In het begin van de jaren zeventig
drong een verdere splitsing volgens niveau zich op. Hoe langer, hoe meer
keurturners van de lagere school maakten niet meer de overstap naar de keurploeg
van de humaniora (nog steeds onder leiding van Louis Noels). Daardoor werd de
groep steeds groter, net als het onderling leeftijdsverschil. Dre Vanaelst
splitste zijn keurploeg in 2 groepen: de leerlingen uit de voorbereidende
afdeling (nu lagere school) trainden voortaan op dinsdag (van 16.00 tot 18.00
uur) en de leerlingen uit de humaniora (nu ASO) die de grote
keurploeg vormden en op vrijdag van 16.15 uur tot 18.00 uur
oefenden. Het gevolg was dat de bestaande keurploeg humaniora, die al jaren
op donderdag oefende, stilaan uitdoofde en overging in wat oorsprokelijk die van
de lagere school was. Jan Verstrepen, oud-leerling van het college en de
nieuwe turnleraar in de lagere school sprong in 1973 mee op de wagen om deze
omvangrijke keurploeg in goede banen te leiden. In 1978 bestond de keurploeg
reeds uit 70 jongens, onze school telde toen meer dan 1400 leerlingen! De
weinige foto's uit die tijd tonen de verdere opdeling in niveau's: wie in de
grote keurploeg kwam, mocht zelf de kleur van singlet kiezen (rood, geel of
oranje). Wie goed kijkt ziet op één van de foto's ook een hoekje van onze
eerste landingsmat. Het toestelturnen nam een enorme vlucht in de jaren zeventig
met o.a. mini-trampoline en landingsmat als nieuwe toestellen.