Belevenissen in het land van de Magyaren - Kalandok a magyarok országában. Deze blog gaat over Hongarije (Magyarország), voor velen onder ons een vrij onbekend land, ver van mijn deur. Daarom tracht deze blog ons een beter inzicht te geven in dit land, zijn tradities, zijn cultuur, de anekdotes, de lokale gebruiken en evenementen, het landschap en vooral zijn boeiende geschiedenis .
- Ez a blog Magyarországról szól, sok külföldi szemében egy ismeretlen ország, amely messzén áll az otthonunktól. A weboldal sok érdekes kérdést megmagyaráz erről az országról, a hagyományairól, a kultúrájáról, viccekről, a helyi hagyományokról és eseményekról, a tájról és mindenekelőtt Magyarország feltűnő történetéről mesél.
07-04-2023
Voetbal in het midden van het niets - 25 jaar geleden ontdekt J Stadler dit spelletje - Een merkwaardig verhaal van een merkwaardige man in Akaszto
Ok, de algemene fanherinnering kent een spannend, bijna
legendarisch verhaal uit de wilde jaren negentig, toen noch het land, noch ons
voetbal de plotselinge vrijheid aankon. Competitieve sporten hadden het
moeilijk en leerden de basisprincipes van marktgericht werken als een
stiefkind. Alleen gelaten, clubs ondertekenden soms contracten met atleten op
een zeer formele manier en betaalden ze niet, om nog creatievere redenen uit te
leggen. Sponsors, investeerders, mecenassen en magnaten gaven elkaar de deurklink
in de hand met de belofte van de komst van Kanaän.
Tussen al deze verhalen springt degene die in 1993 in
Kiskõrös begon eruit. Het lokale team deed mee in de oostelijke groep van de NB
II, niet zo slecht, aangezien het op de vierde plaats stond toen de zeer
welgestelde herder die zakenman werd József Stadler arriveerde, die als eerste
achter het team stond als sponsor en dan als eigenaar. De ambitieuze zakenman
versterkte het team grondig voor het volgende jaar, dat het kampioenschap van
de tweede divisie won tegen Hatvan FC en het recht verdiende om te starten in
NB I, als het eerste Bács-Kiskun County-team.
Stadlers droom was om zijn team in heel Europa bekend te
maken en daarvoor had hij niet alleen goed voetbal nodig, maar ook een
spectaculair stadion. Nadat de stadsbesturen van Kecskemét en Kiskõrös hem
eruit hadden geschopt, dacht hij erover na en nam het team mee naar zijn
geboortedorp Akasztó, dat slechts 3.000 zielen had, waar hij een arena bouwde
die plaats bood aan 22.000 (!) alle noden van zijn tijd. De faciliteit
huisvestte ook een restaurant, hotel en bar van hoge kwaliteit, waarvan de
laatste - vooral na het winnen van wedstrijden - veel hielp bij teambuilding,
althans volgens de legende.
Het was in ieder geval typerend voor de club dat het zich
naast Hongaarse spelers probeerde te bewijzen op de Oost-Europese markt, dus
bezochten verschillende Roemeense, Oekraïense en andere post-Sovjet-voetballers
Akasztó. Voor NB I ging het team niet met Vilmos Tellinger, die het
kampioenschap in de tweede divisie won, maar met de Roemeen Ioan Patrascu, maar
die werd na zes wedstrijden de deur gewezen, nadat Stadler FC een beetje vast
kwam te zitten bij de start en slechts één keer won . Zijn plaats werd
ingenomen door István Sándor, die als Hongaar uit Transkarpaten beter kon
opschieten met de Russisch en Oekraïens sprekende spelers (waaronder Igor
Nicchenko, die in de winter aankwam en later een mooie carrière in ons land
beleefde).
De coachwissel kwam, het team eindigde op de negende
plaats in de competitie met 16 teams, wat een acceptabele prestatie was van een
nieuwkomer. Misschien wel de meest opbeurende 90 minuten in de geschiedenis van
het team en de club was de laatste wedstrijd van dit seizoen, waarin 22.000
mensen (volgens sommige bronnen 25.000) geïnteresseerd waren in de uitwedstrijd
van Ferencváros. Tegen het tweede topseizoen nam de erkenning van het team toe,
het was in staat om steeds betere spelers op Hongaars niveau te verwerven,
bijvoorbeeld Attila Dragóner, die later vele malen zou worden geselecteerd,
arriveerde die zomer ook, en investeerders die geïnteresseerd waren in ook
financiële steun van de club wist men te overtuigen. Zo werd de later
gelijknamige brouwerij Innstadt een van de sponsors. Nièsenko bleef goed
scoren, het is geen wonder dat hij in de winter werd gecontracteerd door
Ferencváros, bovendien werd hij de topscorer van het seizoen met 18 goals,
waarvan hij er acht scoorde in Akásztó in de herfst. Het stadion, gebouwd in
het midden van de woestijn, was ook populair bij bezoekende fans, en het was
bijna een bedevaartsoord, iedereen wilde het huis zien van het team dat uit het
niets groeide. Stadler FC eindigde dit seizoen ook op de negende plaats, maar
over het algemeen symboliseerde dit niet het gebrek aan ontwikkeling, maar
eerder het bestaan van stabiliteit.
Dit was vooral belangrijk in het licht van het volgende
seizoen. Eigenaar József Stadler kreeg steeds meer te maken met onderzoeken van
de Belastingdienst, die steeds meer onregelmatigheden aan het licht brachten. In
het seizoen 1996-1997 was Stadler FC ziek, en net als de eigenaar pakten
donkere wolken zich samen boven het team, en bij het horen van het slechte
nieuws trok Innstadt zich terug uit de supporters van de club. Het bedrijf
genaamd Ecker kwam later in zijn plaats, dus het team opereerde een tijdje
onder de naam Ecker-Stadler FC, maar de beste spelers verlieten bijna de een na
de ander de club, die alleen zijn toplidmaatschap kon behouden in de
kwalificatiewedstrijd tegen Dunaferr.
Het dieptepunt van het verhaal valt ook samen met de
persoonlijke tragedie van de eigenaar. Na de strafzaak tegen de eigenaar in het
seizoen 1997-1998 had het team minder energie, aandacht en geld over, waardoor
het een onverbiddelijke neergang begon. Toen József Stadler in het voorjaar van
1998 werd veroordeeld tot gevangenisstraf op beschuldiging van belastingfraude
en andere economische misdaden, kon al worden geraden dat de geschiedenis van
het team ten einde liep, de spelers speelden hun wedstrijden praktisch alleen
vanwege hun sportiviteit, zonder betalen. Het is echter waarschijnlijk dat ze
afscheid zouden hebben genomen van het beste team, zelfs zonder wat er buiten
het veld gebeurde, nadat ze in het hele seizoen slechts vier overwinningen
behaalden in 34 ontmoetingen.
József Stadler stierf uiteindelijk op 66-jarige leeftijd,
in 2017, nadat hij een beroerte had gekregen tijdens het signeren van een boek
over zijn leven. Kenmerkend voor zijn gewoonte is dat hij zich zelfs in de
laatste fase van zijn leven aan het voorbereiden was op de hemelvaart, hij had
plannen voor het stadion, hij wilde daar een festival organiseren naar het
model van Sziget. Zelfs als hij dit niet heeft meegemaakt, heeft hij zeker
zoveel bereikt dat het team met zijn naam voor altijd een gedenkwaardige episode
in de universele geschiedenis van het Hongaarse voetbal zal zijn.
Who are the Székelys? Meer info over dit Hongaarse volk
Today, roughly every one out of fifteen Hungarians is a Székely. Székely people (sometimes referred to as Szeklers in English) in the 16-17th century and today were struggling with the same problem: to regain their rights. Hopefully, their situation can be settled according to 21st-century values. Let me remark right at the beginning, that I use the Oriental name order for Hungarians where family names come first; it is naturally applied to the Székelys.
A Székely girl in Hungarian attire, on horseback
Székely people are ancient Hungarians, living in Transylvania in Székelyföld (Szeklerland), situated in Romania. They even had autonomy during socialism between 1950-1968. There live about one million Székely people on land that is bigger than Kosovo. It means that almost every ninth or tenth Hungarian in the world is a Székely. Just like my wife whose family was deported from their homeland in the 1930s they were given an hour to pack their belongings. Almost every Hungarian family has similar stories, unfortunately. Let us not forget that a significant population descending from the Székelys of Bukovina lives in Tolna and Baranya counties in Hungary, and in certain districts of Vojvodina, Serbia.
The Székely Land in Europe
The Székely question is a touchy one and ignoring it just makes things worse. Fortunately, there are more than a few Romanian friends of mine who think the Székelys are not a threat but rather an asset in Romania. Indeed, just like the German Saxons, the Székelys are contributing a lot to their present countrys heritage, and similarly to the entire Hungarian nation. Hopefully, their problems can be solved in the European Union, unlike in the 16th or 17th centuries.
Székelys in Székelykeresztúr, 2016
Székely people consider themselves the most ancient Hungarians, the remnants of Attila, the Hun, who had left them behind in Transylvania, according to their legends. These legends recount that a contingent of Huns remained in Transylvania, later allying with the main Hungarian army that conquered the Carpathian Basin in the 9th century. The thirteenth-century chronicler Simon of Kéza (Kézai Simon) also claimed that the Székely people descended from Huns who lived in mountainous lands prior to the Hungarian conquest. Indeed, in the early Hungarian chronicles, it is written that the home taker Chief Arpád found the Székely people there when he arrived with his Magyar (=Hungarian) tribes in Transylvania. The Székelys greeted him with great joy, as a kinsman would.
The flag of the Székelys from the 16th century
Later, the Székelys served as border guards, mainly in Transylvania but many of them were settled all over the borders of the Hungarian Kingdom. Without the Székely soldiers, it would have been difficult to block the attacks of eastern nomadic tribes: the Cumans, the Peschneghs (Besenyõ), and the Oguz, not to mention the Mongolians. Their warfare was quite similar to the ancient Hungarian horse archers so they were rather effective against the eastern assaulters. Moreover, they could give a small army to the king against the Ottomans until the end of the 18th century.
As for the Transylvanian Principality in the 16th-17th century, the Székely nation was counted in the traditional alliance of the three nations: the Hungarian noblemen, the German Saxons, and the Székely guardsmen who were considered a distinct ethnic group natio Siculica. However huge centralized power the Prince of Transylvania possessed, he had to rely on their support. At the beginning of the Ottoman wars, the Székely territories came under the leadership of the Count of the Székelys(Latin:Comes Siculorum), initially a royal appointee from the non-Székely Hungarian nobility who was de facto a margrave; from the 15th century onward, the voivodes of Transylvania held the office themselves, under the rule of the Hungarian kings. These three groups ruled Transylvania from 1438 onward, usually in harmony though sometimes in conflict with one another.
COA of the Transylvanian Principality, with the Székelys symbols and the 7 Saxon towns in it.
In the 17th century, they still used their old runic alphabet. You are supposed to read it from right to left: : Read: székely-magyar-rovás
The Székely Land in Romania
The Székelys, these tough mountain people were tending their lands and lived in strict communities but in times of war, they were mostly soldiers and they traditionally guarded the mountains and their passes. In the 16th century, many of them decided to become a peasant and pay taxes instead of the hard life of a soldier.
A traditional Székely gate
Prince Báthory Zsigmond could muster 24,000 soldiers in his camp in 1595. At this time, most of them had bows and arrows as well as spears but 9,200 of them were supplied with rifles. They were concerned about their ancient privileges to be free soldiers and not peasants and in the 15th-16th centuries were often divided by religion. They tended to support those powers who promised them the protection of their rights so they had been manipulated with great success. Székelys are famous for their military deeds, for example, you can read about the battle of Szárhegy when a handful of Székely warriors successfully defended the border against 3,000 Crimean Tatars and Moldavians:
In the age of Prince Rákóczi György I, they supported the Prince: their general, Zólyomi Dávid and his Székelys helped the Prince to defeat the attack of Palatine Esterházy in 1631. The Prince used them to guard the borders in 1634 when the Turk Grand Vizier was marching in Wallachia. The Transylvanian prince visited them in person during the summer of 1635 to muster their forces. Then he tried to compensate for their harm and gave them justice and more privileges. He sent them against the Turks in 1636: the Székelys bravely fought against them at Nagyszalonta, led by Kornis Zsigmond. Here you can see a few nice examples of Székely pottery:
Székely pottery (from a stove)
Yet, this is just a fragment of their history. When reading my page, one will encounter the deeds of Székely warriors almost every second time when it comes to telling a story. Not to mention the fortified churches of Székely Land that helped them to survive the numerous raids of Ottomans and Crimean Tatars. You can find many of these fortifications if you check out my menu and visit Castles in the Hungaries, choosing Transylvania.
Hungarian Székely soldiers in the 16th-17th century (by Somogyi Gyõzõ)
It is fascinating, that these Székely people, the easternmost Hungarians, one million of them are still living in Romania, like the Scots on the other fringes of Europe. The comparison with the Celts gave me the idea to write my historical novel whose hero is a Székely-Scottish soldier in the 17th century. In fact, the descendants of Scottish mercenaries of the Transylvanian princes had mingled with the local Székelys, according to my sources. This is my historical fiction novel, The Ring of Kékkõ Castle:
Many more things could be told about the Székelys, their history is unique among the Hungarians, though it cannot be separated from the nations history.
The main military actions of the Székely people in the 16th and 17th centuries:
According to the summary of Konnát Árpád, a Székely historian, the following events can be highlighted in this period:
1506:King Ulászló II wanted the Székely people to pay the so-called ox tax as everybody else did in case of the birth of a royal heir. The székelys rebelled and made camp at Marosszék. Captain Tomori Pál of Fogaras castle set out against them with his 500 cavalrymen but for the first time, he suffered a humiliating defeat. Then, Tomori retreated and collected a more serious army from the royal castles, and scattered the Székely rebels. Read more about Tomori Pál here:
1510-1511:the common Székelys rebelled against the primors, their higher class in Csíkszék- and Gyergyószék. They plundered the properties of the wealthy primors and killed those who were not running away.
1514:Székely troops were used to put down the peasant uprising of Dózsa György. They were led by Szapolyai János. The peasants of the rebelling monk, Brother Mészáros Lõrinc were defeated near Kolozsvár by the allied Székely-Saxon army, commanded by Lieutenant Barlabási Lénárd. Soon, Andrási Márton led the Székely cavalrymen in the Battle of Temesvár where they scattered the army of Dózsa György.
The Peasant War of Dózsa in 1514 had weakened the kingdom before the Ottoman attack
1519:The Székely pixidarius infantrymen rebelled and killed their leaders. They moved toward the Erdõvidék region to join the other Székely troops of the Háromszék area. However, their uprising came to an end at Homoródszentpál because the army of Szapolyai János defeated them.
1527-1528:All of the Székely people took part in the Hungarian civil war, they were supporting the national party against the Habsburgs. We can find the Székely soldiers in the lost battles of Tokaj and Szina as well as in the victorious battle of Sárospatak.
1529:Voivode Péter of Moldova took advantage of the contest for the throne in Hungary and attacked the Székely Land, destroying and plundering it for a month.
1531:Székely mercenaries took Saxon towns for King Szapolyai János. Read more about the German Saxons of Transylvania here:
1542:Voivode Péter of Moldova attacked the Székely Land again and pillaged it for a month, then the Székely troops, joined by other soldiers of the Transylvania beat him out of the country.
1543:In spite of the fact that it was banned by their ruler, the Székely soldiers of Háromszék led a private raid against Wallachia and returned home with a huge booty.
1548:Voivode Radu of Wallachia was made to resign and he hired a couple of thousands of Székely mercenaries to regain his throne. However, he was severely beaten by Voivode Mircse in the battle of Peris. Almost all the Székely mercenaries died in the fight. As an act of revenge, the Székelys of Háromszék attacked the Muntenia region and loot the area.
1550:A Moldavian (Romanian) army attacked the Székely Land, and while they were busily pillaging the countryside, the army of a soldier called Kemény János delivered a staggering defeat on them. At the same time, Kendefi János defeated the intruding Wallachian (Romanian) army at Szeben.
1551:The Székely soldiers took Lippa castle back from the Ottoman Turks.
1562:It was the first great Székely uprising under the command of Nagy György, Szepesi Ambrus, and Bán András. At first, they beat Captain Majláth Gábor of Fogaras castle in an open battle, and they burn the masons of all the wealthy Hungarian and Székely noblemen. The arriving royal army defeated the smaller Székely army at Kisgörgény, and the larger Székely army surrendered. Before going home, they gave out their leaders to King János Zsigmond (the son of King Szapolyai János) who had them impaled at once.
1575:The Székely units took part in the Battle of Kerelószentpál, supporting the usurper Bekes Gábor. Báthory István (later Polish king) won the fight, and he executed 34 Székelys on the spot who had instigated the uprising. Then, he ordered to cut off of many of the captured Székelys body parts.
1577:Báthory István helped Voivode Péter to retake his throne, with the help of a Székely army.
1579-1581:Several Székely units took part in the northern campaign of King Báthory István of Poland when he beat the Russians over the region of Dwina. There were not only Székely soldiers but Székely carpenters who built cabins for the Hungarian-Székely-Polish-Lithuanian troops for the winter season.
Báthory István aka Stefan Batori (1533-1586)
1594:Székely auxiliary troops fought in Moldova and in Wallachia. Under the command of Kornis Gáspár and Daczó Ferenc, they captured the pro-Ottoman Voivode Áron in Moldova and took him to Transylvania. At the same time, the Székelys helped the fight of Voivode Michael in Wallachia against the Turks.
1595:In the Battle of Gyurgyevó, the devastating volley of the Székely infantrymen was the first step toward the victory of the Christians against the Ottomans.
1596:It was the time of the so-called bloody carnival which was the largest Székely uprising. While Prince Báthory Zsigmond was away (he resigned several times from the throne), he appointed Bocskai István, his loyal general to guard the country. Báthory, when heard of the Székely rebellion, ordered his officers to restrain themselves from atrocities. Yet, they disregarded his instruction. Toldy István and Bogáthy Boldizsár herded up all the main rebels in Marosszék and they bestially executed them, hanging or impaling them. Apafi Miklós defeated the Székely common infantrymen from Gyergyó, led by Gál János at Újfalu and killed all of the captives. Hearing this, the rebels of the Csík district laid down their arms but they could not avoid punishment so easily. In Háromszék, the Székelys were also scattered after smaller fights by the soldiers of Ravazdi György. The troops of the Transylvanian prince are allowed to plunder the entire Székely Land as if they were in a hostile land in a foreign country.
Prince Báthory Zsigmond of Transylvania is not loved by the Székelys
1599:In the Battle of Sellenberk, the Székelys were fighting against each other. The Székelys from Marosszék and Aranyosszék districts sided with the Transylvanians while the rest of the Székelys were in the army of Voivode Michael the Brave. After the battle, Prince Báthory András of Transylvania was slain by a common Székely soldier called Ördög Balázs from Csíkszentdomokos. The castles called Székelytámadt (Székelys attacked) and Várhegyi castle were demolished because they had been built by King János Zsigmond to control the Székelys. Also, the Székelys of Háromszék region captured Ravazdi György, and took revenge on him because of the bloody carnival, killing him in a most hideous way.
1600:Under the command of Székely Mózes, the Székely troops took Moldova but they developed an argument over the booty with their Wallachian (Romanian) allies in Tatros. In the end, the enraged Székelys slaughtered most of their Wallachian allies. Later, in the Battle of Miriszló, most of the Székelys fought on the side of Voivode Michael the Brave, and they were the ones who made a last stand at the end. Here is more about this battle:
1602-1604:It was the age of General Bastas terrible rule. The Italian-Albanian General Giorgio Basta and his western mercenaries, accompanied by the Hungarian Hajdú soldiers were devastating the western part of the Székely Land. They burned up the city of Marosvásárhely twice, and defeated Székely soldiers of Nyárád at Nyárádtõ, they were the guards of Bethlens castle and they were all slaughtered.
1603:The Battle of Brassó was also called the Mohács of Transylvania, referring to the disastrous defeat of 1526. Voivode Serbán Radu of Wallachia defeated Prince Székely Mózes of Transylvania. In this particular battle, the Székelys coming from Aranyosszék, and Marosszék regions as well as the common and wealthy Székelys from Háromszék and Csíkszék districts were fighting in the Transylvanian army while many common Székelys from Háromszék and Csík were in the army of the Wallachian voivode. The Transylvanian prince was killed by a Székely infantryman from Csíkszentmihály, his name was Katona Mihály. Read more about this fight here:
1605:The Bocskai Uprising. Gyulaffi László (he was not the famous Borderland warrior with the same name) csak névrokona a híres végbeli vitéznek) was the commander of the Székely army which was forcing several German Saxon towns to be loyal to the Transylvanian prince instead of the Habsburg king. At the same time, they beat the Wallachian troops out of Transylvania.
1608:The entire Székely nation took the side of Prince Báthory Gábor and they successfully fought against the Transylvanian Saxons and the Wallachians, just like against the troops of Forgách Zsigmond of Kassa (Kosice, Kaschau).
1617:During the Ottoman-Polish war, there were Transylvanian troops in the Ottoman army, including Székelys but they did not take part in any fights against the Polish; instead, they tried to help the negotiations between the Polish and the Turks.
1619:During the first campaign of Prince Bethlen Gábor against the Habsburgs, the Székely troops get as far as Bohemia but they were late from the Battle of White Mountain. However, they smartly took advantage of the confusion and plundered the region on the way home.
1623:There were Székely soldiers in great numbers in the second western campaign of Prince Bethlen Gábor, too.
1626:The third campaign of Bethlen Gábor. We could find Székelys in these struggles, just like in Bethlens western and eastern diplomatic missions when he favored sending Székely noblemen who were famous for their shrewd thinking.
1637:Prince Rákóczi I György sent Székely soldiers to defend Voivode Máté of Wallachia against Voivode Lupul of Moldavia.
1644:Prince Rákóczi Zsigmond, the son of the previous ruler took the Székelys along to his victorious western campaign to Royal Hungary. The taking of Szatmár, Kassa, Fülek, Szerencs, and Jenõ castles was done mainly by Székely infantrymen. The Székelys officers were Toldalagi Ferenc, Kemény János, Jármi Ferenc, Mikes Mihály, Szentpáli István.
1645:The second wave of Székely reinforcement came to the western front, to aid the besiegers of Brno. Swedish General Torsternson asked for Székely auxiliary forces from Prince Rákóczi.
1653:Prince Rákóczi II György sent Kemény János to fight against Voivode Lupul of Moldova, his small army was made up of some Székely units. At first, the Moldavians (Romanians) defeated them with the help of Cossack troops but the Székelys beat them in the second Battle of Jászvásár (Iasi). Chief Captain Petki István of Csík district and the soldiers of Mikes Mihály took Szucsava (Suceava) in a fierce fight against the allied Polish-Cossack-Moldavian forces.
1655:Prince Rákóczi led the Transylvanian army in person to Wallachia and defeated Voivode Hericza at Ploesti because he had rebelled against Rákóczis candidate for the Wallachian throne. Rákóczi took him home as a captive. The Székely units role in this campaign was to soften up the enemy, their commander was Mikes Kelemen, Chief Captain of Háromszék.
1657:The disastrous Polish campaign of Prince Rákóczi: like almost the entire Transylvanian army, the Székelys were captured by the Crimean Tatars. Only the lucky and the wealthy ones could ransom themselves. You can read more about this horrible war here:
1658:The Moldavian (Romanian), Cossack (Ukrainian), and Crimean Tatar hordes were burning and pillaging the whole Székely Land, inflicting terrible damage. The Székely women, children, and old men who were left at home at Gyergyószárhegy defeated an army of 3,000 intruders.
1659:Prince Rákóczi took Transylvania back with Székely help from Prince Barcsay Ákos who had been appointed by the Turks.
1660:There were several Székely units in the unlucky battle of Szászfenes. They were able to repel the enemys attack several times but they had to withdraw because the foe surrounded them. Prince Rákóczi got mortally wounded in the fight. Then, Barcsay Ákos set out against the Székely Land with Transylvanian troops. The Székely Chief Captain Mikes Mihály took himself into Ecsed castle and resisted. Another renowned Székely warrior, Szárhegyi nemes (noble) Lázár István was captured but he escaped and instigated the whole Székely Land. Some wealthy Székelys who were loyal to Prince Barcsay got hanged. However, the Székelys accepted the new prince after a long fight and made a contract with him.
1661:It was the year when the Székely Land was devastated for the second time, this time mainly the Ottoman Turks did the job. It was because the Székelys supported Prince Kemény János and not Prince Apafi Mihály who was backed by the Turks. The Székelys were desperately defending the mountain passes of the Csíkszék district but the Turkish light cavalry got through the forest and surrounded them.
1663:Some Székely units had to join the Ottoman army which was besieging Érsekújvár (Nové Zámky) but they did not take part in the fight in earnest against the Imperial and Hungarian troops.
1690:The German commanders put the Székely troops in the reserve in the Battle of Zernyest, and they fled without putting up a fight. The enemy consisted of the troops of Prince Thököly Imres Hungarian-Crimean Tatar-Wallachian (Romanian) soldiers.
1694:The Crimean Tatars sent a raiding party into Felcsík district and herded about 7,000 Székelys into slavery.
Note: these were still the major military events but the situation was not quite peaceful in Transylvania, except for the reign of Prince Bethlen Gábor and Prince Rákóczi I György. There were continuous clashes on the Borderland between the Székely border guards and the smugglers and the bandits, especially during the first part of the 17th century.
Prince Rákóczi György II Prince Barcsay Ákos The Monument of the (Gyergyó)Szárhegy Battle in 1658 Székely red infantrymen, 17th century (by Somogyi Gyõzõ)
A Transylvanian infantryman in a blue uniform (by Somogyi Gyõzõ) - The flag of Bethlens army - A Transylvanian Hussar (by Somogyi Gyõzõ)
"Chinees "vredesplan" voor Oekraïne? Laat me niet lachen! door Andras Csengö
Het (internationale) journaille schijnt heel graag zo snel mogelijk een staakt het vuren in Oekraïne te willen bereiken. Hè, maar de taak van journalisten is toch om de nieuwsconsument te informeren over de belangrijke gebeurtenissen in de wereld én om deze te duiden? Juist, maar met deze duiding is in verband met de Oekraïne-oorlog iets merkwaardigs aan de hand. Van de week kwamen de Chinezen met een twaalfpuntenplan dat als uitgangspunt zou kunnen dienen voor het starten van vredesbesprekingen tussen Rusland en Oekraïne. De term twaalfpuntenplan komt uit de koker van de redactie vanNOS.nl, NU.nl gaat zelfs nog een stap verder. Dit nieuwsportaal rept over een Chinees vredesplan. Maar in hoeverre zijn deze omschrijvingen juist?
Ik heb het twaalfpuntenplan er even op nageslagen, maar daarin staan slechts algemeenheden vermeld. Het eerste punt meldt Chinas (algemene) respect voor de soevereiniteit van elk land, maar op de concrete situatie in de Donbas en de Krim gaat het document niet in. Oekraïne en Rusland worden niet eens met name genoemd. Verderop roept China partijen op om de vredesbesprekingen te hervatten. Hervatten? Ze zijn nog niet eens begonnen! O ja, voor de volledigheid meent China dat in een conflict het nooit gepast is om nucleaire wapens in te zetten. Dat is het allemaal wel zon beetje. Van een vredesplan is geen enkele sprake, de titel van het document spreekt bovendien vanChinas positionin het conflict. Dat is geen twaalfpunten
De NRC-redactie formuleert iets voorzichtiger, Garrie van Pinxteren heeft het over een eerste aanzet tot een vredesplan.Secretaris-Generaal Jens Stoltenberg van de NAVO meent dat het Chineseplan weinig geloofwaardig is, Xi Jinping heeft de illegale Russische invasie immers nooit veroordeeld. Bovendien sloten China en Rusland vorig een onbegrensd partnerschap. Met andere woorden, waar hebben die Chinezen het over? Stoltenberg heeft natuurlijk het gelijk volledig aan zijn kant dat overigens nog wordt versterkt, doordat er steeds meer berichten binnensijpelen over Chinese militaire ondersteuning. Inderdaad, wat U zegt, niet aan Oekraïne hoor!
Het Duitse tijdschrift Der Spiegel wijst op de Chinese betrokkenheid bij levering van militaire technologie aan Rusland. het TV-programma Nieuwsuur kwam tot dezelfde conclusie, er werden volgens Nieuwsuur zelfs Nederlandse microchips aan getroffen in raketten, helikopters en drones. Hoe dit in zijn werk gaat? De fabrikant verkoopt aan een tussenhandelaar die onverdacht lijkt, die op zijn beurt weer doorverkoopt aan een Chinese tussenhandelaar. Helaas worden sancties tegen Rusland op deze manier continu ontweken, maar daarmee wil ik geenszins beweren dat - verdere - sancties niet zouden moeten ingesteld. In ieder geval worden (microchip)leveringen op deze manier duurder en zullen deze niet op DHL-snelheid geschieden. En ook dat is al winst, nietwaar?
Helaas zijn de huidige berichten nog verontrustender. Afgezien van de steeds hardnekkigere vermoedens dat China met behulp van valse papieren reserveonderdelen levert voor Russische gevechtsvliegtuigen meent (wederom) Der Spiegel dat Russische officieren momenteel onderhandelen over de levering van Chinese kamikaze-drones. Eerst zouden de prototypes in China getest worden, waarna de Chinezen de componenten en de kennis zouden overdragen aan de Russen. Die op hun beurt zouden kunnen aanvangen met massale productie.
Tja, geen rustgevend nieuws zullen we maar zeggen, het lijkt er op dat de Chinezen ook moneten willen verdienen aan de Oekraïne-oorlog. Ik kan me voorstellen dat Chinese wapenfabrikanten momenteel likkebaardend kijken naar de westerse wapenindustrie die een overvolle orderportefeullie heeft. Hoe de Chinese drone-firma overigens heet? Bingo....Nee, dit is geen practical joke. EU-buitenlandchef Josep Borrell kon de grap er ook niet van inzien, hij zei vorige week klip en klaar dat Chinese wapenleveringen aan Rusland het overschrijden van de rode lijn betekenen. Wat de consequenties voor Chinese wapenleveringen zouden zijn vermeldt Borrell evenwel niet. Ik vrees dat EU-buitenlandchef niet meer in zijn achterzak heeft dan eentwaalfpuntenplan .
Erika Szeleswas a young soldier and nurse in theHungarian Revolution of 1956. When her photo was taken by a Danish photographer her image graced the covers of several European magazines and she became an international symbol of the revolution.
Szeles was born to Jewish parents in 1941 and raised solely by her mother after her fathers death in a Nazi concentration camp. At age 14 she trained as a cook at the Hotel Béke in Budapest. While her mother was a hardline communist, Szeles had an older boyfriend who converted her to the anti-communist cause.
When Hungarys revolution against theSoviet Unionbegan on October 23rd 1956, she was 15 years old. When her boyfriend formed a resistance group with some fellow students she chose to join them. She quickly learned how to use a sub-machine gun and fought alongside the group in several skirmishes with Soviet soldiers.
The iconic photo above of Szeles holding her sub-machine gun was taken around November 1st 1956. A few days afterward she was approached by friends who, knowing that Russian divisions were pouring into Hungary, feared for her safety. They argued that she was too young to be fighting and she agreed to put down her gun and to instead serve the resistance as aRed Crossnurse.
On November 8th the resistance group she was with became involved in a heavy firefight with Russian soldiers in the center of Budapest. When a friend of hers was wounded she ran forward to help him. Despite being unarmed and wearing a Red Cross uniform she was gunned down and died instantly. She was buried in the Kerepesi Churchyard in Budapest.
Szeles story remained largely unknown for some 50 years, until in 2008 journalists were able to uncover the truth about the young woman from the infamous picture. She is now recognised as a martyr of the Hungarian Revolution.
23 oktober herdenking Belgische ambassade in Budapest
In 1956 stonden dappere Hongaarse vrijheidsstrijders tegenover Russische tanks om het autocratische bewind van de Sovjet-Unie uit te dagen. Ze vochten voor vrijheid, een soeverein land en een onafhankelijke regering Wij nemen vandaag de tijd om de moedige en tragische gebeurtenissen van 1956 te herdenken, de Hongaarse vrijheidsstrijders te herdenken die hun leven gaven in de strijd, en onze oproepen voor vrijheid en soevereiniteit in heel Europa te hernieuwen, vooral nu de soevereiniteit van Oekraïne wordt bedreigd door Russische agressie
Een woordje uitleg over 23 OKTOBER
De revolutie en vrijheidsstrijd van 1956 , of de Volksopstand van 1956, was de revolutie van het Hongaarse volk tegen de stalinistische terreur en de strijd voor vrijheid tegen de Sovjetbezetting , een van de meest bepalende gebeurtenissen van de 20ste- eeuwse Hongaarse geschiedenis . 1956 begon met een vreedzame demonstratie van Boedapestse studenten die aan de universiteiten begonnen op 23 oktober en eindigde met het uiteenvallen van het verzet van de gewapende opstandelingen in Csepel op 11 november. De massademonstratie in Boedapest op 23 oktober veranderde diezelfde nacht in een gewapende opstand als gevolg van de vijandige reactie van de leiding van de Communistische Partij en de bloedige salvo's die op de ongewapende menigte werden afgevuurd, die uiteindelijk op 30 oktober won met de bezetting van de partij gebouw. Dit leidde tot de val van de regering , de terugtrekking van Sovjet-troepen, het herstel van het meerpartijenstelsel en het begin van de democratische transformatie van het land. In de eerste dagen van november begon de nieuwe regering onderhandelingen met de Sovjet-Unie over de volledige terugtrekking van de Sovjet-troepen uit het Warschaupact en de neutraliteit van het land. De politieke leiding van de Sovjet-Unie veranderde echter van gedachten na de aanvankelijke bereidheid en nadat ze erop kon rekenen dat de westerse mogendheden de Hongaarse regering niet zouden helpen, lanceerden de Sovjet-troepen in de vroege uren van 4 november een niet-verklaarde oorlog tegen Hongarije. De kazernes en vliegvelden werden omsingeld door eenheden van het Sovjetleger . De heroïsche revolutie van het land, dat dagenlang alleen werd gelaten door een onevenredig grote kracht, mislukte uiteindelijk. Volgens de in 1993 vrijgegeven statistische gegevens zijn bij de gevechten 2.652 Hongaarse en 720 Sovjetburgers omgekomen. Als gevolg van de revolutie verlieten ongeveer 176 duizend, volgens andere gegevens ongeveer 200 duizend Hongaren het land, waarvan de overgrote meerderheid naar Oostenrijk vluchtte.Vanaf januari 1957 werden de deelnemers aan de revolutie massaal opgesloten, waarna velen van hen werden geëxecuteerd. De wrede vergelding en de onderdrukking van het Hongaarse volk werden veroordeeld door zowel de VN als het wereldpubliek. In de decennia die volgden op de onderdrukking van de revolutie , werden de gebeurtenissen van 1956 door de partij - staatsmacht gebrandmerkt en veroordeeld als een contrarevolutie , maar de officiële beoordeling van de gebeurtenissen veranderde tijdens de regimewisseling (1989) . Sindsdien is 23 oktober een belangrijke dag een dubbele nationale feestdag in Hongarije: de dag van het uitbreken van de revolutie in 1956 en de dag van de proclamatie van de Hongaarse Republiek in 1989 , die werd uitgeroepen in 1990. (opgenomen in de lijst van wettelijke feestdagen). De beslissende rol van de gebeurtenissen van 1956 wordt ook benadrukt in de preambule van de in 2011aangenomen grondwet.
Een niet te missen onderdeel van de feestdag van 20 augustus is de zegen van brood. Het vers gebakken brood, vastgebonden met een lint in de nationale kleur, wordt eerst ceremonieel ingewijd, dan gesneden en tenslotte uitgedeeld. Maar waar komt deze gewoonte vandaan en wat symboliseert het nieuwe brood feest?
Volgens de traditie werd op Sint-Stefanusdag na de oogst het eerste brood van nieuwe tarwe gebakken. Omdat het in augustus voor het eerst mogelijk was om van nieuwe tarwe te bakken, wordt de maand ook wel de maand van het nieuwe brood genoemd. Op deze dag werden overal in het land oogstfeesten gehouden, waar de oogsters na afloop van de oogst een oogstkrans of een tarwepop maakten van tarwearen en veldbloemen en deze in een ceremoniële processie naar de landheer, ambtenaar of boer brachten. Op het feest aten, dronken ze en sloten ze het oogstfeest meestal af met dansen. Dit oogstgebruik wordt tot op de dag van vandaag op veel plaatsen in acht genomen. De verschillende religieuze vieringen die verband houden met de oogst van het gewas betekenen de presentatie van het dankoffer in het geval van volkeren van verschillende culturen.
"In het Oude Testament is een van de Mozaïsche wetten dat vóór het oogstfeest, dat wil zeggen, voordat een dankoffer van de nieuwe tarwe aan God werd aangeboden, niemand er brood van kon bakken."De religieuze feestdag van het Nieuwe Brood is ook verbonden met het volksoogstfeest, maar het werd oorspronkelijk niet gehouden op 20 augustus, maar in het middeleeuwse Hongarije werd het gehouden op 15 juli, het feest van de verstrooiing van de apostelen. Op deze dag werd een oogststoet gehouden, waarbij de meisjes die de korenkrans droegen werden gevolgd door de anderen in paardenkoetsen. Hun eerste reis leidde naar de kerk, waar ze dankten voor het einde van de oogst. In 1899 beval István Darányi, minister van Landbouw, de renovatie van het enigszins vergeten oogstfeest. Hiermee wilde hij de agrarische bewegingen die toen woedden tot bedaren brengen en de goede verstandhouding tussen de oogsters en de landheren herstellen. Het was in het begin echter niet erg succesvol, omdat deze feestdag in veel nederzettingen geen deel uitmaakte van de tradities, dus twee jaar later vaardigde hij het decreet opnieuw uit. Verschillende steden en dorpen gaven destijds gehoor aan de oproep en herdachten de oogst met grote en kleine feesten in het hele land. Evenementen maakten plaats voor steeds meer feestelijke momenten, waaronder de zegen van brood. Het was rond 1922, waar het oogstfeest het Hongaarse Broodfestival werd genoemd.
Het eerste grootschalige broodfestival dat als nationaal evenement werd aangekondigd, vond plaats in 1937 in Szeged. Het feest vond toen plaats op 29 juni, de dag van Petrus en Paulus. Kranten in het hele land maakten reclame voor het evenement, dat uiteindelijk honderdvijftigduizend mensen uit heel Hongarije trok. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg het Hongaarse broodfestival een nieuwe datum. In 1945 wilde het parlement de betekenis van de feestdag op 20 augustus veranderen, dus maakte het de feestdag van het nieuwe brood, die doet denken aan de vroegere oogstfeesten en oogstballen. Hiermee probeerden de politieke krachten tegenwicht te bieden aan het heilige karakter van St. Stephen's Day. De Communistische Partij vond dat als 1 mei de Dag van de Arbeid is, 20 augustus de feestdag van de boeren zou moeten zijn. Na een paar jaar veranderde de inhoud van de feestdag weer . De voormalige regering "vanaf 1950 noemde het de feestdag van de Volksrepubliek en de Grondwet. Na de regimewisseling, in 1991, verklaarde de Nationale Assemblee het een nationale feestdag van de nationale feestdagen", en de consecratie van brood blijft er een belangrijk onderdeel van.
Vandaag 20 augustus combineert de cultus van St. Stephen, de herinnering aan de oprichting van de staat, de viering van nieuw brood aan het einde van de oogst, het schoonmaken van het land en vuurwerk. Het meest elementaire menselijke voedsel, brood symboliseert leven, levensonderhoud en thuis. Op de nationale feestdag op 20 augustus wordt brood gebonden met een lint van de nationale kleur gebruikt om uit te drukken dat leven en vaderland met elkaar verbonden zijn. Brood gemaakt van nieuw meel werd de decoratie van de feesttafel en werd een symbool van de viering van de staat. Brood, dat een buitengewone rol speelt in de voedingsgewoonten van de mensheid, is "gebakken, gefermenteerd deeg gemaakt van granen en maïsmeel, en is een nationaal basisvoedsel in de moderne tijd. Het wordt in alle delen van de wereld geconsumeerd, zij het in iets andere vormen.Het brood gemaakt met zuurdesem, zoals we dat nu kennen, was ooit de voorouder van de taart. Dit voedsel, gemaakt van een mengsel van bloem en water zonder gist, werd al door de Ouden geconsumeerd. Duizenden jaren geleden ontdekte men dat als men de verzamelde zaden vermaalt, men ze met water kan mengen om een cake te bakken. Uit deze taart is het zuurdesembrood van vandaag ontstaan, oftewel ongezuurd brood. Aanvankelijk werd het gemaakt van tarwe, maar tegenwoordig kan het worden gemaakt van rogge, gerst, spelt of zelfs boekweitmeel. Fijne verjaardag Hongarije!
Heilige Hongaarse Koning Stefan - Andras Csengö - 20 augustus Nationale Feestdag
20 augustus is de belangrijkste feestdag in Hongarije. Koning Stefanus 1 zijn officiële naam wist in de jaren voor het jaar 1000 de Hongaarse clans te verenigen. In dat jaar werd hij de Koning van de Magyaren en volgens de overlevering ontving hij in het jaar 1001 een waardevol cadeau van de toen regerende paus Silvester II: dé Stefanskroon. In de begeleidende zegenbrief erkende de paus Stefan in het Hongaars István als Christelijk koning. Door de Hongaren wordt de 20e augustus de dag waarop dit aangenomen historische feit gecelebreerd wordt beschouwd als het vertrekpunt van Hongarije als Christelijke entiteit in de wereld. De feestelijkheden rond 20 augustus zijn het symbool dat de Hongaren zich ruim duizend jaar geleden definitief hebben geworteld in de Europese Christelijke traditie en cultuur. Dat is allerwegen de huidige opvatting in Hongarije. Wij zeggen de Hongaren zijn een waarachtig Europees volk in het hart van het oude continent.
Voorgaande is de reden dat de 20e augustus de kern en oorsprong van de Hongaarse identiteit vertegenwoordigt. De 15e maart is een andere belangrijke nationale feestdag en dat geldt ook voor 23 oktober, maar de overgrote meerderheid van de Hongaren beschouwt 20 augustus als hét ijkpunt van die nationale identiteit. Deze diende als basis voor de opstand/revolutie tegen de Habsburgse Oostenrijkers 1848, herinnerd op 15 maart en de opstand tegen de Sovjetrussen, 1956, herinnerd op 23 oktober. In die zin zijn laatstgenoemde officiële herinneringen eigenlijk een afgeleide van de Hongaarse Christelijke eenheid die definitief gestalte kreeg in de jaren 1000 en 1001.
Reeds in 1083 inderdaad, precies op 20 augustus werd Stefan heilig verklaard en in Hongarije wordt tegen veel heilige huisjes aangeschopt maar dat geldt gelukkig niet voor 20 augustus. Waar op de 15e maart en de 23e oktober de herinneringen voor binnenlandse politieke doeleinden worden misbruikt is dit voor 20 augustus toch veel minder het geval. Bovendien vieren veel Hongaren op deze dag nog vakantie die met alcoholische versnaperingen en culinaire genoegens wordt omlijst. Aan het einde van de dag volgt het knallende besluit met behulp van het mooiste siervuurwerk dat al zo vaak op de gevoelige plaat is gelegd, met op de achtergrond het Hongaarse parlement. Veel van zulke ansichtkaarten worden mee naar huis genomen door de buitenlandse toeristen die tegenwoordig Boedapest overspoelen.
De Stefanskroon heeft nog wel eens een reisje ondernomen. Vanaf 1867 vanaf de Ausgleich tussen Hongarije en Hongarije was de officiële drager Keizer Franz Jozef de eerste. U weet wel die Oostenrijker die getrouwd was met zijn nichtje, ene Sis(s)i. Deze Oostenrijkse herinnering laten we maar snel achter ons, de gedachte aan een Oostenrijkse keizer met de Stefanskroon op het hoofd wandelend door het Weense hof doet me al bij voorbaat gruwen. Na 1945 werd de kroon overgedragen aan het Amerikaanse leger en tot 1978 werd het grootste Hongaarse kleinood bewaard in Fort Knox in de Verenigde Staten.
In dat jaar gaf pindaboer de Amerikaanse president Jimmy Carter de kroon terug aan Hongarije, het symbool van het Christelijke verenigde Hongarije werd vanaf 1978 tentoongesteld in het Hongaars nationaal museum. Veel als zodanig genoemde diaspora-Hongaren vooral de 1956 vluchtelingen beoordeelden de geste van de Amerikanen als een regelrechte gotspe. De heilige kroon teruggeven aan János Kádár, de moordenaar van één van de opstandleiders Imre Nagy, hoe konden die domme Amerikanen dat nu in hun hoofd halen!? Mij heeft Jimmy in ieder geval een groot plezier gedaan, want zo kreeg ik samen met mijn ouders de mogelijkheid de Stefanskroon met eigen ogen te aanschouwen. Ik kan mij het moment van bezichtiging ik was toen een opstandig puberjoch nog zeer goed herinneren. Niet de aanblik van de kroon maar de welhaast serene respectvolle verstildesfeer die in de tentoonstellingsruimte hing, dat is het eerste waar ik op uitkom als ik in mijn herinneringen graaf.
Inmiddels sinds 2000 bevindt de kroon zich in het Hongaarse parlement en wordt jaarlijks door velen bewonderd. Stefan wiens heidense naam Vajk luidt betekenis: held kijkt vanuit zijn hemelse koninkrijk tevreden naar dit aardse tafereel.
Afgodsbeelden, iconen, emblemen, symbolen etc, in het algemeen heb ik er niet zoveel mee. Maar sinds die verfoeide ster met de verfoeide communistische hamer en sikkel uit de Hongaarse vlag/symbolen is verwijderd en vervangen door het Hongaarse wapen met er bovenop de Stefanskroon moet ik bekennen: het is mooi zo .
Het is niet de wind die beweegt, het is niet de vlag die beweegt, het is de geest die beweegt. (Huineng,Chinees Zen monnik 638-713) Bizalm am az õsi erényben!
Sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog is Hongarije geen Monarchie meer. De Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie implodeerde, de kleren van de Keizer werden gewisseld voor een republikeins jasje. Dit jasje heeft in de loop der jaren diverse kleuren gehad, van bruinzwart/ tot rood, maar tegenwoordig is er sprake van een oranje uitvoering. Niet toevallig is dit de huiskleur van Orbáns Fidesz en verhip, ook die van het Koninklijk huis in Nederland inclusief de overzeese gebiedsdelen. Het Hongaarse republikeinse jasje zit de Hongaren overigens al jaren te strak om het lijf vanwege het collectieve trauma van het verdrag van Trianon getekend op 4 juni 1920.
De Monarchistische traditie wordt in Nederland uitbundig gevierd op tegenwoordig 27 april, voorheen 30 april. De Amsterdamse vrijmarkt is nog altijd een gebeurtenis waarin alles samenkomt: Wein, Weib und Gesang op zn Hollands. Bovendien komt de Hollandse handelsmentaliteit aan de oppervlakte, er wordt op straat werkelijk alles verkocht wat los en vast zit. Zelfs zeer jonge kinderen staan van s morgensvroeg tot s avonds laat te handjeklappen over de verkoopprijs van een oud jongensboek van Arendsoog, die met zijn kompaan witte veder de misdaad bestreed. Om met oud premier Jan-Peter Balkenende te spreken: de VOC mentaliteit is op Koningsdag met het blote oog waarneembaar.
Het lijkt erop dat het Oranje Koningshuis langzamerhand ietsiepietsie aan populariteit inboet, maar dit zijn slechts miniscule krasjes op de Willem-Alexanders ziel. De vroegere Koninginnedag huidige Koningsdag is een nationaal en misschien wel multicultureel festijn. De bewoners van het kikkerland komen alle hun woningen uit en genieten van folkloristische attracties zoals speervangen en aardappel poepen. En natuurlijk niet te vergeten van het WC potten gooien alhoewel onze Willy daar later zijn excuses voor moest aanbieden. Hij had met zijn actie uiteraard niemand willen beledigen, de WC potten al helemaal niet . Geeft niet, hoort er allemaal bij, Hollanders/Medelanders laten zich deze dag echt niet afsnoepen. Oranjebitter, oranjekoek, oranje tompouce, oranje gekleurdejoints. Kunt U zich voorstellen dat ook maar iemand deze lekkernijen wil missen? Volgens mij is de latente ondersteuning voor de Monarchie in Nederland circa 102%.
Een dergelijk nationaal samenzijn is non-existent in Hongarije. Geen enkele nationale Hongaarse feestdag wordt in gezamenlijkheid gevierd. Grof gezegd is het land op deze dagen in twee kampen verdeeld, Fideszlieden/sympathisanten en de rest. En dan is die rest ook nog een keer verdeeld tussen de bruinhemden van Jobbik en ander grut zoals de fossielen van oud premier FerencGyurcsány. Op 20 augustus, de dag van de eigenlijke geboorte van Hongarije dat zich vanaf rond het jaar 1000 in het Christelijke Europa heeft ingebed is geen politiek ingekleurde dag maar is het feitelijk wel. Echte natie-brede saamhorigheid is helaas niet te ontdekken. Wat dat betreft kunnen de Hongaren nog wel wat van die Hollanders opsteken. Het is niet anders ..
De laatste koning van de Hongaars-Oostenrijkse dubbelmonarchie was Karel de eerste vanOostenrijk. Hij volgde tijdens de oorlog in 1916 zijn oudoom Keizer Frans Jozef de eerste op. De oude Frans stierf in 1916 en was de echtgenoot van Elisabeth in Beieren, beter bekend onder haar bijnaam Sisi. Inderdaad, niet Sissi, maar op deze schrijfwijze kennen we de keizerin beter vanwege de overbekende Sissi-trilogie waarin wijlen Romy Schneider de rol van de Oostenrijkse keizerin kaiserlich vertolkt. Je hoeft de TV rond kersttijd maar aan te zetten, wedden dat U op enig moment met de bevallige figuur van Romy wordt geconfronteerd? Volgens mij is de Trilogie in heel Europa nog immer populair, ik vermoed zelfs in het overwegend Islamitische Albanië. De mensheid heeft nu eenmaal behoefte aan sprookjes om weg te dromen van de harde realiteit van alledag.
Daarom stel ik voor om in Hongarije vanaf volgend jaar 2020 officieel de Hongaarse Koninginnedag in te voeren. Datum van deze nieuwe nationale feestdag: 4 juni, niet toevallig de dag dat het verdrag of dictaat van Trianon getekend is. Op 4 juni 1920 werd Hongarije officieel beroofd van bijna driekwart van zijn territorium en bovendien was het exit Monarchie, dus exit Koning. Om toch met enige gebalsemde nostalgie aan deze dag terug te denken stel ik voor deze dag te dopen als Nationale Sissidag.
Sissi of Sisi was één van de zeer weinige adelijke Oostenrijkers (wél Duitse van geboorte) die enigszins populair was in Hongarije. Ze was onder de indruk van de Hongaarse adel en de romantische inborst van de Magyaren die haar in vervoering konden brengen met prachtige vioolmuziek. Ze deed zelfs een poging om de Hongaarse taal onder de knie te krijgen, berichten hierover spreken zich elkaar overigens tegen. Laat ik het er maar op houden dat ik het prettig vind om in de wolk te leven dat Sissi vloeiend Hongaars heeft gesproken. Het sprookje moet natuurlijk wel in stand blijven, nietwaar?
Vanaf volgend jaar gaan alle Hongaren op 4 juni gebroederlijk de straat op en vallen elkaar liederlijk dronken in de armen. Van links tot rechts van populist tot chagrijnige oud-communist, wat een reinigend effect zou dat hebben op de Hongaarse samenleving als geheel! Wat nu, begin ik ook al sprookjes te bedenken? Tja, helaas is dit het geval, 4 juni 2020 zal een dag worden waarop de Hongaarse scheidslijnen niet wezenlijk zullen veranderen. Ook hier weer, het is niet anders .
MAAR, als de Sissi Koninginnedag zou worden ingevoerd hebben de Hollanders en de Hongaren voortaan tenminste iets gezamenlijks: een Koninklijke familie met een flinke dosis Duitsch bloed. Alle reden om de oranje banden nog meer aan te halen!
Nieuwe adel is slechts een kwestie van invloed, maar oude adel is een kwestie van tijd (Francis Bacon, Engels filosoof en staatsman 1561-1626)
Hierbij
nodigen wij u vriendelijk uit op onze jaarlijkse bijeenkomst van de Hongaars-Vlaamse
Vriendenkring West-Vlaanderen op zaterdag 25 juni 2022 in feestzaal Zilverbergstatie,
Oude
Zilverbergstraat 30-32, 8800 RUMBEKE
Door
Corona hebben wij twee jaar geen bijeenkomst kunnen organiseren en wij hadden
er aan gedacht om definitief te stoppen.
Op
vraag van enkele leden gaan wij nu toch een kleine bijeenkomst organiseren, met
als hoofddoel de mensen terug eens samen te brengen voor een hapje en een
drankje.
We
gaan zien hoe groot de belangstelling is.En zullen dan beslissen er al dan niet mee verder te gaan.
We
hebben alleszins besloten om geen kerstmarkt meer te organiseren,om allerlei redenen.
Het programma ziet er
dit jaar als volgt uit :
15.00 u.:Eucharistieviering in de parochiekerk Sint-Henricus Zilverberg,
Kerklaan, 8800 Zilverberg (Rumbeke) (op wandelafstand van de feestzaal) door E.H.
Marc Vantyghem, wiens moeder, Hagymási Magda, ook van Hongaarse oorsprong was
en met de Hongaarse kindertrein naar België is gekomen.
De mis wordt speciaal opgedragen ter nagedachtenis van de
overledenen van de laatste 3 jaar, in het bijzonder voor Maria en Gerda De
Poortere, André Sioen, oud-bestuurslid
van onze vriendenkring, André Inghels, Anneke Béber, Irén Sesztak, Eerw.
Broeder Hiëronymus, Rita Expeel,Marleen
Rommel, weduwe Bucsán Geert en István Dics ( onlangs overleden op 27 maart
2022)
Let wel : de mis is
wel degelijk om 15.00 u.
Vanaf 16.00
u : Koffie
en taart
Vanaf 17 u.: Aperitief
Vanaf 17h30 : Belegde broodjes en soep
Dit alles voor de prijs
van 35 per persoon.
Belangrijke mededelingen
:
1.De mis vindt plaats in de parochiekerk
Zilverberg. U kunt rechtstreeks naar de kerk gaan ofwel verzamelen wij om 14.45
u. aan de feestzaal en gaan we dan samen naar de kerk.
2.Op 15 juni 2022
moeten wij het juiste aantal deelnemers meedelen .
Wij
hopen op een ruime opkomst. De mensen van Zilverbergstatie en wijzelf zullen
ons beste beentje voorzetten om iedereen een heel aangename namiddag te bezorgen.
Voor
bijkomende informatie kunt u steeds terecht bij de mensen van het bestuur.
Iedereen
is van harte welkom.
UITERSTE DATUM VAN INSCHRIJVING:
15 juni 2022
Prijs: 35 per persoon
(koffie en taart; aperitief, belegde broodjes
en soep)
(dranken aan tafel zijn niet inbegrepen)
(Kleuters eten gratis en lagere schoolkinderen
aan de helft van de prijs)
Inschrijving: vóór 15 juni 2022door overschrijving op bankrekeningnr.
BE03 0011 0580 8484 van Hongaars-Vlaamse Vriendenkring West-Vlaanderen
Er is één dag per jaar in Hongarije waarop geen enkele vrouw door mannelijke aandacht overgeslagen wordt, dus breng ik samen met mijn zwager, zijn zoon en kleinzoon, een bezoek aan een alleenstaande achtentachtigjarige tante om haar onze viriliteit te tonen. Zelfs de kleinzoon van 18 maanden krijgt een spuitflesje in zijn handjes geduwd.
Bij dit treffen worden de vrouwen met goedkope flessen parfum of met de grovere, met water gevulde sifons, besproeid in de buurt van de rechterschouder, om daarmee symbolisch hun vruchtbaarheid toch tenminste één maal per jaar bevestigd te krijgen.
Zij ondergaan deze bijzondere behandeling onder luid gekir en laten zich eerst eventjes achtervolgen rondom de salontafel alvorens de daad toe te laten. Geen vrouw, maar nog belangrijker ook geen man, wordt overgeslagen om aan dit heidense ritueel deel te nemen.
De mannen worden daarna beloond met een versierd kippenei of eentje van chocola die daarvoor al smorgens vroeg door de dames zijn klaar gezet. Elke vrouw heeft er met Pasen op gerekend dat er mannelijk bezoek zal opdagen. Hij wordt tevens braaf beloond met een borreltje.
De vrouwen blijven thuis, zeg maar op het nest bij de eieren terwijl de mannen rond rijden om alle kippenrennen te bezoeken. Het achtervolgen en besproeien van het kippetje, altijd samen met mijn mannelijke familieleden heb ik mij maar wat snel eigen gemaakt.
Dit gebeurt alleen maar op tweede Paasdag en je hoeft dus ook niet, zoals bij de duur van het lastige nieuwjaarsritueel in Nederland wel het geval is, nog weken lang met de spuitfles rond te lopen.
Aan het einde van de middag komen de families daarna bij elkaar om zich te goed te doen aan de traditionele gekookte ham met eieren. En uiteraard wordt er weer uitvoerig getoost met pálinka. Een gestookte sterke drank, meestal uit het fruit van de eigen boomgaard.
Al met al een vriendelijk volksritueel en tweede Paasdag is daardoor voor iedereen een vrolijke dag in Hongarije. En bezoek aan het meubelplein is absoluut niet aan de orde.
Of dit alleen in Hongarije plaats vindt weet ik niet maar het is voor mijn stokoude tante nog steeds leuk als er één keer per jaar effectief op haar gejaagd wordt. En de aanvankelijk toegeeflijke Hongaarse vrouwen weten dat de sterke drank de dadendrang van de mannen langzaam zal slopen die tweede paasdag.
Ik zie nog niet helemaal voor me hoe ik deze aardige traditie, wel min of meer inherent aan een familiaire samenleving, naar Belgenland zou kunnen brengen.
Naar mijn vaderland waar de familierituelen ernstig onder druk staan sinds de mentale onschuld het land definitief verlaten schijnt te hebben.