Werkweek 3. Een week boordevol ups en downs. Neem vooreerst het weeshuis. Het is een `holy week` (vraag ons niet waarom, de nonnen krijgen het niet verengelst), een vrije lesweek voor ons. Onze leerlingen zijn nergens te bespeuren dus we hebben tijd om ons bezig te houden met de kleintjes. Maar een bende Koreanen speelt voor spelbreker: een bezoek aan het weeshuis alias de zoo moet hun verblijf in Cambodja net dat tikkeltje meer geven. Apen of zielige kinderen, het maakt allemaal niet uit. Het aantal Koreanen is groter dan het aantal kinderen, dus onze bijdrage is miniem. Hopend dat het morgen rustiger zal zijn, verlaten we werkplek 1. Er is wel een (belangrijk) voordeel van al die Koreanen: de kinderen krijgen, zonder uitzondering, aandacht van al dat levend speelgoed. Ze lachen wat meer en zeuren/wenen wat minder. En ook de werksters (ruwe vrouwen die dagelijks komen helpen) hebben even tijd om op adem te komen, ookal moeten ze wederom uitleggen met wie er wel en niet gespeeld mag worden, hoe er wel en niet gespeeld mag worden, wanneer en waar er wel en niet gespeeld mag worden.
De rest van de week verloopt net als anders in het weeshuis. De kindjes begroeten ons met het enige Engelse zinnetje dat ze kennen: `Good morning teacher, hoooooow are you?`. Woensdag keren we positief terug naar huis: we hebben goeie, nuttige dingen gedaan (ook/zelfs in de ogen van de nonnen). Maar op vrijdag worden we weer opgesloten samen met de kinderen en de Australische vrijwilligster. `This place is getting worse and worse`, herhaalt ze meermaals. Elke dag vecht ze om het de kinderen aangenamer te maken. Elke dag vraagt ze beleefd aan een van de nonnen om iets van speelgoed te mogen gebruiken. En elke dag zijn er die teleurstellingen. `Depressing`, is het enige wat de Australische hierop kan zeggen. We mogen niet buiten spelen, ondanks het mooie weer. De kinderen krijgen elke dag hetzelfde eten (rijst met worteltjes, een beetje ei en nog minder kip), al lijken ze dit altijd met veel plezier op te eten.
Op school leren we de kinderen een hoop opposites (big/small, on/off, day/night). Voor de volgende les voorzien we een spel om de geziene opposites te herhalen, maar er zitten ineens een hoop nieuwe leerlingen in de klas, waardoor ons plan in het water valt en we al improviserend een nieuwe les in elkaar steken. Vervelend voor de oude leerlingen en voor de nieuwe. Zo gaat dat hier nu eenmaal: kinderen komen naar de les wanneer het hen past (ze moeten vaak helpen in het huishouden en op het veld). We schenken boekjes aan de school, zodat ze een tijdje aan elk kind een schoolboek kunnen geven. Nu zijn er die een boekje hebben, anderen hebben er dan weer geen...
Op vraag van een van de oprichters van het schooltje blijven we langer voor nog een klas, met leerlingen die volgens de leraar beter Engels kunnen en graag kennis willen maken. We vertellen hen wat over Belgie en voelen ons eventjes Kim Clijsters of Julia Roberts wanneer de les vervroegd wordt stopgezet om kiekjes te maken van ons tussen de leerlingen in. Net voor we vertrekken worden we uitgenodigd op het feestje van maandag, ter gelegenheid van ons vertrek. Nu zullen we weer jelly en andere rare dingen moeten eten, want nee zeggen (in het voordeel van onze maag) is onbeleefd in deze cultuur. We fietsen een paar versnellingen hoger om toch voor het donker op de grote baan te zijn. Hopelijk vinden ze mettertijd ook hier straatverlichting uit. De weg naar huis is wel prachtig bij zonsondergang en de vele lichten op de hoofdweg brengen ons meteen in een ontspannen stemming.
En dan zijn er nog de meest enthousiaste studenten. Dinsdag om 14u zitten de mijnslachtoffers ons op te wachten in hun piepkleine veranda. De stemming is wat minder vrolijk dan vorige week en we vragen ons af of we hen beledigd hebben. Het lijkt ons van niet. Op onze vraag waarmee we hen plezier kunnen doen, antwoorden ze rijst en zout. Dus woensdag rapen wij al onze spierballen bij elkaar om 50kg rijst met behulp van de fiets een kilometer te verplaatsen. We kunnen niet zeggen dat we niet opgelucht waren wanneer de man van het kraampje voorstelde om achter ons aan te rijden met de zak rijst op zijn brommer.
En dan weekend! Vanmorgen trokken we naar een hotel om van het zwembad en de zon te genieten. De zon verstopt zich goed, maar we profiteren toch van de vrije dag. Een cocktail onder een palmboom, als dat niet vakantie is! Morgen deel twee van ons verwenweekend: een echte Khmer massage, onze voeten in een bak vol vissen (Dr. Fish - zeer populair hier) en tientallen winkeltjes doen om souvenirs te kopen voor de thuisblijvers en voor onszelf.
Op naar een restaurantje waar ze rijst en kip serveren. Mama`s, voorzie alstublieft geen rijst op 30 augustus .
We denken niet dat we ooit nog zullen kunnen wennen aan het verkeer in Belgie. De minister van mobiliteit van Cambodja, die volgens ons onbestaande is, heeft de regels als volgt vastgelegd:
- blijf enkel voor rood licht staan indien je rechtdoor moet
- wie het laatst toetert krijgt voorrang
- stop nooit voor voetgangers, fietsers of dieren
- fietslichten zijn verboden
- remmen kost geld
- pink wanneer je niet wil afslaan
- ga minstens met 4 op 1 brommer zitten
De plaatselijke bevolking heeft ondertussen begrepen dat wij geen tuktuk of massage nodig hebben (tenzij we er zelf om vragen). Ze proberen het dan maar met iets anders: Marihuana en Cocaine? En wij blijven uiteraard vriendelijk `no thank you`antwoorden.
De lijst met dieren die ons pad kruisen wordt alsmaar langer. Maandag schudden we bijna de hand van de familie Aap, die we vervolgens een lift gaven op het dak van onze tuktuk. Dinsdagmorgen stak een dikke rat op haar duizendste gemakken de straat over, vlak voor onze fiets. Om nog maar te zwijgen over de varkens die al dan niet levend op een constructie op de bagagedragers van fietsen worden vervoerd. Vandaag viel ons oog op glibberige slangen rond de nek van twee kinderen.
Tot voor vandaag waren de huizen op palen in water op ons netvlies gebrand via de talrijke, tot de verbeelding sprekende postkaarten.Vandaag trokken we er zelf naartoe. Na het regenseizoen verdriedubbelt de oppervlakte van het Tonle Sap meer, vlakbij Siem Reap. Mensen die in en om het meer wonen zijn genoodzaakt zich aan te passen aan het waterpeil. Ze bouwen hun huizen dus op palen. Als het waterpeil laag staat, moeten ze trappen doen om bij hun `huis` te komen. Als het water hoog staat, staan de bewoners met elkaar in verbinding via de boot. Nu (het begin van het regenseizoen) spelen kinderen nog op het gras en in enkele plassen, over enkele weken plonsen ze als waterratten in de immense plas en zullen ze gedurende enkele maanden geen sprietje gras te zien krijgen. Hier wonen bijna uitsluitend arme mensen maar de hele arme mensen hebben na de regenmaanden alle pech van de wereld: hun huis staat niet op palen en bij het stijgen van het waterpeil stijgt ook hun graad van dakloosheid.
Voor diegenen die geen huis op palen zien zitten, geen nood, er zijn andere opties. Een ervan is de woonboot. Mensen steken hun hele hebben en houden in een boot, die als vanzelf meedobbert met het waterpeil. Praktisch, zou je denken, maar brute pech voor al wie zeeziek wordt. Dat is ook het geval bij de tweede optie: een drijvend huis. Deze hut blijft op dezelfde plaats drijven, maar stijgt of daalt naargelang de stand van het water.
Armoede troef in deze contreien. Mensen bezitten weinig en wonen met velen in een petieterig - al dan niet drijvend - hutje. Al wat er niet in past, zal onvermijdelijk in het water verdwijnen. En toch, de mensen zijn gastvrij en de enige rijkdommen die ze bezitten zijn elkaar en hun glimlach, ondanks het feit dat ze geen nagel hebben om aan hun gat te krabben.
De landschappen zijn fenomenaal mooi, gevuld met lotusbloemen (de bloem van Boeddha) en rijstvelden.
Zij die een vettige friet met hamburger gaan binnenspelen, groeten u!
Werkweek 2. In het weeshuis gaat alles zijn normale gangetje. Kinderen lachen, huilen, slapen, spelen, eten, pesten, slaan, plassen, schreeuwen,...
Nonnen schreeuwen, zagen, lachen amper, commanderen,... En blijkbaar vergat God hen te vertellen wat een positieve impact een alstublieft of dankuwel kan hebben. Met het geld dat we ingezameld hebben, kochten we papflessen, melkpoeder, tandenborstels, tandpasta, pampers, fruit, koekjes, zeep, shampoo,... Allemaal dingen die volgens ons nodig en nuttig zijn. We zijn er nog niet uit of de nonnen er ook zo over denken.
Van weeshuis naar school. Deze week verplaatsten we ons van twee hutten met kinderen naar een piepkleine veranda met enkele slachtoffers van de mijnen. Hele lieve, dankbare mensen die een mondje Engels willen leren. En wij kunnen ondertussen ook een aardig woordje Khmer spreken.
We leerden hen de verschillende delen van het lichaam aan, achteraf bekeken ietwat ironisch.
Imposant uitje aan de trekhaak van een winderig vehikel
Vandaag stapten we om 4u30 uit bed na een zo goed als slapeloze nacht. Onze tuktuk-man laat ons om 5u05 op om te vertrekken naar de fameuze tempels in de buurt van Siem Reap. We zijn niet de enigen: ook de haan en andere mensen - al even zot als wij - zetten op dit vroege uur koers naar dat wat een van de hoogtepunten van onze reis moet worden. Onze vrees om de zonsopgang te missen is niet helemaal terecht. Bij aankomst bij Ankor Wat (de meest imposante tempel genoemd) sprimgen we in een boekenprent: we hadden geen betere ochtend kunnen uitkiezen. De hemel is helder en geleidelijk aan laat de zon haar stralen zien. Zelfs onervaren fotografen als wij maken nu mooie foto`s. Een magisch begin van wat een hete dag belooft te worden.
Als de zon tot haar volle recht is gekomen, verkennen we de binnen- en buitenkant van de oude tempel. Eenvoudigweg mooi! Drie uren later wacht onze (al niet meer zo jonge) tuktuk-gentleman ons op om ons naar het volgende meesterwerk te tronen. We zien een stuk of acht tempelcomplexen, de een al wat grootser dan de ander, de een al wat aparter dan de ander. Net wanneer je denkt dat alle tempels er hetzelfde of `same same` uitzien, bots je op iets nieuws. Zo zien we bijvoorbeeld de ruines (in Cambodja kennen ze geen trema) van de Tha Phrom, die overwoekerd worden door de immense wortels van de wurgvijg. Amai, papa Pierreux zou hier zijn ogen de kost kunnen geven. De stijle trappen naar de top van sommige tempels zijn niet aan ons besteed (op gaat nog maar af is vreselijk). Ook mama Buvens zou hier niet voor staan te springen.
Aan eten geen gebrek! Vandaar het aparte hoofdstukje hierover. De goedkope maaltijden `dwingen` ons om elke avond gezellig op restaurant te gaan. Toch wel iets waar we elke dag naar uitkijken :). Het is des te leuker omdat de jonge meisjes die ons bedienen elke keer weer schuchter, nederig lachen en hun uiterste best doen om het voor ons zo aangenaam mogelijk te maken. Al zijn het wel slimme lokmiddeltjes om ons hun restaurant binnen te krijgen.
Eens per week verwennen we onszelf met een dessert. Deze week werd het een hemelse chocomousse in een hemelse ligzetel. Laat volgende week maar komen.
Donderdagmorgen (op donderdag houdt het weeshuis grote kuis) brachten we een bezoek aan `Crocodile farm`. Daar valt verder niet zoveel goeds over te rapporteren, dus laat ons maar overgaan naar het volgende.
Ons ganzenbord met de kinderen in ons schooltje was een succes! Twee vliegen in een klap: de kinderen amuseerden zich en ze herhaalden bovendien alles wat we hen al hebben geleerd. Halverwege de les viel de regen met bakken uit de lucht en dit zou niet stoppen tot diep in de nacht. Juist: wij kletsnat op onze fiets naar huis richting onze dagelijkse douche (alweer twee vliegen in een klap), maar deugddoend vanwege de hitte.
Met andere meerpotigen bedoelen we uiteraard de dieren die onze nachtrust verstoren (zie eerder). Maar daar houdt het niet mee op! Veel te grote spinnen en mieren kruisen ons pad voortdurend. We komen hagedissen tegen op de meest onsmakelijke plaatsen (aan het plafond boven ons dagelijks bord met rijst, boven ons bed, op onze voeten in de pagode,..). Verder staan we niet meer te kijken een koe midden op de weg of van een olifant die op zijn duizendste gemak voorbijwandelt.
Jawel, de nationale klederdracht in Cambodja is de pyjama. Jong, oud, dik, dum: pyjama`s zijn dik in de mode. Grappig om zien. Maar wees gerust, we zijn niet van plan om onze kleerkast aan te passen.
Het werken is zowel mentaal als fysiek moeilijk. De nonnen in het weeshuis hebben heel andere ideeen dan wij. We mogen bijvoorbeeld niet met de grotere kinderen spelen, maar mogen ons enkel bezig houden met de kleintjes en de baby`s. Spelen is ook geen sinecure. We moeten bedelen om een bal of om ander speelgoed, dat we dan met ons leven moeten bewaken want de nonnen willen niet dat het stuk gaat. Het speelgoed zit achter slot en grendel. Kinderen zijn volgens ons toch net kinderen om te spelen en dingen kapot te maken en te leren. De weeskinderen zijn trouwens meestal geen weeskinderen. Ze hebben meestal nog wel ouders, soms gaan ze af en toe zelfs naar huis, maar de ouders zijn vaak niet in staat om voor hun kinderen te zorgen. Bizarre wereld. Tijdens het eten worden we buiten gejaagd en even later moeten we maken dat we weg zijn zodat de kinderen een dutje kunnen doen. De nonnen geven ons dan andere werkjes: onkruid wieden, propere was ophangen (die voor ons eerder vuil is). Oh zo leuk.
In de school moet alles het liefste verlopen zoals de leraren het willen. Om hen woorden aan te leren tekenen we op het bord en ons tekentalent is beperkt, dus ze lachen met ons waar we bij staan. Deze namiddag goot het en dan is het moeilijk om les te geven: alles is nat, het dak maakt veel lawaai, de kinderen zijn hevig,... Verder is en blijft het moeilijk om hen iets te leren omdat wij geen woord Khmer spreken. De kinderen kennen al een hoop Engelse woorden en we zouden ze graag zinnen aanleren, maar door dat `taalgat`is dat onmogelijk.
De Engelse uitspraak van de Cambodjanen is hilarisch. Dagelijks horen we 999 keer `massaaa ladyyyy`(massage lady?) en `tuktuk ladyyy`. òne, two, three, four, faj`(die krijgen we echt niet afgeleerd).
Het eten is zalig lekker. We eten gezond en vooral veel! Voorlopig blijven we gespaard voor ziekte, diarree of andere leuke kwaaltjes. Duimen dat het zo blijft! In Belgie is het blijkbaar slecht weer, wel, hier is het `s morgens al 26 graden, rond de middag passeren we de 30. Nooit gedacht dat we zo blij zouden zijn met een spatje regen en een ijskoude douche.
Dit weekend gaan we Ankor Wat bezoeken, een groot domein met oude tempels. Moet zeer spectaculair zijn. Later meer over dat avontuur.
Tijdens onze reis naar hier hebben we veel tijd gehad om na te denken over onze eerste zin op onze blog. Dit zou hem worden: Bezint eer ge begint - doe vrijwilligerswerk in Bost. (dorp bij Tienen)
Maar dan zou ons avontuur veel minder leuk zijn. De vlucht was vreselijk. Heel moe kwamen we aan in Siem Reap, blij dat mensen van de homestay ons kwamen oppikken. De vlucht is een slechte referentie voor de eerste zin. Plus: een deuntje van de Dire Straits op de vliegtuigradio en we wisten dat het in orde zou komen (veelzeggend voor de Pierreuxs). Dus vergeet de `valse eerste zin`, want in Bost zouden we veel missen: De mensen zijn hier heel vriendelijk, de stad is mooi en gezellig. Het water in de douche is koud (zijn we nu heel blij om, vanwege de hitte). De tuktuk is een heel gezellig vervoersmiddel met lieve chauffeurs.
De 1e nacht in de homestay was op zich ook een heel avontuur: kikkers, koeien, vogels en wolven kwaken, loeien, tsjilpen en huilen allemaal tegelijk. Een hels lawaai. Lang leve oorstoppen. Er zijn hier momenteel 6 Belgen en 2 Nederlanders in de homestay. Leuk dat we Nederlands kunnen spreken `s avonds. Ze geven ons tips over eten, winkels, uitstapjes,...
Eten is hier spotgoedkoop. Voor 3 dollar kunnen we degelijk en lekker eten in een gezellig restaurant.
Gisteren was het onze eerste werkdag. In de voormiddag reden we met de fiets (`no rules` in het verkeer: fietser, brommers, tuktuks, auto`s door elkaar en rijden maar) naar een weeshuis. De kinderen worden verzorgd door nonnen. Ze zijn klein voor hun leeftijd, zijn vuil en stinken. Maar ze zijn ook lief en schattig en mooi. Koreanen en andere toeristen komen zonder meer binnen om foto`s te trekken van weeskinderen en snoepjes uit te delen om hun vakantie-voormiddag door te komen. Vergelijken met de zoo is dan nog zacht uitgedrukt. De kinderen zijn mager en ziekelijk en krijgen veel te weinig gezonde voedingsmiddelen. We zijn dan ook van plan om melk, brood,... te kopen.
Na de middag reden we per tuktuk naar de school (school?) om Engels (Engels?) te geven. De school zijn 2 afgelegen open hutten met enkel een bord. Het Engels is het alfabet met A from Apple en B from Banana. Andere woorden zijn moeilijk en de leraren doen vervelend als we die nieuwe woorden gebruiken. Alle dingen die er tijdens de lerarenopleiding ingedrild worden, zijn hier compleet onbruikbaar
Vandaag de stad verkend. Nu gezellig eten met 2 hollandse meisjes. We houden jullie op de hoogte!