Wist je dat de Frans zijn versnellingsapparaat kuist met zijn beste koersbroek ? Tijdens en snelle afdaling ineens : "Ho! Stoppen! Miljaar, mijn broek!" De Frans had die de avond tevoren een wasje gegeven, ze was nog niet helemaal droog. En zoals wij, fietsende pelgrims dan doen, we spannen onze was onder een elastiek op de bagage. Helaas was een van de bretellen in de wind gaan wapperen, en ineens zat ze tussen zijn tandwielen. Met vereende krachten kregen we het kledingstuk van tussen de kammetjes, en wat bleek : een kraaknet versnellingsapparaat, een broek vol vet, maar niet het minste gaatje! De Frans heeft kwaliteit aan zijn billen hangen! Monik, waar we logeren, ging ze dadelijk te lijf met een vetoplossend middel, en ze hangt al fris aan de wasdraad te wapperen.
Wist je dat Leo een 'verschrikkelijk gewetensprobleem' heeft als we in een stadje een enkelrichtingstraat infietsen. Verzachtende omstandigheid : de GPS heeft het niet verwittigd.
Wist je dat Koen een regel heeft ingevoerd : vijf minuten voor we ergens na een stop weer vertrekken moet Leo op zijn fluitje blazen. Want de Frans en de Leo zeggen : 'Kom, we zijn weg' , ze springen op hunne velo en ze zijn weg. Koen is zo gene rappe, en die moet er dan altijd achtercrossen ...
Dag 12 : Arancou - Saint-Jean Pied de Port : 53 km
Vandaag hebben we een korte rit gemaakt. Ons einddoel was Saint-Jean Pied de Port, en omdat we gisteren wat verder waren gefietst dan voorzien, is het vandaag dus wat minder. De vorige dagen zijn we door de Landes gefietst. Vlakke ritten, kilometerlange kaarsrechte wegen met aan beide zijden uitgestrekte oppervlakten, nu eens braakliggend, dan weer immense maïsvelden of dennenbossen. Heel veel variatie zit er niet in, maar toch wel indrukwekkend, en, van belang voor ons : het ging verbazend snel vooruit! Vaak konden we haast moeiteloos kilometers na mekaar pezen aan 25 km/u. Gisterenmiddag hebben we onze bokes opgegeten vlak naast de grote kerk van Dax, de regionale hoofdplaats. Niet lang daarna veranderde het landschap. Weer veel meer golvend, de klimmetjes kwamen er dus aan. Ineens, na een bocht van de weg lag een weids vergezicht voor ons, met heel in de verte, wat mistig maar toch duidelijk, de getande horizonlijn van de Pyreneeën. Eerlijk gezegd, dat maakt wel indruk. 's Avonds kwamen we dan, na een martelend klimmetje van 12 à 13 % in een godvergeten dorpje. Telefonisch hadden we enkele uren daarvoor contact gehad met de verantwoordelijke van de gïte pour les pèlerins. Het bleek een kraaknet, zeer recent gerenoveerd middeleeuws gebouw te zijn. We konden er binnen met een elektronische code en alles bleek voorhanden. Kraaknette douches en toiletten, stevige bedden, een ingerichte keuken en een gezellige eetzaal. We mochten alles gebruiken, had de vriendelijke telefoonstem ons gemeld, en toen we in de koelkast wat flesjes pils vonden, hebben we er natuurlijk eentje achterover gedrukt. Pas later ontdekten we dat er nog gasten in het gebouw logeerden, een groepje archeologen die wat verderop aan het werk zijn. Toen ze thuiskwamen hebben we onze zonde gebiecht, en ze vonden het niet een erg. Als compensatie hebben we later hun afwas gedaan. Vanmorgen zijn we dan weer vol goede moed vertrokken, en het was dadelijk van dattem : een steile klim, een vervaarlijke afdaling, en vanaf dan was het de hele tijd zo. Gelukkig moesten we dus niet zoveel kilometers malen, we hoopten rond de noen in Saint-Jean te zijn. Onderweg passeerden we Saint-Palais, waarvan Koen zich herinnerde dat een oud-leraar zich daar was gaan vestigen. Leo kende ook zo iemand van de Mariage Encounter vroeger, en het bleek om dezelfde Ludo Docx te gaan. Nu we toch voorbijreden, konden we net zo goed even gedag gaan zeggen. Helaas was de vogel niet op zijn nest, en we dropten dan maar een briefje in zijn bus. Iets over halfeen stonden we aan de kerk van Saint-Jean, een stadje dat ook deze tijd van het jaar nog bruist van toeristisch leven. Hier hadden we van thuis uit een adres van Monik en Walter, mensen die hier zijn komen wonen en waar we de nacht kunnen doorbrengen. Het werd een aangename ontmoeting waarbij we voor een keertje niet ons harig Frans moesten uit de kast halen. Onder het keuvelen ging de telefoon : Ludo had in Saint-Palais ons briefje gevonden. Hij kon er vanavond niet weg, en nodigde ons uit om naar hem te komen. Dat eind fietsen zagen we niet zitten, maar Monik en Walter die Ludo ook zeer goed bleken te kennen, willen ons wel voeren. Het wordt dus een gezellig Vlaams avondje vandaag. Maar eerst moeten we onze fietsen nog eens goed op punt stellen, en daar is Frans een krak in : remblokjes vervangen, kabeltjes afstellen, een schroefje hier en een vijsje ginder, alles komt in orde. Morgen vallen we dus de Pyreneeën aan om Spanje te veroveren. Ze voorspellen na dagenlang goed weer wat regen. Het begint al met17 kilometer klimmen. We zijn benieuwd wat dat gaat worden. Duim voor ons.