BIDDENDERWIJS
Inhoud blog
  • Inhoud
  • Klein brevierKLEIN BREVIER - Geef me, Heer, een waakzaam hart - Lofprijzing - Adem in mij, Geest van God - U – altijd opnieuw - Beethoven bidt - Gebed tot God
  • Teresa en het Onze Vader
  • Teresa van Avila en andere gebeden. Laat niets je hinderen; Met U spreken
  • ZO NABIJ ZIJN MENSEN NOOIT
  • 1. Het dochtertje van Jaïrus,2.Bruiloft te Kana 3.De stad;4.Pinksterlied, 5.De Trooster; 6.Wat niet overgaat ;7.Palmpasen ;8.Zien 1 ;9.Adem;10.Ik heb u nooit gezien.
  • 11.Herders, wijzen en dieren.;12. Zacheus.;13.Heer, als ik honger heb. ;14.Ik heb je naam in het zand geschreven ;15.De Geest ;16.De stal ;17.Wie ben je, God ;18.Psalm 27 (II) ;19.Psalm 72 ; 20.Psalm 137
  • Keltische gebeden 1: god jij bent overal; 2: het kruis
  • 3:sterker dan rotsen,4:jou aanspreken
  • Het boek der zegeningen: jij bent; god om mij te omarmen... ; god wees in mijn hoofd; zegenbede van sint-patrick (1);gebed om zegen
  • 5:god soms ver van ons, 6:Jouw geboorte heer
  • zegenbede van sint-patrick(2); zegen voor mijn god; zegen voor mij o god; laat ons in vrede gaan; het nieuwe licht; zegen voor de reis; rond het vuur; het hele huis; de geschenken van god; heer zegen de aarde; god zegen de aarde
  • ADEM VOOR HET ONZEGBARE
  • LICHT IN HET DUISTER
  • DE DOOD VOORBIJ
  • HERDER VAN MENSEN
  • MARIA LOVEN
  • DE MENSENZOON
  • ZOEKEN NAAR HET VERLORENE
  • WAAIEND WAAR HIJ WIL:De Geest 1;De Geest,2; Hymne van de heilige geest;Lied van de heilige geest; Lof der wijsheid;
  • Kurt Marti: GOD en IK
  • PALMEN EN VERRIJZENISLICHT
  • PINKSTERVUUR
  • Rose Ausländer : DE VREDE VIEREN
  • PELGRIMS OP WEG

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Piet Thomas
    Adem voor het onzegbare
    11-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZO NABIJ ZIJN MENSEN NOOIT

    ZO NABIJ ZIJN MENSEN NOOIT

    11-03-2017, 00:00 geschreven door Piet Thomas 20  


    10-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1. Het dochtertje van Jaïrus,2.Bruiloft te Kana 3.De stad;4.Pinksterlied, 5.De Trooster; 6.Wat niet overgaat ;7.Palmpasen ;8.Zien 1 ;9.Adem;10.Ik heb u nooit gezien.


    1. Het dochtertje van Jaïrus

     

    Een man ging Jezus zoeken.

    Jaïrus was zijn naam.

    Zijn dochtertje was stervend,

    hij liep bij Jezus aan:

     

    “Mijn dochtertje gaat sterven!

    Kom vlug, Heer, het is tijd!

    Genees haar. Gij kunt alles. 

    Ik weet hoe goed Gij zijt.”

     

    Het meisje was gestorven. 

    Zo zei men in de stad. 

    Toen zei Hij: “Ze zal leven.”

    Geen mens geloofde dat.

     

    Men jammerde en weende 

    en maakte groot misbaar. 

    Hij ging de kamer binnen 

    en wendde zich tot haar.

     

    Hij zei: “Sta op en wandel!”

    En zij bewoog en liep. 

    Ze gaven haar te eten. 

    En niemand die nog riep

     

    of treurde, of niet geloofde 

    in ’t wonder van de Heer. 

    De dood had Hij verdreven.

    Het meisje leefde weer.

                             © Piet Thomas

    2.Bruiloft te Kana

     

    Jezus en Maria

    zijn er ook geweest 

    in het land van Kana, 

    op een bruiloftsfeest.

     

    Er werd wijn gedronken 

    en Maria zag

    hoe de buidels slonken

    waar de voorraad lag.

     

    Was zijn uur gekomen?

    Het tekort aan wijn

    deed Maria dromen 

    dat het waar kon zijn.

     

    Tot de knechten zei ze:

    “Doet wat Hij gebiedt”.

    God kent tijd en wijze.

    Zijn uur kent men niet.

     

    Jezus, die de Vader

    om een wonder bad,

    vroeg de knechten water,

    ’t water dat men had.

     

    In de stenen kruiken

    werd het water wijn,

    wijn om te gebruiken

    op het bruidsfestijn.

     

    Hij werd uitgeschonken.

    Er was overvloed.

    En die ervan dronken, 

    weten: God is goed.

     

    Jezus is het teken

    van zijn heerlijkheid. 

    Niets zal ons ontbreken,

    als geloof ons leidt.

                  © Piet Thomas

     

    3. De stad

     

    De stad die wij bewonen,

    de huizen die we bouwen,

    zij blijven onvolkomen

    als wij niet vast vertrouwen

    op Gods voorzienigheid.

     

    Als Hij niet in ons midden

    een teken is van boven,

    als wij niet tot Hem bidden

    en niet in Hem geloven,

    wat zijn wij in de tijd?

     

    Laat ons de Heer ontvangen,

    Hem bij ons welkom heten

    en, wat wij ook verlangen,

    onszelf geborgen weten

    in zijn grootmoedigheid.

     

    Want Hij die is geboren,

    opdat wij zouden leven, 

    Hij wil ons toebehoren 

    en ons zijn vrede geven, 

    zijn kracht en heerlijkheid.

                       © Piet Thomas

     

     

    4. Pinksterlied

     

    Dit is een dag van talen, 

    van tongen, kracht en vuur,

    van vrijer ademhalen,

    van moed en avontuur.

     

    De Geest vanuit den hoge

    is tot ons neergedaald.

    Hij heeft ons hart bewogen.

    Zijn licht heeft ons omstraald.

     

    Gods Geest vervult de aarde,

    de aarde met zijn stem.

    De vrees in ons bedaarde 

    en zie, wij loven Hem.

     

    Want allen die Hem hoorden,

    zijn tot iets nieuws in staat. 

    Nu vinden zij de woorden 

    die iedereen verstaat.

     

    Hij troost de moedelozen. 

    Die werken schenkt Hij rust.

    Hij heeft hen uitgekozen 

    en maakt hen zelfbewust.

     

    Wat dor is en versteende 

    bezielt Hij door zijn kracht.

    Verdwaalden en vervreemden

    heeft Hij bijeengebracht.

     

    Hij heeft het kwaad verdreven

    en onze ziel geheeld.

    Zijn zevenvoudig leven

    heeft Hij met ons gedeeld.

     

    Wij danken en wij loven 

    met woorden in de wind 

    en doen wat wij geloven.

    God heeft ons eerst bemind.

                                    © Piet Thomas

     

     

    5. De Trooster

     

    Een Trooster zou Je zenden

    die ons bevrijden kon

    van doodsangst en ellende

    en al wat men verzon

    aan eerzucht, haat en nijd.

    Hij zou ons hart vrijwaren

    van woede en ijdelheid. 

    Hij zou de storm bedaren

    die onze dromen splijt.

     

    Vandaag is Hij gekomen, 

    een Geest van  vuur en taal,

    en wij gaan zonder schromen

    weer op in het verhaal

    dat Jij ons hebt verteld.

    Hoe God ons heeft bemind 

    en hoe zijn Zoon moest lijden

    om ieder mensenkind

    van zonde te bevrijden.

     

    Bevrijd van angst en beven

    willen we allemaal

    ten einde kunnen leven

    dit wonderlijk verhaal,

    getuigen voor je rijk

    om and’ren door te geven,

    Jij licht in duisternis,

    wat in ons eigen leven 

    zo mooi begonnen is.

     

     

    Jij wilt de wereld winnen

    en wij staan voor Je klaar. 

    Nu kan het feest beginnen. 

    Nu steunen wij mekaar

    om voor Je op te komen. 

    Ook ik wil onomwonden 

    dit spel van vuur en taal

    als nieuw verbond verkonden

    zolang ik ademhaal.

                          © Piet Thomas

     

     

    6. Wat niet overgaat

     

    Bij hen die nooit meer sterven, horen:

    het is een oude mensendroom,

    een Eden dat ons blijft bekoren,

    de niet te slopen levensboom.

     

    Ooit eens de eeuwigheid ervaren

    en opgaan in je heerlijkheid.

    Het nieuwe leven te ontwaren,

    ’t geluk dat Jij ons hebt bereid.

     

    Een nieuwe hemel, nieuwe aarde, 

    dat is wat Jij ons hebt beloofd.

    Geef om de droom die wij bewaarden,

    ons ’t leven dat de dood nooit dooft.

                                © Piet Thomas

     

     

    7. Palmpasen

     

    Het was Palmpasen en de stad liep vol 

    toen Jezus op de ezel  binnenreed.

    Maar Zelf vond Hij het toch maar wat gesol 

    te worden ingehaald als nieuw profeet.

     

    Hij wist hoe niemand in zijn eigen stad

    profeet kan zijn, noch in Jeruzalem.

    Het leek of men vertrouwen in Hem had, 

    maar wat was Hij voor hen, hoe zag men Hem?

     

    Hij wist hoezeer de kans soms keren kan

    Men zwaait met takken en men vindt je tof. 

    Maar wat betekent heel dit feestenplan,

    men rolt tapijten uit en zingt je lof,

     

    en dagen later slaat men je aan ’t kruis 

    omdat je zegt dat God een vader is
    en jij zijn zoon bent en Gods huis
    een woonplaats is en geen gevangenis.

     

    O God, leer ons Palmpasen te verstaan
    en inzien dat Jij ons een vrede biedt
    die meer is dan gedruis en massawaan.
    Jouw rijk is echt van deze wereld niet.

                               © Piet Thomas

     

     

    8. Zien 1

     

    Gezegend die Je zien.

    Wij kunnen je slechts raden

    in wat geschreven staat,

    in liefde en genade.

     

    Gezegend die Je zien

    verheerlijkt in de hemel. 

    In spiegels gissen wij, 

    in weerglans en gewemel.

     

    Gezegend die Je zien 

    en eeuwig met Je leven. 

    God, wil ons na de dood

    je licht en vrede geven.

                        © Piet Thomas

     

     

    9. Adem

     

    Adem die geheimen deelt

    en de tongen losser maakt, 

    kom en zet in vuur en vlam

    al de harten die Jij raakt.

     

    Hoop der armen, schaf ons recht,

    red wie nog voor machten buigt,

    geef de weerlozen een stem, 

    geef dat wie gelooft getuigt.

     

    Stilte midden in ’t lawaai, 

    die de moedelozen troost, 

    duif van vrede bij de ark, 

    heilig teken van de oogst.

     

    Jij die nieuwe talen vindt, 

    breng je dromen aan het licht 

    en verenig tot een volk

    al wie Jij hebt opgericht.

     

    Geef dat wie door Jou gesterkt 

    nu weer taal en teken geeft 

    van wat hem opnieuw bezielt,

    van ’t geluk dat in hem leeft.

     

    Met de Vader en de Zoon 

    breek nu door het duister heen.

    Laat ons zien wat ons bezielt,

    breng ons allen weer bijeen.

                              © Piet Thomas

     

     

    10. Ik heb U nooit gezien

     

    Ik heb U nooit gezien 

    en weet U toch nabij. 

    Ik heb U nooit gehoord 

    en toch bereikt Ge mij.

     

    Ik zie niet eens de weg

    waarover ik moet gaan. 

    Hoort Gij wel wat ik zeg? 

    Of is dit slechts een waan?

     

    Ik weet dat Gij me leidt 

    als ik op U vertrouw. 

    Maar soms voel ik ook spijt

    om wat ik van U wou.

     

    Wat oor of oog niet kan

    vernemen of verstaan, 

    daar weet Gij alles van, 

    daar zijt Gij om begaan.

     

    Ook als ik zie noch hoor 

    dat Gij er voor ons zijt, 

    sterk mij in dit geloof 

    nu en in eeuwigheid.

                           © Piet Thomas

    10-03-2017, 00:00 geschreven door Piet Thomas 20  


    09-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11.Herders, wijzen en dieren.;12. Zacheus.;13.Heer, als ik honger heb. ;14.Ik heb je naam in het zand geschreven ;15.De Geest ;16.De stal ;17.Wie ben je, God ;18.Psalm 27 (II) ;19.Psalm 72 ; 20.Psalm 137

    11. Herders, wijzen en dieren

     

    Met herders, wijzen en dieren

    rond Jezus’ kribbe geschaard,

    bereid om de redder te vieren

    die ons van het kwaad vrijwaart,

    staan wij hier samen te kijken 

    naar Gods goedertierenheid,

    waarvoor het onrecht moet wijken:

    een kind dat de wereld bevrijdt.

     

    Van herders kunnen we leren

    wat eenvoud is en geluk.

    Want niets kan hun verder deren,

    hun vreugde, ze kan niet stuk.

    Hun kwade dromen verdwenen 

    zo vlug als sneeuw voor de zon,

    toen hun het licht was verschenen

    dat de duisternis overwon.

     

    Bij wijzen, die met geschenken

    het kindje hebben bedacht,

    mag je aan mildheid denken.

    Ze vormen de erewacht.

    Die koning moet men niet vrezen,

    men stopt hem de handen vol.

    Het kind wordt vurig geprezen.

    Men aait het over de bol.

     

     

    Maar waarom staan hier de dieren

    zo rustig samengetroept?

    Kou sluipt door reten en kieren,

    kou die de adem afsnoept.

    Zij kennen de Zoon, hun meester, 

    zo met hun dierenverstand.

    Ook zij willen vrolijk feesten

    en worden door vreugde overmand.

     

    Kom laten we Jezus vieren,

    Hem loven met luide stem,

    met herders, wijzen en dieren,

    omwille van Bethlehem.

    Nu wij hier samen staan kijken

    naar Gods goedertierenheid 

    waarvoor het onrecht moet wijken:

    een kind dat de wereld bevrijdt.

                                   © Piet Thomas

     

     

    12. Zacheüs

     

    Zacheüs was een tollenaar

    die rijkdom had verworven.

    Het scheelde net een haartje maar

    of hij had het verkorven.

     

    Hij wisselde en leende geld 

    voor vreemden en aan armen. 

    Hij had zich zo heel rijk geteld 

    en kende geen erbarmen.

     

    Doch op een dag kwam Jezus langs

    en hij wou ook gaan kijken.

    Maar dit verlangen had iets bangs.

    Hij kon Hem niet bereiken.

     

    Hij was te klein om Hem te zien, 

    veel kleiner dan de massa.

    Ja, anders telde hij wel voor tien, 

    eens thuis en aan de kassa.

     

    Maar hier zo op de straat alleen,

    achter die vele mensen,

    had hij geen waterkans, niet één. 

    Het bleef, dacht hij, bij wensen.

     

    Tenzij hij in die hoge boom 

    voor zijn kantoor kon klimmen. 

    Daar zat hij dan als in een droom 

    om wat hij zag te glimmen.

     

    Hij hoorde ook een stem die zei:

    “Zacheüs, ik wil komen,

    bij jou te gast zijn”, dat zei Hij.

    En hij begon te dromen

     

    hoe alles anders worden kon, 

    nu Hij die met zijn preken 

    zovele mensen voor Hem won, 

    zijn naam ook uit wou spreken.

     

    Zo kwam een rijke tollenaar 

    door Jezus tot nieuw leven. 

    God, laat ook mij, je schuldenaar,

    eens zo’n dag beleven!

                                © Piet Thomas

     

     

    13. Heer, als ik honger heb     

    Uit het Frans

     

    Heer, als ik honger heb, 

    zend iemand die me voedt. 

    Heer, als ik dorst heb, 

    zend iemand die me laaft.

     

    Als ik het koud heb,

    iemand die me kleedt. 

    Als ik verdriet heb, 

    iemand die me troost.

     

    Weegt mijn last te zwaar, 

    laad er die van anderen bij. 

    Heb ik nood aan tederheid, 

    deel dan ook de mijne uit.

     

    Laat uw wil mijn voedsel zijn. 

    Uw genade zij mijn kracht 

    en mijn rust uw liefde.

    Laat mijn hele leven zijn

     

    een geschenk dat ik bewaar 

    tot de allerlaatste dag,

    tot de dag waarop Gij zegt: 

    nu neem ik het weer bij mij.

                                © Piet Thomas

     

     

    14. Ik heb je naam in het zand geschreven     

    Anoniem. Uit het Frans

     

    Ik heb je naam in het zand geschreven,

    maar de golf heeft hem uitgewist.

     

    Ik heb je naam in een boom gekerfd, 

    maar de schors, zij brak en viel stuk.

     

    Ik heb je naam in marmer gebeiteld, 

    maar er schoot een barst in de steen.

     

    Ik heb je naam in mijn hart gesloten 

    en de tijd, hij heeft hem bewaard.

                                       © Piet Thomas

     

     

    15. De Geest 1

     

    Niemand heeft me ooit gezien 

    en toch woon ik in je wensen, 

    in je dromen, in je werk,

    in al wat je denkt en doet.

     

    Groter dan je hart ben ik.

    Als je goedheid vindt en liefde, 

    dan ben ik heel dicht bij jou,

    dichter dan je ooit vermoedt.

     

    Klaag je dat je mij niet echt 

    als aanwezig aan kunt voelen, 

    dat ik, als je bidt tot mij,

    ben als een weerbarstig woord?

     

    Zoek de stilte dan en zwijg.

    Onverwachts wordt je geschonken

    wat je nooit te vinden dacht. 

    Alles wat je stoort valt weg.

     

    Ik geef je gedachten in

    waar je nooit was op gekomen.

    Zwak en zondig is de mens 

    tot hij in mijn kracht herleeft.

     

    Tot hij in wat Christus deed 

    troost en vrede heeft gevonden, 

    tot hij goed en wel beseft

    wie voor hem geleden heeft,

     

    wie voor hem gestorven is 

    en de dood heeft overwonnen, 

    tot hij de genade ontvangt 

    die hem nieuwe kansen geeft.

     

    Daarom ben ik als het licht 

    dat wat duister is verheldert, 

    als het vuur dat niet verzengt 

    maar het kilste ijs ontdooit.

     

    Zuivering voor wat besmet is, 

    water ben ik voor wat dor is,

    leniging voor wie gewond is. 

    Alles wordt in mij voltooid.

     

    Niemand heeft mij ooit gezien.

    Alhoewel ik ben verborgen, 

    ben ik dichter dan je denkt. 

    Zo nabij zijn mensen nooit.

                            © Piet Thomas

     

     

    16. De stal

     

    Een stal waar men de Liefde vindt

    die mens geworden is.

    De herders die door weer en wind,

    ontsnapt aan duisternis

    en door een lieve ster geleid,

    bedeesd de stal ingaan.

    Ze voelen zich als ingewijd

    in een vernieuwd bestaan.

     

    Een kind dat hun zijn vrede biedt,

    zijn heil, zijn koninkrijk. 

    Geweld of onrecht heerst er niet 

    en allen zijn gelijk.

    Gelijk in d’ogen van een God 

    van zo nabij gezien.

    Men houdt er zich aan zijn gebod,

    verheugd als nooit voordien.

     

    Heer, leer ons Kerstmis te verstaan

    zoals die herders toen.

    Bevestig in ons hart voortaan

    de troost van dit visioen.

    Leer ons dat eenvoud kan volstaan:

    God eren in een kind,

    voor al wie, van zijn schuld ontdaan,

    de stal van Kerstmis vindt.

                                  © Piet Thomas

     

     

    17. Wie ben je, God?

     

    Wat ben je, God, van wie men zegt

    dat jij je aan de mensen hecht?

     

    Ben jij de rust die mij verkwikt

    nadat ik bang ben opgeschrikt?

     

    De zekerheid, niet weg te slaan,

    dat ik je smalle pad moet gaan?

     

    De boodschap die bij woorden bleef,

    zolang ik niet voor velen leef?

     

    De kracht die in de harten woedt

    van al wie zorgt, bemint en hoedt?

     

    Of ben Je soms de vrolijkheid,

    de lach die alle vriendschap wijdt?

     

    Jij die de grootste liefde bent,

    die ooit de wereld heeft gekend,

     

    Jij, in je goedheid keer op keer

    veel sterker dan mijn dwaas verweer,

     

    hoe kan het dat Je in mij woont

    en in de hoge hemel troont?

     

    Wie ben Je, God, van wie men zegt

    dat Jij Je aan de mensen hecht?

                             © Piet Thomas

     

     

    18. Psalm 27 (II)

     

    God is mijn licht

    als alles duister wordt.

     

    Hij is mijn steun

    als angst me overvalt.

     

    Wie zou ik moeten vrezen?

    De mensen? Eenzaamheid?

     

    Is God niet zoveel groter

    dan wat me ook bedreigt?

     

    Heer, blijf bij mij

    en wil mijn leidsman zijn:

     

    Als Gij bij mij zijt

    ben ik zoveel sterker.

     

    Als Gij mijn licht zijt

    deert het duister niet.

                             © Piet Thomas

     

     

    19. Psalm 72

     

    Geef de koning wijsheid, Heer.

    Laat hem herder zijn van mensen,

    rechter die rechtvaardig is

    en de nood der armen ziet.

     

    Dat hij voor misdeelden kiest

    en de minsten hulp verschaft,

    dat hij leider is en vriend

    van wie hem zijn toevertrouwd.

     

    Wil hem daar de kracht voor schenken

    en de moed een leven lang.

    Laat hem als de regen zijn

    die de dorre aarde drenkt,

     

    als de dauw die al wat groeit,

    nieuwe glans en luister geeft.

    Laat hem tot de dood hem velt,

    dienaar van de vrede zijn.

                                © Piet Thomas

     

     

    20. Psalm 137            

     

    Aan Babels stromen zaten wij

    en treurden droef om Sion.

    En aan de wilgen hingen wij

    de harpen bij de stadsbron.

     

    Zij die ons hadden weggesleurd,

    vroegen ons iets te zingen,

    een lied waarin niet werd getreurd,

    een lied van leuke dingen.

     

    Het moest ook over Sion zijn.

    Maar hoe van God te zingen

    en van de stad Jeruzalem,

    hoe daaraan te beginnen

     

    als men daar niet meer wonen mag

    en niet zijn God mag dienen?

    Men gaat niet zomaar overstag

    en wordt een pretmachine.

     

    Mocht God de Heer de smaad vergelden

    die onze stad werd aangedaan.

    Want hing het af van deze helden,

    geen steen bleef op een and’re staan.

     

    De stad van Babel kent geen wet

    die vreemden vrijheid gunnen wil.

    Daar past geen lied bij voor de pret.

    Daar blijven mond en harpen stil.

                                         © Piet Thomas

    09-03-2017, 00:00 geschreven door Piet Thomas 20  


    Archief per week
  • 11/01-17/01 2021
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs