basis nieuwe tips toe te voegen, zodat bezoekers telkens terug komen naar uw blog. Probeer bvb. 1 keer per dag, of 2 keer per week een nieuwe tip zo toe te voegen. Indien u heel enthousiast bent, kan u natuurlijk ook meerdere tips op een dag ingeven. Let er dan op dat het meest duidelijk is indien u pér tip een nieuw bericht aanmaakt. Zo kan u dus bvb. wel 20 berichten aanmaken op een dag indien u 20 tips heeft voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken dat uw activiteiten weerspiegelt. U bent bvb. actief in een bedrijf, vereniging of organisatie en maakt elke dag wel eens iets mee. Dan kan je al deze belevenissen op uw blog plaatsen. Het komt dan neer op een soort van dagboek. Dan kan u dagelijks, of eventueel meerdere keren per dag, een bericht plaatsen op uw blog om uw belevenissen te vertellen. Geef een titel op dat zeer kort uw belevenis beschrijft en typ daarna alles in wat u maar wenst in het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks of meermaals per dag terugkomen naar uw blog om uw laatste belevenissen te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken uw hobby. U kan dan op regelmatige basis, bvb. dagelijks, een bericht toevoegen op uw blog over uw hobby. Dit kan gaan dat u vandaag een nieuwe postzegel bij uw verzameling heeft, een nieuwe bierkaart, een grote vis heeft gevangen, enz. Vertel erover en misschien kan je er zelfs een foto bij plaatsen. Zo kunnen anderen die ook dezelfde hobby hebben dagelijks mee lezen. Als u bvb. zeer actief bent in uw hobby, kan u dagelijks uiteraard meerdere berichtjes plaatsen, met bvb. de laatste nieuwtjes. Zo trek je veel bezoekers aan.
WAT ZIJN DIE "REACTIES"?
Een bezoeker kan op een bericht van u een reactie plaatsen. Een bezoeker kan dus zelf géén bericht plaatsen op uw blog zelf, wel een reactie. Het verschil is dat de reactie niet komt op de beginpagina, maar enkel bij een bericht hoort. Het is dus zo dat een reactie enkel gaat over een reactie bij een bericht. Indien u bvb. een gedicht heeft geschreven, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze het heel mooi vond. Of bvb. indien u plaatselijk nieuws brengt, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze nog iets meer over de feiten weet (bvb. exacte uur van het ongeval, het juiste locatie van het evenement,...). Of bvb. indien uw blog een dagboek is, kan men reageren op het bericht van die dag, zo kan men meeleven met u, u een vraag stellen, enz. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
WAT IS DE "WAARDERING"?
Een bezoeker kan een bepaald bericht een waardering geven. Dit is om aan te geven of men dit bericht goed vindt of niet. Het kan bvb. gaan over een bericht, hoe goed men dat vond. Het kan ook gaan over een ander bericht, bvb. een tip, die men wel of niet bruikbaar vond. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
Het Bloggen.be-team wenst u veel succes met uw gloednieuwe blog!