Een eerlijk en ongecensureerd dagboek uit de goddelijke pen van mijn alter ego Helena
06-08-2008
Omgekeerde logica
Alles wat ik in mijn mond stop, draagt een cijfer. Het is absurd en bij momenten om gek van te worden. Je zou het een gewoonte kunnen noemen. Al zou dwangmatigheid een beter woord zijn.
Het is zes jaar geleden begonnen met een hormonenpreparaat dat het cijfer op mijn weegschaal de hoogte injoeg. Ik besloot om het terug naar beneden te halen. Totdat het te laag werd en zelfs ik bezorgd werd over mijn leven.
Vandaag hoorde ik op de radio over het 500kcal-dieet dat het één of ander bureau haar modellen voorschrijft. Het is hetzelfde dieet dat ik tot zon twee jaar geleden volgde. Het maakte me futloos, zwartgallig en koud.
En toch... na het bericht op de radio vervloek ik mezelf omdat ik bijna dubbel zoveel op heb dan Kate Moss.
Alsof er een slijmerig zwart beestje in me zit dat er me steeds aan herinnert dat
slankheid = machteneten = zwak.
Nu weet ik wel dat bovenstaande redenering ziek is. Dat zwart beestje in mij was ooit een groot monster dat mijn gedachten volledig controleerde. Het is nu kleiner geworden. Maar...heeft toch nog veel over mijn voedselinname en zelfbeeld te zeggen.
Ik voel me als een stuk kauwgom dat door duizenden voeten in het asfalt werd vereeuwigd.
Iedereen om me heen lijkt te weten waar hij naartoe wil. Ik ben een minuscuul stukje hardgeworden brij dat onder de voeten wordt gelopen.
Het voelt als stilstaan. Geen kant op kunnen. Of beter gezegd: ik ken de weg niet. De pijltjes die ik steeds heb gevolgd, zijn verdwenen of vergeeld. Ze betekenden ooit iets of zijn nu niet meer van tel.
R. zegt dat ik te vaak zelfbeklag spui. Hij heeft gelijk. Ik word er alleen maar droeviger van.
Ik doe hard mijn best om mijn wegwijzers te vinden. Door werk te zoeken bijvoorbeeld. Vorige week woensdag was ik nog in Antwerpen voor een job die wel voor me gemaakt leek te zijn. We waren nog met drie. Ik ben vandaag afgevallen.
Mijn zelfvertrouwen is twee keer over de kop gegaan om vervolgens met een harde knal tegen het beton te botsen. En er zaten al zoveel deuken in.
Vrijdag met een bang hart naar de proclamatie geweest. Verrassing! Onderscheiding. Feestje in mijn hoofd.
School zit er nu officieel op. Het solliciteren is officieel begonnen.
Vorige week donderdag op gesprek geweest bij een bedrijf dat op vijf minuten wandelafstand van mijn deur ligt. Vanochtend telefoon: 'Iemand met meer e r v a r i n g heeft de job.' Wanneer zal ik die ervaring eens kunnen opdoen?
Voorlopig alleen in de Zeb. Lang leve vakantiewerk. Lang leve lastige koopjesjagers...
Maar alles is niet donker en grauw. Woon terug in Dendermonde. Niet ver van R.
We brengen veel tijd samen door. Film kijken, praten, eten, bad nemen, drinken, wandelen, lachen, zoenen etc.
Misschien iets te veel. Voelde vandaag dat ik wat afstand moet nemen. Geen slecht idee. Dan is het weerzien des te leuker...
Ik zou een gedetailleerde opsomming kunnen geven van alle prachtige wijken, straatjes, pleinen en gebouwen die ik in Lissabon heb gezien. Maar dat zou tot een vervelende beschrijving leiden, waarmee ik de stad onrecht zou aandoen.
De stad baadde tijdens ons verblijf in een zwoele warmte, die door de wind van de Taag toch aangenaam was.
L. en ik hebben drie dagen lang als vrolijke meisjes door de smalle en stijle straatjes van Lissabon gekuierd.
De eerste dag zijn we via een torenhoge lift van het achttiende-eeuwse gedeelte naar het oudste gedeelte van de stad geklommen. Daarboven hebben we een authentiek portohuis (mmm) bezocht. Vervolgens zijn we naar de hoogste top geklommen om van daaruit van een prachtig uitzicht over de stad te genieten. De burcht die zich op het hoogste puntje van de stad bevindt, hebben we eveneens bezocht.
's Avonds houden we een kort dutje. Opstaan om vier uur in de ochtend is niet alles.
Daarna eten we bij een ondergaande zon op het plein Restauradores, waar het feest van de heilige Antonius de mensenmassa doet toenemen. Later op de avond zien we hoe de Portugezen gek worden bij het zien van man met een kruis. We moeten spontaan aan een paard en vier kinderen denken.
De volgende dag loopt L. tijdens een ochtendwandeling enkele verloren en dronken Portugezen tegen het lijf. Het was blijkbaar een heftig feestje.
We nemen de trein naar Cascais. Een idyllische badplaats aan de Atlantische oceaan. Ik onderneem een poging om mijn melkwitte benen een zomers kleurtje te laten krijgen, tevergeefs. In de namiddag bezoeken we Parque Eduardo waar net een boekenmarkt aan de gang is.
Later op de avond nemen we na enkele drankjes een taxi naar Lux. Volgens alle toeristische gidsen de beste en mooiste discotheek van Lissabon. De club kijkt uit op een met kleine lichtjes verlichte Taag en telt drie verdiepingen. De eerste verdieping is eigenlijk een groot dakterras waar je van de frisse lucht en het mooie uitzicht kan genieten. De tweede etage staat vol hoge schermen waarop dansende zwart-wit-mensen worden geprojecteerd. In het midden bevindt zich een grote witte bol waarop eveneens veranderende beelden worden getoond. Op bedden/ sofa's zitten mensen van een drankje te genieten. Helemaal beneden is een donkere ruimte die sporadisch door enkele gele spots wordt verlicht. Dit is de ruimte waar er hevig wordt gedanst. Mijn lievelingsruimte.
Tijdens onze laatste dag bezoeken we de winkelbuurt en Belém, het Arabische deel van de stad.
Wanneer we de volgende dag in Brussel landen, vertelt de piloot ons dat het buiten twaalf graden koud is. We zien de regen tegen de raampjes tikken. De vakantie is met een knal gedaan...
Vorige week dinsdag een punt achter mijn studententijd gezet. Vreemd. Erg vreemd. Niet dat ik nooit meer iets zal moeten studeren, maar de tijd dat les volgen, blokken, opzoeken, lezen en schrijven al mijn tijd opslorpten, is definitief voorbij.
De dag na mijn laatste examen heb ik een sollicitatiebrief per mail verstuurd. Een paar uur later kreeg ik al telefoon met de vraag of ik de volgende dag op gesprek kon komen. Help!
De dag erna met de trein naar Antwerpen. Naar De Gazet van Antwerpen om precies te zijn.
Uiteindelijk is dat eerste sollicitatiegesprek wel meegevallen. Momenteel wijk ik geen moment van mijn gsm. Al denk ik dat ze me te jong en te onervaren zullen vinden voor een job als eindredacteur. Heb gelukkig nog twee andere interessante dingen gezien.
Zaterdagavond met L. uitgeweest. De stress van de afgelopen weken eraf gedanst en van enkele glaasjes witte martini genoten. Mmmm.
Het academiejaar loopt op zijn einde. Nooit gedacht dat ik met weemoed naar de afgelopen maanden zou terugblikken. Want het einde van de opleiding die ik soms zo verachtte, betekent meteen het begin van een nieuwe wereld. Een wereld waar ik soms bang voor ben.
Toch ben ik blij dat mijn extra jaar studeren er bijna opzit.
Ik heb me de afgelopen maanden, zeker na mijn stage, soms zo geërgerd aan de betuttelende middelbare school-manier waarop we les kregen. Na vier jaar unief is dat bij momenten moeilijk om te slikken. Maar goed, ik heb het volgehouden (ook al heb ik twintig keer gezegd dat ik ermee wilde stoppen). Momenteel ben ik de laatste hand aan mijn masterproef aan het leggen.
Daarna mag ik nog voor enkele dagen achter mijn handboek van psychologie voor de adolescentie (omdat ik zoveel tijd heb, volg ik ook nog een lerarenopleiding...) kruipen om vervolgens lekker niets te doen. Als alles goed verloopt, mag ik eind juni mijn diploma Master in de journalistiek afhalen.
Momenteel ben ik een grote stressbom, die elk moment kan ontploffen. Arm liefje.
Mijn perfectionisme wordt me soms toch een beetje te veel. Zelfs 's nachts lig ik aan mijn masterproef te denken en ben ik bang dat er ergens een komma verkeerd zal staan...
Na de miscommunicatie van donderdag is mijn honger naar R. enigszins gestild.
Vrijdag opgegaan in ons verlangen, waarna we een glaasje roze schuimwijn in Zenith zijn gaan proeven.
De avond erop gedanst op een fuifje, waar ik pijnlijk genoeg tot de oudste aanwezigen behoorde. Gelukkig dat de meesten me 18 of 19 geven. Zo word ik toch minder snel oud.
De volgende dag genoten van R., zon, ijs en roze lipgloss. Rondgedwaald in de stad.
Vreemd. Sinds ik mijn weekends bij R. spendeer, ben ik meer van Dendermonde beginnen te houden.
Afkicken nu.
Alleen. Masterproef. Regen. Weegschaal.
I like it in the city when the air is so thick and opaque I love to see everybody in short skirts, shorts and shades I like it in the city when two worlds collide
Gisteren mijn tweede sollicitatiebrief verstuurd. Vandaag mijn eerste selectiedag ondergaan.
De tweede brief is voor de functie als eindredacteur bij Het Nieuwsblad. De selectiedag voor een job bij Sanoma (van Humo, Flair, Tv Story enzo).
Het schiften gebeurde via een vrij eenvoudige opgave: verzin per vier een nieuw blad met een eigen doelgroep, medium en inhoud. Brainstorm, brainstorm, brainstorm. Een vrij goed concept uitgedacht. Niet bijster origineel, maar toch ok.
Na de lunch volgen er twee 'workshops' (lees: twee mannen staan de magazines van Sanoma -en ook zichzelf- op te hemelen, terwijl het publiek vecht tegen de slaap). Daarna krijgen we alcohol voorgeschoteld en volgt de uitslag. De helft van de mensen mag over naar de tweede ronde, waarin ze iets zullen mogen schrijven (tijdens de eerste ronde moest je alleen je naam kunnen neerpennen...). Mijn naam wordt niet genoemd. Geen idee of ik me nu blij of triest moet voelen.
Op weg naar Gent krijg ik ongelooflijke zin om R. te zien. Ik sms enthousiast dat ik vanavond al naar Dendermonde kom. Een uur later nog steeds geen antwoord. Ik probeer te bellen en krijg een Engelse stem te horen. Mijn enthousiasme is getemperd. Voel me meer triest dan blij.
Vanmorgen L. op bezoek gehad. Ze is net een maand in België na een zeven maanden lange rondreis per fiets doorheen Portugal en Marokko. Het was een fijn weerzien. Vreemd dat het al gauw vertrouwd aanvoelde, alsof ik haar nog maar net had gesproken. Ik geloof nog steeds dat echte goede vrienden, de vrienden zijn die je zelfs na een lange tijd nog steeds je diepste gevoelens kan toevertrouwen. En dat kan ik bij haar.
Na een uitgebreid reisverslag waarin vissers, een trompet, zweethutten, communes, zonsondergangen en een poppentheater de hoofdrol speelden, ging het gesprek al gauw over de keuzes waar we nu voor staan. (En over ons liefdesleven natuurlijk). Het gevoel je eigen leven te moeten plannen en beslissingen te moeten nemen, bezorgt me -nu het schooljaar op zijn einde loopt- steeds meer kriebels. Enerzijds is het een luxe dat ik de mogelijkheid heb om te doen en laten wat ik wil. Maar dat zorgt voor zoveel verantwoordelijkheid... Zo weet ik geeneens wat voor job ik wil. Via verschillende wegen word ik bijna dagelijks met vacatures overstelpt, wat het er niet bepaald makkelijker op maakt. Heb me vandaag voor een jobcastingday (wat een naam!) ingeschreven. Straks wordt dat wat (help!).
Melancholische dag achter de rug. Tristesse, droevige muziek, chocola, heimwee, loom lichaam, non-stop gedachtengang, turen naar de regen.
Leegte.
Stomme regen (vreemd hoe de regen en de zon mijn humeur zo kunnen controleren).
Eindelijk heb ik nog eens een wandeling in de zon kunnen maken. Ipod in de oren. Via de Blandijn naar het Zuid. Van daar over de Korenmarkt naar de Veldstraat om ten slotte langs de Leie naar mijn kot te stappen.
In de Blandijn een aantal interessante artikels voor mijn masterproef gevonden. Onderweg mooie schoenen en een prachtig jurkje gezien. Verlangend aan R. gedacht. En een tekening voor op een geheime plek gekozen. Mmmm... ik voel me ingelukkig.*
Zonnestralen stellen een dag in een totaal ander perspectief ('in een ander daglicht' was te vanzelfsprekend geweest). Met wind en plensende regen was dit een rotdag met heimwee naar de knuffels en kussen van gisteren geworden (heimwee en verlangen zijn totaal iets anders...) en had ik alleen voor cappucino (waarbij ze steeds een klein stukje zwarte chocola serveren) mijn huis willen verlaten.
Zonnig weer doet de zin in schoolwerk wel aanzienlijk dalen. Terrasjes, ijs, luieren en andere vakantie-gerelateerde dingen lijken nu zoveel leuker.
Was het maar al juni. Dan trek ik met L. voor vier daagjes naar Lissabon.
*(Naar Het Grote Uitstel (M. Reugebrink): 'Ik ben gelukkig', zei hij, 'zo gelukkig. Gelukkig. Ge.Luk.Kig.' Hij was gelukkig, ingelukkig, als toen, als maanden terug, op die warme lentedag, en al die maanden daarna, steeds, altijd, gelukkig, in-, ingelukkig.)
Schoolwerk de laatste weken een beetje verwaarloosd. Enerzijds omdat ik na de stage geen zin meer had in les over dingen die in de praktijk toch anders blijken te zijn. Anderzijds omdat ik in alles zin had, behalve les. Muziek luisteren, surfen naar alles wat niet met school te maken heeft, door de zon wandelen, aan R. denken, lezen, chatten met R., dagdromen, praten met R., dansen, vrienden zien, lachen, knuffelen met R. etc.
Ondertussen zijn er al vier lesweken voorbij en heb ik bitter weinig gedaan. Twee interviews, een infografiek, een achtergrondverhaal, een blog voor de lerarenopleiding en begonnen aan een corpus voor mijn proef. Daar zou ik vorig jaar een week over hebben gedaan
Heb net een ambitieus plan voor de paasvakantie gemaakt. Moet echt wat productiever worden of ik verdrink in mijn schuldgevoel. Waarom kost verliefd zijn zoveel tijd? Of beter nog: waarom kost studeren zoveel tijd?
Vrijdag mijn onderbuurvrouw op de trappen tegen het lijf gelopen. We hadden het erover dat dit jaar een soort grens vormt. Exit studententijd, enter arbeidsmarkt. 'Ik voel me er totaaal nog niet klaar voor', vertelde ik haar. 'Misschien is werken wel niet jouw volgende stap', antwoordde zij. Misschien wel ja.
Misschien moet ik eerst eens uitzoeken wat ik wil. Want werken lijkt voorlopig geen juiste optie te zijn. Werken in het buitenland dan weer wel. Zucht. Ik haat keuzes maken. Belangrijke dingen beslissen. Toekomst plannen. Ik dacht dat volwassen worden leuker was...
Vlinders, zon, kriebels, honing... Afgelopen weekend was één groot feest.
Vrijdag R.'s kamer voor het eerst bezocht. Kamers zijn interessant, omdat ze vaak stukjes van iemands persoonlijkheid onthullen. Net of rommelig. Blauw of roos. Vuile sokken of snoeppapiertjes. Posters of foto's. Georganiseerd of chaotisch bureau.
Alles tot me opgenomen. Op zijn bed gezeten. Beetje geknuffeld. Beetje zestien opnieuw.
Zaterdag in de Zeb uitgemaakt door een klant. Je kent het type wel. Ze grabbelen door de rekken en weten in een mum van tijd heel de winkel overhoop te gooien. Aan de pashokjes vragen ze niet om een maatje groter, ze eisen het. Wanneer ze uiteindelijk aan de kassa zijn aanbeland, worden ze woest, omdat ze hun klantenkaart vergeten zijn en hun klantenkorting pas de volgende keer kan worden verrekend. Gefrustreerd door hun uiterlijk en laag iq staan ze je vervolgens de huid vol te schelden.
Nog kokend door de opmerkingen van die ene rotklant naar R. gefietst om samen met Zenithmensen en fakkels én geestesverruimende drankjes een drie uur lange tocht langs de Schelde te ondernemen. Reuzegezellig. Grappig. En op een aantal momenten zelfs intiem. Vervolgens naar Zenith. Veel gedanst, gelachen en gesocialized. Zonnebril en aluminiumhoedje gedragen. Daarna bij R. blijven overnachten. Feestje in mijn hoofd. Kriebels in mijn buik.
Moet denken aan clipje van Roger Sanchez waar het hoofdpersonage een steeds groter wordend hart met zich moet meeslepen. Het mijne bracht me op de fiets naar huis al wat uit evenwicht...
Ik zou kunnen schrijven over mijn laatste stagedagen bij De Standaard. Dat de laatste dagen afwisselend en interessant waren. Dat ik vandaag met een mede-stagiair naar de Kamer ben gestuurd en oog in oog met Jean-Jacques De Gucht heb gestaan. (Die overigens niet op mijn te interviewen lijstje stond, maar ik toch wel eens wilde spreken). Dat ik de online-redactie zal missen, maar ook wel blij zal zijn om wat langer te kunnen slapen en om wat meer sociaal contact te hebben. Ik zou erover kunnen schrijven, maar ik doe het niet.
Ik schrijf over de kriebels in mijn buik die na elke kus intenser worden en verveelvoudigen. Over de wolkjes waar ik al honderden uren op loop. Over de ontelbare keren dat ik verlegen werd wanneer R. naar me keek, me aanraakte of kuste. Of over die keer dat ik buikpijn kreeg van het lachen. Of over de ogenblikken waarop ik in mezelf zit te lachen, zonder goed te weten waarom. Of over al die keren dat we zoenden en het perfect aanvoelde. Lekker en compatibel... k u s c o m p a t i b i l i t e i t.
Nooit gedacht hoe opslorpend, opdringerig en afstotend je als verliefdeling kan zijn. Ik besef het nu ik eens aan de andere kant sta, de niet-verliefde dus.
L. dringt zich zo hevig op, dat het griezelig wordt. Hij doet me denken aan Florentina Ariza uit 'Liefde in tijden van cholera'. Ben ik dan toch Fermina Daza?
Ik heb (nog) geen zin om de hele avond te knuffelen, om elkaar voortdurend te mailen of te smsen. Dat besefte ik vandaag toen L. vroeg waarom ik nog niets had teruggestuurd en bovendien wilde weten met wie ik 's avonds van De Standaard naar huis was gereden. Alsof ik mij bij hem moet verantwoorden! Ik verlang nu al zo hevig naar mijn vrijgezellenleventje, terwijl ik nog vrij ben!
De kleine vlindertjes die zich aan het ontpoppen waren, zijn na vandaag vermorzeld. En komen misschien wel nooit meer terug...
Op De Standaard is alles kits. De laatste weken minder snelnieuws en meer zijprojectjes. Gisterenavond samen met W. een late shift gedaan. Het heeft wel iets om de redactie te zien leeglopen, totdat je daar nog met zo'n viertal mensen zit. Rond 23 uur naar de eerste gedrukte kranten gaan kijken en een exemplaar meegenomen dat nog nat was van de inkt. Hoe exclusief!
J. 'Geen idee waarom ik altijd op foute mannen val.' 'Het trekt me aan denk ik.' ik 'Ik heb hetzelfde probleem.' 'Gewone jongens zijn dan ook ontzettend saai.' J. 'Goede jongens kom ik ook wel tegen, maar ik voel me er gewoon niet tot aangetrokken.' ik 'Neen ik ook niet. Als ik voel dat er iets mis is, dan is mijn interesse direct gewekt.' J. 'Mijn vorig lief was eigenlijk wel een klootzak.' ik 'Die van mij ook, achteraf gezien. Ik was echt zotverliefd.' J. 'Ik denk dat ik er nu wel even genoeg van heb.' ik 'Ik ook.'
Ik stap uit, groet J. en denk op weg naar de Zeb na over ons gesprek.
L. is een vrij gewone jongen. Maar hij is ontzettend grappig. En lief. Praat makkelijk. Neemt me mee naar verboden plekken. Is best knap. Maar ik ging het wat rustiger aan doen. Iemand zoeken die echt echt echt bij me past. Geen fouten meer maken. Wikken en wegen. Rationeel zijn en de juiste keuzes maken.
'Ik heb een verrassing voor je.' 'Echt?' 'Ik ga je meenemen naar een plek die maar weinigen kennen. Ik vind het er erg mooi. Een goed idee?' 'Euhm... ik denk van wel.'
We verlaten het café en wandelen totdat we de achteringang van de 'Rozier' bereiken. Een kaart wordt voor een elektronisch oog gehouden. Een deur gaat open.
'Nu moeten we erg stil zijn. De conciërge is misschien nog niet gaan slapen.'
Hij knipt een zaklamp aan. Ik volg het schijnsel op de tippen van mijn tenen. We lopen door het doolhof aan gangen dat de 'Rozier' rijk is. We nemen een trap. En nog één en nog één, totdat we voor een wankele houten constructie staan.
'Moet ik hier echt op?' 'Vertrouw me.'
Ik haal diep adem en stap zonder nadenken naar boven, kruip door een luik en stap op het dak. Hij volgt. We zeggen niets. Rondom ons ligt Gent. Rustig. Donker. Zacht verlicht.
'Het is hier inderdaad prachtig.'
Kriebels in mijn buik. Ik weet niet wat te zeggen. Woorden worden overbodig.