501 Willem Van der Elst
(147) In de
data van Achiel Bettesone vinden wij rond literatuur :
Willem Van der Elst (° Meise 1570 1647)
zijn ouders waren landbouwers zoals de meeste inwoners van Meise toen. Hij werd tot priester gewijd. Over zijn C.V.
weten we zeer weinig. Nochtans staat het
vast dat hij tot pastoor van Boeckhoutte (Gent) benoemd werd. Hij schreef Gheestelijke gedichten die ter
perse gelegd werden in 1622. Deze
dichter moet een gunstige faam hebben genoten, want in de Verslagen en
mededelingen van de Vlaamse Academie van oktober 1932 heeft Lode Baeckelmans
een studie gewijd aan het letterkundig werk van dichter Willem Van der
Elst. Het geslacht Van der Elst was zeer
verspreid in het Brabantse en genoot er veel aanzien. De dichter heeft over zijn stam geschreven :
Men konne daervan niet den ouderdom doen
blijcken van ons vermaert geslacht noch daer oock naer en blijck maer roemen
ons wel vrij omdieswil dat wij zijn van deughdelijkck geslacht in wercken en in
schijn. Baeckelmans somt eregedichten op die pastoor Van der Elst wijdde
aan personen o.a. Jan Cuelens, pasteur
Van Campenhout en Henricus Cuelens, pasteur Van Geerdsbergen. Deze waren waarschijnlijk familieleden van
Bernardus Croy en Leonardus Boodts, abdijheren van Grimbergen (volgens Jan Van
den Eynde uit Meise).
|