Inhoud blog
  • vrijdenken nog mogelijk?
  • Que faire?
  • Spinoza, een inspirerende vrijdenker
  • 12 mei 2012 : occupy Leuven, draag uw steentje bij !
  • Gezocht : klimaatethiek!! Geen gedram.
  • Maatschappelijke uitdagingen
  • Blinde vlekken van het humanisme
  • een humanimse eind 2000
  • een uitweg uit het WTK-bestel?
  • Renaissance : 8 punten
    Zoeken in blog

    Categorieën
  • Actualiteit (3)
  • Antwoorden gevraagd (5)
  • Bibliografie (1)
  • dé mens (3)
  • HELLO, wie daar? Over Hello (1)
  • Historische Piek Momenten (5)
  • ILO (1)
  • Que faire? (2)
  • WTK- bestel (1)
  • WWW- project (5)
  • Hello, Humanisme in Leuven
    HumanismeEcoLeuvenLOgie
    23-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.over dé mens en zijn Wereld
    In deze categorie worden inzichten verzameld over het mensbeeld, dierenbeeld en het wereldbeeld.  Hello hnateert bij voorkeur een niet synopatische lectuur.  Tussen ontologie, mensbeeld en ethiek is geen intrinsiiek verband.  Hier wordt steeds over  de methode van de "ontological phallcay" gewaakt.

    Categorie:dé mens
    20-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Welk wereldbeeld? Mensbeeld? Hoe te handelen?

    Welk wereldbeeld? mensbeeld? Welke positie neemt de wetenschappen in? Hoe nog te handelen?

    Het humanisme, dat weten we nu anno 2012, heeft iets te blindelings de wetenschappen ingezet voor een emanciperend wereldbeeld. Het postmodernisme heeft, in de tweede helft van de vorige eeuw de legitimiteit van de wetenschappen door en door bevraagd. En het lijkt erop dat de wetenschappen nog steeds geen gepast antwoord voor zichzelf gevonden hebben. Het Franse postmodernisme, en met name Lyotard is daarin ver gegaan. Hij heeft het immers aangedurfd om de wetenschap met één van haar verontrustende inzichten te bevragen. Hij heeft de thermodynamische aspecten van de kosmische ontwikkeling, die in feite niet meer is dan een langzaam maar zekere afkoeling, filosofisch trachten te plaatsen. Elke inschakeling van de wetenschap en haar gepretendeerde verdiensten kunnen er dan ook niet langer meer om heen: de menselijke kennis staat ten dienste van een kosmische orde, en haar ontwikkeling wordt daardoor aangetrokken als een attractor. Die orde stelt de mens ondergeschikt aan een ontwikkeling van complexiteit. Binnen die ontwikkeling is de mens slechts een tijdelijke verschijningsvorm. Slotsom is: dat wat zich als het meest menselljke presenteert, ook wel vooruitgang genoemd, heeft een uitgesproken onmenselijk karakter.

    Verrassend is dat eenzelfde kosmisch toekomstbeeld op de werkelijkheid, op basis van quasi dezelfde wetenschappelijke inzichten, door J.Kruithof ook scherp voor ogen gehouden werd. (grens, 53). Zijn conclusie is simpel maar vraagt tegelijk om een doortastende houding: «we moeten de moed hebben niet in sprookjes te geloven». En vooruitgang is nu eenmaal zo een sprookje, zo graag verteld door de wetenschap.

    Wat de politieke emancipatoire aanspraken van de wetenschappen betreft. Een andere Franse filosoof, Derrida, drukte even scherp uit: kennis is geen garantie voor democratie, noch voor morele verantwoordelijkheid of rechtvaardigheid, maar kennis is broodnodig.

    Sedert het uitdijnen van de postmoderne hype is de situatie alleen maar scherper geworden. Verwoordingen blijven echter achterwege. De wetenschappen hullen zich in een zwijgen. Misschien is dit zwijgen wel voorlopig?

    Het humanisme heeft deze vingerwijzing wel ernstig genomen en haar vizie op de wetenschappelijke opbouw van haar wereldbeeld bijgesteld: «het komt ons voor dat het humanisme van morgen de droom van het ene overzichtelijke wereldbeeld en de pretentie van een eenheidsbrengende doctrine zal moeten laten varen. […] een wereldbeeld gefundeerd door o.a. het experimentele onderzoek … is gebroken (HumanimseMorgen, p. 16). Dat betekent dat elke inschakeling van een wetenschappelijke argument om voorzichtigheid vraagt. Claims als bewijsbewaarheid en empirische resultaten zijn niet langer een krachtdadig argument. Wel uiterst noodzakelijk maar ontoereikend. Zij dienen ingebed te zijn. Er is voor elke wetenschapppelijk aanspraak een contextualisering nodig die zich boven de lopende legitimering durft te stellen. Voor de heersende legitimering hoef je maar naar de media te luisteren. Wetenschappers genoeg die hun groot verhaal blijven voortzetten. Maar zij leggen geen verantwoording af van het feit dat zij ingepakt zitten in een discours en zodoende doen zijn dus onwillekeurig aan een verdonkingmaning . Alleen zulke overstijgende ligitimering zullen emancipatoire aanspraken opnieuw doen verschijnen die werkbaar zijn, en die maatschappelijk inzetbaar zijn. Dergelijke epistemologische prakijken van zowel inbedding in lokale praktijken als overstijgende dimensies, lijkt de oude droom van de verlichting een nieuw aangezicht te geven. Kennisontwikkeling zou opnieuw emancipatoir kunnen zijn. Zij zou opnieuw de democratische handelingsruimte mee helpen vorm geven. Zij zou meewerken aan een toekomstige wereld waar een kennisontwikkeling functioneert , die de belofte van de democratie helpt waarmaken. Zij zou de lopende praktijken nog steeds durven legitimeren,maar dan op een bescheiden manier en gerichter. Of is dit oude wijn in nieuwe zakken? Misschien is deze oude wijn wel te vinden in de humanitische traditie. Zit hier geen mogelijkheid om het voor-moderne concept van de vrije gedachte terug boven te halen en terug leven in te blazen? Zo ja, dan dient het werk van R. Commers in het vrije denken voortgezet te worden. Een heractualisering van dit oude spoor van het vrije denken kan het ecologische denken misschien stofferen en een nieuw elan meegeven om de impasses die zich momenteel aftekenen, helpen te doorbreken. Zit hier de mogelijkheid van een versmelting van radicale gedachten uit verschillende denkrichtingen? Radicaal begrepen in de zin zoals L. Abigt dit mooi omschrijft in De verlichting vandaag.

    Het ecologische vraagstuk werpt ons voortdurend voor de voeten, en terecht, dat we leven in een globaliserendewereld, dat we leven in een versnellende wereld die ons dreigt in het halen.

    Het humanisme heeft in die stroomversnelling gezocht naar een voorlopige rustplaatsje: we menen, gegeven de ontwikkeling van de nieuwe en globale wereld, niet kunnen terug te keren naar oude en verdachte funderingen, waartoe we het positief humanisme van de rede en van de vooruitgang , of van de algehele en bevrijdende verwetenschappelijking van ons bestaan, rekenen (humanimsemorgen, p. 18). Een van de centrale waarden van het humanisme, de zelfbepaling transformeert zich. De globaliserende wereld werkt immers door in het gemoed en het gevoelsleven. Het empatisch vermogen krijgt hier een aanspreekpunt. Je leeft in je eigen wereld, en je dient een weloverwogen keuze te maken, als identiteitsgeste. Humanist zijn is zo een geste, maar nu een protetische geste en niet langer een profetische. Een prothese voor een zelfbewustzijn in wording in dwingende tijden van onzekerheid. Op die manier kunnen de hoogsprakerige ambities van een voortwoekerend antropocentrisme opzij gezet worden. Als té veel.

    In deze geglobaliseerde wereld waar wereldwijd ontoelaatbare humanistische toestanden de regel zijn, dienen we ons af te vragen hoe naar de mens als soortwezen te kijken dat hij niettegenstaande zijn talrijk en gevarieerde mogelijkheden deze status qua blijft verdedigen. Wat heeft dit te betekenen voor het eigen mensbeeld? Wat houdt de mensheid tegen om een nieuwe categorische imperatief te hanteren, beseffende dat er disproporties bestaan en zullen blijven bestaan

    Categorie:dé mens
    24-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.over antropocentrisme

    Een eerste verkenning van het antropocentrisme : kop van jut ?
    bijdrage : E.M.

     

    De eerste vraag die gesteld kan worden wanneer humanisme en ecologie naast elkaar gezet worden :  waarom ervaart men (blijkbaar) een spanning tussen humanisme en vormen van ecologisch denken.  Dan valt algauw het verwijt van het allesoverheersende antropocentrisme, en de centrale gedachte van de mens als maat van alle dingen.  Dit antropocentrisme wordt door veel denkers met de vinger gewezen, ook door humanistische denkers zelf.   

    Heel wat denkwerk is reeds verricht om op een gepaste manier met dit antropocentrisme te blijven omgaan.  Het is en blijft misschien niet zo onverstandig om te blijven spreken over dé mens, maar dan wel zeer duidelijk te spreken.  Of zoals gesteld in Humanisme Morgen [1992] : het is onze opdracht in de fundering van het humanisme ‘de’ mens te vermijden door er zo helder mogelijk over te spreken. [Humanisme Morgen, 1992, p. 17].  Het humanisme heeft reeds ingezien dat ze zich heeft ingeschreven in een project om het antropocentrisme te eenzijdig te interpreteren, en weet nu waar ze kan staan : « waardigheid en mondigheid als uitgangspunt nemen impliceert beslist niet noodzakelijk het opeisen van het alleenrecht voor de mens drager van waarde te zijn [Humanisme Morgen, 1992, p. 44].  

    We zijn nu zover gekomen dat we de mens, in al zijn mogelijkheden en onmogelijkheden kunnen gaan denken.  De ecologische crisis maakt misschien wel iets duidelijk van de mens en zijn mogelijkheden.  Het hedendaags denken van dé mens vertrekt van zijn eindigheid, en het beseffen van dat zijn eindigheid, en tevens de eindigheid van zowel individu, soort, planeet, kosmos. Het vertrekt van het gegeven dat elk mens hier een eindige periode vertoeft, en dit betekent nog een radicalere geworpenheid dan vroeger gedacht. En dat hier-zijn, dat hier-zijn tijdelijk werpt tegelijk een radicaal perspectief of het historisch karakter van het humanisme.  Dit betekent ten gronde het besef dat « onze tijd »  niet de tijd van alle  mensen is. 

     

    En tegelijk betekt dit dan druven de sprong te maken, over de vraagstelling naar de zinvolheid van het bestaan heen, om een engagement aan te gaan om in dit korte tijdsbestel geen energieverspilling toe te staan [Humanisme morgen, 1992, 18]. Het ecologische denken zet op dit uitnodigend perspectief toch een zekere domper daar een aanblik van de hedendaagse samenleving zegt dat er een grootschalige verspilling van menselijke krachten bezig en dat deze verspilling wel angstaanjagende planetaire gevolgen heeft aangenomenv[Humanisme morgen, 1992, p. 23]. En deze angst is zowel buiten- als binnenwereldlijk.  

    Het hedendaagse antropocentrisme wel gewapend om zichzelf beter in de hand te houden, en haar hegemoniale aanspraken doorzichtig  te kunnen maken, als een vorm van terecht zelfkritiek. 

    Maar er is meer aan de hand. Het antropocentrisme, in welke invulling dan ook, zal zich dienen uiteen te zetten tegenover …, en dat is een vraag op zich.  Het ecologische denken laat aanvoelen dat dé mens zich zal dienen ondergeschikt te maken aan iets groters [cahier 2, 2011, p. xx], en dat dit groters een hoog gehalte van nietmenselijk karakter zal hebben. En tegelijk leeft er een hoog karakter van machteloosheid over het slagkracht  van zowel het individuele als het collectieve handelen.  Ook hier lijkt iets bovenmenselijks de menselijke ontwikkeling aan te sturen.   En voor het we beseffen, zitten we meer met een of andere godheid opgezadeld.  Gelukkig is daar een postmoderne milieufilosofie die daar een rem om zet. Elk spreken dat een allesomvattend grootheid invoert is verdacht en is een camouflagetechniek voor het wegmoffelen van vervelende vragen [cahier, 2009, DT], zelfs onbehaaglijke vragen.

    Kortom, dient het antropocentrisme nog kop van jut te zijn ?  Ligt het menselijke niet onder spervuur ?    Hedendaagse humanisten weten hoe te spreken over dé mens en weten daar een zinvolle strategie tegenover te plaatsen om, wat haar schaduwzijde destijds wel eens was, nu als schaduw te kunnen zien.  En dan kun je je afvragen, hoe het denken zich had kunnen ontwikkelen had Plato niet de filosoof opwaarts naar de zon gestuurd, als eerste ruimtevaarder avant la lettre, maar indien de gevangenen zelf de schaduwen  hadden gezien.   Welke denken zou dan gestalte gekregen hebben ?  Het ecologische gebeuren is misschien een kans om te her-denken, en opnieuw volop te gaan voor een humaan, aards én planetair bestaan in deze kosmos, waarbij nu nieuwe en onbekende spelers op de bune verschijnen.  Zijn we nog steeds geketend ?

     

     

    Enkele denksporen voor het www-project

     

    ·        Het ecologisch denken raakt aan de zingevingsproblematiek van het humanisme.  Wordt deze onder spanning gezet ?  Het humanisme accentueert toch al een tijdje de eindigheid van het menselijk bestaan.  Wat is dan de extra betekenis van een eindige eindigheid?

    ·        Zijn er (humanistische) praktijken aan de duiden die een invulling geven van dit soort verzachtend humanisme ? Op welke manier geven deze een antwoord op de vraag « wat te doen » ?  Welke beloftvolle ontwikkelingen kunnen hier aangeduid worden ?    

    ·        In al het tijdelijke lijkt toch nog een instantie een behoorlijke bestendigheid te bezitten, namelijk het markteconomische denken.  Geeft dit te denken ?

     


    Categorie:dé mens


    Blog als favoriet !

    E-mail Hello

    Druk oponderstaande knop om te e-mailen.


    Hello a message

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs