-'zin'= zinnig leven (zinvolle relaties aangaan en zinvol werk uitoefenen)
-'zin'= de Zin van het Leven (m.a.w. wat doe ik hier?)
De eerste betekenis is bij mij de laatste tijd ver te zoeken. De tweede betekenis is voor de helft vervult. De derde betekenis bezorgt me slapeloze nachten.
Krijg steeds vaker het gevoel dat niemand me begrijpt. Vooral ik lijk niets van mezelf te snappen.
Toen ik G. vertelde over mijn groeipijnen, zette ze mij met haar zin voor relativering met beide voeten op de grond.
'Volwassen worden is inderdaad wel eens pijnlijk, maar je zou toch ook je hele leven niet als naïef, onschuldig meisje willen doorbrengen? En zo'n pijnscheut levert altijd wel iets op naderhand. Een inzicht, een waarschuwing, een nieuwe keuze of optie... Je moet maar denken dat het leven zonder groeipijnen niet half zo interessant zou zijn', zei ze.
R. meent dan weer dat ik de mooie en vrolijke dingen in het leven moet opzoeken.
Volgens hem zie ik alleen maar de grauwe kanten van het bestaan.
Terwijl ik dit schrijf, schijnt de zon en besef ik dat alles toch niet zo donker is.
Jamie Lidell zingt door mijn cd-speler. Betere tijden zijn op komst.
Met mijn ipod in de oren ben ik vanochtend sinds lange tijd gaan lopen.
Het water van de Schelde glansde in de vuurrode stralen van de ochtendzon. De wind streelde zachtjes de omliggende weides, terwijl de lisdoddes hun laatste dauwdruppels afschudden.
Iets minder idyllisch was de stem van Evy Gruyaert die me verzekerde dat ik goed bezig was en moest doorzetten. Ze had 'een leuk muziekje' opgezet om het 'wat aangenamer' te maken.
Bovendien herinnerde ze me er voortdurend aan rustig adem te halen en tempo te houden.
Maar ik mocht ook weer niet te snel lopen. 'Je bent hier niet met een wedstrijd bezig', zei ze streng. Vervolgens kreeg ik 'everybody move your body, it ain't no game' te horen. Evy toch.
Toch begon haar vrolijk optimisme me op den duur te irriteren. 'Drie, twee, één! Nu mag je één volle minuut stappen!', kirde ze.
En als ik dacht dat ik haar voor even kwijt was, riep ze: 'Hier ben ik weer!'
Maar goed. Ik heb me voorgenomen om terug te gaan lopen en met Evy erbij hoef ik niet de hele tijd op mijn horloge te kijken. De aangename muziekjes neem ik erbij.
Een jaar geleden schreef ik nog over de versmachtende kracht van de onbeantwoorde liefde.
Over de gelukzaligheid van de wederzijdse liefde had ik het nog niet.
De liefde die van twee kanten komt zo heb ik geleerd- brengt je in een roze roes die al je zintuigen doet spinnen.
De beantwoorde liefde zet je oogkleppen op, waardoor je wereldbeeld zich verkleint tot je geliefde.
Objectiviteit raakt zoek.
R.s stem, huid, lach, haren en buik zijn uit het mooiste op aard vervaardigd. Ook al is er nog één hersencel die weet dat dit niet zo is.
In de aanwezigheid van R. geniet ik tot mijn tenen ervan gaan krullen. Wanneer hij er niet is, denk ik aan de momenten samen of aan de volgende ontmoeting.
Zijn woorden, aanrakingen of geur brengen me uit evenwicht.
Als de liefde er niet mee was gemoeid, zou het krankzinnigheid heten.
Alles wat ik in mijn mond stop, draagt een cijfer. Het is absurd en bij momenten om gek van te worden. Je zou het een gewoonte kunnen noemen. Al zou dwangmatigheid een beter woord zijn.
Het is zes jaar geleden begonnen met een hormonenpreparaat dat het cijfer op mijn weegschaal de hoogte injoeg. Ik besloot om het terug naar beneden te halen. Totdat het te laag werd en zelfs ik bezorgd werd over mijn leven.
Vandaag hoorde ik op de radio over het 500kcal-dieet dat het één of ander bureau haar modellen voorschrijft. Het is hetzelfde dieet dat ik tot zon twee jaar geleden volgde. Het maakte me futloos, zwartgallig en koud.
En toch... na het bericht op de radio vervloek ik mezelf omdat ik bijna dubbel zoveel op heb dan Kate Moss.
Alsof er een slijmerig zwart beestje in me zit dat er me steeds aan herinnert dat
slankheid = machteneten = zwak.
Nu weet ik wel dat bovenstaande redenering ziek is. Dat zwart beestje in mij was ooit een groot monster dat mijn gedachten volledig controleerde. Het is nu kleiner geworden. Maar...heeft toch nog veel over mijn voedselinname en zelfbeeld te zeggen.
Ik voel me als een stuk kauwgom dat door duizenden voeten in het asfalt werd vereeuwigd.
Iedereen om me heen lijkt te weten waar hij naartoe wil. Ik ben een minuscuul stukje hardgeworden brij dat onder de voeten wordt gelopen.
Het voelt als stilstaan. Geen kant op kunnen. Of beter gezegd: ik ken de weg niet. De pijltjes die ik steeds heb gevolgd, zijn verdwenen of vergeeld. Ze betekenden ooit iets of zijn nu niet meer van tel.
R. zegt dat ik te vaak zelfbeklag spui. Hij heeft gelijk. Ik word er alleen maar droeviger van.
Ik doe hard mijn best om mijn wegwijzers te vinden. Door werk te zoeken bijvoorbeeld. Vorige week woensdag was ik nog in Antwerpen voor een job die wel voor me gemaakt leek te zijn. We waren nog met drie. Ik ben vandaag afgevallen.
Mijn zelfvertrouwen is twee keer over de kop gegaan om vervolgens met een harde knal tegen het beton te botsen. En er zaten al zoveel deuken in.
Vrijdag met een bang hart naar de proclamatie geweest. Verrassing! Onderscheiding. Feestje in mijn hoofd.
School zit er nu officieel op. Het solliciteren is officieel begonnen.
Vorige week donderdag op gesprek geweest bij een bedrijf dat op vijf minuten wandelafstand van mijn deur ligt. Vanochtend telefoon: 'Iemand met meer e r v a r i n g heeft de job.' Wanneer zal ik die ervaring eens kunnen opdoen?
Voorlopig alleen in de Zeb. Lang leve vakantiewerk. Lang leve lastige koopjesjagers...
Maar alles is niet donker en grauw. Woon terug in Dendermonde. Niet ver van R.
We brengen veel tijd samen door. Film kijken, praten, eten, bad nemen, drinken, wandelen, lachen, zoenen etc.
Misschien iets te veel. Voelde vandaag dat ik wat afstand moet nemen. Geen slecht idee. Dan is het weerzien des te leuker...
Ik zou een gedetailleerde opsomming kunnen geven van alle prachtige wijken, straatjes, pleinen en gebouwen die ik in Lissabon heb gezien. Maar dat zou tot een vervelende beschrijving leiden, waarmee ik de stad onrecht zou aandoen.
De stad baadde tijdens ons verblijf in een zwoele warmte, die door de wind van de Taag toch aangenaam was.
L. en ik hebben drie dagen lang als vrolijke meisjes door de smalle en stijle straatjes van Lissabon gekuierd.
De eerste dag zijn we via een torenhoge lift van het achttiende-eeuwse gedeelte naar het oudste gedeelte van de stad geklommen. Daarboven hebben we een authentiek portohuis (mmm) bezocht. Vervolgens zijn we naar de hoogste top geklommen om van daaruit van een prachtig uitzicht over de stad te genieten. De burcht die zich op het hoogste puntje van de stad bevindt, hebben we eveneens bezocht.
's Avonds houden we een kort dutje. Opstaan om vier uur in de ochtend is niet alles.
Daarna eten we bij een ondergaande zon op het plein Restauradores, waar het feest van de heilige Antonius de mensenmassa doet toenemen. Later op de avond zien we hoe de Portugezen gek worden bij het zien van man met een kruis. We moeten spontaan aan een paard en vier kinderen denken.
De volgende dag loopt L. tijdens een ochtendwandeling enkele verloren en dronken Portugezen tegen het lijf. Het was blijkbaar een heftig feestje.
We nemen de trein naar Cascais. Een idyllische badplaats aan de Atlantische oceaan. Ik onderneem een poging om mijn melkwitte benen een zomers kleurtje te laten krijgen, tevergeefs. In de namiddag bezoeken we Parque Eduardo waar net een boekenmarkt aan de gang is.
Later op de avond nemen we na enkele drankjes een taxi naar Lux. Volgens alle toeristische gidsen de beste en mooiste discotheek van Lissabon. De club kijkt uit op een met kleine lichtjes verlichte Taag en telt drie verdiepingen. De eerste verdieping is eigenlijk een groot dakterras waar je van de frisse lucht en het mooie uitzicht kan genieten. De tweede etage staat vol hoge schermen waarop dansende zwart-wit-mensen worden geprojecteerd. In het midden bevindt zich een grote witte bol waarop eveneens veranderende beelden worden getoond. Op bedden/ sofa's zitten mensen van een drankje te genieten. Helemaal beneden is een donkere ruimte die sporadisch door enkele gele spots wordt verlicht. Dit is de ruimte waar er hevig wordt gedanst. Mijn lievelingsruimte.
Tijdens onze laatste dag bezoeken we de winkelbuurt en Belém, het Arabische deel van de stad.
Wanneer we de volgende dag in Brussel landen, vertelt de piloot ons dat het buiten twaalf graden koud is. We zien de regen tegen de raampjes tikken. De vakantie is met een knal gedaan...
Vorige week dinsdag een punt achter mijn studententijd gezet. Vreemd. Erg vreemd. Niet dat ik nooit meer iets zal moeten studeren, maar de tijd dat les volgen, blokken, opzoeken, lezen en schrijven al mijn tijd opslorpten, is definitief voorbij.
De dag na mijn laatste examen heb ik een sollicitatiebrief per mail verstuurd. Een paar uur later kreeg ik al telefoon met de vraag of ik de volgende dag op gesprek kon komen. Help!
De dag erna met de trein naar Antwerpen. Naar De Gazet van Antwerpen om precies te zijn.
Uiteindelijk is dat eerste sollicitatiegesprek wel meegevallen. Momenteel wijk ik geen moment van mijn gsm. Al denk ik dat ze me te jong en te onervaren zullen vinden voor een job als eindredacteur. Heb gelukkig nog twee andere interessante dingen gezien.
Zaterdagavond met L. uitgeweest. De stress van de afgelopen weken eraf gedanst en van enkele glaasjes witte martini genoten. Mmmm.
Het academiejaar loopt op zijn einde. Nooit gedacht dat ik met weemoed naar de afgelopen maanden zou terugblikken. Want het einde van de opleiding die ik soms zo verachtte, betekent meteen het begin van een nieuwe wereld. Een wereld waar ik soms bang voor ben.
Toch ben ik blij dat mijn extra jaar studeren er bijna opzit.
Ik heb me de afgelopen maanden, zeker na mijn stage, soms zo geërgerd aan de betuttelende middelbare school-manier waarop we les kregen. Na vier jaar unief is dat bij momenten moeilijk om te slikken. Maar goed, ik heb het volgehouden (ook al heb ik twintig keer gezegd dat ik ermee wilde stoppen). Momenteel ben ik de laatste hand aan mijn masterproef aan het leggen.
Daarna mag ik nog voor enkele dagen achter mijn handboek van psychologie voor de adolescentie (omdat ik zoveel tijd heb, volg ik ook nog een lerarenopleiding...) kruipen om vervolgens lekker niets te doen. Als alles goed verloopt, mag ik eind juni mijn diploma Master in de journalistiek afhalen.
Momenteel ben ik een grote stressbom, die elk moment kan ontploffen. Arm liefje.
Mijn perfectionisme wordt me soms toch een beetje te veel. Zelfs 's nachts lig ik aan mijn masterproef te denken en ben ik bang dat er ergens een komma verkeerd zal staan...
Na de miscommunicatie van donderdag is mijn honger naar R. enigszins gestild.
Vrijdag opgegaan in ons verlangen, waarna we een glaasje roze schuimwijn in Zenith zijn gaan proeven.
De avond erop gedanst op een fuifje, waar ik pijnlijk genoeg tot de oudste aanwezigen behoorde. Gelukkig dat de meesten me 18 of 19 geven. Zo word ik toch minder snel oud.
De volgende dag genoten van R., zon, ijs en roze lipgloss. Rondgedwaald in de stad.
Vreemd. Sinds ik mijn weekends bij R. spendeer, ben ik meer van Dendermonde beginnen te houden.
Afkicken nu.
Alleen. Masterproef. Regen. Weegschaal.
I like it in the city when the air is so thick and opaque I love to see everybody in short skirts, shorts and shades I like it in the city when two worlds collide