Vrijdag stipt om 10.45 u kwam de man van Canadream ons ophalen in ons hotel voor een rit van 30 km naar het verhuurbedrijf.
Daar aangekomen werden we te woord gestaan door een zeer vriendelijke dame die ons alle documenten ter ondertekening overhandigde. Zij drong er op aan dat we de documenten eerst volledig zouden gelezen hebben vooraleer ze te ondertekenen.Hetgeen uiteraard evident is.
Nog steeds wisten wij niet welke wagen wij zouden toegewezen krijgen.
Dan kwam het moment sûpreme: onze camper is een uit de kluiten gewassen Ford F-350 heavy duty, 350 PK, acht cylinder diesel 12350 km op de teller, bouwjaar 2008. Beige lederen zetels, full options. Moet er nog zand zijn?
Breedte: 2,40 meter. Lengte 6,70 meter.
Zelfs ik heb de optrede nodig om in de cabine te kunnen klimmen AnneLeen kan nog net in de zijspiegels kijken als zij naast het voertuig staat.
De opbouwmodule met het woongedeelte is ook helemaal af! Ruimte zat. Overal bergruimte. Een normale inbouwfrigo met erboven een diepvriesvak. Een gerieflijke keuken met twee afwasbakken, fornuis met drie vuren op gas en een oven, ook op gas. Een douche/WC en helemaal achterin de module (boven het dak van de wagen) ons dubbelbed, met nog steeds een ruimte die mij zonder problemen toelaat rechtop in mijn bed te zitten zonder mijn hoofd te stoten tegen het plafond.
Het was wel even wennen om dit gevaarte op gang te krijgen en in het Canadese verkeer te loodsen op spitsuur. Doch efkens de gaspedaal diep indrukken en alle paardenkracht komt in Aktie met diep geluid van onder de motorkap en in een mum van tijd raak ik op kruissnelheid (100 km / uur) en zakt de toerenteller naar amper een 1500 toeren. Intussen zijn er wel weer ettelijke liters diesel erdoor gejaagd. (Ik vermoed dat het voertuig gemiddeld zon 20 liter verbruikt)
Na de nodige inkopen gedaan te hebben in de IGA, een supermarktketen die overal verspreid blijkt te zijn, hebben wij koers gezet richting Quebec. Tegen een uur of half zeven hebben wij plaats gezocht op camping Parc de la Péninsule (www.peninsule.com) om onze aperitief te drinken en ons voor te bereiden op onze eerste nacht in de camper.
Midden in de nacht werd ik wakker: een geruis op het dak van onze camper.... lichte druppels... Ik begon al te denken dat, moest het regenen, het niet evident zou zijn om te kunnen slapen in de camper. Plots werd het geruis het geluid van een heuse cavalerie die over het dak begon te chargeren... Inderdaad: een weersverandering. Hevige buien passeerden de rij. Ik begon mij al af te vragen hoelang het nog zou duren vooraleer de eerste bliksemschikt de lucht zou doorklieven en ons zou verschrikken met een heftige donderslag. Dit bleef echter uit. Het bleef alleen oude wijven regenen.
's Anderendaags was nog niets veranderd: regen met als gevolg dat de camping begon leeg te lopen. Ik vroeg mijn gebuur of hij wist wat de voorspellingen waren. Hij zei dat er 20 tot 30 ml zou vallen en dat later op de dag er nog stormwinden te verwachten waren... Hijzelf begon ook op te ruimen om naar huis terug te keren.
Voor ons was dat echter geen optie, zodat wij onze wandelschoenen hebben aangetrokken én onze regenkledij om de waterval van dichterbij te gaan bekijken.
Daarna vertrokken we richting Tadoussac: walvissen spotten.
Onderweg ging het van kwaad naar erger. De regen viel met bakken uit de hemel en de rijweg was een rivier. Zoveel regen hebben wij nog niet veel meegemaakt.
De rit naar Tadoussac lag volgens onze wegenkaart naast de oever van de St.Laurencerivier. De rest moesten wij zelf erbij verzinnen. De rivier was door de slechte weersomstandigheden helemaal niet te zien...
Tadoussac zelf bleek een zeer leuke plaats te zijn, kleinschalig toeristisch, toegespitst op de boottochten om de walvissen te gaan spotten. De vraag was echter: wat zouden wij doen? We gingen inspiratie opdoen bij de plaatselijke dienst van toerisme. Ik zei tegen AnneLeen: regen of geen regen, voor de walvissen is dit geen verschil, ze zijn sowieso nat en zullen omwille van de regen niet minder naar boven komen. Dus zouden we walvissen gaan spotten...
Toen wij echter buiten kwamen stelde ik tot mijn ontsteltenis vast dat het niet alleen aan het regenen was doch dat bovendien er ook een dichte nevel aan het opzetten was. Dat was uiteraard wél een probleem: hoe konden wij walvissen gaan spotten in de mist...? Moesten het nu nog gorrilla's geweest zijn, men zou er een film van gemaakt hebben, maar walvissen????
"We kunnen misschien de beren gaan bekijken" stelde AnneLeen voor. Om 10 km daar vandaar werden inderdaad safari uitstappen georganiseerd naar de avond toe. Wat zouden de beren echter doen in de regen en de mist? En de weersvooruitzichten voor de komende 48 uur zagen er niet al te goed uit.
Na crisisoverleg besloten wij de walvissen te laten voor wat ze waren en ook de beren met rust te laten. We zouden op onze stappen terugkeren en richting Niagara falls rijden.
Om 15.30 h hebben wij onze terugtocht aangevat, in de hoop op de terugweg misschien méér te zien van de St. Laurencerivier dan op de heenreis. Echter: de weersomstandigheden die wij op de terugweg hebben meegemaakt tarten alle verbeelding. Nee, geen regen, wél erwtensoep. Geen 20 meter zagen we voor onze ogen. Mist, mist en nog een mist. Steil bergop, steil bergaf, naar links, naar rechte, allemaal in de mist bij een temperatuur van 21°C in het halfduister rond 18 uur.
Uiteindelijk zijn wij tegen 20 uur toch nog op een camping beland, veilig en wel en hebben wij ons daar geinstalleerd voor de nacht.
Vandaag bereiden we ons voor op een lange trek tot in Kingston, gelegen in het gebied met de duizend eilanden. Een tocht van een 500 tal km.
De tocht verloopt vlot met een doortocht door Montreal op het middag-spitsuur.
Rond 16 uur arriveren wij in ons doelgebied en verlaten wij de autosnelweg om de 1000Island Parkway op te draaien. Dit is meteen een verademing: de weg oogt inderdaad als een weg doorheen het park met rechts de rivier met de talrijke eilanden.
We hebben ons vanavond geinstalleerd op de gelijknamige 1000 Island KOA camping in Gananoque. Morgen is het een dag "rust" met een cruise op de St. Laurencerivier.
Tijdens de lange ritten is het mij ook duidelijk geworden waarom een Amerikaan altijd spreekt over afstanden in de zin van : one hour driving of three hours driving, hetgeen voor ons Europeanen niets-zeggend is. Hier echter is de speed limit 100 km/uur. Iedereen rijdt derhalve 100 km per uur, zodat je inderdaad gemakkelijker kunt uitdrukken in tijd hoever het rijden is dan in kilometers. Trouwens, de boetes staan ook duidelijk geafficheerd bij te hoge snelheid. 140 km per uur = 750$ + 10 punten. (waarbij ik vermoed dat het geen compliment is als je veel punten hebt verdiend)
Na onze overnachting op de KOA camping zijn we vroeg aangezet om een boottocht te maken tussen de duizend eilanden. We zijn ontscheept vanuit Cananogue om half elf voor een tocht van twee uur en half. Het weer was perfect: blauwe hemel, een flinke bries en prachtige vergezichten waren mogelijk.
De boot voer ons doorheen de talrijke eilanden zowaar naar de territoriale wateren van de USA. Via de luidsprekers op de boot werd ons meegedeeld dat dit de langste onbeschermde grens was met de USA. Zolang we maar niet vàn de boot stapten natuurlijk.
De tocht op de St. Laurence rivier zou je kunnen vergelijken met de eilanden van het Lago Maggiore, met dit verschil natuurlijk dat er véél méér eilanden waren en dat de temperatuur ook meer behaaglijk was dan in Italië.
De tocht was zeer ontspannend en zeer mooi.
Na onze boottocht hebben we onze reis verdergezet richting Toronto met een tussenstop in Kingston.
Nu zijn we aanbeland in een Nationaal Park op een vijftigtal kilometer van Toronto, alwaar we de nacht zullen doorbrengen. Dit is pas écht kamperen: in het donker bos, met ons kampvuur aan de oevers van het Ontario meer. Dit meer is te vergelijken met de zee. Wel zijn er geen golven. En veel vogels. In de verte konden we bij valavond en het drinken van onze aperitief reeds de skyline van Toronto zien! Dit is natuur zoals deze bij ons in de verste verte niet te vinden is. Het waaw-gevoel is daar.
Nu is het pikkedonker aan het worden en de geluiden in het bos zijn aan het verstommen. Alleen nu en dan horen wij de stoomfluit van de trein die in de verte passeert. Ik denk dat de tijd hier toch af en toe is blijven stilstaan.
Morgen plannen wij om door te trekken naar de Niagara Falls.
De kennismaking met de Niagara Falls was intens. Ik denk dat we de watervallen nu vanuit alle hoeken gezien hebben: van bovenaf aan het uitkijkpunt, van beneden op de Maid of the Mist, van opzij via het uitkijkplatform en van aan de achterkant via een tunnel dat gegraven is tot onder de watervallen. Het is wel zeer indrukwekkend in die tunnel: ondanks het gewapend beton voel je nog steeds de kracht van de donderende watervallen doorheen de berg.
Tegen een uur of 2 in de namiddag hebben wij Niagara Falls achter ons gelaten en zijn wij richting Toronto gereden. Wij hebben een Provinciaal Park ontdekt op 50 km ten westen van Toronto, in Bronte Creek en zouden daar onze wagen parkeren voor de nacht. Rond 16.30 uur zijn wij daar gearriveerd. Een zeer mooi park en zeker het aanraden waard. Na onze incheck zijn wij naar het station in Bronte gereden en zouden van daaruit nog de trein nemen naar Toronto. Kwestie van geen parkeerproblemen te hebben. Met de trein van 18.01 uur (stipt!) arriveerden wij een halfuur later in het hartje van Toronto.
Dat was nu echt een cultuurschok: bij het verlaten van het station word je direct geconfronteerd met de hoogste wolkenkrabbers van Canada, om en bij de 300 meter hoog en ook nog een splinternieuw, alles blinkt nog. De gebouwen dateren van in 1990.
Wij hebben een wandeling gemaakt langsheen alle wolkenkrabbers en zijn toen gearriveerd aan het (oude) stadhuis. Voor het stadhuis staat een monument ter nagedachtenis van de gesneuvelden van de eerste wereldoorlog in Passendale, Ieper, Zeebrugge .
Het laatste deel van onze wandeling was het niet te missen bezoek aan de CN Tower! Men kan kiezen hoe hoog men wil gaan: tot aan het gedeelte met het restaurant en de glazen vloer op 340 meter of tot aan het uitkijkplatform om 445 m hoogte. Aangezien we slechts éénmaal in Toronto zijn hebben wij voor de hoogste stek gekozen. En we hebben het ons zeker niet beklaagd. Het zicht van op het platform is adembenemend! De meerprijs om daar te geraken is zijn geld méér dan waard. Het was ondertussen ook al avond en nacht geworden, zodat we deel uitmaakten van een lichtspel (de toren is mooi alternerend verlicht in verschillende kleuren) en rondom ons zagen wij ook tot kilometers ver de verlichting van de stad en de wijde omgeving.
Om 22.43 uur namen wij de trein terug naar Bronte en om 00.00 uur waren wij op onze overnachtingsplaats.
Doordat we Toronto by night bezocht hebben, is er een dag uitgespaard en kunnen wij vandaag reeds koers zetten richting Algonquin park. De rit van vandaag gaat in eerste instantie naar Parry Sound, gelegen aan de Georgian Bay. Aan de rit op zichzelf was weinig of niets te beleven. AnneLeen liet zich zelfs ontvallen dat er wegen zijn in de Ardennen die mooier zijn dan deze die wij vandaag hebben genomen.
Na onze positieve ervaringen met de Provinciale parken, zouden wij opnieuw onze "tenten" opslaan in een Provinciaal park "Kill Bear", gelegen aan de baai met uitzicht op Parry Sound. Althans zo stond het in de boekjes... Toen wij daar toekwamen zijn wij rapper weggereden dan dat wij toegekomen zijn. Veel te veel volk op een kleine oppervlakte en campplaatjes waar zelfs je wagen haast niet kan staan. Dit allemaal tussen de bomen, waarbij er aan de receptie een meedeling hangt dat er 4 soorten slangen in het domein vertoeven en als je een slang ontdekt moet je er blijven bij staan in afwachting dat je de precieze locatie aan een verantwoordelijke hebt meegedeeld. Dit is niet om de slang dood te doen, want het zijn beschermde dieren, maar om de statistieken bij te houden.
Je kunt begrijpen dat wij het "niet zagen zitten" om daar te overnachten.
We hebben dan een 30 km terug moeten rijden naar de KOA camping waar wij thans vertoeven. Een rustige, familiaal gerunde camping met zeer vriendelijke mensen. De dame aan de receptie herkende mij reeds toen ik amper de deur was binnengegaan. "You must be Mr. Noë" zei ze. Misschien had dat ook iets te maken dat ik 20 minuten eerder telefonisch had gereserveerd en haar gezegd had dat ik daar over 20 minuten zou zijn.
's avonds hebben wij als voorgerecht bij ons kampvuur escargots gegeten als voorgerecht en verse vis als hoofdgerecht. Nog 4 dagen te gaan en onze vaatjes wijn van elk 4 liter zijn nog niet leeg.
Voor de geinteresseerden onder jullie: overdag hebben wij temperaturen van tussen de 25° C en 30°C en 's nachts is het een beetje frisser.
Morgen, zaterdag, plannen wij een cruise van 3 uur met de Island Queen Cruise, het grootste cruiseschip van Canada. Wanneer we zullen afzakken naar Algonquin park is nog niet beslist. Het zou beter zijn dit maandag te doen, want minder volk. We zien wel.
Vandaag was het een rustdag. Het weer was té mooi om verder te trekken. Deze voormiddag heb ik via de receptie van onze camping de tickets besteld voor onze drie uur durende cruise met de Island Queen. Deze cruise zou vertrekken om 13 uur, zodat wij op ons gemak onze voormiddag konden doorbrengen met een wandeling in het bos palend aan de camping. Op de cruise was het zàlig vertoeven op het bovendek in de zon met prachtige uitzichten op de 30.000 eilanden van de St. Georges Bay. Ik heb ze niet zelf geteld maar het zijn inderdaad een heleboel eilanden. Op de boot hebben wij kennis gemaakt met Jurgen en Inge uit Leuven. Zij zijn met hun dochtertje van vijf en een half op tocht in Canada gedurende 6 weken!! En neen, ze staan niet in het onderwijs maar runnen een zaak die tijdens de zomer gesloten is. Zij doen incentives voor bedrijven. Na onze tocht langsheen en tussendoor de eilanden - het was inderdaad een wirwar van eilanden waar de grote cruiseboot tussen voer - zijn wij terug afgezakt naar onze KAO camping om nog verder te niksen aan het zwembad. Nu is het stilaan tijd voor onze aperitief en ons diner. Ook het kampvuur moet ik nog ontsteken, doch ik wacht tot het een beetje donkerder wordt. Morgen vroeg vertrekken wij naar Algonquin Park. We plannen een wandeltocht en een kanotocht. Volgens de inlichtingen die wij bekomen hebben bij de plaatselijke dienst van toerisme zal het geen enkel probleem zijn om een plaats te vinden voor de overnachting in het park.