 |
Inhoud blog |
| Inhoud | | Klein brevierKLEIN BREVIER - Geef me, Heer, een waakzaam hart - Lofprijzing - Adem in mij, Geest van God - U – altijd opnieuw - Beethoven bidt - Gebed tot God | | Teresa en het Onze Vader | | Teresa van Avila en andere gebeden. Laat niets je hinderen; Met U spreken | | ZO NABIJ ZIJN MENSEN NOOIT | | 1. Het dochtertje van Jaïrus,2.Bruiloft te Kana 3.De stad;4.Pinksterlied, 5.De Trooster; 6.Wat niet overgaat ;7.Palmpasen ;8.Zien 1 ;9.Adem;10.Ik heb u nooit gezien. | | 11.Herders, wijzen en dieren.;12. Zacheus.;13.Heer, als ik honger heb. ;14.Ik heb je naam in het zand geschreven ;15.De Geest ;16.De stal ;17.Wie ben je, God ;18.Psalm 27 (II) ;19.Psalm 72 ; 20.Psalm 137 | | Keltische gebeden 1: god jij bent overal; 2: het kruis | | 3:sterker dan rotsen,4:jou aanspreken | | Het boek der zegeningen: jij bent; god om mij te omarmen... ; god wees in mijn hoofd; zegenbede van sint-patrick (1);gebed om zegen | | 5:god soms ver van ons, 6:Jouw geboorte heer | | zegenbede van sint-patrick(2); zegen voor mijn god; zegen voor mij o god; laat ons in vrede gaan; het nieuwe licht; zegen voor de reis; rond het vuur; het hele huis; de geschenken van god; heer zegen de aarde; god zegen de aarde | | ADEM VOOR HET ONZEGBARE | | LICHT IN HET DUISTER | | DE DOOD VOORBIJ | | HERDER VAN MENSEN | | MARIA LOVEN | | DE MENSENZOON | | ZOEKEN NAAR HET VERLORENE | | WAAIEND WAAR HIJ WIL:De Geest 1;De Geest,2; Hymne van de heilige geest;Lied van de heilige geest; Lof der wijsheid; | | Kurt Marti: GOD en IK | | PALMEN EN VERRIJZENISLICHT | | PINKSTERVUUR | | Rose Ausländer : DE VREDE VIEREN | | PELGRIMS OP WEG |
|
|
|
 |
Piet Thomas |
Adem voor het onzegbare |
 |
22-01-2017 |
LICHT IN HET DUISTER |
LICHT IN HET DUISTER
Van
Advent tot Kerstmis
Advent
1
Advent. Kom, steek de
kaarsen aan!
De eerste kaars staat
voor het licht
dat heel de wereld
deed ontstaan,
toen God de schepping
heeft gedicht.
Maar ook het licht dat
Jezus heet,
t licht van de
wereld, lijk men weet.
Advent. Kom, steek de
kaarsen aan!
De tweede kaars staat
voor het licht
dat wij, bevrijd van
zonde en waan,
ook kunnen zijn, het lichtbericht
dat wat de Heer, die
voor ons leed,
dit ook voor heel de
wereld deed.
Advent. Kom, steek de
kaarsen aan!
Het licht breekt door
het duister heen.
We hebben nog een weg
te gaan.
Wij niet alleen, maar
menigeen
die van een nieuwe
wereld droomt
en weet waar levend
water stroomt.
Advent. Kom, steek de
kaarsen aan!
De vierde kaars staat
voor de tijd
dat al wat leefde is
opgegaan
en de verborgen
heerlijkheid
van God zich lichtend
openbaart
voor wie zich aan zijn
zijde schaart.
©Piet
Thomas
Advent
2
Gij zijt het licht dat
komt.
Wij wachten in de
schaduw,
verlangen naar t geluk
dat Gij ons hebt
beloofd.
De tijd is een rivier
die alle wrakhout
meesleurt,
maar ook de hoop op
heil
die ons bevrijden zal.
Zo komen we tot U
weerloos, met lege
handen,
de ogen vol met leed
om wat verloren ging.
Ik weet dat Gij
bestaat
en nooit uw woord
verloochent,
dat Gij er voor ons
zijt
verborgen en bereid.
Gij zijt het licht dat
komt.
Wij wachten in de
schaduw,
Verlangen naar t
geluk
Dat Gij ons hebt
beloofd.
©Piet Thomas
In de
weiden van Bethlehem
In de weiden van Bethlehem,
waar ze stil bij hun
kudde lagen,
hoorden herders een
vreemde stem
die hun sprak van Gods
welbehagen.
Er hing ook muziek in
de lucht.
Er werd over vrede
gezongen.
De oorlog moest niet
meer geducht.
Men zong het uit engelenlongen.
En er stond een ster
bij een schuur.
Het kindje dat daar
was geboren
op dit
middernachtelijk uur,
was de zoon van God,
kon men horen.
De herders, ze trokken
erheen
met wol voor de kou en
met vruchten.
Niet één die ontbrak,
niet één
die voor al die
engelen vluchtte.
©Piet
Thomas
Herders,wijzen
en dieren
Met herders, wijzen en
dieren
rond Jezus kribbe
geschaard
bereid om de redder te
vieren
die ons van het kwaad
vrijwaart
staan wij hier samen
te kijken
naar Gods
goedertierenheid.
waarvoor het onrecht
moet wij ken:
een kind dat de wereld
bevrijdt.
Van herders kunnen we
leien
wat eenvoud is en
geluk.
Want niets kan hun
verder deren,
hun vreugde, ze kan
niet stuk.
Hun kwade dromen
verder Wenen
zo vlug als sneeuw
voor de zon.
toen hun het licht was
verschenen
dat de duisternis
overwon.
Bij wijzen. die met
geschenken
het kindje hebben
bedacht,
mag je aan mildheid
denken.
Ze vormen de erewacht.
Die koning moet men
niet vrezen,
men stopt hem de
handen vol.
Het kind wordt vurig
geprezen.
Men aait het over de
bol.
Maar waarom staan hier
de dieren
zo rustig samengetroept?
Kou sluipt door reten
en kieren,
kou die de adem
afsnoept.
Zij kennen de Zoon,
hun meester
zo met hun
dierenverstand.
Ook zij willen vrolijk
feesten
en worden door vreugde
overmand.
Kom laten we Jezus
vieren,
Hem loven met luide
stem,
met herders, wijzen en
dieren,
omwille van Bethlehem
Nu wij hier samen
staan kijken
naar Gods
goedertierenheid
waarvoor het onrecht
moet wijken:
een kind dat de wereld
bevrijdt.
©Piet
Thomas
De
stal
Een stal waar men de
Liefde vindt
die mens geworden is.
De herders die door
weer en wind,
ontsnapt aan
duisternis
en door een lieve ster
geleid,
bedeesd de stal
ingaan.
Ze voelen zich als
ingewijd
in een vernieuwd
bestaan.
Een kind dat hun zijn
vrede biedt,
zijn heil, zijn
koninkrijk.
Geweld of onrecht
heerst er niet
en allen zijn gelijk.
Gelijk in dogen van
een God
van zo nabij gezien.
Men houdt er zich aan
zijn gebod,
verheugd als nooit
voordien.
Heer, leer ons
Kerstmis te verstaan
zoals die herders
toen.
Bevestig in ons hart
voortaan
de troost van dit
visioen.
Leer ons dat eenvoud
kan volstaan:
God eren in een kind,
voor al wie, van zijn
schuld ontdaan,
de stal van Kerstmis
vindt.
©Piet Thomas
22-01-2017, 00:00 geschreven door Piet Thomas 20 
|
|
|
 |
21-01-2017 |
DE DOOD VOORBIJ |
DE DOOD VOORBIJ
Wat
niet vergaat
Bij hen die nooit meer
sterven, horen:
het is een oude
mensendroom,
een Eden dat ons
blijft bekoren,
de niet te slopen
levensboom.
Ooit eens de
eeuwigheid ervaren
en opgaan in je heerlijkheid.
Het nieuwe leven te
ontwaren,
t geluk dat jij ons
hebt bereid.
Een nieuwe hemel,
nieuwe aarde,
dat is wat jij ons
hebt beloofd.
Geef om de droom die
wij bewaarden,
ons t leven dat de
dood nooit dooft.
© Piet
Thomas
Zien
I
Gezegend die je zien.
Wij kunnen je slechts
raden
in wat geschreven
staat,
in liefde en genade.
Gezegend die je zien
verheerlijkt in de
hemel.
In spiegels gissen
wij,
in weerglans en
gewemel.
Gezegend die je zien
en eeuwig met je
leven.
God, wil ons na de
dood
je licht en vrede
geven.
Zien
II
Een deel is wat wij
zien.
Een deel is wat wij
horen.
t Geheel is voor
nadien.
Nu zien wij slechts de
sporen.
De sporen van de weg
die uit de tijd zal
leiden,
als Hij ons openlegt
het eindeloos
verblijden.
Nu horen wij t begin,
de aanzet van het
zingen,
dan vallen stemmen in
voor t lied der
laatste dingen.
Haal me dan uit de
tijd
voor deenheid van het
zijnde.
Gij die de aanvang
zijt
en ook het heerlijk
einde.
© Piet Thomas
Dood
van de geliefde
R.M. Rilke
Hij wist slechts van
de dood wat allen weten:
dat hij ons neemt en
in verstomming stoot.
En toch, toen zij,
niet van hem weggereten,
nee, zachtjes uit zijn
ogen weggenood,
naar onbekende
schaduwen vergleed
en toen hij voelde dat
die verre stad
nu t maanlicht van
haar meisjesglimlach had
en de manier waarop ze
t goede deed,
toen werden hem de
doden zo bekend
als was hij dankzij
haar met elk van hen
innig verwant. Wat
anderen zeiden,
hij kon het met
geloven. Was niet aan gindse zijde.
het goed gelegen land,
t oneindig zoete?
De weg aftasten wou
hij voor haar voeten.
© Vert.: Piet Thomas
Engel
Wilhelm Wills
Welke engel zal ons
zeggen
dat het leven verder
gaat
welke engel zal dan
komen
die de Steen van t
graf afhaalt
zal jij voor mij
zal ik voor jou
die engel zijn
welke engel zal ons
tonen
hoe het leven te
doorstaan
welke engel schenkt
ons ogen
die in de kiem de
vrucht al zien
zal jij voor mij
zal ik voor jou
die engel zijn
welke engel opent oren
om geheimen te
verstaan
welke engel leent ons
vleugels
om ons hemelrijk te
zien
zal jij voor mij
zal ik voor jou
die engel zijn
© Vert.: Piet Thomas
Herfst
R.M. Rilke
De blaren vallen, vallen
als van ver,
als welkten in de
hemel verre tuinen;
ze vallen met
ontkennende gebaren.
En in de nachten valt
de zware aarde
uit alle sterren in de
eenzaamheid.
Wij allen vallen. Deze
hand zal vallen.
En kijk je naar de
andere: het is in alle.
Maar Eén is er. Hij
vangt dit vallen
oneindig teder in zijn
handen op.
© Vert.: Piet Thomas
Het
nieuwe Eden
Eens wordt de aarde
een tuin
van schoonheid, rust
en vrede.
Niets is er schots of
schuin.
Het zwaard blijft in
de schede.
Er is geen oorlog
meer,
het onheil is geweken.
De wapens liggen neer,
weg is het Kaïnsteken.
In dieren en in
vruchten,
in bomen en in kruid,
in mensen die niets
duchten,
spreekt zich Gods
goedheid uit.
De ploegschaar blinkt
in t licht.
Die nooit werd
waargenomen
heeft nu een
aangezicht
voor wie is
thuisgekomen.
De doden leven weer.
De ketens zijn
gebroken.
Geweld bestaat niet
meer.
Wij werden
vrijgesproken.
De tranen zijn gewist,
de droefheid is
verdwenen.
De troost van de
psalmist
is ons in Hem
verschenen.
Wat Hij ons heeft
beloofd
is deze nieuwe aarde.
Niets is vergeefs
geloofd
van wat Hij
openbaarde.
Hoe Hij er voor ons is
zien wij met nieuwe
ogen.
Niets is meer ongewis.
Niets werd ons
voorgelogen.
De aarde werd een
tuin,
een nieuwe hof van
Eden,
waar klinkt de
lofbazuin
voor wie hem heeft
betreden.
Het oude is voorbij.
De strijd is
uitgestreden.
Dit is het eeuwig tij
voor al wie heeft
geleden.
© Piet
Thomas
Velen
van ons
Dorothee Sölle
Velen van ons zijn zo
vertwijfeld
dat ze niets kunnen
zeggen
dat ze niet klagen
kunnen
zij blijven stom
hun leven lang
God, asjeblief,aanhoor
hun klagen
wanneer ze voor het
lege glas zitten
zie hun schreeuw in de
weifelende gebaren
God, hoor jij wat ze
niet zeggen
Velen van ons zijn zo
vertwijfeld
dat ze niet huilen
kunnen
Hun ogen blijven droog
hun leven lang
God, asjeblief, zie
hun treurnis
vergeef hen hun
verstening
en verzamel de niet
geweende tranen
Velen van ons zijn zo
vertwijfeld
dat ze nog nooit een
engel hebben gezien
Ze leven zonder dat
iemand hen vraagt
Vrouw waarom huil je?
Ze geloven je verhaal
maar half
en blijven alleen maar
huilen
God, asjeblief, zend
toch een of twee engelen
die vragen waarom huil
je?
stuur een van ons om
te vragen waarom
zodat we allen niet
alleen blijven
voor de graven
waar onze hoop
begraven ligt
en leer ons klagen
en leer ons huilen
en toon ons de engelen
die aan het graf al op
ons wachten.
© Vert.:
Piet Thomas
21-01-2017, 00:00 geschreven door Piet Thomas 20 
|
|
|
 |
20-01-2017 |
HERDER VAN MENSEN |
De
herder
Met stok en staf gaat
Hij hen voor,
de herder die de kudde
leidt.
De heuvels over, dalen
door,
op zoek naar land waar
gras gedijt.
Naar water dat men
drinken kan,
naar een oase waar men
rust
en vrede en koelte
vindt, zich van
geen strijd of onheil
meer bewust.
t Gebeurt wel dat een
lam verdwaalt,
Dat komt in elke kudde
voor.
De herder zoekt het op
en haalt
het ijlings weer en
zorgt ervoor.
Hij heeft het op zijn
rug getild
en het gedragen als
een kind.
Zo zie je maar: wat ie
ook wilt,
er is een God die je
bemint.
Hij haalt je uit het
kwaad terug
en richt een feestmaal
voor je aan.
Wees dus niet langer
wild of stug.
Wat God doet, het is
goed gedaan.
© Piet Thomas
Psalm
23
Gij zijt mijn herder,
God
Wat zou ik nog
ontberen?
Ik weet dat uw gebod
mij leidt langs koele
meren.
Al moet ik door een
dal
van dreigende gevaren,
dat Gij nabij zijt zal
mijn onrust wel
bedaren.
Ik ga naar vruchtbaar
land.
Wat zou ik dan nog
vrezen?
Ik voel uw sterke
hand.
Uw naam, Heer, zij
geprezen!
Mijn dorst hebt Gij
gestild.
Uw voedsel doet mij
leven.
Met balsem heelt Gij
mij.
Uw staf is opgeheven.
Uw liefde en uw steun
worden mij niet
ontnomen,
Gij leidt me naar uw
huis
en laat me
binnenkomen.
© Piet Thomas
Morgengebed
Gij vorst en herder
van het licht
dat uit het duister
opgegaan,
de hemel kleurt en t
vergezicht
zo weids gespreid en
hier vandaan.
Wij smeken, schenk de
dageraad
de nieuwe hoop die ons
verblijdt,
en vragen U, geef ons
uw raad.
Toon dat Gij onze
helper zijt.
Wek op wat in ons
wachten bleef!
Maak vuur waar vonken
zijn ontstaan,
en laat uw geestdrift
die ons dreef,
de weg verlichten die
we gaan.
Dan zullen wij, door U
geleid,
niet meer gehinderd
door het kwaad,
eens komen waar de
heerlijkheid
van uw genade ons
volstaat.
Het zal een tijd van
vreugde zijn
als Gij ons meevoert
waar Gij wilt,
en Gij dan elke traan
en pijn
door uw erbarmen wist
en stilt.
© Piet Thomas
De
goede herder
Gij zijt de goede
herder,
de leidsman uit de
dood,
de trooster en
beschermer,
de redder in de nood.
Uw Woord is ons een
teken.
Uw taal is ons
houvast.
Als vreugde en troost
ontbreken
en hoop naar liefde
tast.
Heer, roep ons als we
dwalen,
weer veilig naar U
toe.
Leer ons vrij ademhalen,
want wij zijn broos en
moe.
Schenk ons de moed te
leven
zoals Gij dat
verwacht,
Bewaar ons in de zeven
geheimen van uw macht.
Gij zijt de goede
herder,
de redder in de nood,
de trooster en
beschermer,
de leidsman uit de
dood.
© Piet Thomas
Naar
het licht
Jij leert me al je
wegen
en leidt me naar het
licht,
en niemand werkt me
tegen
nu jij mijn schreden
richt.
Mijn rijkdom is je
volgen
naar waar je dit ook
wilt.
De boze kijkt
verbolgen
nu jij mijn honger
stilt.
Je liet me bij je
komen
en wou mijn gastheer
zijn.
Een feest om van te
dromen,
een dis met brood en
wijn,
schonk jij, aan wie
geloven
en jou als redder
zien.
De blinden en de
doven,
ze zijn weer als
voordien,
zij zien en horen
dingen
die men hun toont of
zegt.
Geen mens kan hen meer
dwingen,
want jij, Heer, schaft
hun recht.
Jij haalt ze uit hun
lijden,
verheldert hun bestaan,
maakt dat ze zich
verblijden
en redt ze uit hun
waan.
Laat ook mij zien en
horen
wat jij met mensen
doet,
hoe wij je toebehoren
hoe jij ons leven
hoedt,
Dat ik mag binnenkomen
waar jij je gastmaal
houdt,
is meer dan ik kon
dromen.
God, jij bent mijn behoud.
© Piet Thomas
20-01-2017, 00:00 geschreven door Piet Thomas 20 
|
|
|
 |
19-01-2017 |
MARIA LOVEN |
Magnificat
Ik loof en prijs de
Heer
die machtelozen redt.
Wat doet Hij grote
dingen!
De zwakken geeft Hij
kracht.
Uit de verdrukking
haalt
Hij slaven en
geringen.
De trotsen in hun
macht
verbleken als Hij komt
om mensen te
verblijden.
Nu Hij mij uitgezocht
en uitverkoren heeft,
mag ik het fier
belijden:
om wat Hij heeft
gedaan
aan mij en alle
mensen,
wil ik Hem dankbaar
blijven.
Dat Hij ons heeft
gered
uit alles wat
verknecht.
dat is wat wij
geloven.
Dat alle angst nu
wijkt
nu Hij ons heeft
bevrijd,
daarom wil ik Hem
loven.
© Piet Thomas
Salve
regina
Wees gegroet jij,
koningin,
moeder van
barmhartigheid,
onze vreugde, onze
hoop
en ons leven, wees
gegroet.
Tot jou spreken
tochtgenoten,
kinderen uit Evas
huis.
Hoor het zuchten en
het klagen
uit dit dal van
tranen!
Die voor ons ten beste
spreekt,
zie genadig op ons
neer!
Toon ons, eens de
tocht voltooid,
je Zoon, Jezus
Christus, weer.
Trouwe, milde, lieve
jij,
wees ons met je hulp
nabij!
© Piet Thomas
Ave,
maris stella
k Groet U, ster der
zee,
goede moeder Gods,
Gij die maagd
gebleven,
oorsprong zijt van
leven.
Gij die hebt gehoord
hoe een engel groet,
geef dat in uw vrede
Evas naam mag keren.
Leid ons uit het
kwaad.
Wil voor blinden licht
en voor zondaars
vragen
goddelijke gaven.
Moeder, bid uw zoon
dat Hij ons verhoort.
Want voor onze zonden
is Hij mens geworden.
Uitverkoren vrouw,
milde bruid en maagd,
wil ons, schuldenaren,
vrij en gaaf bewaren!
Let op wat we doen.
Effen ons de weg
dat wij uw beminde
Jezus wedervinden,
die met God de Geest
en de Vader leeft
doorheen alle eeuwen
het drie-ene leven.
© Piet Thomas
Maria
Het jonge meisje dat
je was,
schrok het niet toen
de engel kwam
en toen je in zijn
ogen las
wat niemand ooit van
hem vernam?
Wat is er in je
omgegaan
toen hij zei: moeder
van Gods Zoon
en ook dat ie van nu
af aan
een ereplaats had rond
de troon?
Hoe voelt de vreemde
boodschap aan
waarin je moeder van
je Schepper heet?
Lijkt het dan niet een
zoete waan
waarin je niets meer
zeker weet?
Maria, draagster van
de hoop
dat al wat leeft eens
wordt bevrijd
en wat als kwaad eens
binnensloop,
verdreven wordt of ons
ontglijdt,
jij, maagd en moeder
van de Heer,
die ieder mens tot
vreugde noodt,
wees onze hulp en ons
verweer
nu en in t uur van
onze dood.
© Piet Thomas
Naast
het kruis
Met de tranen in de
ogen
stond de moeder, diep
bewogen,
waar haar Zoon aan t
kruishout hing.
t Was of in haar
medelijden
zij de pijn nog voelde
snijden
van die laatste
marteling.
Ach, hoe treurig was
het rouwen
van de liefste van de
vrouwen,
moeder van Gods ene
Zoon.
Hoe verdrietig was het
lijden
dat haar dreef om daar
te blijven
toen haar Zoon zo hing
ten toon.
Harder dan de hardste
stenen
ben je als je niet zou
wenen
ziende hoe Maria lijdt.
Wie is zonder
mededogen
dat hij met dit leed
voor ogen
niet met haar om Jezus
treurt.
Om de zonden van de
zijnen
schroeien nog de
scherpe pijnen
van de ruwe geselroe
Moeder die je kind zag
sterven
toen het alle hulp
moest derven
en de geest het lijf
verliet,
laat mij voelen, bron
van liefde,
wat je toen zo pijnlijk
griefde.
Treuren zal ik dan met
jou.
Wil in mij de wil
versterken
om die droefheid te
verwerken,
tonend dat ik van Hem
hou.
En wil mij de kracht
ook schenken
om deemoedig te
gedenken
wat Hij toen heeft
doorgemaakt.
Wat Hij toen in geest
en leden
weerloos voor mij
heeft geleden,
geef dat ik het delen
mag!
Samen met je wil ik
wenen,
met hei lijden mij
verenen
tot de dood ook mij
bedreigt.
Naast het kruishout
met jou samen
staande blijven en me
schamen
om de oorzaak van die
rouw.
Gun mij, liefste van
de maagden.
tussen al die met je
klaagden
ook een plaatsje aan
jouw zij
Deelgenoot zijn van
zijn lijden
wil ik en de tol niet
mijden
die de dood van
vrienden eist.
Want zijn wonden zijn
de mijne.
Liever dan vlug te
verdwijnen
blijf ik waken bij de
Heer.
Maak dat ik niet
langer vrezen
moet dat ik word
afgewezen,
als ik voor Gods troon
verschijnt
Christus, vraag bij
mijn verscheiden
dat uw moeder mij zou
leiden
tot waar mij uw zegen
wacht.
Als de dood mij heeft
gevonden~
laat mij dan met U
verbonden
blijven in uw
heerlijkheid.
© Piet Thomas
19-01-2017, 00:00 geschreven door Piet Thomas 20 
|
|
|
 |
18-01-2017 |
DE MENSENZOON |
De
mensenzoon
Wij voelen telkens
weer
hoe ons uw naam
ontglijdt,
hoe woorden niet
beklijven,
maar slijten
mettertijd.
Geef Gij ons woorden
in
waarmee wij kunnen
bidden,
waarmee wij kunnen
leven
te midden van de dood.
Want wij zijn steeds
op weg
en zoeken naar geluk
en vrede die blijft
duren,
en toekomst zonder
juk.
Als er geen leidsman
is,
kunnen wij niets
bereiken.
Als werelds duisternis
niet voor het Licht
kan wijken.
Als niet het Woord van
God
het vlees had
aangenomen,
en niet als mensenzoon
bij ons was komen
wonen.
Hij was een mens als
wij
en moest de dood
verduren.
Hij was een mens als
wij
en Hij is doodgegaan.
Maar Hij is opgestaan,
verrezen uit de dood.
Hij maakte ons van
zijn leven
voor altijd
deelgenoot.
Voorgoed brak hij de
ban
van duisternis en
kwaad.
Dit is de grote
vreugde
die nooit meer overgaat.
© Piet Thomas
Veertig
dagen
Veertig dagen, veertig
nachten
bracht Hij door in de
woestijn
en Hij dacht aan wat
Hem wachtte,
wat zijn levensweg zou
zijn.
Alles wat een mens kan
knechten
of bezielen kwam
voorbij.
Valse geestdrift en
oprechte,
zegening en averij.
Eenzaam met zijn
toekomstdromen
en met wat verkeerd
kon gaan,
zag Hij al de vragen
komen
van zijn Messiaans
bestaan.
Zou Hij voor de
machten buigen
van een helse
heerschappij,
of zou Hij voor God
getuigen,
eerlijk, souverein en
vrij?
Als Hij mensen wou
genezen,
moest Hij dan niet
eerst doorstaan
t leed dat
stervelingen vrezen
over heel hun
levensbaan?
Alles heeft Hij overwonnen
wat zijn dromen
schenden kon,
Daar is ook het heil
begonnen
dat Hij voor de mens
verzon.
Jezus heeft ons willen
leren
hoe men de woestijn
doorstaat
hoe men alle kwaad kan
weren
als men maar Gods
wegen gaat.
© Piet Thomas
Naar
het licht
Jij leert me al je
wegen
en leidt me naar het
licht,
en niemand werkt me
tegen
nu jij mijn schreden
richt.
Mijn rijkdom is je
volgen
naar waar je dit ook
wilt.
De boze kijkt
verbolgen
nu jij mijn honger
stilt.
Je liet me bij je
komen
en wou mijn gastheer
zijn.
Een feest om van te
dromen,
een dis met brood en
wijn,
schonk jij aan wie
geloven
en jou als redder
zien.
De blinden en de
doven,
ze zijn weer als
voordien,
zij zien en horen
dingen
die men hun toont of
zegt.
Geen mens kan hen meer
dwingen,
want jij, Heer, schaft
hun recht.
Jij haalt ze uit hun
lijden,
verheldert hun
bestaan,
maakt dat ze zich
verblijden
en redt ze uit hun
waan.
Laat ook mij zien en
horen
wat jij met mensen
doet,
hoe wij je toebehoren,
hoe jij ons leven
hoedt.
Dat ik mag binnenkomen
waar jij je gastmaal
houdt,
is meer dan ik kon
dromen.
God, jij bent mijn
behoud.
©
Piet Thomas
Simeon
zingt
Laat nu je dienaar
gaan
in vrede naar je
woord,
want ik mocht
gadeslaan
hoe jij je volk
aanhoort.
De mensgeworden Zoon
heeft oog en hart
verlicht.
Wat heilig is en
schoon
glanst in zijn
aangezicht.
Jij spreekt de mensen
aan.
Ik heb je stem
gehoord.
Laat nu je dienaar
gaan
in vrede naar je
woord.
©
Piet Thomas
Bruiloft
te Kana
Jezus en Maria
zijn er ook geweest
in het land van Kana,
op een bruiloftsfeest.
Er werd wijn gedronken
en Maria zag
hoe de buidels slonken
waar de voorraad lag.
Was zijn uur gekomen?
Het tekort aan wijn
deed Maria dromen
dat het waar kon zijn.
Tot de knechten zei
ze:
doet wat Hij gebiedt.
God kent tijd en
wijze.
Zijn uur kent men
niet.
Jezus, die de Vader
om een wonder bad,
vroeg de knechten
water,
t water dat men had.
In de stenen kruiken
werd het water wijn,
wijn om te gebruiken
op het bruidsfestijn.
Hij werd
uitgeschonken.
Er was overvloed.
En die ervan dronken,
weten: God is goed.
Jezus is het teken
van zijn heerlijkheid.
Niets zal ons ontbreken
als geloof ons leidt.
©
Piet Thomas
18-01-2017, 00:00 geschreven door Piet Thomas 20 
|
|
|
 |
17-01-2017 |
ZOEKEN NAAR HET VERLORENE |
ZOEKEN NAAR HET VERLORENE
Zacheüs
Zacheüs was een tollenaar
die rijkdom had verworven.
Het scheelde net een haartje maar
of hij had het verkorven.
Hij wisselde en leende geld
voor vreemden en aan armen.
Hij had zich zo heel rijk geteld
en kende geen erbarmen.
Doch op een dag kwam Jezus langs
en hij wou ook gaan kijken.
Maar dit verlangen had iets bangs.
Hij kon Hem niet bereiken.
Hij was te klein om Hem te zien,
veel kleiner dan de massa.
Ja, anders telde hij wel voor tien,
eens thuis en aan de kassa.
Maar hier zo op de straat alleen,
achter die vele mensen,
had hij geen waterkans, niet één.
Het bleef, dacht hij, bij wensen.
Tenzij hij in die hoge boom
voor zijn kantoor kon klimmen.
Daar zat hij dan als in een droom
om wat hij zag te glimmen.
Hij hoorde ook een stem die zei:
Zacheus, ik wil komen,
bij jou te gast zijn, dat zei Hij.
En hij begon te dromen
hoe alles anders worden kon,
nu Hij die met zijn preken
zovele mensen voor Hem won,
zijn naam ook uit wou spreken.
Zo kwam een rijke tollenaar
door Jezus tot nieuw leven.
God, laat ook mij, je schuldenaar,
eens zon dag beleven!
© Piet Thomas
Het lied van dwaze en wijze meisjes
Tien meisjes gingen naar een feest.
De bruidegom liet op zich wachten.
Vijf zijn er tevergeefs geweest.
Vijf andere waren wijs en lachten.
Hoe is dit in zijn werk gegaan?
De dwaze meisjes gingen slapen.
Toen kwam de bruiloftsstoet er aan.
Ze konden het bij dromen laten.
Om lampen weer bijeen te rapen
en ze te vullen was geen tijd.
Niets kon die meisjes verder baten.
Hun restte bitterheid en spijt.
De wijzen hadden meer geduld.
Zij hadden olie laten halen.
Zij gingen blij en zonder schuld
achter de stoet mee naar de zalen.
Daar werd het feest dan voortgezet
met dans en wijn, muziek en spijzen.
De dwazen grepen naast het net,
het vreugdefeest was voor de wijzen.
© Piet Thomas
Heer, als ik honger heb
Anoniem. Uit het Frans
Heer, als ik honger heb,
zend iemand die me voedt.
Heer, als ik dorst heb,
zend iemand die me laaft.
Als ik het koud heb,
iemand die me kleedt.
Als ik verdriet heb,
iemand die me troost.
Weegt mijn last te zwaar,
laad er die van anderen bij.
Heb ik nood aan tederheid,
deel dan ook de mijne uit.
Laat uw wil mijn voedsel zijn.
Uw genade zij mijn kracht
en mijn rust uw liefde.
Laat mijn hele leven zijn
een geschenk dat ik bewaar
tot de allerlaatste dag,
tot de dag waarop Gij zegt:
nu neem ik het weer bij mij.
(vert. Piet Thomas)
Gods liefde
Naar een oud joods gebed van het jaar 1000
Als alles buiten donker is
en ik bij vrienden ben
die mij niet meer verstaan,
dan wend ik mij van hen tot jou
en vind ik liefde in je ogen.
Als alles in mij donker is
en ik mezelf veracht
om wat ik heb misdaan,
dan wend ik mij van mij tot jou
en vind ik liefde in je ogen.
Als je gelaat zo donker is
dat ik er bang van word
en denk: nu is t gedaan,
dan wend ik mij van jou tot jou
en vind ik liefde in je ogen.
© Piet Thomas
Verloren zoon
Zoeken naar je vrede.
Reizen naar je licht
langs de grijze steden,
op één droom gericht:
je genade vinden
waar ze op mij wacht.
Onbegrepen Vader,
geef dat ik niet wijk
doch je steeds meer nader
en mag zeggen: kijk,
hoe Hij ons beminde!
Liefde is zijn kracht.
Door je woord bewogen
wil ik naar je toe,
tot ik opgetogen,
alle schijngoud moe,
eens mag ondervinden
hoe je naar me lacht.
© Piet Thomas
Wij wandelden in duisternis
Jesaja 9 (1-6), Mattheus 4,1
Wij wandelden in duisternis.
De schaduw van de dood
die over alle mensen is,
werd onheilspellend groot.
Maar toen liet Gij uw luister zien.
Uw licht was ons nabij.
Gij waart met ons, God, en sindsdien
zijn onze dagen blij.
Ver weg van juk en drijversstaf
hebt Gij uw volk geleid.
En de vervolgers wijken laf
nu Gij ons hebt bevrijd.
Geboren werd ons in de nacht
uw aangebeden Zoon.
De eeuwen hebben Hem verwacht.
Hij heeft bij ons gewoond.
En nu nog duurt zijn heerschappij,
zijn vrede en zijn kracht.
U dankend, God, gedenken wij
het heil dat Hij ons bracht.
Wij wandelden in duisternis,
in droefheid en in dood.
Maar God die onverganklijk is,
werd onze bondgenoot.
© Piet Thomas
17-01-2017, 00:00 geschreven door Piet Thomas 20 
|
|
|
 |
16-01-2017 |
WAAIEND WAAR HIJ WIL:De Geest 1;De Geest,2; Hymne van de heilige geest;Lied van de heilige geest; Lof der wijsheid; |
WAAIEND WAAR HIJ WIL
De Geest 1
Niemand heeft me ooit gezien
en toch woon ik in je wensen,
in je dromen, in je werk,
in al wat je denkt en doet.
Groter dan je hart ben ik.
Als je goedheid vindt en liefde,
dan ben ik heel dicht bij jou,
dichter dan je ooit vermoedt.
Klaag je dat je mij niet echt
als aanwezig aan kunt voelen,
dat ik, als je bidt tot mij,
ben als een weerbarstig woord?
Zoek de stilte dan en zwijg.
Onverwachts wordt je geschonken
wat je nooit te vinden dacht.
Alles wat je stoort valt weg.
Ik geef je gedachten in
waar je nooit was op gekomen.
Zwak en zondig is de mens
tot hij in mijn kracht herleeft.
Tot hij in wat Christus deed
troost en vrede heeft gevonden,
tot hij goed en wel beseft
wie voor hem geleden heeft,
wie voor hem gestorven is
en de dood heeft overwonnen,
tot hij de genade ontvangt
die hem nieuwe kansen geeft.
Daarom ben ik als het licht
dat wat duister is verheldert,
als het vuur dat niet verzengt,
maar het kilste ijs ontdooit.
Zuivering voor wat besmet is,
water ben ik voor wat dor is,
leniging voor wie gewond is.
Alles wordt in mij voltooid.
Niemand heeft mij ooit gezien.
Alhoewel ik ben verborgen,
ben ik dichter dan je denkt.
Zo nabij zijn mensen nooit.
© Piet Thomas
De Geest 2
De vleugels van de wind,
de tongen van de zon,
t is of opnieuw begint
wat eens met Hem begon.
Het vuur dat talen voedt,
de vrede van het licht,
de nieuwe levensmoed,
het troostend vergezicht.
Het is alsof de vrees
voor wat getuigen heet,
nu hoop uit as verrees,
er nu niet meer toe deed.
Wij komen ervoor uit
dat God ons leven stuwt,
En wij belijden luid
een liefde die niet luwt.
De Geest die in ons leeft,
schenkt ons een nieuwe kracht.
Wij voelen wat Hij geeft
en doen wat Hij verwacht.
© Piet Thomas
Hymne van de heilige Geest
Hildegard van Bingen
Vuur van de hoedende Geest,
oorsprong van alles wat leeft,
heilige bron van wat ademt.
Gezegend jij die wonden zalft
en hun kwalijke reuk verdrijft,
ze zorgzaam loutert en geneest.
Jij die je heiligheid en vuur
in harten jaagt en troost
de goedheid die je wekt en voedt.
Jij, bron van zuiverheid
waarin weerspiegeld wordt
hoe God zich eigen maakt
wat ooit verloren was,
jij, heerlijk schild en wapen
van al wat kwetsbaar is,
jij, die oprechtheid bindt
aan heil en aan genade.
bevrijd die zijn geketend,
gevangen door de vijand.
Red en bescherm hen, Geest,
met goddelijke kracht,
© Vert.:Piet Thomas
Lied voor de heilige Geest
Hildegard van Bingen
Alles doordringt Gij,
de bergen,
de dalen en
iedere afgrond,
Bouwer die
alles verbindt.
De wolken druipen.
De lucht beweegt.
Rond hard gesteente
vloeit stromend water.
Het frisse groen
dat uit aarde rijst.
Alles jouw werk.
Gij leidt ook de geest,
die dorstige leerling,
de ruimte in.
Uw waaien is wijsheid,
uw wijsheid is vreugde.
© Vert.:Piet Thomas
Lof der wijsheid
Hildegard van Bingen
Kracht van de wijsheid,
jij trok de kringen,
omvatte het Al
op de enige weg
die ten leven is.
Drie krachten heb je,
drie vleugels:
hoog in de hemel
steigert de eerste.
Weg van de aarde
rept zich de tweede.
Overal heen
beweegt zich de derde.
Terecht word je,
wijsheid, geloofd.
© Vert.:Piet Thomas
16-01-2017, 00:00 geschreven door Piet Thomas 20 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |