32ste dag - 27 mei 2010 - van Burgos tot Donzenac - (750 km.)
Rond half negen vertrokken in Burgos na een ontbijtbuffet in "Rei Arturo". De autostrade gevolgd tot in Pamplona, daarna richting Frankrijk genomen naar Roncevalles ( het laatste bekende Compostela dorp in Spanje als men terugkeert langs de St. Jacobsroute)) en verder door naar St.-Jean-Pied-de-Port, weg die we eerder al namen in de andere richting (Compostelaroute naar Spanje). Tegen één uur geluncht even voorbij St.-Jean-Pied-de-Port. Daarna de gewone wegen genomen naar Orthez, Mont-de-Morsan, Marmande, Périgueux (tesamen zo'n 320 km.). Op deze gewone wegen kon maar tegen een gemiddelde van ongeveer 60/u. gereden worden, wegens de vele wegeniswerken en ronde punten onderweg en ook met het doorkruisen van menig dorp of stad ( vooral door Bergerac met wel 15 rode lichten, waarvan sommige pas na drie à vier maal verandering naar rood konden voorbij gereden worden). Voor Périgueux hebben we dan de A89 genomen (autosnelweg van Bordeaux tot Brive) tot op de autosnelweg die van Toulouse naar Parijs gaat. Deze snelweg zijn we dan na een tiental km. afgereden omdat het reeds kwart voor acht was en er een plakkaat langs de weg stond met aanduiding dat er een hotel was. Zo kwamen we terecht in hotel "La Gamade" in Donzenac. We moesten er onmiddellijk dineren of anders kregen we er geen eten meer. Vanaf hier gaan we morgen over Limoges, Châteauroux, Bourges, Auxerre, Troyes, Reims en Rocroi naar België terug keren. Bij benadering schat ik de nog af te leggen kms op ongeveer 950 km.
31ste dag - 26 mei 2010 - terug huiswaarts van Santiago naar Burgos
Van morgen was het nog regenachtig in Santiago. We zijn rond half negen naar de Cathedraal getrokken, maar moesten hiervoor eerst een vijftal km. door de stad. Toen onze wagen nog kwijtraken in een ondergrondse parking dicht bij het stadspark. Vandaar te voet naar de Cathedraal. Als we daar toekwamen was het al half tien gepasseerd. Het was zeer moeilijk om er binnen te komen. De hoofdingang was verboden terrein. Op zij mocht men ook niet binnen.Dan maar achteraan geprobeerd. Daar stonden lange rijen aan te schuiven voor de krypte. Ik mocht daar ook al niet binnen omdat ik een rugzak bij had. Louisa is dan maar buiten gebleven, zodat ik zonder rugzak wel binnen kon. Het duurde een hele poos eer ik in de krypte geraakte. Toen ik wilde filmen werd ik op de schouder getikt en deed men teken dat zo iets niet mocht. Voor alle duidelijkheid, het zijn politiemensen die de bewaking waarnemen en steeds een aantal mensen doorlaten en dan een vijftal minuten de toegang afsluiten. In de Cathedraal deed een bisschop een mis. We zijn de Cathedraal uiteindelijk kunnen binnen gaan langs nog een andere poort, waar een zwarte politieman, na ons gemonsterd te hebben, ons wel binnen liet. Nochtans zat de Cathedraal volledig vol en was de bisschop aan 't preken. Langs beide zijden van het altaar stonden soldaten opgesteld. We zijn na de preek terug naar buiten gegaan onder toeziend oog van een politieman. Er waren zeker 20 politiemensen die belast waren met de toegang. Na het bezoek aan de Cathedraal, hebben we voor onze kleinkinderen een cadeautje gekocht en voor de familie postkaarten. Dan ben ik naar het bureau gegaan waar men " zijn Compostela" kan krijgen. Dit is een diploma waaruit moet blijken dat men minstens de laatste 100 km te voet of per fiets heeft afgelegd. Het was daar ook aanschuiven. Er zaten daar een zevental mensen die de controle over de echtheid nagingen en vervolgens al dan niet een Compostela uitreikten. De beambte bij wie ik kwam, stond in het begin nogal weigerachtig. Na mijn boekje met stempels te hebben na gekeken, zei hij dat het onmogelijk was in 2 dagen te voet van Sarria naar Compostela te komen (120 km.). Ik legde hem uit dat ik al van in België dagelijks te voet en per fiets de tocht had afgelegd en dat dan nog in 30 dagen. Hij ging er een overste bij roepen waaraan ik ook mijn uitleg verstrekte. Deze man zei dat alles OK was, waarop de andere zonder dralen mij een diploma overhandigde. Voor Louisa kon dit niet omdat ze met de auto de weg naar Santiago had afgelegd. We hebben daarna nog een terrasje gedaan en zijn dan naar onze auto gegaan. Ondertussen was het al half 12 geworden en duurde het nog een half uur eer we Santiago verlaten hadden. We hebben niet onmiddellijk een autostrade kunnen nemen omdat er geen is in de richting van de Camino. Na ongeveer 100 km. konden we in de omgeving van Lugo de A6 op (autostrade van Coruna naar Madrid). De gps zorgde ervoor dat we een flinke omweg gedaan hebben om in Burgos te geraken. In plaats van langs Léon te rijden heeft het systeem ons de autoweg naar Madrid laten volgen tot voorbij Valladolid en ons dan terug naar boven gestuurd om zo Burgos te bereiken waar we langs de autostrade terecht konden in hotel-restaurant "Rei Arturo". Morgen komen we korter bij huis en gaan ergens in Frankrijk overnachten.
30ste dag - 25 mei 2010 - van Melide naar Calzada en Santiago (23 km. + 32)
Deze morgen heb ik besloten toch maar eerst de voettocht te doen en in de namiddag te fietsen, waardoor mijn schema diende aangepast te worden. Het begon al goed! De verkeerde richting genomen om kwart voor 9. Ik heb ongeveer 2 km de N 547 gevolgd in de richting van waaruit we gisteren zijn gekomen. Dit kwam omdat we gisteren rondgereden hebben in het stadje en niet bemerkt hebben dat het hotel op de N 547 lag bij het binnen komen van Melide ipv van bij het verlaten ervan. Zonder nadenken ben ik op pad gegaan om de N 547 te volgen, maar dit was dus richting van waar we gekomen waren. Louisa kwam terug gereden na bijna 20 minuten en zegde dat het GPS-systeem haar altijd maar wilde naar de andere kant van de stad sturen. Ik heb dan alles eens grondig nagezien en stelde vast dat het GPS-systeem het bij het rechte eind had. Onderweg had ik ook al opgemerkt dat sommige namen me bekend voorkwamen. We zijn dan met de auto terug gereden tot de andere zijde van de stad waar de N 547 verder loopt. Daar kon ik ook onmiddellijk het St-Jacobspad nemen. Het was vandaag regenachtig. Regelmatig viel er een bui en meestal waren ze nogal hevig. Het lanschap was ongeveer zoals gisteren (bergachtig). In de valleien, waar hier en daar grote open plekken waren, was er plaats voor landbouw, namelijk mais. Op de andere open plekken, was het zoals gisteren, daar zag men koeien en ook schapen in weiden. De huizen waren van betere makelei dan wat ik gisteren zag. Tegen 11 u. ben ik goed nat geworden ondanks het feit dat ik mij bijna een kwartier goed kon verschuilen achter een dikke boom. De afspraak was dat ik zou gaan tot Calzada en Louisa tot voorbij het dorp zou rijden en langs de kant van de N 547 zou wachten. Het was dik één uur en ik had minstens 23 km. afgelegd vooraleer we mekaar gevonden hadden. Na de middag heb ik dan het laatste stuk per fiets afgelegd zo'n 32 km., terwijl Louisa bleef wachten in Amenal. Het was bijna vier uur eer ik bij de Basiliek geraakte. Ik had mij niet voorgesteld dat die zo moeilijk te vinden zou zijn. Je ziet die natuurlijk al van ver liggen als je San Marcus en de Monte do Gozo passeert, maar eens in de stad is het moeilijk, zelfs al ben je in het oude centrum. Om er te geraken moet je de stad ongeveer 4 km. doorkruisen. Ondertussen hield ik de aanwijzingen van de Camino nauwlettend in de gaten. Maar op zeker moment, in het drukke verkeer, heb ik de Caminoplaatjes toch uit het oog verloren. Ik ben dan maar het oude centrum binnen gereden en daar heb ik na wat zoeken de kathedraal toch gevonden. Ik heb ze gefilmd en ben dan maar terug gereden naar Almenal dat op 15 km. van Santiago ligt. Na nog eens goed nat te zijn geworden was het al 5 uur door eer ik terug bij Louisa was. We hebben toen besloten om in het 1ste hotel dat we tegen kwamen te gaan logeren. Dat diende zich al gauw aan bij het binnen rijden van Santiago nl. Hotel San Jacobo. Morgen gaan we onze tocht dan defintief afsluiten door naar de kathedraal te gaan en naar de Rua do Vilar 1, om onze COMPOSTELA te gaan afhalen. Het doel is bereikt na een voettocht van meer dan 650 km en een fietstocht van rond de 1.500 km. ULTREIA !!!! Morgen komen we in de loop van de dag reeds stilaan huiswaarts, waarna in principe nog twee of drie dagen van doen zullen zijn om thuis te geraken.
29ste dag - maandag 24 mei 2010 - van Sarria naar Portomarin en Melide (22km. + 41 km.)
Gisterenavond is het etentje met de mannen uit Kalmthout er niet meer van gekomen. Het weer was te zwoel, zodat we het hotel niet meer verlaten hebben. Deze morgen was er onbijtbuffet vanaf half acht. Een hele groep Duitsers die gisterenavond ook aan 't dineren waren, hadden hun valiezen al naar een busje gebracht alvorens te ontbijten. Deze mensen doen de Comino op georganiseerde wijze. 's Avonds is hun eten al op voorhand besteld, want ze krijgen allen hetzelfde voorgeschoteld en 's morgens mogen ze apart ontbijten. Wij zelf zijn zo 'n 20' na acht vertrokken en hebben tot juist buiten de stad gereden zodat ik direct op de juiste weg kon vertrekken tegen half negen.Op dat moment scheen de zon en was het al 14 graden warm. Na een vijftal kilometer kwam ik dan terecht op het Caminopad. Er liep veel volk op. Niet te verwonderen, want vele Spanjaarden vertrekken vanuit Sarria naar Santiago omdat Sarria maar een 120 km. verwijderd is van Santiago. Vandaag ben ik door een armoedige Gallicische bergstreek getrokken. De mensen leven er zoals onze ouders vijftig jaar geleden. Er zijn geen dorpen die naam waardig, doch wel een hoop van zeer kleine gehuchtjes met soms maar 4 à 5 huizen. De bewoners zijn keuterboertjes met enkele koeien. Dat was vooral te merken aan het Caminopad dat op vele plaatsen onder de koeienstront bedolven lag. In sommige van die gehuchtjes hebben boeren hun schuur omgetoverd tot een café-bar, andere verkopen er prularia. Op enkele plaatsen kon men niet over het Caminopad wegens water en modder en werd er over een alternatief pad gegaan. In de loop van de voormiddag was het overtrokken geworden. In Portomarin kwam ik toe tegen kwart na twaalf. Louisa stond opgesteld met de wagen op een plekje dicht bij de brug. Die brug loopt over het stuwmeer en geeft alleen langs daar toegang tot het dorp. Een gedeelte van het dorp verdween in 1962 wegens de aanleg van een stuwdam. De waardevolle gebouwen werden steen na steen terug opgetrokken aan de overzijde van het meer, waar ook het nieuwe dorp verrees. We zijn de brug overgereden en hebben aan de overzijde van het meer op een helling, een lommerrijk plekje opgezocht om te lunchen, want ondertussen scheen de zon weer volop. Rond 20' na één kwamen de 2 Nederlanders omhoog gereden die bij Louisa al eens gestopt waren in Torres del Rio. Het zijn mannen van Breskens (Zeeland) die de Camino per fiets doen. De ene vroeg aan Louisa hoeveel boeken ze ondertussen al gelezen had. 10' minuten later ben ik aan mijn voorlaatste fietstocht begonnen naar Melide. Na een vijftal km. reed ik de Nederlanders vlot voorbij op een klim die 12 km. zou duren. Beiden hun fiets is natuurlijk zwaar beladen en ze trappen dan nog zo'n kleine versnelling dat ze nauwelijks vooruit geraken. Boven op de helling was het een aantal kilometers op en af, waarna het overwegend bergaf ging tot in Melide, een stadje iets groter dan Diest. Louisa had haar auto deze keer geparkeerd op een parking langs de grote weg. Daar het nogal bergaf was en ik dacht dat ik nog een paar kilometer diende te rijden, kreeg ik erg laat in de gaten dat de auto op die parking stond, zodat ik een twintigtal meter op mijn passen diende terug te keren. Ondertussen was het weer al een tijdje opnieuw betrokken. We hebben weeral wat tijd nodig gehad met het zoeken naar een geschikte logeerplaats. Op de eerste plaats waar we wilden logeren, was men het hotel aan 't verbouwen. Op de volgende plaats was alles volzet, maar de receptioniste belde naar een ander hotel om te zien of daar nog plaats was, hetgeen bleek. Ze gaf me een kaartje mee met het adres en de naam "Carlos 96" , zodat ik niet veel hoefde te zoeken. Het heeft zo juist geonweerd. Dat zat er aan te komen na de zwoele dag van gisteren. Morgen ga ik de rangorde omkeren en eerst fietsen om 's namiddags dan te voet Santiago te bereiken. Ultreia!!!!!
28ste dag - zondag 23/05/2010 - Villafranca -La Faba - Sarria (21 km. + 19 km.)
Vandaag terug een zonnige dag met temperaturen tot 30 graden en geen wolkje aan de hemel. De voettocht ging heel goed, omdat ik de hele voormiddag in de lommer kon lopen. Wel moest steeds langs een asfaltweg gegaan worden, maar daar kwam praktisch geen verkeer door. In alle dorpjes die ik tegen kwam wordt de Camino uitgebuit. 3 à 4 Bar-restaurants met terras en enkele Albergue's. In de eerste supermercado heb ik voorraad ingeslagen om 's middags te eten. Als ik in La Faba toekwam was het kwart na twaalf en ik was om kwart voor 9 vertrokken. Louisa had mij onderweg al gebeld dat ze op een wegje stond dat maar goed anderhalve meter breed was boven in de heuvels en ze zei me dat ze terug naar beneden zou komen. Ik kwam juist in Faba toe, toen ze afgereden kwam. Volgens haar had ze onnoemlijke problemen gehad om de auto gedraaid te krijgen. Ze was niet meer aan te spreken en niet voor reden vatbaar. Ik kreeg alles over me heen, juist of kon ik weten in welke staat de wegen zich bevinden en hoe breed ze zijn. Ze sprak om er onmiddellijk mee op te houden. Geen enkel argument kon haar overhalen om onze tocht verder te zetten. Na een poos zijn we dan toch wat verder gereden om een plaats te zoeken waar we konden eten. Na het eten was ze terug bereid om wat te rijden. Ik heb dan tot in Triacastela met de wagen gebold en ben vandaar met de fiets naar Sarria gereden zo'n 20 km. verder. Bij mijn aankomst daar was ze tevreden omdat ze op een goede weg gereden had. In Sarria, een nogal grote stad, was het moeilijk om een hotel te vinden. Op twee plaatsen was alles volzet. Ten slotte zijn we in hotel Alfonso IX binnen geraakt met veel moeite. Ook daar was alles volzet. De receptioniste kon wel nog een suite aanbieden. Ze heeft van de normale prijs een heel pak euro's afgedaan zodat ik de suite toch kon nemen.Vandaag hebben we de Belgen van Kalmhout weer gezien. Eén ervan heeft zijn telefoonnummer gegeven om hem te bellen om deze avond ergens samen te gaan eten. Ook iets uitzonderlijk vandaag: 2 tractors, één met een caravan, de andere met een woonwagen die naar Compostela reden. De ene was een Belg, de andere een Duitser van respectievelijk Burg Reuland en Bitsburg. Allebei hadden ze hun nationale vlag aan hun tractor hangen. In Samos waar de twee mannen uit Kalmthout ook waren, heb ik enkele minuten met die twee rare kwieten gesproken.
27ste dag - 22/05/2010 - San Juan - Rabanal - Villafranca (22 km + 58 km)
Van morgen alles terug OK met het openen en sluiten van onze auto. Na het ontbijt vertrokken voor mijn voettocht van San Juan naar Rabanal. Een totaal ander lanschap. Geen landbouw meer maar sterk heuvelende gebieden met struiken, bomen en soms bossen. Heel warm weer en geen enkel wolkje aan de hemel.Vandaag werd het meer dan 30 graden. Daardoor ging het niet meer zo goed als de vorige dagen en moest ik tegen iets minder dan 6 km/u vooruit. De belgen uit Kalmthout passeerden me met een leuke begroeting. Deze week heb ik ook al heel vaak "Buon Camino" gezegd, de begroeting als je een andere pelgrim tegen komt. De vorige dagen ging ik er altijd rond de 60 voorbij, vandaag maar een stuk of dertig. Ik was rond half negen vertrokken en 10' na twaalf kwam ik in Rabanal aan. In de dorpjes die ik passeerde waren er geen kruidenierswinkels of bakkers, zodat we deze middag genoodzaakt waren in een bar-restaurant in Rabanal te gaan eten. Op de binnenkoer was het er druk, maar we konden er ons toch gezellig installeren. We hebben er een koffie genomen met een pincho tortilla (tortilla met brood). Zo'n gebak is maagvullend. Louisa kreeg de hare niet op. Tegen half twee dan de fiets op voor een lange tocht naar Villafranca del Bierzo. Van in Rabanal (1.160 meter ) was het iets meer dan 8 km klimmen om de top van de St. Jacobsroute te bereiken nl. een hoogte van 1.504 meter op de Cruce de Hierro. Daarna was het ongeveer 5 km op- en neergaand. Dan begon een lange afdaling van ongeveer 14 km. om een hoogteverschil van 900 meter te overbruggen. Ik waande mij in de ronde van Frankrijk, maar moest toch heel voorzichtig zijn in de haarspeldbochten. Als ik onder was, had ik nog een paar km. te doen om in Ponferrada te komen, een redelijke grote stad waar het weer zeer moeilijk was om de juiste weg te vinden. Al bij al lukte het wel aardig (een drietal keer de juiste richting gevraagd). Eens uit de stad was het steeds op dezelfde weg blijven om in Villefranca te geraken. Louisa had 's middags opnieuw naar Astorga moeten rijden en had vandaar de autostrade genomen naar Villafranca. Zij had er bijna honderd km. opzitten. Ik had haar aangeraden de autosnelweg te nemen zodat ze niet door Ponferrada hoefde te rijden. We hebben wel wat rond gereden om een overnachtingsplaats te pakken te kunnen krijgen. Uiteindelijk zijn we terecht gekomen in een casa rural "llave". We konden hier het avondmaal niet gebruiken, maar morgenvroeg wel het ontbijt. We zijn dan maar naar een restaurant getrokken om er een pelgrimsmaaltijd te gaan eten. Die maaltijden zijn praktisch in ieder restaurant te verkrijgen aan democratische prijzen van 10 à 11 euro de man. Daar zit een voorgerecht in, een hoofdgerecht en een dessert. Drank is er eveneens in begrepen (wijn of water).
26ste dag - 21/05/2010 - El Burgo - Villamoros de Mansilla - San Justo de la Vega (23km + 35 km)
Het weer wordt met de dag beter. De voorgaande 2 dagen waren al erg goed met temperaturen die vlot boven de twintig graden waren en de hele dag zonneschijn zonder enig wolkje aan de hemel, maar vandaag was het uitstekend weer tot 25 graden en geen wind meer. Gisteren had Louisa de 2 Italianen uit de Dolomieten nog gezien en er was een Belg uit Kampenhout gestopt die wat gebabbeld had met haar omdat hij dacht dat ze de vrouw was van de Limburger die hij onderweg was tegen gekomen. Die Limburger was ik geweest. Inderdaad hij had al fietsend zo'n honderd meter meegereden met mij en zal gedacht hebben dat ik een Limburger was omdat ik ABN met hem sprak. Deze morgen eindeloos gegaan tot het eerstvolgend dorpje. Langs de linkerkant van het pad stonden niets anders dan platanen die 10 meter van elkaar stonden en misschien een jaar of tien oud waren. Reliegos heette het dorpje en er waren daar nog grotwoningen bij het binnenkomen van het dorpje. Van daar naar Mansilla de la Mulas was nog eens 6 km en de rij platanen liep gewoon verder. Het landschap was vlak en de landbouw was minder aanwezig dan de voorgaande dagen, want er lagen grote stukken land braak en, in de omgeving van beekjes had men hectaren populieren aangepland. De laatste 5 km gingen dan tot mijn eindbestemming van deze voettocht. Het was 25' na 12 als ik daar in Villamoros de Mansilla toekwam en Louisa reeds een hondertal meter op voorhand zag staan. Na het eten zijn we om kwart na één vertrokken per auto, want Louisa wilde niet meer alleen door een grote stad rijden. Ze had teveel meegemaakt in Burgos en Léon kan je gemakkelijk vergelijken met Burgos. Het was ongeveer 8 km tot Léon en daarna nog een 10-tal km om buiten de bebouwde agglomeratie te geraken tot het eerstvolgend dorp van waaruit ik dan per fiets verder zou rijden. Louisa heeft gelijk, want het is echt zottenwerk om door zo'n stad te rijden. De gps geeft steeds maar verkeerde inlichtingen waardoor je soms 3 à 4 maal dezelfde plaats passeert, ook al omdat het systeem niets afweet van éénrichtingswegen en de meeste ronde punten niet kent daar die de veelal recentelijk werden aangelegd. Zo heb ik ook ongeveer een uur rondgetoerd vooraleer buiten de stad te geraken. Tegen iets na half drie zat ik toch op de fiets in Valverde de la Virgen voor een tocht van 35 km. naar San Justo de la Vega. Eerst moet ik nog wat klimmen, want Léon ligt in een kom. Daarna was het landschap terug fel heuvelend, zodat ik verschillende klimmen heb moeten doen. Tegen kwart na 4 was ik in San Justo en heb Louisa moeten bellen om te weten waar ze stond. Uiteindelijk vonden we elkaar toch en stonden praktisch voor het pension dat we dachten te nemen om te overnachten. Vermits we er niet konden eten en ook niet ontbijten zijn we verder gereden naar Astorga, een stad die 4 km verder ligt en waar het aanbod voor overnachting veel groter is. We hebben nochtans ook wat moeten rond rijden. Eerst waren we in een soort hotel gehouden door geestelijken. Dat stond mij niet aan. Uiteindelijk, na wat zoeken, want de gps deed ook hier rare bokkesprongen hebben we hotel Peseta gevonden. Toen we onze auto uitgeladen hadden en ik de auto wilde sluiten ging dat van geen kanten. Na alles in 't hotel te hebben gebracht ben ik opnieuw gaan proberen en gingen alle deuren op slot behalve de linkerdeur achteraan die zelfs niet meer dicht kon. Uiteindelijk ben ik na een kwartiertje terug gegaan en heb de sleutel in het kinderslot gestoken en daar wat gedraaid tot alle deuren klikte en ze terug open waren. Het was een heikele affaire geweest en Louisa sprak al van Touring Wegenhulp op te bellen. Ik wil toch voorzichtig blijven want zulke rare toestanden kunnen zich morgen opnieuw voor doen.
25ste dag - 20/05/2010 - Villalcazar - Calzadilla de la Cueza - El Burgo Ranero (24 km + 47 km)
Het was deze morgen maar slappe kost voor het ontbijt. We kregen een bord met daarop een baguette in 2 gesneden ter grote van een sandwich. Daarbij een cupje boter en een cupje jam. Na vraag van van de uitbaatster wat we erbij wilde drinken, hebben we een kop koffie genomen en dat was het dan. Nadat mijn broodje op was, ben ik echter opnieuw brood gaan vragen voor mij. Ik kreeg terug een bord gevuld met dezelfde eetwaren als erop het eerste bord lagen. Na betaald te hebben zijn we maar gauw vertrokken, want het waren onvriendelijke mensen. Alles was precies teveel gevraagd. Ik ben vanaf het hotel-restaurant mijn voettocht begonnen naar Calzadilla de la Cueza om 20' voor 9. Het eerste stadje dat ik tegenkwam was ook het laatste want het volgende was mijn eindbestemming. Ik moest dus zorgen dat ik daar in Carrion de los Condes de nodige voorraad insloeg voor het middageten. In het stadje was het ook markt. Ik moest van daaruit nog 18 km door vlak land en een 6 meter breed Caminopad dat ook de boeren gebruiken om op hun land te geraken. Het was niet meer uitsluitend graan dat op de velden stond, maar ook grote velden erwten en gras. Op een bepaald ogenblik was er een boer een tiental ha. gras aan 't afrijden met een machine dat precies een dorsmolen was. De weg leek wel eindeloos. Na een 6-tal km. stond er plots een mobilhome langs de kant. Ik dacht wat komt die daar doen. Er stonden enkele plooibare stoelen en er zaten 3 man en nog een andere stond in de deuropening van de mobilhome. Als ik voorbij ging riep de man van de mobilhome of ik een kop koffie wilde wat ik maar al te graag aanvaardde. Toen pas kreeg ik in 't oog dat er nog 2 pelgrims een koffie aan drinken waren. Ik kreeg een hele kuip koffie en de helper van de baas gaf me melk en zuiker en zegde neem maar een koekje ook en je geeft wat je wilt. Ik heb ze een euro gegeven en als ik vertrok zei de baas: ik zal je drinkbus vullen met goed koud water. Dat was welkom wat mijn bus was bijna leeg. Ik kon er voor de volgende 12 km. weer tegen. Ik ben in Calzadilla toegekomen om kwart voor 1. Louisa stond weer eens op de juiste plaats. Elke dag worden onze afspraken beter en beter. Tegen 2 u., en na lekker gegeten te hebben, moest ik nog een fietstocht van 41 km afhaspelen van Calzadilla naar El Burgo Ranero. Het vlakke landschap werd opnieuw heuvelig. Maar dat was geen enkel probleem, want ik krijg al twee dagen de hulp van de wind die stevig uit het noord-oosten blaast zodat ik de heuvels nu tegen 20 per uur kan nemen ipv tegen 11 a 12. Ook deze middag lagen de dorpen dun gezaaid. Na 7 km kwam ik Ledigos tegen en na 21 km Sahagun. Ik volgde de N120. Op een bepaald moment moest ik die verlaten maar ik wist niet waar omdat er geen dorpen zijn. Ik ben dan toch in een dorp geraakt en zag op mijn kaart dat ik al een 7 a 8 km te ver zat en dat ik de juiste afslag gemist had. Daar heb ik aan een boer, die met zijn tractor passeerde, gevraagd waar de richting naar El Burgo was. Hij wees mij naar een asfaltwegje aan de overkant en zegde dat het nog bijna 10 km was. Ik volgde het wegje maar na een paar honderd meter veranderde dat in een veldweg met kiezel. Zo heb ik ongeveer een km. door het landschap gereden. Maar dat veldwegje veranderde nogmaals in 2 sporen gemaakt door de voertuigen van de boeren. En plotseling was ook dat gedaan en zag ik alleen nog maar sporen op het gras. Ik kon niet meer fietsen en moest mijn fiets voort duwen, op een bepaald ogenblik zelfs door de modder. Ik had echter altijd enkele huizen in zicht waar ik trachte naar toe te gaan. Op zeker ogenblik werden de sporen echter terug een kiezelweg en kwam ik in een klein dorpje uit. Daar nog eens gevraagd naar El Burgo Ranero en ik zat juist, want nog geen tien minuten later was ik er en zag de Louisa al van in de verte staan met de auto. De tocht was 7 km meer dan gepland en ik was hier om kwart na 4. Na vijf minuten hadden we al onderdak gevonden in hotel-restaurant El Peregrino. Hier vonden we vriendelijke mensen. Ook internetgebruik was geen probleem, want ze hebben hier 4 pc's die daarvoor gebruikt kunnen worden. Om half 7 kunnen we hier ook dineren.
24ste dag - 19/05/2010 - Tardajos - Hontanas - Villalcazar de Sirga (21 km + 49 km)
In pension-bar-Ruiz hadden we alles voorhanden: we konden er slapen, dineren en ontbijten aan een schappelijke prijs. Onze kamer lag wel op de 2de verdieping en was te bereiken langs een nogal steile trap. De douches en WC's lagen in de gang recht tegenover onze kamer.Het restaurant waar we gisterenavond konden eten lag naast nog een andere bar van de dezelfde uitbater. In allebei stonden jonge mannen, waarschijnlijk zonen, terwijl in het restaurant een jong meisje alles regelde. Deze morgen hebben we dan ontbeten om 20' na 7 in de bar waar boven ons verblijf lag. Daarna hebben we alles in de auto geladen en wat verder in het dorp gezocht naar een slager en bakker. Beide winkels waren dicht. Daar aan de bakkerswinkel kwamen we de Italianen tegen die we gisteren morgen verlaten hadden. Ze vroegen waar we gegeten hadden want zij moesten nog ontbijten. Daarna ben ik dan maar vertrokken en heb tegen Louisa gezegd dat ik onderweg wel wat zou kopen voor 's middags. Dat was geen probleem, want in elk dorpje dat je tegen komt is er wel een winkeltje waar je alles kunt kopen ivm eten. In het tweede dorp, Hornillos del Camino, ben ik bij een kruidenier binnen gewipt en heb daar vlees, brood, bananen, koffiekoeken en wat chocolade gekocht en in mijn rugzak gestoken. Tussen dat dorp en Hontanas ligt er geen ander dorp meer. Het is van Hornillos nog 11 km tot Hontanas. De hele voormiddag heb ik op een slingerend pad gelopen tussen de graanvelden. Kilometers en kilometers niets anders dan tarwevelden links en rechts van het Caminopad. Ook een drietal windmolenparken waren er te zien. Van als ik in Spanje ben, heb ik er zeker al een stuk of vijftien gezien. Ze staan altijd boven op hoogvlaktes en hinderen niemand, want in de verste verte zijn er geen huizen te bespeuren. Iets voor twaalf was ik in het dorpje Hontanas, waar het geen probleem was om Louisa te vinden. Zij zelf had het ook gemakkelijk gevonden. Met mijn meegebrachte voorraad hebben we er smakelijk gegeten. Tegen 1 uur ben ik dan aan mijn fietstocht begonnen naar Villalcazar de Sirga. 9 kms. gingen sneltreinvaart tot voorbij het eerste dorp Castrojeriz. Daar had ik het idee om per fiets het Caminopad te nemen. Na ongeveer een kilometer was het echter steil bergop (erger dan de muur van Hoei) en dat bleef meer dan 1km duren. Het was onbegonnen werk om er al fietsend op te geraken. Dan maar de hele weg stoten tegen 3 à 4 km/u. Boven even verpozen en wat filmen van op de hoogvlakte. Er was daar een prachtig uitzicht over de wijde omgeving. Na een vijfhonderdtal meter kwam ik aan een enorme afdaling. Ik moest niets anders doen dan de remmen dicht houden. Maar plotseling, op zo'n 100 meter voor ik beneden was, sloeg ik toch onderuit wegens de losliggende kiezelsteentjes. Mijn hele linkerarm was toegetakeld ( bloed met stof vermengd ) en wat verhakkeld vlees. Met mijn zakdoek en water uit mijn bidon heb ik mijn arm wat proper gemaakt. Mijn linkerbeen was op een tweetal plaatsen ook wat geraakt. Daar ik op mijn buik vooruit was geschoven was de tiret van mijn heuptas wat open gegaan zodat mijn fototoestel en camera ook wat geschuurd hadden. Mijn fototoestel werkte niet meer, maar mijn camera was nog in goede staat. De ketting was van mijn fiets af. Na alles wat in orde gebracht te hebben vertrok ik gaand tot ik de volledige afdaling achter de rug had. Na wat gefietst te hebben, ontdekte ik dat ik mijn horloge niet meer om de pols had en dat ik ook mijn zonnebril niet meer op had. Dus terug naar de onheilsplek. Daar lag mijn bril in een greppeltje, terwijl mijn horloge half onder het stof bedolven lag. De armband was echter stuk. Ik ben dan weeral al gaand naar beneden gegaan. Eens ik terug kon fietsen en na nog een 2-tal km. kwam ik terug op een asfaltweg. Ik heb de natuur niet meer bewonderd maar ben ik gestrekte vlucht naar mijn einddoel gefietst nl. Villalcazar. Onderweg ben ik wel een bronnetje tegen gekomen, waar ik mijn wonden helemaal proper gemaakt heb. In Villalcazar stond Louisa op de afgesproken plaats.Ze had die gemakkelijk en zonder problemen bereikt. We hebben dan gauw voor onderdak gezocht. We kwamen terecht in het dorp bij hotelas "Las Cantigas". We konden er deze avond dineren en morgenvroeg kunnen we er ook het ontbijt nemen. Morgen gaat de voettocht naar Calzadilla de la Cueza en de fietstocht naar El Burgo Ranero. Het was vandaag prachtig weer zonder enig wolkje aan de lucht ( 24 à 25 graden ), maar er was wel een stevige bries uit het noord-oosten. Vandaar dat ik goed kon fietsen als ik in westelijke richting reed.
23ste dag - 18/05/2010 - Santa Domingo de la Calzada - Belorado - Tardajos ( 22 km. + 58 km.)
Deze morgen waren we tijdig uit de veren. De hospitaleros kwam om 20 na 6u. al op ons deur kloppen. Hij had gisterenavond gezegd dat het ontbijt om half zeven zou zijn. Gisterenavond kwam hij ook al zeggen dat het stil diende te zijn. Onze Steven was aan het bellen met Louisa en die sprak nogal hard, wat hij gehoord had. We waren dan ook vroeger op weg dan normaal, zodat ik al van kwart voor acht in Santo Domingo kon vertrekken voor mijn voettocht naar Belorado. Het Caminopad was toen al druk bezaaid met pelgrims. Het pad slingerde zich ook vandaag door de heuvels. Maar vandaag geen wijngaarden meer, alleen uitgestrekte velden waarop graan geteeld werd, vooral tarwe maar ook koren. Het pad gaat steeds door de dorpjes en stadjes. Daar zijn steeds fonteinen waar water kan bijgetankt worden. Praktisch overal vindt men een bar of zijn er op het dorpsplein stenen tafels met banken zodat men er even kan verpauzen en eventueel wat kan drinken of eten. Het pad volgt nog steeds in grote lijnen de N120 en dat zal zo zijn tot in Santiago. Het was dan ook niet moeilijk om Louisa deze middag terug te vinden, want ze had de auto geparkeerd op een plaats die ook voor de pelgrims was voorzien (juist naast de straat) en waar de pelgrims de straat diende over te steken. We hebben daar gegeten en tegen iets voor 1 ben ik aan mijn fietstocht naar Tardajos begonnen. Eerst was er Los Burgos gepland, maar omdat er beter logeermogelijkheden waren in Tardajos ben ik tot daar gereden. Mijn fietstocht werd er langer door. Bij mijn aankomst in Tardajos bekloeg Louisa zich erover dat ze in Burgos bijna een uur aan het rondrijden was geweest omdat het gps systeem steeds verkeerde informatie of helemaal geen informatie gaf. Ronde punten kende het systeem niet en op sommige plaatsen kon ze niet door wegens werken. Mijn fietstocht viel geweldig mee. Buiten een lange klim van meer dan 5 km aan 6 percent had ik daarna steeds bergaf of praktisch effen wegen, zodat ik er een flink tempo op na kon houden. In Burgos heb ik wat aan toerisme gedaan door de kathedraal te fotograferen en wat te filmen. Toch was ik om kwart na vier al op de afspraak in Tardajos. We hebben daar bij het binnen komen van het dorp een pension gevonden, waar we deze avond ook kunnen dineren en morgen vroeg het ontbijt kunnen nemen. Vandaag was het een schitterende dag, die fris begon maar allengs beter en beter werd. De zon heeft de ganse dag geschenen en na de middag werd het zelfs warm. Ik schat dat het meer dan 20 graden was. Morgen gaat onze tocht verder naar Hontanes en dan nog verder tot Villalcazar de Sirga.
22ste dag -- 17/05/2010 -- Torres del Rio - Logrono - Santo Domimgo de la Calzada ( 22 km. + 58 km )
Gisteren had ik geen aansluitingsmogelijkheden op het internet. We verbleven in een piepklein dorpje, in een Albergue en daar deed mijn mobiele aansluiting op het internet het niet. 's morgens hadden we in Los Arcos het ontbijt in buffetvorm. Daarna terug naar Torres del Rio om vandaar uit mijn voettocht te beginnen naar Logroño. Het was al 9 u. gepasseerd eer ik vertrok. Na ongeveer een km. was ik op de Camino-route.In het begin was dit een prachtig pad, effen en bijna een echte weg. Het pad slingerde zich door een landschap van Riojawijngaarden. Het eerste stadje dat we tegenkwamen was Viana. Ik ben het stadje ingetrokken, heb een foto genomen en heb in een superette wat beleg gekocht voor ons middageten. Het volgend doel was al Logroño, een tamelijke grote stad. De Camino er naartoe liep soms door tunnels om de oversteek van wegen te ontwijken. Kort voor Logroño besloot ik van het pad af te gaan en naar de N120 te gaan. Daarom daalde ik door een wijngaard naar beneden. Als ik bijna op de N120 was, ontwaarde ik onze auto langs de weg. Dus was het de juiste ingeving van mij om juist op die plaats naar de N120 te gaan. Van een toeval gesproken. Het was ongeveer kwart voor 1 als ik bij Louisa terecht kwam. We zijn dan naar de andere kant van Logroño gereden om daar te lunchen. Tegen 10 voor 2 u. zat ik op de fiets voor de tocht naar Santo Domingo de la Calzada. Onderweg was ik opnieuw wat verloren gereden vooral te wijten aan de werken aan de autostrade. Men is een autostrade aan het aanleggen van Logroño naar Burgos en zo verder. Hiervoor wordt de N120 op vele plaatsen gebruikt waardoor de bewegwijzering dikwijls wegvalt. Zo kwam ik op een rondpunt terecht dat al aangelegd werd voor de autostrade en waar de N120 ophield. Op die plaats heb ik een verkeerde richting gekozen. Maar na een paar km. kwam ik in een dorp waar ik de juiste richting voor Santo Domingo vroeg. Ik moest terug tot aan het rondpunt en vandaar naar rechts rijden en steeds die weg blijven volgen. Maar ja, aan dat rondpunt stond er naar Santo Domingo geen enkele aanduiding, alhoewel het maar 12 km verder lag. In Santo Domingo vond ik Louisa vlot terug langs de N120. Vandaar zijn we naar Ciruena gereden waar we onderdak vonden in een albergue. We kregen daar een kamer voor ons alleen met een stapelbed. 's avonds zaten we er samen aan tafel met 2 Italianen en 2 Noren. Het weer was redelijk goed: in de voormiddag fris en bewolkt en in de namiddag overwegend zonnig
21ste dag - Cizur Menor - Puente la Reina - Torres del Rio (18 km. + 55 km.)
Nadat we gisterenavond van een menu "peregrinos" hadden genoten in het restaurant verbonden aan het logementshuis, was er 's morgen grote consternatie, omdat ik, na het ontbijt dat we hadden genoten in een cafétaria in het centrum van Pamplona, naar mijn auto ging om die te gaan halen om de bagage op te laden, en ik mijn auto niet meer vond op de plaats waar ik hem gisteren had achter gelaten. Ik had die gisterenavond geparkeerd in een doodlopend zijstraatje van de Calle Jaraute waar wij een pension betrokken. Ik was dat gaan vertelllen aan Louisa en die zegde zovlug mogelijk naar de policia gaan. Als ik terug buiten kwam zag ik een politieauto passeren. Ik hield hem tegen en zegde dat mijn auto gestolen was (ik was er van overtuigd dat ze hem weggesleept hadden). De politieman in zijn beste Frans, zegde me: de auto is niet gestolen maar weggebracht naar een ondergrondse parking op zowat 1 km van de plaats waar wij ons bevonden. Hij nam een stadskaart van Pamplona uit de auto en tekende erop aan welke weg ik diende te volgen om daar te geraken. Na een tiental minuten had ik de bewuste parking gevonden en kon ik aflezen dat de stad er een bureel had waar ivm auto's die weggesleept werden, het nodige kon gedaan worden om de auto terug te krijgen. De administratieve rompslomp nam bijna een kwartier in beslag. Dan diende ik 112 euro te betalen en kreeg een ticket mee waarmee ik de bareel kon openen om zo naar buiten te rijden. Het was ondertussen al bijna 10 uur geworden eer ik terug in de Calle Jaraute was beland. Iets na 10 zijn we dan eindelijk vertrokken naar Cizur Menor, een dorpje naast Pamplona waar ik normaal gisteren had moeten aankomen per fiets. Rond half elf ben ik dan uiteindelijk aan mijn voettocht begonnen. Ze werd ook wat ingekort gezien het late uur van vertrek, zodat ik na drie uur er 18 km. opzitten had als ik Puente la Reina arriveerde. Daar hebben we onze lunch genomen. Het weer was vandaag stukken beter als gisteren, maar toch nog altijd niet zoals het zou moeten. Het was fris met een noord-westen wind, die behoorlijk stevig waaide. De zon kwam constant door de wolken piepen. De streek die ik vandaag doortrok, kenmerkt zich door een gebergte met een hoogte van rond de 500 à 600 meter. Hoe verder Navarra in, hoe wijdser het landschap wordt. In de achtergrond kan men nog wel de Pyrénéen ontwaren. Na de middag ging de fietstocht van Puente la Reina naar Torres del Rio via Estella (middelgrote stad) en Los Arcos. In het begin had ik het Sint-Jacobspad genomen, omdat daar veel pelgrims per fiets op reden. Na een drietal km. werd het echter zo steil dat niemand er nog op kon fietsen, enerzijds omdat het te steil was (ik schat zo'n 25 à 30 graden, anderzijds gleed het achterste wiel weg als je kracht zette wegens de kiezelsteentjes. Ik zag zelfs iemand die zijn fiets voorduwde en bijna niet vooruit geraakte (hij had wel zware zakken aan zijn fiets hangen. Een stuk of 7 mountainbikers stootten hun fiets ook naar boven. Als Louisa op haar stoeltje zat te wachten in Torres del Rio, zijn er 2 Nederlanders bij haar gestopt. Het waren Zeelanders die net zoals wij op 26 april waren vertrokken. Zij doen ongeveer 100 km. per dag. Ze vroegen waar wij elke dag logeerden. Zij zouden, volgens hun uitleg, elke avond ergens in een hotelletje verblijven. Wanneer ik Los Arcos passeerde, heb ik even gestopt om de mooie kerk te filmen en rond te kijken welke weg ik diende te nemen. Nergens was er een aanduiding naar Torres del Rio, alhoewel dit dorp er maar een zevental km. van verwijderd is. Zo heb ik een negental km. teveel gereden vandaag. Het ergste was om tot in het volgend dorp te geraken. Stevige wind op kop en bergop. Ik heb er meer dan 25 minuten over gedaan. Daar zag ik uiteindelijk iemand in zijn hof werken. Ik vroeg hem of ik wel in de juiste richting naar Torres del Rio zat. Hij explikeerde mij dat ik naar Los Arcos moest terug rijden en daar in het centrum naar rechts moest draaien. Na 8 minuten stond ik deze keer terug in Los Arcos (wind mee en bergaf). Daar heb ik voor alle zekerheid nogmaals gevraagd. Na nog eens een goeie 25 minuten stond ik bij Louisa. We zijn dan terug gekeerd naar Los Arcos om er te overnachten in hotel "Monaco". We hebben hier vanavond, zoals gisteren, een pelgrimsmenu als avondmaal gegeten ( voorgerecht, hoofdmaal, wijn, water en nagerecht) voor 11,50 eur. de man. Morgen gaat de voettocht van Torres del Rio naar Logrono en de fietstocht van Logrono naar Santo Domingo de la Calzada.
20ste dag - zaterdag 15/05/2010 - St.-Jean-Pied-de-Port - Roncevalles - Pamplona (17 km. + 50 km)
Gisterenavond om 20u.00' zaten we met elven rond de tafel voor het avondmaal. Anita, die vlot 4 talen sprak en helpster is in de refuge, uitgebaat door het Franse Genootschap van Compostela, had een avondmaal bereid, bestaande uit soep (je kon er je lepel in rechtzetten) en een goedgekruide mengelmoes van groenten, aardappelen en carbonade. Als drank was er water, wijn en sangria à volonté. We zaten er met 6 nationaliteiten tesamen. Wij als Belgen, een Fransman, een Amerikaanse uit Colorado, 4 Spanjaarden een Brit en 2 Slovenen. En toch verstonden we elkaar allemaal. De Fransman, die ook op onze kamer sliep, sloop deze morgen gepakt en gezakt reeds om half zeven de deur uit. De andere 2, de Amerikaanse en een Sloveen stonden, zoals wij, pas om zeven uur op. Voor de Amerikaanse zou het de 1ste wandeldag zijn. Tegen half acht zijn we gaan ontbijten. Iedereen moest zich zelf maar behelpen met het maken van koffie, cacaodrank of thee. Je boterhammen kon je afsnijden van baguettes die er lagen en beleg (confituur ) kon je uit grote potten scheppen. Daar het de godganse nacht geregend had en nog steeds stevig aan 't doorregenen was, ging ik de auto halen, zo'n 300-tal meter verder om hem voor de deur van het logementshuis te parkeren, kwestie de bagage niet zo ver door de regen te moeten slepen. Tegen 20' voor 9 vertrokken we dan onder kletterende regen. Eerst moest Louisa nog op het goede spoor gezet worden. Zo diende ik tot aan de Spaanse grens te rijden om vandaar af de autokaart van Spanje in het gps-systeem te krijgen. Ik ben dan ook van daar vertrokken voor mijn voettocht in barre weeromstandigheden. Het bleef water gieten en het was nauwelijks 5 graden. De tocht naar Rocevalles zou dan ook maar 17 km. bedragen. Onderweg ging het van kwaad naar erger, want na een viertal km. begon het te sneeuwen en het zou niet meer ophouden tot in Roncevalles. Soms was de hemel volledig grijs van de zware sneeuwval.De sneeuw bleef ook liggen langs de kanten, terwijl er op de weg een ijzellaag kwam te liggen van half gesmolten sneeuw. Zo heb ik een paar keer een pak van die smeltbrij over me gekregen als auto's daar wat te snel doorreden. Gelukkig kon ik ook 3 à 4 keer gebruik maken van het St-Jacobspad dat door de bossen liep en dan weer terug uitkwam op de grote baan. De weg steeg tot 1.057 m. bij de Ibaneta-pas. Daar lag alles onder de sneeuw. Daarna was het nog 3 km. afdalen tot in Roncevalles ( 800 m. hoog ), waar Louisa me stond op te wachten. Ze zei tegen mij dat ze een drietal keer lichtjes geschoven had met de auto. Ze had geen zin meer om de tocht naar Compostela verder te zetten. Vandaag had ze weer 2 uur kou geleden en de vorige veertien dagen waren al niet veel beter geweest inzake temperatuur. Ze wilde dat ik mijn tocht zou staken en op een ander moment zou verder zetten. Ze had enigzins wel gelijk als je veertien dagen niks anders dan regen en koude te verduren hebt gekregen en steeds alleen dient te wachten in de auto, want buitenkomen was niet aangewezen in die periode. De fietstocht kon in dergelijke helse weersomstandigheden dus niet gefietst worden. Uiteindelijk zijn we naar Pamplona afgezakt om daar een logement te zoeken en morgen de tocht toch verder te zetten, want erger als vandaag kan nog moeilijker. Voor mij is het belangrijk, dat ik mijn droom, om in 1 keer de tocht naar Compostela te volbrengen, kan doen slagen.
20ste dag - zaterdag 15/05/2010 - St.-Jean-Pied-de-Port - Roncevalles - Pamplona (17 km. + 50 km)
Gisterenavond om 20u.00' zaten we met elven rond de tafel voor het avondmaal. Anita, die vlot 4 talen sprak en helpster is in een refuge, uitgebaat door het Franse Genootschap van Compostela, had een avondmaal bereidt, bestaande uit soep (je kon er je lepel in rechtzetten) en een goedgekruide mengelmoes van groenten, aardappelen en carbonade. Als drank was er water, wijn en sangria à volonté. We zaten er met 6 nationaliteiten tesamen. Wij als Belgen, een Fransman, een Amerikaanse uit Colorado, 4 Spanjaarden een Brit en 2 Slovenen. En toch verstonden we elkaar allemaal. De Fransman, die ook op onze kamer sliep, sloop deze morgen gepakt en gezakt reeds om half zeven de deur uit. De andere 2, de Amerikaanse en een Sloveen stonden, zoals wij, pas om zeven uur op. Voor de Amerikaanse zou het de 1ste wandeldag zijn. Tegen half acht zijn we gaan ontbijten. Iedereen moest zich zelf maar behelpen met het maken van koffie, cacaodrank of thee. Je boterhammen kon je afsnijden van baguettes die er lagen en beleg (confituur ) kon je uit grote potten scheppen. Daar het de godganse nacht geregend had en nog steeds stevig aan 't doorregenen was, ging ik de auto halen, zo'n 300-tal meter verder om hem voor de deur van het logementshuis te parkeren, kwestie de bagage niet zo ver door de regen te moeten slepen. Tegen 20' voor 9 vertrokken we dan onder kletterende regen. Eerst moest Louisa nog op het goede spoor gezet worden. Zo diende ik tot aan de Spaanse grens te rijden om vandaar af de autokaart van Spanje in het gps-systeem te krijgen. Ik ben dan ook van daar vertrokken voor mijn voettocht in barre weeromstandigheden. Het bleef water gieten en het was nauwelijks 5 graden. De tocht naar Rocevalles zou dan ook maar 17 km. bedragen. Onderweg ging het van kwaad naar erger, want na een viertal km. begon het te sneeuwen en het zou niet meer ophouden tot in Roncevalles. Soms was de hemel volledig grijs van de zware sneeuwval.De sneeuw bleef ook liggen langs de kanten, terwijl er op de weg een ijzellaag kwam te liggen van half gesmolten sneeuw. Zo heb ik een paar keer een pak van die smeltbrij over me gekregen als auto's daar wat te snel doorreden. Gelukkig kon ik ook 3 à 4 keer gebruik maken van het St-Jacobspad dat door de bossen liep en dan weer terug uitkwam op de grote baan. De weg steeg tot 1.057 m. bij de Ibaneta-pas. Daar lag alles onder de sneeuw. Daarna was het nog 3 km. afdalen tot in Roncevalles ( 800 m. hoog ), waar Louisa me stond op te wachten. Ze zei tegen mij dat ze een drietal keer lichtjes geschoven had met de auto. Ze had geen zin meer om de tocht naar Compostela verder te zetten. Vandaag had ze weer 2 uur kou geleden en de vorige veertien dagen waren al niet veel beter geweest inzake temperatuur. Ze wilde dat ik mijn tocht zou staken en op een ander moment verder zetten. Ze had enigzins wel gelijk als je veertien dagen niks anders dan regen en koude te verduren hebt gekregen en steeds alleen dient te wachten in de auto, want buitenkomen was niet aangewezn in die periode. De fietstocht kon in dergelijke helse weersomstandigheden dus niet gefietst worden. Uiteindelijk zijn we naar Pamplona afgezakt om daar een logement te zoeken en morgen de tocht toch verder te zetten, want erger als vandaag kan nog moeilijker. Voor mij is het belangrijk, dat ik mijn droom, om in 1 keer de tocht naar Compostela te volbrengen, kan doen slagen.
19de dag - Orthez - Sauveterre - St.-Jean-Pied-de-Port (18 km + 42 km.)
Vandaag ongeveer dezelfde weeromstandigheden als gisteren. Dus meestal overtrokken weer met periodes van zonneschijn en nu en dan enkele druppels regen. Het blijft ook fris als de zon er niet is. Deze morgen in de gîte rural lekker gegeten. De vrouw des huizes heeft ons nog koffie meegegeven. Gisterenavond hebben we bij de gîte nog een eeuwenoude eik bewonderd met een doorsnede van wel 4 meter. Volgens de vrouw was hij 650 jaar oud. Onderaan was er een groot gat in en aan één kant waren de takken verdord. Hij is dus stilaan aan sterven! Deze voormiddag gestapt van Orthez naar Sauveterre-de-Béarn meestal langs het Sint-Jacobspad, maar ook langs de D23. Het steeg behoorlijk en vanaf l'Hôpital-d'Orion begon het voorgeborchte van de Pyrénéen. Onderweg heb ik nog zo'n dikke eik gezien, die er even erg aan toe was als die van gisteren. De heuvels werden hoger en in de weiden liepen er reeds koeien rond met belklokjes in hun nek. Ook nieuwe villa's waren er soms te zien, waarvan men kon zien dat ze niet permanent bewoond waren, omdat de luiken dicht waren. Dus 2de verblijfplaatsen. Ik was al om kwart na 8 vertrokken en kwam toe in Sauveterre rond half 12. Tegen één uur zat ik op de fiets om naar St-Jean-Pied-de-Port te fietsen. Na enkele kms zat ik echt in de Pyrénéen en kwam door de pelgrimsstadjes Saint-Palais en Obstabat. Ik had het me veel erger voorgesteld. Meestal was het bergaf en maar 3 keer een serieuse helling. Tegen 20' na 3 stond ik al bij Louisa. Daarna zijn we het stadje ingereden om naar ons overnachtingsverblijf te gaan. Het was geweldig druk in het stadje. Mensen van allerlei pluimage doorkruiste de smalle straatjes. Met moeite kon ik een parkerplaats bemachtigen, maar dan nog op ongeveer 200 meter afstand van de refuge waar we moesten zijn. In l'Etoile werden we ontvangen door de heer met wie ik gisterenavond gebeld had om het verblijf te regelen. We werden ondergebracht op een kamer op de 2de verdieping waar nog 3 bedden stonden. Om 20u. kunnen we deze avond eten. Morgen trekken we dan Spanje binnen. Het weer was vandaag behoorlijk, niet te koud en ook niet echt warm.
18de dag - 13/05/2010 - Mont-de-Marsan - Saint-Sever - Orthez (21 km + 45 km)
Na een karige petit-dejeuner, in tegenstelling tot het overvloedige diner van gisterenavond, zijn we om half negen vertrokken naar onze startplaats die even terug lag, bij het binnenkomen van Mont-de-Marsan. We zijn nog even binnengewipt bij een bakker en een slager om onze voorraad brood en vlees op peil te houden. Om 5' voor negen het pad op voor een tocht naar Saint-Sever. De lucht was nog niet open en het was tamelijk betrokken. Rond kwart voor 10 kwam de zon er toch door, zodat het plotseling warmer werd. Om half elf was ze al terug weg en werd het opnieuw overtrokken en fris zo'n 12 à 13 graden. Het Sint-Jacobspad, dat ik deze morgen volgde, ging eerst langs kleine wegen, daarna door een bos om tenslotte voor Saint-Sever terug op kleine wegen uit te komen. Door het bos gaan, hield in, dat het pad daar helemaal omgewoeld was door de wielen van de zware voertuigen die zich bezighouden met bosexploitatie. Gezien het onweer van gisteren lagen de diepe sporen, die de voertuigen hadden gemaakt, vol modder en water. Ik was daar genoodzaakt, iets hoger, op de rand van het afgekapte bos te gaan en evenwijdig te blijven met het bospad. Na een ongeveer een kilometer was het pad opnieuw begaanbaar, maar hier en daar moest toch nog uitgeweken worden wegens waterplassen. Ik ging een Compostelagangster voorbij die zich rustig onder een boom gezet had en een sigaretje pafte. Wat later zag ik 2 vrouwen een eind voor me oplopen. Ze hielden er een stevige tred op na. Ik hoorde dat ze Nederlands tegen elkaar spraken. Ze begroetten mij in 't Frans, terwijl ik hen in 't Nederlands begroette. Ze kwamen uit Noord-Holland en waren in Limoges aan hun tocht begonnen. Na nog wat gepraat te hebben ben ik op mijn eigen ritme verder gegaan. In Saint-Sever ben ik dan wat te ver gestapt zodat ik Louisa miste. Maar na een telefoontje van mij en 2 van haar, en aangezien ik wist waar ze zich bevond was het gemakkelijk om haar te vinden, weliswaar met een half uurtrje vertraging. Onze boterhammen hebben we daar op een bank in een klein parkje opgegeten. Na de middag ging de fietstocht van Saint-Sever naar Orthez (uitspraak: Ortès). Zoals 's morgens al te zien was, was het landschap ook in de namiddag hetzelfde: veel bossen met daartussen velden waar de zonnebloemen hun jonge kopjes boven de grond staken. In 't begin dacht ik dat het om maïs ging. Andere teelten waren er niet te zien. In tegenstelling tot gisteren waren er vandaag opnieuw serieuse hellingen te doen. We naderen de Pyrenéen en dat ziet men aan het landschap. Tijdens de laatste 10 km begon het te regenen. In Orthez was ik naar de afgesproken plaats gereden, maar Louisa was er niet. Ik belde haar op en ze zegde mij dat ze in de stad was en onmiddellijk naar de afgesproken plaats zou komen. Daarna zijn we voor overnachting de stad terug ingereden. In de refuge waren maar 2 kamers met elk 3 bedden, waarvan er al 1 ingenomen was door een echtpaar, terwijl op de andere kamer ook al een vrouw was. Deze stelde voor dat we samen haar de kamer kinden delen. Op dat moment kwam er nog een jongere vrouw binnen met helm op, deze vroeg ook of ze logeren. Ik heb toen maar gezegd dat wij iets anders zouden gaan zoeken. Ik had immers juist buiten Orthez een aanwijzing zien staan van: gîte rural. We zijn daar naartoe getrokken en hebben daar een gastenkamer gekregen met inbegrip van het ochtendmaal. 's Avonds hebben we dan een restaurant in Orthez gevonden om ons avondmaal te nutten. Morgen zal het de laatste dag in Frankrijk worden, want we gaan dan aankomen in Saint-Jean-Pied-de-Port.
17de dag -12/05/2010 - Van Auros naar Roquefort en zo tot Mont-de-Marsan (57 km + 19 km)
Gisteren hadden we onderkomen gevonden in Rodin te Bazas. Er waren 2 personen die de opvang deden waaronder een Filipijnse vrouw, die echt bekommerd was en zeer bereidwillig om alle hulp te vestrekken. Zo ook deze morgen, toen we koffie en warm water vroegen om mee te nemen. Ze gaf zelfs nog een fles water mee en pakte een tiental klontjes suiker in om in de koffie te doen. Daarenboven gaf ze een paar plastieke messen en lepeltjes mee. Na onze carnetjes te hebben laten afstempelen door diezelfde vrouw, zijn we terug gereden naar Auros waar ik gisteren mijn fietstocht had beeindigd. Vandaag had ik de rollen omgedraaid en begon met het fietsen in de voormiddag van Auros naar Roquefort via Bazas. Na Bazas kwam ik in de Landes terecht. Daar was men ook bezig met de aanleg van een nieuwe autostrade. Volgens mij moest die Bordeaux verbinden met Mont-de-Marsan. Later in de dag waren er ook verschillende werftoegangen te zien tot praktisch in Mont-de-Morsan. Na 24 km kwam ik in Captieux aan, mijn normale aankomstplaats indien ik gestapt zou hebben. De hemel was nog altijd zwaar betrokken en af en toe viel er wat motregen. Vanaf Captieux kwam ik op lange rechte stukken weg terecht met langs weerzijden dennebossen. Er was praktisch geen niveau verschil meer op de weg: dus geen hellingen meer. Na 57 km. bereikte ik Roquefort waar ik Louisa heel gemakkelijk terug vond. Nadat we gegeten hadden, rond iets na twaalf hebben we wat in de zon gezeten, die rond 12 uur was doorgebroken. Het zag er toen plots heel mooi uit en het was tevens warm geworden. Kwart na 1 ben ik dan aan mijn voettocht begonnen naar Mont-de-Marsan. Dit gebeurde ook langs een grote baan zoals ook in de voormiddag toen de werfcamions de ene na de andere naast me doorraasden. Ook nu was het druk, maar langs de kant had men het gras gemaaid, waardoor ik gemakkelijk en veilig over de grasberm kon stappen. Het was een kaarsrechte weg naar Mont-de-Marsan met bomen langs weerkanten van de weg en bossen daarachter. Hier en daar stond er een huis, maar een eigenlijk dorp is er niet te bespeuren tussen Roquefort en Mont-de-Marsan. Om 2 uur hoorde ik het rommelen aan mijn rechterkant en dacht dat kan geen kwaad gezien dat de oostelijke kant was en het weer uit het westen kwam. Tegen 3 uur begon het overal te rommelen. Het moment op het stapritme nog wat op te drijven want ik wilde vermijden dat ik nat zou worden. Ik dat niet kunnen vermijden want om half vier begon het eerst stil te regen met enorme bliksems en bulderende donder. Ik had geen regenjas bij en liep gewoon in mijn T-shirt en korte broek. Aangezien er geen huizen stonden om te schuilen liep ik nog maar verder door tot het hard begon te regenen. Op dat moment ben ik onder een laurierstruik gekropen waarboven nog een conifeer groeide. Het druppelde wel wat door, maar het verhinderde dat ik mestnat werd. Daar heb ik 50 minuten gezeten. Tegen half 4 belde Louisa mij om te vragen waar ik was. Ik zei haar dat ik bijna in Mont-de-Marsan en dat ik onmiddellijk zou voortgaan, omdat het bijna gedaan was met regenen. Nu bleek dat ze met de auto op slechts 300 meter van mijn schuilplaats stond. We zijn vlug doorgereden naar Mont-de-Morsan centrum waar tercht konden in hotel-restaurant "Les Pyrenées".
16de dag - 11/05/2010 - Van La Cabane naar Caplong en dan naar Auros (23 km + 48 km)
Het weer zag er vandaag opnieuw wat minder. Koud was het niet, maar wel overtrokken en nu en dan vielen er enkele druppels. Soms scheen ook de zon en na de middag heeft een tweetal keer echt goed geregend. Het afscheid in La Cabane was tegen kwart voor 9, de Fransen waren al weg tegen kwart na 8. De vrouw des huizes was niet opgestaan, omdat ze in afwachting van een operatie veel diende te rusten volgens haar echtgenoot. Deze neemt van iedereen die komt overnachten, bij hun vertrek, een foto. Zo ook van de Fransen en van ons. De voettocht naar Caplong ging eerst naar Le Fleix al dalend zo'n 7 km. Daar moest ik de Dordogne oversteken en deze blijven volgen tot in Sainte-Foy-la-Grande, een mooi stadje. Door het advies van de eigenaar van ons logement te volgen, heb ik daar minstens 1 km. teveel gestapt, want langs het stadsplein en de kerk had ik niet moeten gaan, om mijn weg te volgen. Ik had gewoon naast de Dordogne moeten blijven verder gaan en zo kon ik gewoon op de D672 komen. Het volgende dorp lag een 8 km verder, nl. Lèves et Les Thoumeyragues. Daar stond een prachtige kerktoren. Tegen kwart voor één bereikte ik Caplong. Wat heen er weer getelefoneer en we vonden elkaar. Tegen 10' na twee zat ik op de fiets om naar Auros te rijden. De hele namiddag reed ik door de wijngaarden. De wegen slingerden zich lichtjes golvend door het landschap. Wel honderd wijn-chateaux heb ik gezien. Tegen kwart voor 5 was ik Auros. Daar hebben we gezocht naar overnachting, maar er was niets te vinden, alhoewel er wel 3 à 4 adressen in mijn boekje stonden. We hebben er wel in een superette wat inkopen gedaan. We zijn dan maar naar Bazas gereden, een stadje zo'n goeie 10 km verder. Daar zijn we er in geslaagd onderkomen te vinden. Alleen moesten we nog ergens gaan eten in de stad. Morgen gaat de tocht verder naar Captieux en dan naar Mont-de-Marsan.
15de dag - maandag 10/05/2010 - Sarliac s/ l'Isle - Razac s/ Isle - La Cabane ( 23 km + 48 km)
Na het ontbijtbuffet in hotel Ibis, werd de fiets uit de bagagerieruimte gehaald en de bagage van de kamers. Het had deze morgen nog wat geregend, maar als we vertrokken kwamen er al grote gaten in het wolkendek. Dus eerst terug naar Sarliac-sur-l'Isle voor mijn voettocht naar Razac-sur-l'Isle. Om 10' na 9 ben ik daar vertrokken en nog voor ik in Périgueux was, was de hemel schoongevaagd en brandde het zonnetje. Er was onmiddellijk een aangename temperatuur van zo'n 18 à 19 graden. In Périgueux was het wat moeilijker om de juiste weg te vinden, maar enkele vragen aan passanten lieten me toe geen overbodige meters te stappen. Toch duurde het bijna 3 kwartier eer ik uit de stad was. In Périgueux is er een prachtige basiliek, waarvan de toren voorzien van een prachtige koepel, hoog boven de stad uittorend. Er zijn aan de basiliek nog 5 kleinere koepels met telkens 4 kleinere hoekkoepeltjes. Van Périgueux tot Razac was het nog ongeveer 12 km stappen. eerst was er een zeer lange en steile helling om de stad te verlaten. Eens boven kon ik op de rug van de helling blijven stappen en had een prachtig uitzicht over de wijdse omgeving. De krekels sjirpten er lustig op los. In tegenstelling tot de vorige dagen, waar de dorpen gecentraliseerd lagen en men soms 7 à 8 km diende te gaan alvorens een ander dorp te bereiken, heb ik vandaag gezien dat in de Périgord een soort lintbebouwing aanwezig is. Want voordurend zag ik huizen langs de kant van de weg opduiken. Hun typische vorm, hun kleur (okerkleurig) en hun dakbedekking (lichtbruine- halfronde pannen), laten zien dat men al in het zuiden zit. Op een 3-tal km van Razac (het was reeds kwart na 12), heb ik Louisa opgebeld en haar gezegd dat ik nog zeker een half uurtje te stappen had. In Razac aangekomen heb ik haar opnieuw gebeld en gevraagd war ze met de auto ergens stond, want ik vermoedde dat ze langs een andere invalsweg toegekomen was. Dat bleek ook zo te zijn. Maar na 5 minuutjes hadden we elkaar toch gevonden. Het was ondertussen al 10' voor één. Na de lunch, ben ik tegen 05' na twee de fiets opgesprongen voor een tocht van 48 km door de Périgord. Lange tijd was het naast de Isle rijden, eigenlijk tussen de Isle en de autostrade naar Bordeaux. Dat duurde tot in Mussidan zo'n 30 km ver. Het rijden ging tamelijk vlot, alleen was er een stevige wind. Ik had terug een short en T-shirt aangetrokken want het was aangenaam in de zon. Het laatste stuk van Mussidan tot La Cabane ging de weg meer bergop dan bergaf. Ik bereikte La Cabane tegen 16u. 45'. Ons verblijf was daar ook geregeld. Louisa stond met de auto maar op een 50-tal meter verwijderd van de plaats waar we moesten zijn. Daar troffen we al een Frans echtpaar aan. Aangezien de huiseigenaars niet aanwezig waren (mevr. had gisterenavond gezegd dat zij en haar man pas tegen half acht zouden thuis zijn, daar ze een afspraak had met haar dokter in Bordeaux), waren we in dezelfde ruimte. Aan de praat van de Fransen te horen, hadden ze liever dat we ergens anders een onderkomen zouden zoeken. Maar na wat gepraat te hebben, bleken ze zich met onze aanwezigheid verzoend te hebben. We hebben dan gedoucht en Lousa heeft soep bereid (minuutsoep). Mijn mobiel internet had geen voldoende bereik om mijn dagblog op te maken. Na thuiskomst van het echtpaar, heeft de vrouw nog een lekker eetmaal bereidt, waarna het tijd was om te gaan slapen. Morgen gaan we verder naar Caplong en Auros.
14dag - 09 mei 2010 - Tocht van Aixe-sur-Vienne naar Châlus / Châlus naar Sarliac-sur-l'Isle (24 km. + 50 km.)
Vandaag geen petit-déjeuner in 't hotel . We zijn daar rond 8 u. vertrokken, hebben de sleutel op de deur gelaten en onze bagage ingeladen. Er was niemand van het hotel te zien. De hotelier had zeker gespeeld, want we hadden 's avonds al betaald voor de overnachting. De deuren van het restaurant en van de bar waren allemaal met zware kettingen vastgemaakt. In de omgeving van het hotel vonden we een bakker waar we een brood en een baguette kochten. De beenhouwers waren allemaal nog gesloten. We hebben dan boterhammen gegeten met hetgeen ons nog restte aan belegsel. Na ons eetmaal ben ik vertrokken voor de voettocht naar Châlus. De weersomstandigheden zaten weeral niet mee. Er viel weer wat motregen en het was fris. Overal langs de wegkanten kropen bruine slakken van ongeveer 6 à 7 cm. lang met daartussen vele jonge slakjes. Het landschap was nog wel golvend, maar niet meer zoals de voorbije dagen. Ook veel minder bossen, maar meer weiden waar schapen graasden. Ook vele kleine vijvertjes waren er te zien langs de kanten van de wegen. Rond 20' na 12 was ik bij de auto. We hebben ons gasvuurtje aangestoken en warm water gemaakt voor onze koffie bij het eten. Tegen 20' na één, ben ik dan mijn fiets opgesprongen voor een tocht van Châlus over Firbeix, La Coquille, Thiviers en Sorges naar Sarliac-sur-l'Isle. Het regende nu eens stiller, dan weer wat harder en soms was er geen regen. Ik zat volop in de Périgord, bekend voor zijn truffels, maar ook voor zijn zwarte noten en foi grasse. In de dorpen die ik doorreed werden die producten aangeprezen op grote borden en werd er ook verwezen naar personen en firma's waar ze konden gekocht worden. De wegen waren gemakkelijker te berijden dan de voorgaande dagen, daar de hellingen niet meer zo bruusk omhoog gingen, maar geleidelijk aan stegen. Vandaar dat ik mijn 50 km. zo vlot aflegde vandaag, want ik stond al om 20' voor 4 u. in Sarliac bij mijn vrouwtje. Ik had 's middags al een viertal telefoons gepleegd om te kijken waar we konden overnachten. Maar vermits het zondag is kreeg ik weinig respons, vandaar dat ik ook het Ibis hotel in Périgueux belde. Daar was er nog plaats. We zijn daar naartoe getrokken en hebben er deze avond ook gegeten. We hadden gekozen voor het menu "Le Gourmande". Dat heeft ons bijzonder goed bevallen. Deze avond is het plots zonnig geworden! Morgen nog een petit-déjeuner in het hotel en dan kunnen we weeral een 70-tal km. verder trekken tot Monfaucon.