Een eerlijk en ongecensureerd dagboek uit de goddelijke pen van mijn alter ego Helena
15-11-2007
Moan (Trentemöller)
Het viel me zwaar om vandaag de lessen te volgen. Wegdromen. Tobben. Ok, ik reken deze twee tot mijn favoriete bezigheden, maar soms moet je je hobby's voor een hoger doel (lees: behalen van een diploma) opzij schuiven.
Over tot de orde van de dag.
Mijn plan: ik heb geen plan of een wiskundige formule nodig. Dat is gewoon absurd. Het gaat regelrecht in tegen een principe waar ik al bijna heel mijn leven aan vasthou: volg de weg waar je gevoelens je heen leiden. Tot nu toe heeft mijn intuïtie me nog nooit in de steek gelaten.
Ik geef me over aan de vlinders en wacht af. Naïef? Misschien wel. Romantisch? Zeker en vast
Een ding is zeker: je kan je gevoelens niet controleren. Al zou het wel heel handig zijn om zelf te kunnen kiezen op wie je verliefd wilt worden.
To moan: Thinking about you...constantly thinking about you...I've been thinking too much about you, see the sunset with no sleep at all. Constantly thinking about you...
Diegene die omgekeerd evenredig is aan mezelf en die ik niet kan krijgen... MOET ik. Diegene die recht evenredig is aan mezelf, waar ik me goed bij voel en waar ik mezelf bij kan zijn.... HOEF ik niet.
Bestaat er geen wiskundige formule om tot een juiste oplossing te komen?
Het vervolg van dit dilemma volgt gauw. Binnen vijf minuten moet ik door de koude om een overvolle trein te halen. Heb er vandaag echt geen zin in.
Gisteren met W. naar de opening van de boekenbeurs afgezakt. Aan de ingang laat de dame die ons de tickets moet bezorgen op zich wachten. De security is onoplettend. We glippen zonder kaartje naar binnen. Tussen de boeken zien we Jef Geeraerts in een purperen kostuum van een glas rode wijn nippen. Het BV-tellen kan beginnen.
We lopen tussen de boeken. Ik doorblader de nieuwe romans van ijskoningin Saskia De Coster en mijn jeugdidool Tom Lanoye. Drukte en warmte omsingelen me. Er hangt een 'tu-m'as-vu'-sfeer, waarvan ik misselijk word. Blondines met gelnagels en een vette laag make-up trippelen op naaldhakken aan de arm van de één of andere auteur voorbij. Ik kuier langs de boeken. Lees een achterflap. Zie een bekende titel. En denk: ik moet nog zoveeel lezen!
W. raak ik later op de avond uit het oog. Daarna zie ik hem bij de persoon die hij absoluut wilde spreken. Hij overhandigt het meisje van de uitgeverij enkele kortverhalen. Moedig. Ik hou van mensen die ambitieus en gedreven zijn.
Wanneer we het boekenpaleis verlaten, zet Helmut Lotti de teller op elf.
In de trein naar huis praten we over verloren liefdes en stomme verliefde daden. Alweer. Vreemd dat onze gesprekken steeds eindigen met dezelfde onderwerpen. De weg naar mijn kot is koud. Wanneer ik onder de dekens kruip, is het koude gevoel er nog steeds.
Ik warm mijn voeten aan een kersenpitkussentje en drink kleine slokjes rooibosthee. Voeten en neus krijgen weer gevoel.
Net langs het water van Gent gefietst. Wind door mijn haren. Koude avondlucht door mijn longen. De stad ligt er, op een rumoerige Overpoort na, rustig en vertrouwd bij.
Onverwacht een fijne avond gehad. Witte wijn, tiramisu, interessant gesprek, veel gelachen. Een welgekomen onderbreking na een drukke week.
Meer dan een jaar geleden vroeg ik me af hoe het leven van een blondine er zou uitzien. Bij de kapper liet ik mijn lichtbruine lokken blond verven en voor ik het wist behoorde ik tot een bepaalde categorie meisjes die een uniek soort jongens aantrekt. Al bij al was het een leuke tijd. Omdat ik geen precieze cijfers, tabellen of grafieken heb, moet ik op mijn geheugen en gevoel rekenen om enkele opmerkelijke verschillen in kaart te brengen.
Als blondine:
* heb ik meer complimenten gekregen * werd mijn intelligentie vaker in vraag gesteld * heb ik minder geld aan drankjes uitgegeven * heb ik minder door de regen moeten fietsen * kreeg ik meer aandacht van jongens met een donkere huid * had ik opmerkelijk meer succes bij mannen die van Bikkembergs, Puma en Tommy Hillfinger houden * werd ik niet langer aan de ingang van Carré en Het Feestpaleis geweigerd * waren mijn scores bij mondelinge examens lager
Bij mijn laatste kappersbezoek vroeg het nieuwe meisje in de zaak wie er in godsnaam op het idee was gekomen om mijn kop blond te verven. Het lieve kind haalde er direct enkele 'professionele' kaarten bij om een kleur te vinden die bij mijn teint en ogen past. De kaartenlezeres zei dat het in de sterren stond geschreven dat ik mijn haar c h o c o l a d e bruin moest verven. Chocolade! Ik had het kunnen weten.
Maandag: - ontdekt dat de Slovaakse mede-student in de les 'welsprekendheid' overdag professor wiskunde aan de unief van Gent is - in de daaropvolgende les 'uitspraak' alweer te horen gekregen dat ik een Antwerpse!!! uitspraak heb - in het justitiepaleis van Brussel onder de indruk geraakt van de prachtige plafonds, zuilen en mannen in toga
Dinsdag: - geleerd dat Russische presidenten met flessen jenever tot een interview te verleiden zijn - na een aantal afleveringen van The O.C. beseft dat de wereld van de serie omgekeerd evenredig is aan mijn leven
Woensdag: - een aan adhd-lijdende journalist probeert vol enthousiasme de fenomenen 'beurs','nasdaq', 'Bel 20', 'index' en 'aandeel' uit te leggen - champagne en taart voor mammies verjaardag
Donderdag: - een onmenselijk lange dag waaraan geen einde lijkt te komen - vastgesteld dat ik niet de enige ben die onhandig achter het stuur zit - ijskoude nacht, warm vanbinnen
Vrijdag: - M. en nieuwe vlam samen gezien - fier! want heb mezelf sterk gehouden - genoten van de stem van de zoon van The Father, the Son and Holy Simon
Zaterdag: - na drie weken pauze overspoeld door roddels, nieuwe kapsels en pasgemanicuurde nagels van de verkoopsters van Zeb - met het liefste en vrolijkste meisje van de hele wereld naar de donkere bossen van de Dendermondse scouts afgezakt - veel bekende gezichten, veel gedanst, veel drankjes - verwarrend telefoongesprek
Zondag: - hoest, snot en geen stem - genoten van de zonnestralen en de herfstlucht
Maandag: - een ijle dag door de sterk verdovende hoestsiroop - ontdekt dat er nog 'ouderwetse' mannen bestaan die trakteren op een etentje en de deur voor je open houden
Voyeurisme... of is er soms een andere reden waarom jullie dit lezen?
Vorige week donderdag met een bedroefd gezicht (en mijn vrouwelijke charmes) bij de buurman (van wie ik een signaal van zijn draadloze netwerk ontvang) aangebeld met de vraag of ik alsjeblieft van zijn goedheid zou mogen profiteren. En! Het heeft gewerkt!
Mijn blog heeft de laatste weken op een zeer laag pitje gestaan, dat ik de komende dagen hoop op te wakkeren met fijne anekdotes uit mijn oh zo saai leventje.
Studeren in Brussel heeft zijn voor- en nadelen: mooie stad, maar duffe treinen en veel wachtmomenten. Geen examens, maar veel opdrachten en onmenselijk veel les (tenminste als je net een scriptiejaar met amper 13 uur les per week achter de rug hebt). Kleine groep waarmee je kan socializen, maar geen of weinig anonimiteit.
Ondertussen ken ik ook mijn stageplaats: ik mag van begin december tot midden februari de redactie van DS online (www.standaard.be) versterken. Benieuwd hoe het zal zijn om van de schoolbanken naar de echte wereld (lees: redactie) te trekken.
Tot daar mijn professionele carrière:) Gevoelsleven lag een beetje overhoop, toen ik vernam dat M. een liefje heeft. "Rationeel denken! Rationeel denken!", dacht ik. Maar dat lukte niet echt. Het is zo raar om te bedenken dat ik niet meer onverwachts kan aankloppen, we niet zo vaak meer kunnen afspreken,... ik mijn maatje kwijt ben.
Toen ik zondag even langsging om een stapeltje Knacks, stond haar autootje geparkeerd op de voormalige parkeerplaats van mijn fiets. Help!
Aangebeld. 'Hallo, Knacks aub'. M. komt aangelopen met de tijdschriften. 'Zakje, zakje.' M. haalt een zakje. Ruk het zakje uit zijn handen en fiets naar huis.
Meer boos op mezelf dan op hem, bel ik hem al fietsend op en stamel enkele woorden die niet lief klinken in de hoorn. Nu heb ik het echt verpest... Toen ik klein was, heeft een lerares ooit eens gezegd dat je in een kwade bui eerst tot tien moet tellen en dan pas mag spreken. Ik had het beter gedaan.
Ik bevind me al meer dan twee weken op een plaats, waar je status door je kapsel, kleding en liefdesleven wordt bepaald. Mijn haarsnit werd zaterdag als ouderwets en 'uit model' omschreven. Highlights en 'laagjes' werden me voorgeschreven. De openingszin van elk nieuw gezicht luidt als volgt: 'Heb je al een vriend?' Alweer een trapje lager op de ladder van de verkoopsterssociety... Deze ochtend stonden ze te trappelen van ongeduld om te horen hoe het me op City Sounds was vergaan: 'en zijdde vant straat geraakt'?. Ook zonder op jacht te gaan kan ik me amuseren, lieve dames. Oude bekenden tegengekomen; me door het ritme van de muziek over de dansvloer laten leiden; ziek geworden van de goedkope wijn, gekotst en verder gaan dansen; nieuwe mensen leren kennen; X gezien, hem gegroet en doorgestapt; ontdekt dat echte vrienden schaars zijn en mijn gsmnummer voor de verandering eens niet gegeven (probeer een 'hard-to-get'-imago te kweken).Wanneer ik bij gebrek aan vervoer naar huis wandel, kan ik alleen maar denken aan die ene die er niet was.
Zondag lees ik de laatste pagina's in Vargas Llosa's Het ongrijpbare meisje, waar de relatie tussen het hoofdpersonage en 'la niña mala' veel overeenkomsten vertoont met de relatie die ik met X heb. Al zijn de rollen bij ons omgedraaid: ik was de gekverliefde en meermaals gekwetste naïeveling, hij de egoïstische en sadistische 'niño mal'.
Hiernet begonnen in Liefde in tijden van cholera van Marquez. De zinnen zitten net als bij Llosa zo knap in elkaar (de woordkeuzes, vergelijkingen, metaforen en adjectieven!). Ze zijn het ultieme bewijs dat literatuur kunst is en drukken me met mijn neus op de feiten: mijn schrijfstijl is belabberd en verre van origineel. Ik troost me met de gedachte dat ik nog jong ben (ook al weet ik dat talent niet rijpt, maar aangeboren is ).
Vandaag tot het besef gekomen dat ik op mijn vakantiejob -door een gebrek aan hersenarbeid- constant zit te tobben. Wat natuurlijk allesbehalve goed is voor mijn reeds geblutste ego... Wat volgt zal waarschijnlijk overkomen als het zelfmedelijden van een verwend nest, maar ik moet het op papier zetten (is deze blog nu al mijn tweede psycholoog geworden?). Na lang beraad met mezelf tot het besluit gekomen dat: ik te weinig lees en mijn tijd vergooi aan internet, tv en café, dat ik amper iets afweet van literatuur en taal (ook al heb ik vier jaar colleges over deze onderwerpen gevolgd), dat ik niet sport en dringend buikspieren moet kweken, dat ik sterk en volwassen moet worden en M. volledig moet loslaten (ik wil echt dat hij een mooi, intelligent en getalenteerd liefje vindt, zodat ik hem naar een rustiger deel van mijn hart kan verhuizen) en dat ik in heel wat dingen net niet goed genoeg ben. Kortom ik ben een zielig hoopje Ellende
Alweer een week voorbij. De tijd lijkt tijdens de zomermaanden sneller te gaan...
Woensdag ben ik door A. en N. in abo aangesproken over mijn blog. De eerste was enthousiast, de tweede kritisch (ik schrijf 'flairachtig' met een encyclopedie naast me en leid een saai leven). Ach ja, wat feedback kan geen kwaad. Bij deze zijn mijn zeldzame lezers (volgens de statistieken van bloggen.be krijgt mijn stekje gemiddeld 5 bezoekers per dag ) van harte uitgenodigd om in het gastenboek of via een mail hun mening te spuien.
Donderdag samen met S. naar Brussel gespoord (zie je wel N. dat ik avontuurlijke trips onderneem!) om me in te schrijven op de Erasmushogeschool. Wanneer we naar het station terugwandelen horen we muziek uit het Warandepark komen. Stilletjes nemen we plaats tussen het publiek dat een gemiddelde leeftijd van 65 heeft. Axel Peleman staat tussen de bomen en de boterhammen te zingen. Wanneer ons drankje leeg is, besluiten we Axel te laten voor wat hij is. Hij doet te hard zijn best om de Antwerpse Flip Kowlier te zijn. 's Avonds zie ik vanuit het appartement van L. en T. hoe Dendermonde wild wordt bij het zien van pijnders, Goliath, Indiaan en Mars. De hele stad is vrolijk en dronken. In Goliath duikt er een klein vlindertje op in mijn buik... De dag erna vouw en label ik de hele dag kleren in Zeb op hoge hakken (hoe doet Carrie dat toch?). Jessica, Nathalie en Kathy worden een maand lang mijn collega's Moe van een eerste dag werken, kruip ik die avond samen met Harry Potter vroeg onder de lakens. Zaterdag ontmoet ik twee mede-germanisten in Gent. We praten bij en brengen elkaar van de nieuwste roddels op de hoogte. 's Avonds opnieuw naar Goliath. Opnieuw een vlinder...
Deze ochtend heb ik samen met de promotor van mijn scriptie de laatste hand aan een projectvoorstel gelegd. Het project dat ik wil uitwerken zou vier jaar in beslag nemen en luistert naar de volgende titel: 'De historische, narratologische en poëtische ruimte in het prozawerk van Karel Schoeman'. Schoeman is een Zuid-Afrikaanse auteur die naast een twintigtal novellen en romans ook een honderdtal geschiedkundige artikels in het Afrikaans heeft geschreven. De auteur schrijft voornamelijk over de recente geschiedenis van Zuid-Afrika en probeert via het verleden de hedendaagse situatie in het land beter te vatten. Doordat hij in zijn romans op zoek gaat naar menselijke sporen die ons meer over het verleden kunnen vertellen, staat hij dicht bij de methodes die door archeologen en historici worden gebruikt. Verder is het bijzonder dat zijn wetenschappelijke artikels een sterk 'literair' karakter hebben. Met mijn onderzoek hoop ik in de eerste plaats een beter inzicht te geven in de werkwijze die Schoeman heeft gehanteerd bij het produceren van zijn proza. Verder wil ik onderzoeken hoe het element 'ruimte' met de andere 'bouwstenen' van de roman wordt gecombineerd. Tot slot zal een beeld worden gegeven van de mengeling van fictie en non-fictie in het oeuvre van de auteur. Een hele boterham
Om alles te kunnen bekostigen heb ik een beurs aangevraagd, waarmee ik, na een positief resultaat, vanaf januari aan de slag kan (fingers crossed!). Ondertussen zal ik niet stilzitten, want vanaf eind september volg ik samen met enkele mede-germanisten een master na master journalistiek. Het einde van de vakantie komt angstaanjagend dichtbij...
De regen van de afgelopen nacht heeft de tent kletsnat gemaakt. M. probeert tevergeefs de druppels van het zeil te schudden. In de verte horen we een Hollands meisje tegen haar vriend zeggen: Je mag schudden wat je wil, het blijft nat. We moeten in de auto ontbijten, gezellig is anders. De volgende drie uur brengen we eveneens in de auto door: de weg naar Chambord is lang. Wanneer we het kronkelende paadje naar het kasteel volgen, verschijnen er af en toe enkele schuchtere zonnestraaltjes. Boven het kasteel hangen donkerblauwe wolken, die het Château de Chambord iets dreigends geven. Het gebouw heeft een lange geschiedenis van bouw- en verbouwingswerken op zijn naam. De laatste grote renovatiewerken werden door de zonnekoning uitgevoerd, waardoor sommige van de 544 (elk cijfer dat ik zie, wordt op onverklaarbare wijze in mijn geheugen gegrift) kamers doen denken aan Versailles. We lopen naar de achterzijde van het kasteel, kopen een ticket en steken de binnenplaats over naar de wenteltrap die door Da Vinci zou ontworpen zijn. De trap is zo gemaakt dat opgaande en neergaande personen elkaar niet kunnen zien. We wandelen door de honderden vertrekken die voor het publiek toegankelijk zijn. De slaapkamers met hun prachtige beklede hemelbedden zijn mijn favoriet. Ook de imposante schilderijen van de verschillende bewoners die de afgelopen eeuwen het château hebben bewoond, kunnen me bekoren. Het kasteel was meer dan een bezoek waard.
Wanneer de klok tegen drieën loopt, zoeken we in het bos rondom het château een plekje om te picknicken. Daarna rijden we naar het grootste stadje van de Loirestreek: Tours. We parkeren onze auto in de buurt van een winkelstraat, waar ik van de gelegenheid gebruik maak om een grijze jurk te passen, die ik op het trouwfeest van L. kan dragen. G. heeft onlangs een zilvergrijze rok gekocht, waardoor V. en ik verplicht zijn -tenminste als we als een bijpassend trio bruidsmeisjes naar buiten willen komen- iets in dezelfde kleur te dragen. De jurk die er aan de kleerhanger fantastisch uitzag, blijkt eenmaal aan mijn lijf een totale ramp te zijn. Het ding lijkt zich vacuüm rond mijn lichaam te hebben gesloten, waardoor ik in ademnood kom en elk laagje vet op mijn lichaam tienmaal wordt uitvergroot. Ik kan wel door de grond zakken van schaamte. Het is me opeens ook helemaal niet duidelijk meer of ik überhaupt te weinig weeg, zoals mijn dokter en diëtiste beweren. Zou elke jurk me dan niet passen? Na enkele troostende woorden van M. wurm ik me terug uit het grijze stukje stof en geef het terug aan de verkoopster die er akelig perfect uitziet. Ze brabbelt iets in het Frans, waaruit ik opmaak dat het zoveel als je dacht toch echt niet dat je hierin ging passen betekent.
Ik voel me rot en wil geen winkel meer binnen. We wandelen rond in de middeleeuwse binnenstad tot het begint te schemeren. Tijdens het avondeten kauw ik op twee blaadjes sla, terwijl M. een driegangenmaaltijd naar binnen werkt. Omdat M. ons nog naar de camping moet brengen, drink ik het meeste van het karafje wijn op. De avond wordt er alleen maar vrolijker op. We vinden een camping in Montbazon waar we hartelijk door een redelijk beschonken uitbater worden ontvangen: Zoek maar een plekje, jullie zullen morgen wel betalen he?
Dag vier.
s Ochtends besluiten we nog een nacht langer op de camping te blijven, omdat we nog enkele dingen in de buurt willen bezoeken. We rijden eerst naar het kasteel van Chenonceau dat volledig door water is omringd. Het is veel kleiner dan dat van Chambord, maar daarom niet minder indrukwekkend. De vertrekken zijn onlangs gerestaureerd, zodat elke ruimte (van de kapel tot de keuken) een lust is voor het oog. Bovendien staan er overal reusachtige boeketten en bloemstukken die een heerlijke geur doorheen het kasteel verspreiden. De bovenste verdieping wordt sinds enkele jaren gebruikt als een tentoonstellingsruimte voor opkomende en gevestigde kunstenaars. Momenteel kan je er de werken van de Nederlander Pat Andrea bekijken. Op de schilderijen, die allen hetzelfde grote formaat hebben, heeft hij met behulp van potlood en waterverf een persoonlijke visie op het verhaal van Alice in wonderland getekend. Sommige prenten hebben een indruk nagelaten (vooral door het kleurgebruik en de krachtige lijnvoering), maar de meesten zijn alweer uit mijn geheugen verdwenen.
Voor we verder rijden naar Amboise lopen we tussen de twee tuinen, die links en rechts van het château liggen. De ene tuin werd vroeger aangelegd voor Diane de Poitiers, de andere voor Cathérine de Médicis. In Amboise picknicken we langs het water en besluiten we de rest van de dag rustig aan te doen. We slenteren door de straten en drinken iets op een terrasje. s Avonds aperitieven we uitgebreid, vooraleer we een hapje gaan eten.
Dag vijf.
De laatste dag breekt aan. We besluiten in de voormiddag al een flink stuk te rijden, zodat we de volgende dag niet zon lang eind meer hoeven af te leggen. In Giverny houden we halt om er het huis en de tuin van Monet te bezoeken. De tuin is adembenemend. Alles staat in bloei en geurt heerlijk. Ik stop mijn neus in bijna elke nieuwe rozenstruik die ik zie. Op het eerste gezicht lijken de bloemen willekeurig naast elkaar te staan, maar wanneer je langer kijkt wordt een patroon zichtbaar. Achteraan in de tuin ligt de grote vijver met de waterlelies tussen de treurwilgen verborgen. Vooraan ligt Monets woning. Door de verschillende klimplanten en bloempotten is het nauwelijks zichtbaar. De kamers lijken net geverfd, waardoor ik me afvraag in hoeverre de nieuwe kleuren de oude benaderen. Ook de schilderijen in het huis zijn allemaal vals. Ik zal vooral de tuin in mijn herinneringen meedragen.
Wanneer we terug naar het noorden rijden, stoppen we even in Les Andelys voor een koffie en een Lef en in Pontoise voor een pizza, die me heel wat schuldgevoelens geeft. Omdat het te donker is om nog verder te rijden slaan we onze tent in Nesles-la-Vallée op. De camping ligt tussen hoge bomen verscholen. Wanneer we bij een glaasje wijn napraten over de afgelopen dagen, horen we in de verte uilen krassen.
Een drukke agenda heeft me de voorbije weken niet de kans gegeven om een fait-divers uit mijn bestaan te posten. Reizen, pukkelpoppen, papieren in orde brengen, autorijden,...
First things first: Frankrijk in een tentje:
Dag één.
Op een zonnige vijf augustus kreeg ik telefoon van M. waarin hij me vroeg om de volgende dag samen met hem van de regen naar Duitsland te vluchten. In het noorden zou de zon deze zomer een éénmalig en uniek optreden geven, daar moesten we bij zijn! De volgende dag rinkelt mijn gsm terwijl ik bij de diëtiste zit. M. aan de andere kant: 'Het gaat regenen! Heel hard regenen in Duitsland vanaf woensdag!' We besluiten naar Frankrijk te trekken in de hoop daar meer geluk te hebben. Na een korte vergadering met mijn scriptie-promotor over het dossier van mijn beursaanvraag snel ik naar huis om mijn spullen te pakken. Chaos in mijn hoofd! Ik hou van geplande vakanties waar ik op lijstjes, brochures en kaarten kan terugvallen. Na een vlugge yoga-oefening 'innerlijke rust, innerlijke rust!' probeer ik het noodzakelijke in een kleine tas te stoppen en neem ik afscheid van al het overbodige.
Rond half drie is de auto ingeladen en kunnen we eindelijk vertrekken. Wanneer we rond half zes het centrum van Parijs bereiken zijn de regendruppels op de motorkap reeds opgedroogd en zitten we in de auto met een raampje open. In het Bois de Boulogne -een park aan de rand van de stad, waarvan we later op de avond sfeerbeelden vinden met weinig verhullende dames op- vinden we een drukbezochte camping waar we ons tentje nog net tussen een Italiaans duo en een Nederlands koppel kunnen zetten. We nemen de auto naar de stad en vinden tot onze verbazing een gratis parkeerplaats op twee minuten lopen van Avenue des Champs-Elysées. Aan het einde van de grote laan slaan we rechtsaf. We verkennen de rest van de buurt die de naam les Invalides draagt. De gevels van de gebouwen zijn prachtig. Van de binnenzijde kunnen we alleen dromen. Verrassend genoeg vinden we net in deze buurt een restaurant waar de prijzen nog binnen ons budget liggen. Het interieur van de zaak bestaat uit moderne strakke stukken, ledverlichting en stukken uit Libanon, het thuisland van de eigenaars. We proeven van de verschillende kleine vegetarische gerechtjes die op ons bord zijn geschikt. Ik proef humus, vijgenbladeren, citroen, pikante groenten in een soort van bladerdeeg, rijstballetjes,... De kruiden kan ik niet allemaal thuisbrengen.
Daarna lopen we door Parc du Champs du Mars richting Eiffeltoren. We steken de Seine over tot we vlakbij Parijs' meest gefotografeerde ijzeren monument staan. De ondergaande zon kleurt de avond rood. Aan de hand van M. voel ik de stromen mensen langs me lopen. De drukte is vrolijk. Ik ook.
Dag twee.
De volgende ochtend ruimen we de tent op en ontbijten we aan het grasveld waar we de auto hebben geparkeerd. We nemen de bus naar de dichtste metrohalte en rijden vervolgens door de onderwereld van de stad naar Place de la Concorde. Vanaf het plein wandelen we door de Tuilerieën die er onder een hoge zon prachtig uitziet. Met de tuinen in onze rug wandelen we de glazen piramides van het Louvre tegemoet. Rousseau en Molière kijken op ons neer. Vervolgens wandelen we langs de kade van de Seine. In de verte zien we de torens van de Notre-Dame tussen de bomen tevoorschijn komen. De toeristenrij is zo lang, dat we genoegen moeten nemen met een wandeling rond het gebouw. Opnieuw de donkere tunnels van de stad in. We lopen door een smal straatje dat bol van de toeristen loopt. Aan het einde van de weg zien we de witte koepel van de Sacré-Coeur. De trappen leiden ons naar een prachtig uitzicht van de stad. Er is nauwelijks een wolkje aan de hemel, zodat we zelfs zonder verrekijker veel kunnen zien. We wandelen langs Montmartre naar beneden en zien daar hoe de mannen die ons een uur geleden tamelijk hardhandig een armbandje hadden omgebonden een politiewagen worden ingeduwd. Parijs is als een vrouw: aan de ene kant zacht, mooi en elegant, aan de ander kant hard en onvoorspelbaar.
Rond zeven uur verlaten we de stad. Wanneer we onze tent in La Ferté-Bernard opzetten, vliegen de vleermuizen al laag over de grond. We drinken meer wijn dan goed voor ons is en vallen in slaap.
Zaterdag heb ik de donkere zijde van E. opnieuw gezien. Onzeker over haar lichaam, capaciteiten en aantrekkelijkheid (zowel op fysisch als op geestelijk gebied) zoekt ze Amy-Winehouse-gewijs haar toevlucht in schijnbare geestesverruimende drankjes. Ze voelt er zich zelfzeker en vrij door. Dansen, flirten, lachen, zoenen. Het lijkt alsof ze de hele wereld aankan.
Zondag voelt ze zich alweer smerig en goedkoop. Ze zweert dat het niet meer mag gebeuren. Nooit meer.
She cheated herself, like she knew she would, she told you she was trouble, you know that she's no good...
Deze middag het huis een grondige schrobbeurt gegeven. Mama en haar jongere aanhangsel zijn voor veertien dagen op vakantie, waardoor ik voor even de rol als huismoeder op me neem. D. riep later op de dag mijn hulp in om de wasmachine te gebruiken. Er stonden heel veel knopjes en functies op, maar samen hebben we het ding toch aan de praat gekregen. Bedenk net dat L. me gisteren op MSN vroeg hoe een handwas in zijn werk gaat... Wist ik veel! Beschaamd omdat ik een echte kluns ben als het op koken, wassen en plassen aankomt, heb ik het snel even op wikipedia opgezocht
Het is niet omdat ik er als huisvrouw niets van bak, dat ik een geëmancipeerde vrouw ben (lang leve het scheermesje!). Ik betrap er mezelf soms op in het traditionele rollenpatroon te hervallen. Als ik een vriendje heb dan wil ik hem verzorgen en verwennen (heb ik dan toch een moederinstinct? ) en nu hol ik als een bezorgde mama achter mijn broertje aan. Vaak gaat het zo: 'ik ben een dagje weg, red je het alleen?' D. rolt met zijn ogen en begeeft zich naar ofwel de computer, ofwel de tv (ongeveer een halve meter verderop) ofwel naar zijn kamer (een iets langere tocht: trap beklimmen en dan nog eens drie meter stappen). Soms sta ik versteld van de relaxte manier waarmee hij door het leven gaat. Eerlijk, ik kan me maar een paar momenten herinneren waarbij hij zich druk maakte of stress had. D. komt vaak de dag voor een deadline tot de vaststelling dat hij er alweer eens te laat aan is begonnen. Op zo'n momenten krijgt zelfs hij te maken met een lichte paniek. Een vorm die echter niet met die van zijn zus te vergelijken valt... Toen ik nog niet op kot zat viel het me vaak op dat mijn huisgenoten me tijdens de examenperiode, de dag voor een presentatie of voor een andere belangrijke opdracht zoveel mogelijk meden
D. leeft in tegenstelling tot mij van dag tot dag. Er worden zelden plannen gemaakt en dringende opdrachten bestaan voor hem zelfs niet. Het onderhouden en opbouwen van een vriendenkring is volgens zijn levensvisie niet de moeite waard: het kost veel tijd en energie. Hetzelfde geldt voor de liefde. Te lui om een geschikte partner te vinden, weet hij nu al dat hij later een vrouw in Rusland zal kopen. De energie die hij al jaren uit americain, spinazie en kwakies haalt, lijkt hij alleen in lezen en schilderen te willen stoppen. Kafka, Homerus, Marquez en vele anderen kunnen hem voor uren boeien. Op zijn doeken verschijnen zelfportretten en stillevens die door een eigenzinnige lijnvoering en een melancholisch donker kleurenpalet worden gekenmerkt. De schilderijen weerspiegelen precies hoe D. is.
De afgelopen dagen bestonden uit verkeersborden, snelheidsbeperkingen, bandenspanning en verf. Maandag en woensdag M. in zijn nieuwe stulpje helpen verven, de overige dagen heb ik me voornamelijk met Flor beziggehouden.
Hoogtepunt tot nu toe: een ontmoeting op woensdagavond met een oude middelbare schoolvriend op de grote markt. Geroddeld (x is getrouwd, y werkt daar, a en b zijn uit elkaar, ...) en herinneringen (Hoge Veluwe, Toscane, Katja, Frans, Marc, Anjake, klasgenootjes met grijpgrage vingers,...) opgehaald. Het was eerst vreemd om elkaar terug te zien, maar al gauw voelde het vertrouwd aan en was het half twee voor we het wisten We hebben getoast op onze toekomstige carrière die er naar onze mening nu al fantastisch uitziet! Haha.
B. beschouw ik nog steeds als een hele goede vriend. Ook als je elkaar nauwelijks ziet, blijft de band tussen echte vrienden bestaan. In onze zeldzame afspraakjes komt binnenkort waarschijnlijk verandering: ik trek in oktober naar Brussel, de stad waar B. studeert, om een opleiding te volgen. Wat me in B. aantrekt: zijn cynische humor (zijn geveinsde hautaine opmerkingen brengen me telkens weer aan het lachen), zijn interesse in literatuur&kunst en zijn verfijndheid. Hem als dandy omschrijven is misschien overdreven, al benadert hij Oscar Wilde en Charles Baudelaire wel. Hij verzorgt zijn uiterlijk, is op een bepaalde manier elegant en bezit een sterke dosis ironisch zelfrelativisme. Ik hou ervan!
De liefde is het ambiguuste wezen op aard. Ze is gehuld in een fijne stof van vreugde, blijdschap, vlinders en optimisme. Onder deze laag bevindt zich echter een smerig monster dat harten breekt, voor onzekerheid zorgt en alle sprankels uitdooft. Ze duwt je in een klein hol, waar je niet lijkt uit te kunnen raken. In die koude en donkere plek raak je van jezelf vervreemdt. Je vroegere verlangens en dromen lijken nutteloos en niet te vervullen. Alles aan jezelf wordt slecht. Je bent lelijk, dom en nietig. Te klein om iemand gelukkig te maken, te miniem om iets voor iemand te betekenen.
Gisteravond na een avondwandeling met M. (vanaf het vuilbakje, waar we voor de eerste keer hebben gekust...) op het terras van abo beland (en er pas om half 2 weer weggeraakt). L. (een zichzelf psychologiserende jongen) en S. waren er ook. Deze laatste is een moeilijk te vatten jongen, die -voor zover ik reeds weet- gek is op film, sigaretten en... poker. Hij is intelligent en vaak onbedoeld grappig. Hij straalt iets mysterieus en ondoorgrondelijks uit. Aanvankelijk wilde ik zijn persoon uitkammen tot ik aan de waarschijnlijk zeer mooie- kern kwam, maar eerdere onbeantwoorde liefdes hebben me geleerd om me stilletjes terug te trekken. Struggle for pleasure Dinsdagochtend naar de diëtiste geweest. Ik voel de bezoeken meestal aan als een strijd tussen mezelf en haar weegschaal. We hebben dan ook besloten dat ik me niet meer bij haar moet wegen. Momenteel weet ik wel zeker dat ik niet meer wil bijkomen (43 kg is een mooi gewicht). Voel me wel schuldig over de pakken geld die de diëtiste al heeft gekost. Zij voelt er zich blijkbaar ook niet lekker bij, want ze stelde voor om de consultaties tot één maal per maand te beperken. Letterlijk zei ze: je blijft tijd en geld verliezen, als er niets veranderd. Moet nu meer naar de lichaamstherapie gaan, maar daar heb ik voorlopig geen zin in. Ik beschouw het poseren bij W. momenteel als mijn therapie. Hij vroeg me maandag om een tekstje te schrijven voor zijn weblog. Ik stuurde hem s avonds de volgende regels door:
Soms trek ik naar een zacht, donkerblauw eiland. Het water bestaat uit koel beton. Artificiële zonnestralen verwarmen me. Ik geef er me bloot. Letterlijk en figuurlijk. De schaamtegevoelens die ik buiten het eiland zou ervaren, zijn er vervangen door een soort trots. Ik neem een pose aan, waarmee ik de drijvende Antimidas hoop te inspireren. Vanuit mijn ooghoeken zie ik hoe potlood en gekleurd water over het papier glijden. Er is steeds een zekere afstand (hij in het water, ik op het eiland), maar toch ook een sterke verbondenheid: wat ik toon, wordt door hem soms door slechts enkele lijnen- vastgelegd. Mijn beelden wisselen bijna even snel als de prenten die je door een viewmaster bekijkt... klik, klik, klik. Op inspiratieloze dagen valt het me zwaar om een nieuwe houding aan te nemen, op andere dagen beweeg ik mijn lichaam zonder na te denken. Na een uur op het eiland te hebben vertoefd, betreed ik voor even het water om mezelf vanuit de ogen van Antimidas te bekijken. Vaak herken ik mezelf in zijn beelden: kwetsbaar en breekbaar. Een femme fragile.
Hij liet me via sms weten dat hij het een prachtige tekst vond. Na het vervelende gesprek bij de diëtiste, had ik echt een opkikker zoals dit nodig. Het poseren bij W. die middag vloog voorbij. Keane weergalmde tussen de betonnen muren, terwijl ik me met een glas wijn op het zachte matrasje nestelde.
Zoen van een gedesoriënteerde vlinder... Fladder, BOTS, fladder, BAM, fladder, fladder, fladder,...
Dour heeft me de nodige portie chaos gegeven, waarnaar ik in mijn overgestructureerde leventje soms zo naar verlang...
Tijdens de autorit naar het Henegouwse dorpje lieten we de grijze wolken achter ons en reden we de zon, de muziek en de drank tegemoet. Een hobbelig en modderig pad leidde ons naar het terrein, waar reeds op de tweede dag een muffe geur van zweet, bier en gras hing. Mmm... heerlijk die festivalgeur. In de VIP-ontvangstruimte (lees: een vuil tentje, waarin enkele laptops naast elkaar stonden) bleek onze naam niet op de lijst te staan. We werden naar een nog groezeliger plek doorverwezen, waar ze eveneens onze naam niet konden terugvinden. Na heel wat over en weer getelefoneer tussen de VRT en een vriendelijke jongen van de organisatie werden we uiteindelijk op een derde naamlijst teruggevonden.
Bandjes aan en naar de toiletten! (mijn blaas stond al vanaf Ninove op springen). Eerst naar The National. Zachte rock die me wel kon bekoren, maar niet is blijven hangen. Vervolgens naar Hot Chip. Zalige beats, waarop het heerlijk dansen was in een warme zon. Lang leve de chanel-lunettes...
Indisch eten! M. voert me stukjes gebakken groenten, rijst en omelet die heerlijk smaken naar de kruiden, waarvan ik de namen steeds weer vergeet. The Rapture is moeilijk te definiëren (elektro? rock? pop?), maar smaakte me eveneens. Dan naar een lekker stukje vlees op het andere podium: Gabriel Rios. De nummers van zijn eerste cd kwamen live beter tot zijn recht, dan die van zijn tweede plaat. Al vind ik de tweede cd beter: de nummers zijn gewaagder en experimenteler. Rios durft voorbij de muziek van zijn latinoroots te gaan. Verder nog Bright Eyes en Goose gezien.
De eerste sprongen eruit door een prachtige performance en een frontman met een sterke stem. De hele band (twee drummers, twee gitaristen en enkele strijkers en blazers) was gehuld in maagdelijk wit, het podium was versierd met bloemen en op een groot scherm was een live-projectie te zien die synchroon met de muziek liep. Overdonderd en ontroerd door het optreden, klamp ik me verlegen tegen M. aan. Ik heb de hele dag aan X gedacht en verlang naar affectie.
Goose maakt alles weer goed: ik voel de bas tot in mijn maag, ik spring en dans tot ik niet meer kan. De rit naar huis is rustig.
's Ochtends komt mama mijn kamer binnen om een relaas te doen van de zoektocht naar een kot voor D. Ik ben moe en draaiierig en wil alleen maar slapen. Opgestaan, gedoucht en naar papa.