Sommige situaties vergeet je het liefst maar zo snel
mogelijk. Maar toch, even een verslag. Voor de geestelijke verwerking.
Bovendien ben ik van mening dat een tikje zelfspot geen kwaad kan ;)
Ik was laatst bij een gezin waar ik een jongen begeleid, laten we hem Freek
noemen. Het begon al niet zo goed, want het was warm. Veel warmer dan ik had
gedacht. Warmte in combinatie met een donkere blouse met lange mouwen, een
rugzak en een fietstocht is niet zon goeie. Ik kwam daar dan ook heerlijk
verhit aan. Je zag precies de banden van mijn rugzak nog zitten. Het hielp ook
al niet dat ik aan de late kant was en dus nog eens extra hard moest fietsen.
Tot mijn grote geluk kwam ik midden in een familie-onderonsje terecht. Ik
stapte binnen en jawel, vrijwel iedereen was er. Opa, oma, tantes, neefjes en
nichtjes. Kinderen zijn nooit te beroerd om de waarheid te zeggen: Josine, je
bent helemaal nat!!. Dat klopt. Opa hielp ook al niet: Het geeft niet hoor,
ik stink ook. Juist.
Gelukkig had Freek het geniale plan bedacht om te gaan zwemmen. Direct na
aankomst. Ik kon dus even snel wat drinken en daarna gelijk naar buiten, om
even een beetje af te koelen. Wij fietsen naar het zwembad, waar we bijna de
enigen waren. Op één jongen na. Ik heb er verder niet opgelet wat voor jongen
het was. En nee, ik lieg niet. Freek was vandaag erg creatief en verzon
allerlei spelletjes om in het zwembad te doen. Op een gegeven moment kregen we
van de badmeester een harde ring, die we konden opduiken in het zwembad. Dikke
lol natuurlijk. Freek had bedacht dat we blindemannetje gingen spelen. Iemand
verstopte de ring, waarop de ander blind (met aanwijzingen) de vloer af moest
tasten om de ring te vinden. Erg leuk, tot het moment waarop Freek besloot mij
even lekker te pesten. De jongen cirkelde al een tijdje om ons heen en zei af
en toe wat tegen Freek, maar deed niet echt mee. Toen ik aan de beurt was,
moest ik een aantal stappen naar voren zetten. Uiteindelijk stond ik op een
plek en had ik zon gevoel dat er iemand héél dicht in mijn buurt stond. Tegen
beter weten in toch voelen of ik de ring kon vinden. Prompt kriebel ik iemands
voeten en enkels, wat een knalrood hoofd tot gevolg had. Freek, je hebt die
ring toch niet aan die jongen gegeven he? Freek ontkende het nog even, maar
uiteindelijk deed ik mijn ogen open en stond ik heerlijk dichtbij die jongen,
met de ring in zijn handen. Ik was blij dat ik niet op verder onderzoek
uitgegaan was..
We gingen met zn tweetjes (met Freek welteverstaan) verder met zwemmen.
Blijkbaar kon die jongen zijn ogen niet van me afhouden en dat liet Freek me
weten ook. Schreeuwt door het inmiddels volle zwembad: Hee Jo, je hebt vette
sjans man! en later: hij blijft maar naar je kijken joh, hij vindt je echt
leuk!. Uiteindelijk met het dreigement dat we anders direct naar huis zouden
gaan, kon ik hem de mond snoeren. De jongen vond het alleen maar grappig.
Typisch hoor, hij zorgt voor deze situatie en ik ben de diegene die me schaamt.
Nou ja. Er kwam een einde aan. Nog even bij de kluisjes met die jongen gepraat,
want Freek was hem zogenaamd gesmeerd natuurlijk. Hij: Leuk, zon broertje.
Ik: Nee, ik ben zijn begeleider. Ambulant begeleider. Hij: Wat? Ambulance
begeleider? Ik: Nee, ambulant. Dat betekent gewoon dat ik hem thuis
begeleid. Hij: Oh.. Interessant gesprek.
Daarna gezellig omkleden, gelukkig in een eigen hokje. Hij: Hoe oud denk je
dat ik ben? Ik: Eh, 21?
Hij: Nee, ik ben 16. En jij? 19? Ik: Eh, nee, ik ben 22. Hmpf, het is nog
erger dan ik dacht. En de klapper kwam toen ik gekleed en wel mijn hokje uit
kwam. Hij: Oooooh, ja, nu zie ik wel dat je ouder bent. En bedankt. De
volgende keer toch maar een Hello Kitty jurkje aan trekken.
Je kent ze wel. Vooroordelen over vrouwen en fileparkeren,
achteruit rijden, ruimtelijk inzicht en meer. Afgelopen maandag heb ik deze
ruimschoots bevestigd.
Op mijn werk rijd ik in een bus. Een rooie. Met grote koeienletters de naam van
het bedrijf erop. Dit zou goede reclame moeten zijn, totdat je de rest van dit
verhaal leest.
Goed, ik op een doodnormale maandag met de bus op weg. Zeven kindertjes halen,
waarvan eentje voor het eerst. Kindertjes met een handleiding, zo bleek ook die
dag maar weer.
Nog nooit naar die school gereden, gelukkig had ik een Tom-Tom (nog zo'n
vooroordeel bevestigd, vrouw + richtingsgevoel). Op het moment dat we bijna op
de plek van bestemming zijn, rijd ik een soort van oprijlaan op. Minstens 500
meter, met bochtjes. Met op het eind? Juist, een fietspad met paaltjes
ervoor. Collega op weg om kind uit de klas te halen, ik ondertussen proberen te
keren.
Wat technisch gezien helemaal niet kon, met alleen maar geparkeerde auto's om
me heen. Bovendien werd de laan verder versierd door halve boomstammen aan de
kant.
Intussen blokkeer ik de weg. Moeders met kinderen op wiebelende fietsjes, al
hoofdschuddend. Je ziet ze denken: 'Hoe heeft dat bedrijf ooit dat meisje
achter het stuur gezet'. Datzelfde vroeg ik me ook af.
Wat zweetdruppels later, besloot ik de bus weer recht te zetten en te wachten
op mijn collega. Dat moment werd uitgekozen door één van de kinderen om uit
zijn pannetje te gaan, omdat hij een vriendje geen gedag mocht zeggen. Na mijn
aller-aller-strengste stem opgezet te hebben, kreeg ik gelukkig weer rust.
Uiteindelijk het hele laantje achteruit gereden met hulp van collega, die
ernaast liep. Ging eigenlijk prima, nu ik er zo over nadenk. De kinderen
dachten daar duidelijk anders over. 'Juf, kunt u eigenlijk wel rijden?'
Ik leg me er maar bij neer. Sommige vooroordelen zijn er om bevestigd te
worden.
Ik ben Josine, 23 jaar oud. Enkele woorden op mij van toepassing: enthousiast, spontaan en chaotisch!
Sinds anderhalf jaar werk ik met 'bijzondere' kinderen. Veel van deze kinderen hebben een stoornis zoals ADHD of autisme.
Naast mijn werk spreek ik graag af met vrienden en familie, houd ik van sporten, zet ik me in voor mijn kerk (o.a leiding bij de tienerclub) en luister of maak ik graag muziek. Tot zover over mij!