R. Commers, het vrije denken, het ongelijk van een humanisme, p. 19
De problematiek die aan de basis ligt van dit boek houdt mij reeds lang bezig. Zij betreft de vrijdenker in de hoogkapitalistische maatschappij. Met dat laatste verwijs ik hoofdzakelijk naar de Westerse Wereld waar zich het centrum van de kapitalistische wereldeconomie bevindt. Die economie wordt sedert het laatste kwartaal van de 18e eeuw ondersteund door een steeds omvangrijker en ingrijpender technische uitrusting, het geheel van technisch hulpmiddelen in de organisatie van de produktie, de distributie en de consumptie. Dit zou niet mogelijk geweest zijn zonder de indrukwekkende ontwikkeling van de exacte wetenschappen en van de technologie. In omgekeerde zin droeg de ontwikkeling van de techniek en van de technologie bij tot de evolutie van de exacte wetenschappen. In het zog van de uitbouw van een kapitalistische wereldeconomie kolkten exact wetenschappelijke kennis, technologie en techniek mee. Zo werd de kern gevormd van een wetenschappelijk, technisch, industrieel, commercieel en financieel systeem dat wereldwijd ingrijpt en voortdurende bezig is nieuwe regionen op aarde te transformeren waardoor ze opgenomen worden in dat systeem. Met kan spreken van een wereldtransformatieproces dat over vier eeuwen is uitgespreid.
Men kan zich afvragen wat de positie van een vrijdenker hiermee te maken heeft. Bestonden er al geen vrijdenkers voor dit systeem van exacte wetenschap, techniek, nijverheid, handel en financiewezen explodeerde en wereldwijde allures aannam. Wat is dan het punt? Waarom van een problematiek wagen, zoals ik pas deed? Om dit enigszins op te helderen zou ik willen spreken over het spook dat door de ganse wereld jaagt. Het heeft een naam: het heet Leviathan. Dit staat voor een strenge maar niettemin ordende organisatie van de mensen ter bezwering van hun angsten en ter immer voorlopige bevrediging van hun verlangens.
Categorie:Que faire?
|