We worden vandaag haast elke dag geconfronteerd met slecht nieuws uit de economie. Er zijn momenten dat dit slecht nieuws leidt tot angstgevoelens. Zal ik mijn bedrijf door deze storm kunnen loodsen? Zal ik mijn baan kunnen behouden? Vinden mijn kinderen ooit nog een job?
Het goede nieuws is dat u niet alleen staat met uw angst. Een hele resem bekende wereldburgers waren op één of ander gebied echte angsthazen (Darwin bij voorbeeld leed aan agorafobie: hij was als het ware allergisch aan de soort die hij zo goed beschreef: mensen ). Dat heeft hen er niet van weerhouden om - elk op hun domein - geschiedenis te schrijven.
Angst heeft te maken met een mogelijk gevaar dat ons in beslag neemt, maar veelal ligt dit gevaar ergens in de toekomst en haast altijd wordt de angst gevoed door het gevoel dat we er maar weinig aan kunnen verhelpen. Zoals Mark Twain op zijn sterfbed liet optekenen: Ik heb veel problemen gekend in mijn leven, sommigen daarvan hebben ook echt plaats gevonden.. Uit wetenschappelijke experimenten blijkt dat we de neiging hebben om het bedreigende aspect van deze toekomstige gebeurtenissen te overschatten, terwijl we de controle die we erop hebben onderschatten.
A = O x M
Dit is een wiskundige formule. Angst is het resultaat van de vermenigvuldiging van de Onzekerheidsfactor met de Machteloosheidsfactor. Omdat het een product is, betekent dit dat als één van de factoren heel groot wordt, het resultaat kwadratisch vergroot (als de onzekerheid of de machteloosheid - of beide! - groot worden, dan wordt de angst heel groot. Maar het betekent ook dat als we één van beide factoren dicht bij nul kunnen brengen, dan zakt ook de angst tot dicht bij nul
Als we de onzekerheid heel klein maken, maar de machteloosheid is groot, dan zien we inderdaad de angst afnemen, maar het maakt plaats voor verslagenheid, lethargie, overgave. Als de onzekerheid groot is maar de machteloosheid dicht bij nul, dan hebben we te maken met veel zelfvertrouwen: ik weet niet wat er komt, maar ik los de zaak wel op
Volgens deze stelling komt het er dus op aan om zoveel als mogelijk van beide factoren zoveel mogelijk te kennen. Vandaar dat we een tabel opstellen met vier kolommen:
Wat weet ik over dit toekomstig probleem?
Wat weet ik er niet over?
Op welke elementen heb ik enige vorm van controle?
Op welke elementen heb ik volstrekt geen controle?
Het blijkt dat, indien op dergelijke analytische manier tewerk gegaan wordt, veelal vastgesteld wordt dat er minder onzekerheden zijn en dat we bovendien meer controle-mogelijkheden op de gevolgen hebben dan we eerst vermoedden. Vandaar dat een afgeleide vorm van de formule meer voldoening schenkt:
A = (O + M) x E
Angst = (Onzekerheid + Machteloosheid) x Ernst van de gevolgen