We tekenden allemaal onze eigen papa deze week. Eyleen zette zwarte stipjes op haar papa's hoofd. Ze vertelde dat papa zo wel en zo niet haar had. Daarna zette ze de buik en de benen ook vol zwarte stipjes "Ja juf, daar heeft mijne papa ook haar zenne!"
We leerden over Jerom de compostworm. De volgende dag kwam Jerom weer op bezoek en hij vroeg of we hem nog wel kenden. Waarop Louis heel enthousiast zei "Jerom de postworm!"
Ilke vertelde heel enthousiast dat ze binnenkort met het vliegtuig weg gingen."Ik vroeg "Naar waar?" waarop ze heel enthousiast met haar armen wapperde en zei "Met de vlieger!". Ik vroeg nog een keer "Maar naar waar ga je op reis?" "Nee juf, op verlof!" Op verlof met de vlieger dus.
De zon scheen mooi en we speelden met onze klas in de zandbak. Arno liep met een hark in een lus van zijn broeksband. Dit was zijn zwaard! Hij passeerde mij met een heel stoere ridders-blik en ik zei daarop "Dag stoere ridder!" Waarop ik een antwoord kreeg dat ik niet verwacht had "Dag mooie jonkvrouw." Dit zei hij heel cool en liep gewoon door. Hier werd ik helemaal vrolijk van maar terwijl stond ik ook perplex!
Gisteren was ik afwezig en werden de grassprietjes opgevangen door juf Brigitte. Vandaag vroeg ik hoe het dagje was verlopen. Juf Brigitte vertelde het volgende verhaal: In de ochtend vertelde ze nog eens aan de kinderen waarom ik weer naar het ziekenhuis was. Waarop Seppe zei "Ja want juf Sanne heeft een baby in haar knie." Vandaag heb ik nog eens duidelijk gemaakt dat ik niet zwanger ben en dat er geen baby's in een knie kunnen groeien.
We leren over de boerderij. Ik vroeg enkele namen van dieren: Het kleintje van een kip heet... een kuiken De baby van een paard heet... een veulen Het kindje van een gans heet... Bij dit laatste dier zei Eyleen "een ganzenveulen"
Regenjas of trui? Wat moet je tegenwoordig aan met dit weer?
Maandag ochtend ging de bel. Ik kwam op de speelplaats en daar stond een rij vol grassprietjes te wachten. Seppe Symons kwam aangelopen en vroeg "Juf mag ik mijn plastieken trui uit doen?" en hij trok aan zijn regenjas.
We brachten afgelopen dinsdag allemaal een geheimpje mee. Hanne had een klein beeldje meegebracht. Dat beeldje diende voor iets heel speciaals maar dat mag ik natuurlijk niet vertellen. Eyleen vroeg aan Hanne "Kan dat ook echt bewegen?" waarop Hanne heel serieus zei "Ja, als ik mijn hand beweeg." Dit vond ik een heel leuk antwoord en de kleuters waren zelfs heel verwondert dat het dan ook echt kon bewegen.
Carine, de mama van Hannelore, was op bezoek in onze klas. Ze had allerlei spulletjes bij, ook parfum. Ze liet deze ruiken aan de kinderen. "Wat ruik je nu?" Was de vraag. Waarop je een antwoord verwacht als "Het ruikt naar bloemetjes of het ruikt lekker". Nee, deze keer was het een heel ander antwoord van Louis "Ik ruik spinazie."!
Dries kon echte jongensstreken uithalen en ik was hier niet zo blij mee. Dus ik vertelde dit ook toen de mama vroeg hoe het met hem ging in de klas. De volgende ochtend ging ik de kindjes van de bewaking halen. Dries kwam heel hard aangelopen en zei "Juf, nu weet ik hoe dat kwam dat ik niet goed luisterde. Mijn mama heeft mijn oren heel goed gewassen nu, ze waren gewoon vuil!" Geef nu toe, als je zoiets hoort kan je toch niet meer boos zijn. En hij had nog gelijk ook, vanaf die dag is hij weer een lieve Dries.
Na de paasvakantie was er veel te vertellen! Jasper vertelde dat hij op vakantie was geweest in een hotel. We kregen de hele beschrijving van hoe mooi het hotel wel was: een zwembad, een spiegel, een lavabo, een bed,... Tuurlijk was ik benieuwd waar je dit mooie hotel kon vinden, dus vroeg ik "Waar was dit hotel?". Waarop Jasper antwoordde "Wel juf, je hebt zo'n televisieke met een wit pijltje en als je dat volgt kom je er wel." Als dit geen antwoord is van een kleuter uit de GPS-tijd!
Elke
ochtend leven we naar Pasen toe met de ganse kleuterschool. Dit doen we samen
in de zaal, we luisteren dan naar een verhaaltje en doen een activiteit. Wat
later op de dag bespreken we samen het verhaal en komen er vaak heel wat vragen
en bedenkingen los bij de kinderen. Deze keer vertelde ik dat er gemene mannen
waren die niet van Jezus hielden. Ze wilden dat de mensen naar hen luisterden
in plaats van naar Jezus. Die gemene mannen maakten een plannetje om Jezus
gevangen te nemen en te doodde. Grote ogen zag ik bij Arno en hij onderbrak al
springend mijn verhaal Dan ga ik Jezus redden!, waarop Mats meteen toevoegde
Ja, ik heb thuis een groot geweer en dan vangen we die mannen!
Ik
had net het verhaal Rikki voorgelezen van Guido Van Genechten. Rikki heeft
één slap oortje en één recht. Alle konijntjes lachen hem uit en Rikki is heel
verdrietig. Uiteindelijk besloten we dat iedereen anders is, maar iedereen is
goed zoals hij is. Hierna deden we een verwerkingsactiviteit. Ik legde allerlei
fotos van verschillende mensen in de kring. Allerlei kinderen, volwassen,
dikke en dunne mensen en allemaal van een andere cultuur. Ook een foto van een
Indisch meisje was erbij. Ze had een rood stipje op haar voorhoofd. Alle
kinderen mochten vertellen over de fotos. Ook Seppe koos een foto uit waarover
hij iets wou zeggen. Hij ging bij het Indische meisje staan en zei heel
overtuigd Die is ziek hoor!.
Bij
het chronologische rangschikken van ei tot kip hadden we een discussie. Wie
legt er nu dat ei? En zit er in alle eitjes een kuikentje? Sommigen waren er
van overtuigd dat kippen en hanen allemaal hetzelfde waren en dus allemaal een
ei konden leggen. Anderen moesten eerst nog even uitzoeken wie nu eigenlijk de
kip is en wie de haan? Tot Kato het antwoord gaf: Een kuikentje kan er pas
komen als de kip en de haan trouwen.
Het
was speeltijd en ik had bewaking. Seppe Symons kwam plots naar mij toe gelopen met een
ongeruste blik Juf kom kijken, daar is een slang!. Ik kwam vol verbazing
kijken en zag hoe een dikke regenworm verder kroop over de stenen van de
speelplaats.
We vierden Ilke haar verjaardag. Ik nam een alcoholstift en schreef op haar kroon
Hiep hiep hoera Ilke!. Toen zei Jasper Juf, thuis hebben wij ook zon
colastift.
We
hebben laatst geleerd hoe ridders de jonkvrouwen een kus gaven. Je moest dan op
één knie gaan zitten en op haar hand een hoffelijk zoentje geven. Aan het einde
van een schooldag moest ik nog snel wat gaan halen in de klas. Alle kinderen
waren hun jas aan het aandoen. Arno kwam in volle paniek achter mij aangehold.
Hij dacht dat ik niet terug zou komen en riep nog snel Wacht een snelle
ridderzoen! waarbij hij mijn nek naar beneden trok en een dikke zoen op mijn
wang gaf.