Mijn vader schuifelt moeizaam van de ene hoek naar de andere om uiteindelijk buiten adem in een stoel neer te ploffen. Zo'n jaar geleden werd hij geveld door een hersenbloeding. Ik trof hem aan in een bed in een ziekenhuis: zijn rechterarm maakte stuiptrekkingen die hij niet onder controle kreeg. Die stuiptrekkingen zijn gelukkig verdwenen, maar de bloeding heeft ook iets van zijn jeugdigheid gekaapt. Een epilepsie-aanval deed hem tien dagen geleden in een hospitaal belanden. Mijn vader, de enige die ik heb, koketteert vaak met de klinische zorg, piet Hein en de medische staf op een mild-ironische manier. Zo kreeg 'k een paar jaar geleden op café te horen dat hij in dronken toestand ten val was gekomen. De ambulance stond nog voor zijn deur, zodat ik mee in de wagen kon springen. Op "de spoed" vroeg een toegesnelde verpleegster wat er gebeurd was. "Ik heb geleefd", antwoordde hij. Vijf jaar geleden werd hij getroffen door een hartaanval. Ik herinner me alsof het gisteren was : een zonnige lentedag, ik was op de fiets naar het werk aan 't rijden. Mijn zus belde me op en ik was helemaal van slag. Met tranen in de ogen op het werk binnengestapt. Nadien weer zo'n anekdote in het hospitaal : een dokter die hem een vragenlijst voorlas. Mijn vader tegen de dokter : "U bent de belangrijkste vraag vergeten". De arts: "Hoezo?" Mijn vader : "Wat ik eet om gezond te blijven". En dus werden de grootkeukenmaaltijden vervangen door vetarme porties.
Nu is hij erg tenger en vermagerd. Hij krijgt ook met moeite zijn zinnen geformuleerd. Mijn zus en ik kregen minstens één keer per week een "vadermail" die bulkte van apocalyptische waarschuwingen, dan weer een anekdote uit zijn leven , de dromen die hij heeft... Die mailstroom ligt nu plots helemaal droog.
Ik hoop met mijn hele wezen, alles wat ik in mijn lijf heb, dat die mailstroom van vloekende, warme, dan weer weemoedige zinnen terug naar mijn mailbox vloeit. Zaterdag 6 november 2010 verhuizen we hem naar een serviceflat.