Vanmorgen uit ons bed gezet in de auberge principal van Burgos. Een schitterend nieuw gebouw, vlakbij de wereldberoemde kathedraal van Burgos. We zijn er gisteravond naar de pelgriumsmis geweest, door een Spaanse priester afgerammeld, ze hebben er geen half woord van verstaan. Als je in zo'n pelgrimsherberg binnenkomt, moet je je laten inschrijven met je pelgrimsboekje. Tot hiertoe kostte dat telkens 4 euro's per persoon, da's dus niks. Een verfrissende douche is er altijd, en telkens een bed met een goede matras. Een pelgrim kan er echt van zijn inspanningen bekomen. In Burgos was het wel streng : we zaten rond halfelf de blog bij te werken, en een juffrouwke kwam zeggen dat ze het licht ging uitdoen. Wij op de tast naar ons bed. In Burgos is het zaterdagse nachtleven blijkbaar hevig, want tot zo'n vijf uur in de morgen hebben we mogen meegenieten van het feestlawaai. Om halfzes begonnen de eerste pelgrims al uit hun nest te kruipen, maar wij bleven liggen tot ... om kwart voor zeven, een belsignaal zoals bij ons in het station, alle lichten aan, en een galmende stem die ons een fijne camino toewenste. Om acht uur moest iedereen buiten zijn. Enfin, wij dus vroeg op de fiets, even Burgos doorgefietst tot we een koffiebar open vonden om daar een heerlijke koffie en een croissant te verorberen. De weg uit Burgos was even flink klimmen, maar voor de rest van de dag zaten we gebeiteld in een vrij vlak parcours. We hebben dus flink doorgepeesd, en haalden daarmee vandaag 140 km. Het landschap is wel indrukwekkend : zo ver je kunt zien landbouwgebied, graanvelden voor heel Europa lijkt het wel. De oogst is nu wel binnen. Onderweg, rond een uur of drie, kwamen we weer onze twee Nederlandse vrienden tegen. Die waren gisteravond veel later dan wij aangekomen, dat merkten we pas toen we uit ons bed kwamen en zij ons opmerkten dank zij ons sympathiek Vlaams accent. In de namiddag dus ontmoetten we hen weer in een klein dorpje, en een van de twee beweerde een shirtje van ons bij te hebben. Dat was op het bed blijven liggen, en ze hadden het voor ons meegenomen. De arme man moest er wel heel zijn rugzak voor uitladen, want zoals dat bij pelgrims gaat : als je iets moet vinden zit het altijd in de verkeerde zak. We beloofden als dank dat we hen bij een volgende ontmoeting een frisse pint zouden tracteren. In Sahagrun vonden we een gemeentelijke refugio, eigenlijk een omgebouwde oude kerk. Er wacht ons daar weer een goed bed, we hebben net in de buurt een grote servessa gedronken, dos per kop, en seffens gaan we eten, want in Spanje begint de eetcultuur pas laat in de avond. Morgen ziet het er naar uit dat het weer goed blijft, we willen dan tot vlak voor de grote klim naar het ijzeren kruis geraken, want daar kunnen we de uit Kontich meegebrachte steen met al onze zorgen en zondekes neergooien. Tot later¡ Franskoenleo
Vanmorgen liep de wekker als naar gewoonte om 7 uur af. Onze fietsen stonden nog steeds in de eetzaal van het hotel, dat verder helemaal verlaten was. In de plaatselijke kroeg zou er een ontbijt zijn, en dat bleek te bestaan in niets anders dan wat cakejes. Niet getreurd, we zouden verderop wel wat vinden. Dat was dan in San Domingo, een stadje met een prachtige kathedraal. Na wat zoete koeken en twee koppen koffie trokken we verder Spanje in. De temperatuur was intussen nog gedaald, we moesten dsu wat kledingstukken bij aantrekken. In de verte werd de lucht lichter, precies in de richting waar we naartoe reden. Er waren weer wat flinke lange klimmen te doen, en navenante afdalingen. Onderweg gegeten in een verlaten bushokje, een koffietje gedronken in een typisch dorpskroegje, en dan zeer verder gefietst. Eerst een eind langs de hoofdweg, maar dan de echte perlgrimsweg ingeslagen. Die voerde ons via een adembenemende (letterlijk) beklimming tot iets over de 1000 m naar een landschap met geweldige vergezichten. Ondertussen was de zon ook doorgebroken, en dat deed echt wel deugd. Het laatste stuk naar Burgos liep over de grote weg, kilometers recht en vlak. Die hebben we kunnen afpezen aan een snelheid boven de 30 per uur. Dan moesten we in Burgos de herberg vinden. Nu vind je in heel Frankrijk en Spanje in het kleinste boerengat aanduidingen via plakkaten en stickers van de pelgrimsweg, maar in een grootstad als Burgos niks te zien. De weg vragen in Spanje is ook geen sinecure, er is geen enkele Spanjaard die ook maar het minste woord Frans, Engels, Duits, laat staan Nederlands verstaat, en die beginnen dan te ratelen als een mitraillette, je begrijpt er geen jota van. Enfin, na lang zoeken kwamen we in de hoofdherberg aan, vlak bij de kathedraal. Dat is een spiksplinternieuw gebouw, 6 verdiepingen hoog, vol met slaapzalen van meer dan 40 bedden, en die waren allemaal zo goed als vol. De camino wordt dus goed bewandeld en befietst. Vandaag zijn we voor het eerst veel fietsende pelgrims tegengekomen, de wandelaars volgen een parcours dat meer door de velden kronkelt. We hebben net een douchke genomen, de Frans heeft al nieuwe remblokjes gestoken, straks gaan we naar de pelgrimsmis in de kathedraal, en dan trekken we nog even de stad in op zoek naar eten. Tot volgende keer: Alvast bedankt aan iedereen die de blog bezoekt, ook bedankt voor de reacties die we kunnen lezen als we een internetverbinding op de kop kunnen tikken.
In de late avond nog een berichtje ontvangen van onze drie uitgeregende pelgrims. Blijkbaar hebben ze van de goeie 100 km. er 90 van door de regen gereden. En 't moest er dan toch eens van komen, de eerste platte band was een feit. Hopelijk was de klus vlug geklaard en konden ze verder. Dan maar op zoek naar een warme stal , waar ze hun spieren konden opwarmen en kleren konden drogen. Bij aankomst bleek er geen plaats meer voor hen in de herberg... Een pientere Frans had een lumineus idee, en haalde zijn pelgrimsboekje te voorschijn en hokus-pokus... het wonder was geschied. Op aanwijzen van de herbergier, kwamen ze via een steegje terecht in een leegstaand hotelletje waar er zelfs plaats was voor hun stalen rossen.Nog even op zoek naar een stevig avondmaal en dan maar weer onder de (hopelijk) wollen SZKS, om te dromen van (ons)...oh pardon , hun volgende veroveringen!!!
Dag 13 . Saint-Jean Pied de Port - La Puenta de la Reina : 110 km
Gisteravond zijn we dus met Walter een stuk teruggereden, tot in Saint-Palais, waar we onze oude bekende Ludo Docx ontñoetten. We hadden vanuit Saint-Jean wat eten meegenoñen, en dat konden we pas verorberen nadat Ludo ons een Baskisch lied had aangeleerd en doen zingen. - zie foto Vandaag was het de dag waar we een beetje met ongerustheid naar uitkeken : de oversteek van de Pyreneeën. Bij Monik en Walter kregen we een koninklijk ontbijt, dat hadden we de vorige dagen zeker niet meegemaakt . toen was het een confituurke met wat Frans brood. Om 8.45 u op de fiets, eerst was het nog te doen, wat stijgen, wat dalen tot aan de Spaanse grens. Dan begon het spel : een klim van 17 km, bijna constant 7 tot 9%. We begonnen er heel rustig aan, en dat was ons geluk. We konden zo kalm ons teñpo van zo'n 9 km/u aanhouden zonder met onze tong tussen de ketting te geraken. Ondertussen was het beginnen regenen, dat maakte de vergezichten wat minder spectaculair, maar we bedachten achteraf dat het toch beter zo was dan met de ferme hitte van de voorbije dagen. Aan ons teñpo raakten we een tweetal uurtjes later boven zonder te ñoeten stoppen : 1059 m hoog. Dan begon een afdaling van zo'n 30 km, maar met nog een tweede stijging erin. We aten 's middags onder de luifel van een geñeentehuis dat ook nog schooltje bleek te zijn, want ineens botterden een aantal kleuters en lagereschoolkinderen van de trappen, tussen onze bokes door. In de nañiddag bereikten we Pamplona, het was er erg druk. Verderop kwamen we in een landschap van lege velden, de oogst was er af, het leek allemaal dalend te gaan, maar het zat vol verraderlijke valse platten. Stompen dus, tot een heerlijke afdaling begon die ons deed bollen tot in Punto de la Reina. Hier stopten we voor het eerst aan een echte herberg voor pelgrims. Voor 4 euro kregen we een bed toegewezen op een slaapzaal van 14 plaatsen. De douche was heerlijk. We zijn er vast niet alleen, want heel de dag kwamen we pelgriñs tegen, vooral voetgangers. Nu nog wat eten gaan zoeken, en dan zal het zeker niet lang duren voor we onder de lakens gaan. Inderdaad lakens, want we hebben ons tentje, matrasje en deken bij Monik en Walter achtergelaten oñdat we in Spanje toch altijd slaapplaats zouden vinden. Maar hier blijken er geen dekens te zijn, we rekenen er dus op dat de warmte van 14 pelgrimslijven de kamer zullen verwarmen, zoals in een goeie stal - de geur zal wel navenant zijn. Tot later.
Wist je dat de Frans zijn versnellingsapparaat kuist met zijn beste koersbroek ? Tijdens en snelle afdaling ineens : "Ho! Stoppen! Miljaar, mijn broek!" De Frans had die de avond tevoren een wasje gegeven, ze was nog niet helemaal droog. En zoals wij, fietsende pelgrims dan doen, we spannen onze was onder een elastiek op de bagage. Helaas was een van de bretellen in de wind gaan wapperen, en ineens zat ze tussen zijn tandwielen. Met vereende krachten kregen we het kledingstuk van tussen de kammetjes, en wat bleek : een kraaknet versnellingsapparaat, een broek vol vet, maar niet het minste gaatje! De Frans heeft kwaliteit aan zijn billen hangen! Monik, waar we logeren, ging ze dadelijk te lijf met een vetoplossend middel, en ze hangt al fris aan de wasdraad te wapperen.
Wist je dat Leo een 'verschrikkelijk gewetensprobleem' heeft als we in een stadje een enkelrichtingstraat infietsen. Verzachtende omstandigheid : de GPS heeft het niet verwittigd.
Wist je dat Koen een regel heeft ingevoerd : vijf minuten voor we ergens na een stop weer vertrekken moet Leo op zijn fluitje blazen. Want de Frans en de Leo zeggen : 'Kom, we zijn weg' , ze springen op hunne velo en ze zijn weg. Koen is zo gene rappe, en die moet er dan altijd achtercrossen ...
Dag 12 : Arancou - Saint-Jean Pied de Port : 53 km
Vandaag hebben we een korte rit gemaakt. Ons einddoel was Saint-Jean Pied de Port, en omdat we gisteren wat verder waren gefietst dan voorzien, is het vandaag dus wat minder. De vorige dagen zijn we door de Landes gefietst. Vlakke ritten, kilometerlange kaarsrechte wegen met aan beide zijden uitgestrekte oppervlakten, nu eens braakliggend, dan weer immense maïsvelden of dennenbossen. Heel veel variatie zit er niet in, maar toch wel indrukwekkend, en, van belang voor ons : het ging verbazend snel vooruit! Vaak konden we haast moeiteloos kilometers na mekaar pezen aan 25 km/u. Gisterenmiddag hebben we onze bokes opgegeten vlak naast de grote kerk van Dax, de regionale hoofdplaats. Niet lang daarna veranderde het landschap. Weer veel meer golvend, de klimmetjes kwamen er dus aan. Ineens, na een bocht van de weg lag een weids vergezicht voor ons, met heel in de verte, wat mistig maar toch duidelijk, de getande horizonlijn van de Pyreneeën. Eerlijk gezegd, dat maakt wel indruk. 's Avonds kwamen we dan, na een martelend klimmetje van 12 à 13 % in een godvergeten dorpje. Telefonisch hadden we enkele uren daarvoor contact gehad met de verantwoordelijke van de gïte pour les pèlerins. Het bleek een kraaknet, zeer recent gerenoveerd middeleeuws gebouw te zijn. We konden er binnen met een elektronische code en alles bleek voorhanden. Kraaknette douches en toiletten, stevige bedden, een ingerichte keuken en een gezellige eetzaal. We mochten alles gebruiken, had de vriendelijke telefoonstem ons gemeld, en toen we in de koelkast wat flesjes pils vonden, hebben we er natuurlijk eentje achterover gedrukt. Pas later ontdekten we dat er nog gasten in het gebouw logeerden, een groepje archeologen die wat verderop aan het werk zijn. Toen ze thuiskwamen hebben we onze zonde gebiecht, en ze vonden het niet een erg. Als compensatie hebben we later hun afwas gedaan. Vanmorgen zijn we dan weer vol goede moed vertrokken, en het was dadelijk van dattem : een steile klim, een vervaarlijke afdaling, en vanaf dan was het de hele tijd zo. Gelukkig moesten we dus niet zoveel kilometers malen, we hoopten rond de noen in Saint-Jean te zijn. Onderweg passeerden we Saint-Palais, waarvan Koen zich herinnerde dat een oud-leraar zich daar was gaan vestigen. Leo kende ook zo iemand van de Mariage Encounter vroeger, en het bleek om dezelfde Ludo Docx te gaan. Nu we toch voorbijreden, konden we net zo goed even gedag gaan zeggen. Helaas was de vogel niet op zijn nest, en we dropten dan maar een briefje in zijn bus. Iets over halfeen stonden we aan de kerk van Saint-Jean, een stadje dat ook deze tijd van het jaar nog bruist van toeristisch leven. Hier hadden we van thuis uit een adres van Monik en Walter, mensen die hier zijn komen wonen en waar we de nacht kunnen doorbrengen. Het werd een aangename ontmoeting waarbij we voor een keertje niet ons harig Frans moesten uit de kast halen. Onder het keuvelen ging de telefoon : Ludo had in Saint-Palais ons briefje gevonden. Hij kon er vanavond niet weg, en nodigde ons uit om naar hem te komen. Dat eind fietsen zagen we niet zitten, maar Monik en Walter die Ludo ook zeer goed bleken te kennen, willen ons wel voeren. Het wordt dus een gezellig Vlaams avondje vandaag. Maar eerst moeten we onze fietsen nog eens goed op punt stellen, en daar is Frans een krak in : remblokjes vervangen, kabeltjes afstellen, een schroefje hier en een vijsje ginder, alles komt in orde. Morgen vallen we dus de Pyreneeën aan om Spanje te veroveren. Ze voorspellen na dagenlang goed weer wat regen. Het begint al met17 kilometer klimmen. We zijn benieuwd wat dat gaat worden. Duim voor ons.