BIDDENDERWIJS
Inhoud blog
  • Inhoud
  • Klein brevierKLEIN BREVIER - Geef me, Heer, een waakzaam hart - Lofprijzing - Adem in mij, Geest van God - U – altijd opnieuw - Beethoven bidt - Gebed tot God
  • Teresa en het Onze Vader
  • Teresa van Avila en andere gebeden. Laat niets je hinderen; Met U spreken
  • ZO NABIJ ZIJN MENSEN NOOIT
  • 1. Het dochtertje van Jaïrus,2.Bruiloft te Kana 3.De stad;4.Pinksterlied, 5.De Trooster; 6.Wat niet overgaat ;7.Palmpasen ;8.Zien 1 ;9.Adem;10.Ik heb u nooit gezien.
  • 11.Herders, wijzen en dieren.;12. Zacheus.;13.Heer, als ik honger heb. ;14.Ik heb je naam in het zand geschreven ;15.De Geest ;16.De stal ;17.Wie ben je, God ;18.Psalm 27 (II) ;19.Psalm 72 ; 20.Psalm 137
  • Keltische gebeden 1: god jij bent overal; 2: het kruis
  • 3:sterker dan rotsen,4:jou aanspreken
  • Het boek der zegeningen: jij bent; god om mij te omarmen... ; god wees in mijn hoofd; zegenbede van sint-patrick (1);gebed om zegen
  • 5:god soms ver van ons, 6:Jouw geboorte heer
  • zegenbede van sint-patrick(2); zegen voor mijn god; zegen voor mij o god; laat ons in vrede gaan; het nieuwe licht; zegen voor de reis; rond het vuur; het hele huis; de geschenken van god; heer zegen de aarde; god zegen de aarde
  • ADEM VOOR HET ONZEGBARE
  • LICHT IN HET DUISTER
  • DE DOOD VOORBIJ
  • HERDER VAN MENSEN
  • MARIA LOVEN
  • DE MENSENZOON
  • ZOEKEN NAAR HET VERLORENE
  • WAAIEND WAAR HIJ WIL:De Geest 1;De Geest,2; Hymne van de heilige geest;Lied van de heilige geest; Lof der wijsheid;
  • Kurt Marti: GOD en IK
  • PALMEN EN VERRIJZENISLICHT
  • PINKSTERVUUR
  • Rose Ausländer : DE VREDE VIEREN
  • PELGRIMS OP WEG

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Piet Thomas
    Adem voor het onzegbare
    22-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LICHT IN HET DUISTER



    LICHT IN HET DUISTER

    Van Advent tot Kerstmis

     

    Advent 1

     

    Advent. Kom, steek de kaarsen aan!

    De eerste kaars staat voor het licht

    dat heel de wereld deed ontstaan,

    toen God de schepping heeft gedicht.

    Maar ook het licht dat Jezus heet,

    ‘t licht van de wereld, lijk men weet.

     

    Advent. Kom, steek de kaarsen aan!

    De tweede kaars staat voor het licht

    dat wij, bevrijd van zonde en waan,

    ook kunnen zijn, het lichtbericht

    dat wat de Heer, die voor ons leed,

    dit ook voor heel de wereld deed.

     

    Advent. Kom, steek de kaarsen aan!

    Het licht breekt door het duister heen.

    We hebben nog een weg te gaan.

    Wij niet alleen, maar menigeen

    die van een nieuwe wereld droomt

    en weet waar levend water stroomt.

     

    Advent. Kom, steek de kaarsen aan!

    De vierde kaars staat voor de tijd

    dat al wat leefde is opgegaan

    en de verborgen heerlijkheid

    van God zich lichtend openbaart

    voor wie zich aan zijn zijde schaart.

                                          ©Piet Thomas


    Advent 2

     

    Gij zijt het licht dat komt.

    Wij wachten in de schaduw,

    verlangen naar ‘t geluk

    dat Gij ons hebt beloofd.

     

    De tijd is een rivier

    die alle wrakhout meesleurt,

    maar ook de hoop op heil

    die ons bevrijden zal.

     

    Zo komen we tot U

    weerloos, met lege handen,

    de ogen vol met leed

    om wat verloren ging.

     

    Ik weet dat Gij bestaat

    en nooit uw woord verloochent,

    dat Gij er voor ons zijt

    verborgen en bereid.

     

    Gij zijt het licht dat komt.

    Wij wachten in de schaduw,

    Verlangen naar ’t geluk

    Dat Gij ons hebt beloofd.

                              ©Piet Thomas



    In de weiden van Bethlehem

     

    In de weiden van Bethlehem,

    waar ze stil bij hun kudde lagen,

    hoorden herders een vreemde stem

    die hun sprak van Gods welbehagen.

     

    Er hing ook muziek in de lucht.

    Er werd over vrede gezongen.

    De oorlog moest niet meer geducht.

    Men zong het uit engelenlongen.

     

    En er stond een ster bij een schuur.

    Het kindje dat daar was geboren

    op dit middernachtelijk uur,

    was de zoon van God, kon men horen.

     

    De herders, ze trokken erheen

    met wol voor de kou en met vruchten.

    Niet één die ontbrak, niet één

    die voor al die engelen vluchtte.

                                                ©Piet Thomas


    Herders,wijzen en dieren


    Met herders, wijzen en dieren

    rond Jezus kribbe geschaard

    bereid om de redder te vieren

    die ons van het kwaad vrijwaart

    staan wij hier samen te kijken

    naar Gods goedertierenheid.

    waarvoor het onrecht moet wij ken:

    een kind dat de wereld bevrijdt.

     

    Van herders kunnen we leien

    wat eenvoud is en geluk.

    Want niets kan hun verder deren,

    hun vreugde, ze kan niet stuk.

    Hun kwade dromen verder Wenen

    zo vlug als sneeuw voor de zon.

    toen hun het licht was verschenen

    dat de duisternis overwon.

     

    Bij wijzen. die met geschenken

    het kindje hebben bedacht,

    mag je aan mildheid denken.

    Ze vormen de erewacht.

    Die koning moet men niet vrezen,

    men stopt hem de handen vol.

    Het kind wordt vurig geprezen.

    Men aait het over de bol.

     

    Maar waarom staan hier de dieren

    zo rustig samengetroept?

    Kou sluipt door reten en kieren,

     

    kou die de adem afsnoept.

    Zij kennen de Zoon, hun meester

    zo met hun dierenverstand.

    Ook zij willen vrolijk feesten

    en worden door vreugde overmand.

     

    Kom laten we Jezus vieren,

    Hem loven met luide stem,

    met herders, wijzen en dieren,

    omwille van Bethlehem

    Nu wij hier samen staan kijken

    naar Gods goedertierenheid

    waarvoor het onrecht moet wijken:

    een kind dat de wereld bevrijdt.

                                             ©Piet Thomas


    De stal

     

    Een stal waar men de Liefde vindt

    die mens geworden is.

    De herders die door weer en wind,

    ontsnapt aan duisternis

    en door een lieve ster geleid,

    bedeesd de stal ingaan.

    Ze voelen zich als ingewijd

    in een vernieuwd bestaan.

     

    Een kind dat hun zijn vrede biedt,

    zijn heil, zijn koninkrijk.

    Geweld of onrecht heerst er niet

    en allen zijn gelijk.

    Gelijk in d’ogen van een God

    van zo nabij gezien.

    Men houdt er zich aan zijn gebod,

    verheugd als nooit voordien.

     

    Heer, leer ons Kerstmis te verstaan

    zoals die herders toen.

    Bevestig in ons hart voortaan

    de troost van dit visioen.

    Leer ons dat eenvoud kan volstaan:

    God eren in een kind,

    voor al wie, van zijn schuld ontdaan,

    de stal van Kerstmis vindt.

                                   ©Piet Thomas

    22-01-2017, 00:00 geschreven door Piet Thomas 20  


    21-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE DOOD VOORBIJ

    DE DOOD VOORBIJ


    Wat niet vergaat

     

    Bij hen die nooit meer sterven, horen:

    het is een oude mensendroom,

    een Eden dat ons blijft bekoren,

    de niet te slopen levensboom.

     

    Ooit eens de eeuwigheid ervaren

    en opgaan in je heerlijkheid.

    Het nieuwe leven te ontwaren,

    ‘t geluk dat jij ons hebt bereid.

     

    Een nieuwe hemel, nieuwe aarde,

    dat is wat jij ons hebt beloofd.

    Geef om de droom die wij bewaarden,

    ons ‘t leven dat de dood nooit dooft.

                                        © Piet Thomas


    Zien I

     

    Gezegend die je zien.

    Wij kunnen je slechts raden

    in wat geschreven staat,

    in liefde en genade.

     

    Gezegend die je zien

    verheerlijkt in de hemel.

    In spiegels gissen wij,

    in weerglans en gewemel.

     

    Gezegend die je zien

    en eeuwig met je leven.

    God, wil ons na de dood

    je licht en vrede geven.

     

     

    Zien II

               

    Een deel is wat wij zien.       

    Een deel is wat wij horen.

    ‘t Geheel is voor nadien.

    Nu zien wij slechts de sporen.

     

    De sporen van de weg

    die uit de tijd zal leiden,

    als Hij ons openlegt

    het eindeloos verblijden.

     

    Nu horen wij ‘t begin,

    de aanzet van het zingen,

    dan vallen stemmen in

    voor ‘t lied der laatste dingen.

     

    Haal me dan uit de tijd

    voor d’eenheid van het zijnde.

    Gij die de aanvang zijt

    en ook het heerlijk einde.

                           © Piet Thomas


    Dood van de geliefde

    R.M. Rilke

     

    Hij wist slechts van de dood wat allen weten:

    dat hij ons neemt en in verstomming stoot.

    En toch, toen zij, niet van hem weggereten,

    nee, zachtjes uit zijn ogen weggenood,

     

    naar onbekende schaduwen vergleed

    en toen hij voelde dat die verre stad

    nu ‘t maanlicht van haar meisjesglimlach had

    en de manier waarop ze ‘t goede deed,

     

    toen werden hem de doden zo bekend

    als was hij dankzij haar met elk van hen

    innig verwant. Wat anderen zeiden,

     

    hij kon het met geloven. Was niet aan gindse zijde.

    het goed gelegen land, ‘t oneindig zoete?

    De weg aftasten wou hij voor haar voeten.

                                        

                                                  ©  Vert.: Piet Thomas


    Engel

    Wilhelm Wills

     

    Welke engel zal ons zeggen

    dat het leven verder gaat

    welke engel zal dan komen

    die de Steen van ‘t graf afhaalt

     

    zal jij voor mij

    zal ik voor jou

    die engel zijn

     

    welke engel zal ons tonen

    hoe het leven te doorstaan

    welke engel schenkt ons ogen

    die in de kiem de vrucht al zien

     

    zal jij voor mij

    zal ik voor jou

    die engel zijn

     

     

    welke engel opent oren

    om geheimen te verstaan

    welke engel leent ons vleugels

    om ons hemelrijk te zien

     

    zal jij voor mij

    zal ik voor jou

    die engel zijn 

                              ©  Vert.: Piet Thomas

     

    Herfst

    R.M. Rilke

     

    De blaren vallen, vallen als van ver,

    als welkten in de hemel verre tuinen;

    ze vallen met ontkennende gebaren.

     

    En in de nachten valt de zware aarde

    uit alle sterren in de eenzaamheid.

     

    Wij allen vallen. Deze hand zal vallen.

    En kijk je naar de andere: het is in alle.

     

    Maar Eén is er. Hij vangt dit vallen

    oneindig teder in zijn handen op.

                                      ©  Vert.: Piet Thomas


    Het nieuwe Eden

     

    Eens wordt de aarde een tuin

    van schoonheid, rust en vrede.

    Niets is er schots of schuin.

    Het zwaard blijft in de schede.

     

    Er is geen oorlog meer,

    het onheil is geweken.

    De wapens liggen neer,

    weg is het Kaïnsteken.

     

    In dieren en in vruchten,

    in bomen en in kruid,

    in mensen die niets duchten,

    spreekt zich Gods goedheid uit.

     

    De ploegschaar blinkt in ‘t licht.

    Die nooit werd waargenomen

    heeft nu een aangezicht

    voor wie is thuisgekomen.

     

    De doden leven weer.

    De ketens zijn gebroken.

    Geweld bestaat niet meer.

    Wij werden vrijgesproken.

     

    De tranen zijn gewist,

    de droefheid is verdwenen.

    De troost van de psalmist

    is ons in Hem verschenen.

     

    Wat Hij ons heeft beloofd

    is deze nieuwe aarde.

    Niets is vergeefs geloofd

    van wat Hij openbaarde.

     

    Hoe Hij er voor ons is

    zien wij met nieuwe ogen.

    Niets is meer ongewis.

    Niets werd ons voorgelogen.

     

    De aarde werd een tuin,

    een nieuwe hof van Eden,

    waar klinkt de lofbazuin

    voor wie hem heeft betreden.

     

    Het oude is voorbij.

    De strijd is uitgestreden.

    Dit is het eeuwig tij

    voor al wie heeft geleden.

       ©  Piet Thomas

     

    Velen van ons

    Dorothee Sölle

     

    Velen van ons zijn zo vertwijfeld

    dat ze niets kunnen zeggen

    dat ze niet klagen kunnen

    zij blijven stom

    hun leven lang

    God, asjeblief,aanhoor hun klagen

    wanneer ze voor het lege glas zitten

    zie hun schreeuw in de weifelende gebaren

    God, hoor jij wat ze niet zeggen

    Velen van ons zijn zo vertwijfeld

    dat ze niet huilen kunnen

    Hun ogen blijven droog

    hun leven lang

    God, asjeblief, zie hun treurnis

    vergeef hen hun verstening

    en verzamel de niet geweende tranen

     

    Velen van ons zijn zo vertwijfeld

    dat ze nog nooit een engel hebben gezien

    Ze leven zonder dat iemand hen vraagt

    Vrouw waarom huil je?

    Ze geloven je verhaal maar half

    en blijven alleen maar huilen

    God, asjeblief, zend toch een of twee engelen

    die vragen waarom huil je?

    stuur een van ons om te vragen waarom

    zodat we allen niet alleen blijven

    voor de graven

    waar onze hoop begraven ligt

    en leer ons klagen

    en leer ons huilen

    en toon ons de engelen

    die aan het graf al op ons wachten.

                                     ©  Vert.: Piet Thomas

    21-01-2017, 00:00 geschreven door Piet Thomas 20  


    20-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HERDER VAN MENSEN

    De herder

     

    Met stok en staf gaat Hij hen voor,

    de herder die de kudde leidt.

    De heuvels over, dalen door,

    op zoek naar land waar gras gedijt.

     

    Naar water dat men drinken kan,

    naar een oase waar men rust

    en vrede en koelte vindt, zich van

    geen strijd of onheil meer bewust.

     

    ‘t Gebeurt wel dat een lam verdwaalt,

    Dat komt in elke kudde voor.

    De herder zoekt het op en haalt

    het ijlings weer en zorgt ervoor.

     

    Hij heeft het op zijn rug getild

    en het gedragen als een kind.

    Zo zie je maar: wat ie ook wilt,

    er is een God die je bemint.

     

    Hij haalt je uit het kwaad terug

    en richt een feestmaal voor je aan.

    Wees dus niet langer wild of stug.

    Wat God doet, het is goed gedaan.

                                   © Piet Thomas


    Psalm 23

     

    Gij zijt mijn herder, God

    Wat zou ik nog ontberen?

    Ik weet dat uw gebod

    mij leidt langs koele meren.

     

    Al moet ik door een dal

    van dreigende gevaren,

    dat Gij nabij zijt zal

    mijn onrust wel bedaren.

     

    Ik ga naar vruchtbaar land.

    Wat zou ik dan nog vrezen?

    Ik voel uw sterke hand.

    Uw naam, Heer, zij geprezen!

     

    Mijn dorst hebt Gij gestild.

    Uw voedsel doet mij leven.

    Met balsem heelt Gij mij.

    Uw staf is opgeheven.

     

    Uw liefde en uw steun

    worden mij niet ontnomen,

    Gij leidt me naar uw huis

    en laat me binnenkomen.

                                   © Piet Thomas

     


    Morgengebed

     

    Gij vorst en herder van het licht

    dat uit het duister opgegaan,

    de hemel kleurt en ‘t vergezicht

    zo weids gespreid en hier vandaan.

     

    Wij smeken, schenk de dageraad

    de nieuwe hoop die ons verblijdt,

    en vragen U, geef ons uw raad.

    Toon dat Gij onze helper zijt.

     

    Wek op wat in ons wachten bleef!

    Maak vuur waar vonken zijn ontstaan,

    en laat uw geestdrift die ons dreef,

    de weg verlichten die we gaan.

     

    Dan zullen wij, door U geleid,

    niet meer gehinderd door het kwaad,

    eens komen waar de heerlijkheid

    van uw genade ons volstaat.

     

    Het zal een tijd van vreugde zijn

    als Gij ons meevoert waar Gij wilt,

    en Gij dan elke traan en pijn

    door uw erbarmen wist en stilt.

                                   © Piet Thomas

     


    De goede herder

     

    Gij zijt de goede herder,

    de leidsman uit de dood,

    de trooster en beschermer,

    de redder in de nood.

     

    Uw Woord is ons een teken.

    Uw taal is ons houvast.

    Als vreugde en troost ontbreken

    en hoop naar liefde tast.

     

    Heer, roep ons als we dwalen,

    weer veilig naar U toe.

    Leer ons vrij ademhalen,

    want wij zijn broos en moe.

     

    Schenk ons de moed te leven

    zoals Gij dat verwacht,

    Bewaar ons in de zeven

    geheimen van uw macht.

     

    Gij zijt de goede herder,

    de redder in de nood,

    de trooster en beschermer,

    de leidsman uit de dood.

                                   © Piet Thomas

     


    Naar het licht

     

    Jij leert me al je wegen

    en leidt me naar het licht,

    en niemand werkt me tegen

    nu jij mijn schreden richt.

     

    Mijn rijkdom is je volgen

    naar waar je dit ook wilt.

    De boze kijkt verbolgen

    nu jij mijn honger stilt.

     

    Je liet me bij je komen

    en wou mijn gastheer zijn.

    Een feest om van te dromen,

    een dis met brood en wijn,

     

    schonk jij, aan wie geloven

    en jou als redder zien.

    De blinden en de doven,

    ze zijn weer als voordien,

     

    zij zien en horen dingen

    die men hun toont of zegt.

    Geen mens kan hen meer dwingen,

    want jij, Heer, schaft hun recht.

     

    Jij haalt ze uit hun lijden,

    verheldert hun bestaan,

    maakt dat ze zich verblijden

    en redt ze uit hun waan.

     

    Laat ook mij zien en horen

    wat jij met mensen doet,

    hoe wij je toebehoren

    hoe jij ons leven hoedt,

     

    Dat ik mag binnenkomen

    waar jij je gastmaal houdt,

    is meer dan ik kon dromen.

    God, jij bent mijn behoud.

                                   © Piet Thomas

    20-01-2017, 00:00 geschreven door Piet Thomas 20  


    19-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MARIA LOVEN

    Magnificat

     

     

    Ik loof en prijs de Heer

    die machtelozen redt.

    Wat doet Hij grote dingen!

     

    De zwakken geeft Hij kracht.

    Uit de verdrukking haalt

    Hij slaven en geringen.

     

    De trotsen in hun macht

    verbleken als Hij komt

    om mensen te verblijden.

     

    Nu Hij mij uitgezocht

    en uitverkoren heeft,

    mag ik het fier belijden:

     

    om wat Hij heeft gedaan

    aan mij en alle mensen,

    wil ik Hem dankbaar blijven.

     

    Dat Hij ons heeft gered

    uit alles wat verknecht.

    dat is wat wij geloven.

     

    Dat alle angst nu wijkt

    nu Hij ons heeft bevrijd,

    daarom wil ik Hem loven.

                        © Piet Thomas


     

    Salve regina

     

     

    Wees gegroet jij, koningin,

    moeder van barmhartigheid,

    onze vreugde, onze hoop

    en ons leven, wees gegroet.

     

    Tot jou spreken tochtgenoten,

    kinderen uit Eva’s huis.

    Hoor het zuchten en het klagen

    uit dit dal van tranen!

     

    Die voor ons ten beste spreekt,

    zie genadig op ons neer!

    Toon ons, eens de tocht voltooid,

    je Zoon, Jezus Christus, weer.

     

    Trouwe, milde, lieve jij,

    wees ons met je hulp nabij!

                        © Piet Thomas

     


    Ave, maris stella

     

     

    ‘k Groet U, ster der zee,

    goede moeder Gods,

    Gij die maagd gebleven,

    oorsprong zijt van leven.

     

    Gij die hebt gehoord

    hoe een engel groet,

    geef dat in uw vrede

    Eva’s naam mag keren.

     

    Leid ons uit het kwaad.

    Wil voor blinden licht

    en voor zondaars vragen

    goddelijke gaven.

     

    Moeder, bid uw zoon

    dat Hij ons verhoort.

    Want voor onze zonden

    is Hij mens geworden.

     

    Uitverkoren vrouw,

    milde bruid en maagd,

    wil ons, schuldenaren,

    vrij en gaaf bewaren!

     

    Let op wat we doen.

    Effen ons de weg

    dat wij uw beminde

    Jezus wedervinden,

     

    die met God de Geest

    en de Vader leeft

    doorheen alle eeuwen

    het drie-ene leven.

                        © Piet Thomas

     


    Maria

     

     

    Het jonge meisje dat je was,

    schrok het niet toen de engel kwam

    en toen je in zijn ogen las

    wat niemand ooit van hem vernam?

     

    Wat is er in je omgegaan

    toen hij zei: moeder van Gods Zoon

    en ook dat ie van nu af aan

    een ereplaats had rond de troon?

     

    Hoe voelt de vreemde boodschap aan

    waarin je moeder van je Schepper heet?

    Lijkt het dan niet een zoete waan

    waarin je niets meer zeker weet?

     

    Maria, draagster van de hoop

    dat al wat leeft eens wordt bevrijd

    en wat als kwaad eens binnensloop,

    verdreven wordt of ons ontglijdt,

     

    jij, maagd en moeder van de Heer,

    die ieder mens tot vreugde noodt,

    wees onze hulp en ons verweer

    nu en in ‘t uur van onze dood.

                        © Piet Thomas

     


    Naast het kruis

     

    Met de tranen in de ogen

    stond de moeder, diep bewogen,

    waar haar Zoon aan ‘t kruishout hing.

    ‘t Was of in haar medelijden

    zij de pijn nog voelde snijden

    van die laatste marteling.

     

    Ach, hoe treurig was het rouwen

    van de liefste van de vrouwen,

    moeder van Gods ene Zoon.

    Hoe verdrietig was het lijden

    dat haar dreef om daar te blijven

    toen haar Zoon zo hing ten toon.

     

    Harder dan de hardste stenen

    ben je als je niet zou wenen

    ziende hoe Maria lijdt.

    Wie is zonder mededogen

    dat hij met dit leed voor ogen

    niet met haar om Jezus treurt.

     

    Om de zonden van de zijnen

    schroeien nog de scherpe pijnen

    van de ruwe geselroe

    Moeder die je kind zag sterven

    toen het alle hulp moest derven

    en de geest het lijf verliet,

     

    laat mij voelen, bron van liefde,

    wat je toen zo pijnlijk griefde.

    Treuren zal ik dan met jou.

    Wil in mij de wil versterken

    om die droefheid te verwerken,

    tonend dat ik van Hem hou.

     

    En wil mij de kracht ook schenken

    om deemoedig te gedenken

    wat Hij toen heeft doorgemaakt.

    Wat Hij toen in geest en leden

    weerloos voor mij heeft geleden,

    geef dat ik het delen mag!

     

    Samen met je wil ik wenen,

    met hei lijden mij verenen

    tot de dood ook mij bedreigt.

    Naast het kruishout met jou samen

    staande blijven en me schamen

    om de oorzaak van die rouw.

    Gun mij, liefste van de maagden.

    tussen al die met je klaagden

    ook een plaatsje aan jouw zij

    Deelgenoot zijn van zijn lijden

    wil ik en de tol niet mijden

    die de dood van vrienden eist.

     

    Want zijn wonden zijn de mijne.

    Liever dan vlug te verdwijnen

    blijf ik waken bij de Heer.

    Maak dat ik niet langer vrezen

    moet dat ik word afgewezen,

    als ik voor Gods troon verschijnt

     

    Christus, vraag bij mijn verscheiden

    dat uw moeder mij zou leiden

    tot waar mij uw zegen wacht.

    Als de dood mij heeft gevonden~

    laat mij dan met U verbonden

    blijven in uw heerlijkheid.

                        © Piet Thomas

    19-01-2017, 00:00 geschreven door Piet Thomas 20  


    18-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE MENSENZOON

    De mensenzoon

     

    Wij voelen telkens weer

    hoe ons uw naam ontglijdt,

    hoe woorden niet beklijven,

    maar slijten mettertijd.

     

    Geef Gij ons woorden in

    waarmee wij kunnen bidden,

    waarmee wij kunnen leven

    te midden van de dood.

     

    Want wij zijn steeds op weg

    en zoeken naar geluk

    en vrede die blijft duren,

    en toekomst zonder juk.

     

    Als er geen leidsman is,

    kunnen wij niets bereiken.

    Als werelds duisternis

    niet voor het Licht kan wijken.

     

    Als niet het Woord van God

    het vlees had aangenomen,

    en niet als mensenzoon

    bij ons was komen wonen.

     

    Hij was een mens als wij

    en moest de dood verduren.

    Hij was een mens als wij

    en Hij is doodgegaan.

     

    Maar Hij is opgestaan,

    verrezen uit de dood.

    Hij maakte ons van zijn leven

    voor altijd deelgenoot.

     

    Voorgoed brak hij de ban

    van duisternis en kwaad.

    Dit is de grote vreugde

    die nooit meer overgaat.

                           © Piet Thomas


    Veertig dagen

     

     

    Veertig dagen, veertig nachten

    bracht Hij door in de woestijn

    en Hij dacht aan wat Hem wachtte,

    wat zijn levensweg zou zijn.

     

    Alles wat een mens kan knechten

    of bezielen kwam voorbij.

    Valse geestdrift en oprechte,

    zegening en averij.

     

    Eenzaam met zijn toekomstdromen

    en met wat verkeerd kon gaan,

    zag Hij al de vragen komen

    van zijn Messiaans bestaan.

     

    Zou Hij voor de machten buigen

    van een helse heerschappij,

    of zou Hij voor God getuigen,

    eerlijk, souverein en vrij?

     

    Als Hij mensen wou genezen,

    moest Hij dan niet eerst doorstaan

    ‘t leed dat stervelingen vrezen

    over heel hun levensbaan?

     

    Alles heeft Hij overwonnen

    wat zijn dromen schenden kon,

    Daar is ook het heil begonnen

    dat Hij voor de mens verzon.

     

    Jezus heeft ons willen leren

    hoe men de woestijn doorstaat

    hoe men alle kwaad kan weren

    als men maar Gods wegen gaat.

                                 © Piet Thomas


    Naar het licht

     

     

    Jij leert me al je wegen

    en leidt me naar het licht,

    en niemand werkt me tegen

    nu jij mijn schreden richt.

     

    Mijn rijkdom is je volgen

    naar waar je dit ook wilt.

    De boze kijkt verbolgen

    nu jij mijn honger stilt.

     

    Je liet me bij je komen

    en wou mijn gastheer zijn.

    Een feest om van te dromen,

    een dis met brood en wijn,

     

    schonk jij aan wie geloven

    en jou als redder zien.

    De blinden en de doven,

    ze zijn weer als voordien,

     

    zij zien en horen dingen

    die men hun toont of zegt.

    Geen mens kan hen meer dwingen,

    want jij, Heer, schaft hun recht.

     

    Jij haalt ze uit hun lijden,

    verheldert hun bestaan,

    maakt dat ze zich verblijden

    en redt ze uit hun waan.

     

    Laat ook mij zien en horen

    wat jij met mensen doet,

    hoe wij je toebehoren,

    hoe jij ons leven hoedt.

     

    Dat ik mag binnenkomen

    waar jij je gastmaal houdt,

    is meer dan ik kon dromen.

    God, jij bent mijn behoud.

                         © Piet Thomas


    Simeon zingt

     

     

    Laat nu je dienaar gaan

    in vrede naar je woord,

    want ik mocht gadeslaan

    hoe jij je volk aanhoort.

     

    De mensgeworden Zoon

    heeft oog en hart verlicht.

    Wat heilig is en schoon

    glanst in zijn aangezicht.

     

    Jij spreekt de mensen aan.

    Ik heb je stem gehoord.

    Laat nu je dienaar gaan

    in vrede naar je woord.

                          © Piet Thomas


    Bruiloft te Kana

     

     

    Jezus en Maria

    zijn er ook geweest

    in het land van Kana,

    op een bruiloftsfeest.

     

    Er werd wijn gedronken

    en Maria zag

    hoe de buidels slonken

    waar de voorraad lag.

     

    Was zijn uur gekomen?

    Het tekort aan wijn

    deed Maria dromen

    dat het waar kon zijn.

     

    Tot de knechten zei ze:

    doet wat Hij gebiedt.

    God kent tijd en wijze.

    Zijn uur kent men niet.

     

    Jezus, die de Vader

    om een wonder bad,

    vroeg de knechten water,

    ‘t water dat men had.

     

    In de stenen kruiken

    werd het water wijn,

    wijn om te gebruiken

    op het bruidsfestijn.

     

    Hij werd uitgeschonken.

    Er was overvloed.

    En die ervan dronken,

    weten: God is goed.

     

    Jezus is het teken

    van zijn heerlijkheid.

    Niets zal ons ontbreken

    als geloof ons leidt.

                       © Piet Thomas

    18-01-2017, 00:00 geschreven door Piet Thomas 20  


    17-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZOEKEN NAAR HET VERLORENE

    ZOEKEN NAAR HET VERLORENE

    Zacheüs

     

    Zacheüs was een tollenaar

    die rijkdom had verworven.

    Het scheelde net een haartje maar

    of hij had het verkorven.

     

    Hij wisselde en leende geld

    voor vreemden en aan armen.

    Hij had zich zo heel rijk geteld

    en kende geen erbarmen.

     

    Doch op een dag kwam Jezus langs

    en hij wou ook gaan kijken.

    Maar dit verlangen had iets bangs.

    Hij kon Hem niet bereiken.

     

    Hij was te klein om Hem te zien,

    veel kleiner dan de massa.

    Ja, anders telde hij wel voor tien,

    eens thuis en aan de kassa.

     

    Maar hier zo op de straat alleen,

    achter die vele mensen,

    had hij geen waterkans, niet één.

    Het bleef, dacht hij, bij wensen.

     

    Tenzij hij in die hoge boom

    voor zijn kantoor kon klimmen.

    Daar zat hij dan als in een droom

    om wat hij zag te glimmen.

     

    Hij hoorde ook een stem die zei:

    Zacheus, ik wil komen,

    bij jou te gast zijn, dat zei Hij.

    En hij begon te dromen

     

    hoe alles anders worden kon,

    nu Hij die met zijn preken

    zovele mensen voor Hem won,

    zijn naam ook uit wou spreken.

     

    Zo kwam een rijke tollenaar

    door Jezus tot nieuw leven.

    God, laat ook mij, je schuldenaar,

    eens zo’n dag beleven!

                              © Piet Thomas


    Het lied van dwaze en wijze meisjes

     

    Tien meisjes gingen naar een feest.

    De bruidegom liet op zich wachten.

    Vijf zijn er tevergeefs geweest.

    Vijf andere waren wijs en lachten.

     

    Hoe is dit in zijn werk gegaan?

    De dwaze meisjes gingen slapen.

    Toen kwam de bruiloftsstoet er aan.

    Ze konden het bij dromen laten.

     

    Om lampen weer bijeen te rapen

    en ze te vullen was geen tijd.

    Niets kon die meisjes verder baten.

    Hun restte bitterheid en spijt.

     

    De wijzen hadden meer geduld.

    Zij hadden olie laten halen.

    Zij gingen blij en zonder schuld

    achter de stoet mee naar de zalen.

     

    Daar werd het feest dan voortgezet

    met dans en wijn, muziek en spijzen.

    De dwazen grepen naast het net,

    het vreugdefeest was voor de wijzen.

                              © Piet Thomas

     


    Heer, als ik honger heb

    Anoniem. Uit het Frans

     

     

    Heer, als ik honger heb,

    zend iemand die me voedt.

    Heer, als ik dorst heb,

    zend iemand die me laaft.

     

    Als ik het koud heb,

    iemand die me kleedt.

    Als ik verdriet heb,

    iemand die me troost.

     

    Weegt mijn last te zwaar,

    laad er die van anderen bij.

    Heb ik nood aan tederheid,

    deel dan ook de mijne uit.

     

    Laat uw wil mijn voedsel zijn.

    Uw genade zij mijn kracht

    en mijn rust uw liefde.

    Laat mijn hele leven zijn

     

    een geschenk dat ik bewaar

    tot de allerlaatste dag,

    tot de dag waarop Gij zegt:

    nu neem ik het weer bij mij.

     

                                                   (vert. Piet Thomas)


    Gods liefde

    Naar een oud joods gebed van het jaar 1000

     

     

    Als alles buiten donker is

    en ik bij vrienden ben

    die mij niet meer verstaan,

    dan wend ik mij van hen tot jou

    en vind ik liefde in je ogen.

     

    Als alles in mij donker is

    en ik mezelf veracht

    om wat ik heb misdaan,

    dan wend ik mij van mij tot jou

    en vind ik liefde in je ogen.

     

    Als je gelaat zo donker is

    dat ik er bang van word

    en denk: nu is t gedaan,

    dan wend ik mij van jou tot jou

    en vind ik liefde in je ogen.

                              © Piet Thomas

     


    Verloren zoon

     

    Zoeken naar je vrede.

    Reizen naar je licht

    langs de grijze steden,

    op één droom gericht:

    je genade vinden

    waar ze op mij wacht.

     

    Onbegrepen Vader,

    geef dat ik niet wijk

    doch je steeds meer nader

    en mag zeggen: kijk,

    hoe Hij ons beminde!

    Liefde is zijn kracht.

     

    Door je woord bewogen

    wil ik naar je toe,

    tot ik opgetogen,

    alle schijngoud moe,

    eens mag ondervinden

    hoe je naar me lacht.

                              © Piet Thomas

     


    Wij wandelden in duisternis

    Jesaja 9 (1-6), Mattheus 4,1

     

     

    Wij wandelden in duisternis.

    De schaduw van de dood

    die over alle mensen is,

    werd onheilspellend groot.

     

    Maar toen liet Gij uw luister zien.

    Uw licht was ons nabij.

    Gij waart met ons, God, en sindsdien

    zijn onze dagen blij.

     

    Ver weg van juk en drijversstaf

    hebt Gij uw volk geleid.

    En de vervolgers wijken laf

    nu Gij ons hebt bevrijd.

     

    Geboren werd ons in de nacht

    uw aangebeden Zoon.

    De eeuwen hebben Hem verwacht.

    Hij heeft bij ons gewoond.

     

    En nu nog duurt zijn heerschappij,

    zijn vrede en zijn kracht.

    U dankend, God, gedenken wij

    het heil dat Hij ons bracht.

     

    Wij wandelden in duisternis,

    in droefheid en in dood.

    Maar God die onvergank’lijk is,

    werd onze bondgenoot.

                              © Piet Thomas

     

    17-01-2017, 00:00 geschreven door Piet Thomas 20  


    16-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WAAIEND WAAR HIJ WIL:De Geest 1;De Geest,2; Hymne van de heilige geest;Lied van de heilige geest; Lof der wijsheid;

    WAAIEND WAAR HIJ WIL

    De Geest 1

     

    Niemand heeft me ooit gezien

    en toch woon ik in je wensen,

    in je dromen, in je werk,

    in al wat je denkt en doet.

     

    Groter dan je hart ben ik.

    Als je goedheid vindt en liefde,

    dan ben ik heel dicht bij jou,

    dichter dan je ooit vermoedt.

     

    Klaag je dat je mij niet echt

    als aanwezig aan kunt voelen,

    dat ik, als je bidt tot mij,

    ben als een weerbarstig woord?

     

    Zoek de stilte dan en zwijg.

    Onverwachts wordt je geschonken

    wat je nooit te vinden dacht.

    Alles wat je stoort valt weg.

     

    Ik geef je gedachten in

    waar je nooit was op gekomen.

    Zwak en zondig is de mens

    tot hij in mijn kracht herleeft.

     

    Tot hij in wat Christus deed

    troost en vrede heeft gevonden,

    tot hij goed en wel beseft

    wie voor hem geleden heeft,

     

    wie voor hem gestorven is

    en de dood heeft overwonnen,

    tot hij de genade ontvangt

    die hem nieuwe kansen geeft.

     

    Daarom ben ik als het licht

    dat wat duister is verheldert,

    als het vuur dat niet verzengt,

    maar het kilste ijs ontdooit.

     

    Zuivering voor wat besmet is,

    water ben ik voor wat dor is,

    leniging voor wie gewond is.

    Alles wordt in mij voltooid.

     

    Niemand heeft mij ooit gezien.

    Alhoewel ik ben verborgen,

    ben ik dichter dan je denkt.

    Zo nabij zijn mensen nooit.

                          © Piet Thomas

     


    De Geest 2

     

    De vleugels van de wind,

    de tongen van de zon,

    ‘t is of opnieuw begint

    wat eens met Hem begon.

     

    Het vuur dat talen voedt,

    de vrede van het licht,

    de nieuwe levensmoed,

    het troostend vergezicht.

     

    Het is alsof de vrees

    voor wat getuigen heet,

    nu hoop uit as verrees,

    er nu niet meer toe deed.

     

    Wij komen ervoor uit

    dat God ons leven stuwt,

    En wij belijden luid

    een liefde die niet luwt.

     

    De Geest die in ons leeft,

    schenkt ons een nieuwe kracht.

    Wij voelen wat Hij geeft

    en doen wat Hij verwacht.

                          © Piet Thomas

     


    Hymne van de heilige Geest

    Hildegard van Bingen

     

     

    Vuur van de hoedende Geest,

    oorsprong van alles wat leeft,

    heilige bron van wat ademt.

     

    Gezegend jij die wonden zalft

    en hun kwalijke reuk verdrijft,

    ze zorgzaam loutert en geneest.

     

    Jij die je heiligheid en vuur

    in harten jaagt en troost

    de goedheid die je wekt en voedt.

     

    Jij, bron van zuiverheid

    waarin weerspiegeld wordt

    hoe God zich eigen maakt

    wat ooit verloren was,

     

    jij, heerlijk schild en wapen

    van al wat kwetsbaar is,

    jij, die oprechtheid bindt

    aan heil en aan genade.

     

    bevrijd die zijn geketend,

    gevangen door de vijand.

    Red en bescherm hen, Geest,

    met goddelijke kracht,

    © Vert.:Piet Thomas

     

     

    Lied voor de heilige Geest

     Hildegard van Bingen

      

    Alles doordringt Gij,

    de bergen,

    de dalen en

    iedere afgrond,

    Bouwer die

    alles verbindt.

     

    De wolken druipen.

    De lucht beweegt.

    Rond hard gesteente

    vloeit stromend water.

    Het frisse groen

    dat uit aarde rijst.

    Alles jouw werk.

     

    Gij leidt ook de geest,

    die dorstige leerling,

    de ruimte in.

    Uw waaien is wijsheid,

    uw wijsheid is vreugde.

                                         © Vert.:Piet Thomas


    Lof der wijsheid

    Hildegard van Bingen

     

     

    Kracht van de wijsheid,

    jij trok de kringen,

    omvatte het Al

    op de enige weg

    die ten leven is.

     

    Drie krachten heb je,

    drie vleugels:

    hoog in de hemel

    steigert de eerste.

    Weg van de aarde

    rept zich de tweede.

    Overal heen

    beweegt zich de derde.

     

    Terecht word je,

    wijsheid, geloofd.

                                      © Vert.:Piet Thomas

    16-01-2017, 00:00 geschreven door Piet Thomas 20  


    Archief per week
  • 11/01-17/01 2021
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs