Al voor de wedstrijd werd mij door meerdere personen gemeld dat Luingne een te duchten tegenstander was. Na de wedstrijd is dat helaas ook gebleken! Gedurende de partij heb ik meermaals geprobeerd om de uitgevallen Milan Witdouck waardig te vervangen. Doch de daar gepositioneerde spelers het niet slecht deden (Sander, Rens en Jona), woog dit toch op de verdediging en onrechtstreeks ook op de andere plaatsen.
We startten relatief goed aan de wedstrijd. Er werd wat druk gezet door de bezoekers, maar we hielden goed stand en konden zelfs twee keer counteren. Ook na de ongelukkige 1-0 bleven we meespelen, maar wanneer we het 2e doelpunt moesten incasseren, begonnen we aan een snertwedstrijd! Er was veel te weinig concentratie (wat trouwens al af te leiden was uit de opwarming), wat ervoor zorgde dat het verdedigende werk én de reactiesnelheid bij de meesten beneden alle peil was. Bovendien was er véél te weinig beweging (al was het innemen van de beginposities wel vrij goed), waardoor goed aanspelen door onze keeper of vanuit een inworp bijna onmogelijk werd. Deze aandachtspunten zorgden dan ook voor de helft van de tegendoelpunten, de resterende waren te wijten aan de verre schoten van de Luignedoelman en misschien wel de sterkte van de opponent.
Tijdens de rust heb ik mij voor de eerste keer wat kwaad moeten maken; het was gewoon barslecht! Omdat ik dit al had zien aankomen omwille van de ongeconcentreerde opwarming, heb ik de spelers zowel collectief als individueel moeten berispen.
Als de spelers zich inzetten, uitvoeren wat hen gevraagd werd en zo goed voetbal spelen, maak je van de trainer een gelukkige (in mijn geval) jongeman. Gedurende zo'n 10 minuten in de tweede helft heeft deze situatie zich voorgevallen. Eindelijk probeerden we te combineren, stonden (én bleven!) we bij ons rechtstreekse tegenstander en kregen we zowaar voor het eerst in een kwartier kansen! Helaas kregen we onze verdiende eerredder niet; lat, ongelukkig en twee goeie reddingen van de Waalse doelman stonden dit in de weg. Na een kwartier werden we toch een beetje vermoeid waardoor we terug wat minder presteerden, maar met de inzet die de spelers bleven tonen werd dit goed gecompenseerd.
Conclusie Ik hoop ten zeerste dat ik geen zo'n eerste helft meer moet beleven (ook geen zo'n eerste helft in een tweede helft, voor de wijsneuzen onder ons!). Het was wel een sterke tegenstander, maar het kon véél beter. Maar geen nood, ook deze week (uiteraard) zullen we aan de problemen en probleempjes blijven werken (zoals mijn vader altijd zegt: blijven trainen).