Het is nu ongeveer 5 jaar geleden dat ik met de zuid-afrikaanse fotograaf Daryl Balfour een fotosafari heb gemaakt in het Masai Mara Park in Kenia, het land waar Karen Blixen (Out of Africa), Ernest Hemingway, Robert Ruark en George Adamson (Born Free) naam hebben gemaakt. Kijk ook eens naar het fotowerk van Peter Beard, Yann Arthus-Bertrand , Frans Lanting en anderen (bijvoorbeeld via Wikipedia).
Dieren in de vrije natuur is een uitdrukking die wat discussie kan los maken want rond de meeste Nationale Parken staan hekken, er moet toegang worden betaald en er zijn ambtenaren die het geheel in de gaten houden. Ze kijken naar het evenwicht tussen de aantallen dieren, de vegetatie (voedsel) en het aantal tijdelijke bezoekers, de (buitenlandse) toeristen. Er is een balans tussen wat ecologisch toelaatbaar is en wat schadelijk is voor de natuur. Tot zover houd een vergelijking met een dierentuin op. De schaal waarop het dierenleven zich afspeeld is onmogelijk te overzien, laat staan tijdens een verblijf van 1 of enkele dagen te fotograferen. De afstanden tussen de diersoorten zijn groot, vaak begint een game-drive met een rit in een terreinauto van enkele uren om 1 van de Big 5 te zien. Wandelen is geen optie, de auto dient niet alleen als vervoermiddel maar ook als plek om te schuilen. Dieren zijn niet agressief, ze bewegen alleen als het nodig is, als ze zich bedreigt voelen of als hun eten wordt afgepakt op de een of andere manier. Een auto met publiek is geen probleem, meer auto's kort na elkaar kunnen irritant zijn.

Net als de meeste bezoekers werd ik overdonderd door de eerste indrukken: de aantallen die je vanuit het vliegtuig al ziet; hoe ver de horizon van je weg is en hoe hoog de hemel lijkt. En hoe stoffig het is. Ik bezoek het Masai Mara reservaat in oktober, hoogtij dagen voor alles wat zich met toeristen bezig houdt in Kenia en Tanzania want het is de tijd van het jaar dat de wereldberoemde migratie van de gnus de Mara rivier oversteekt. Omdat het reservaat rond de Mara rivier relatief compact is in tegenstelling tot de uitgestrektheid van de vlaktes op het grondgebied van Tanzania is de kans op een oversteek door duizenden gnus of wildebeesten hier het grootst.
Zoals ik al zei: er is een kans dat je erbij bent. De kans dat je een oversteek mist is er ook. Ik schrijf ook nadrukkelijk een oversteek en niet: de oversteek. Er is niet zoiets als de oversteek al wekken de reisgids en de documentaires op televisie de indruk dat het een kwestie is van een vliegticket kopen en de gnus springen je om de oren.
Zonder begeleiding mis je kuddes van duizenden dieren. Met al zijn ervaring als wildfotograaf, de verschillende verkenners die de bewegingen van de kuddes (jawel, niet 1, maar meerdere) in de gaten hielden, het gebruik van veld radios duurde het 3 dagen van de 5 voor Daryl Balfour een volledige oversteek aan ons kon laten zien. Het kamp waarin wij verbleven lag op een kleine 3 kwartier rijden met de jeep van de Mara rivier en werd rechtstreeks gehuurd van een Masai stam gehuurd. Vuurwapens zijn in het gebied verboden (volgens een Britse wet uit 1911) en van zonsondergang tot zonsopgang was er een Masai krijger die het kamp bewaakte.
Tip voor de liefhebbers zonsondergangen: De zon schijnt 12 uur en 12 uur niet, je kan er de klok op gelijk zetten, zo dicht bij de Evenaar.
De opkomst of ondergang van de zon is binnen een kwartier gebeurd, er is nauwelijks schemering Het is zaak om van te voren je positie te kiezen: zoek een interessant
silhouet en wacht af. Neem rustig de zon in beeld als hij/zij aan de horizon staat. En drink er in safari stijl een sundowner bij

.
Nu is het echter tijd voor een kopje gezonde koffie: zie de link bij Organo Gold.
Tot de volgende: voor nu, goed licht en mooie momenten, Frans.