In t Vlaams vertaald door Henri Mertens (gemeentesecretaris te Meise) een
door Jef De Cuyper nu. Volgens oude oorkonden, as het kasteel van Boechout, op
het grondgebied van Meise een leen van de hertogen van Brabant. Het werd opgericht in 1130, door Godfried met
de baard, hertog van Neder-Lotharingen, ook ghenaamd hertog van Lothrijk en van
Brabant.
Hertog Godfried I (met de
baard)
1095 graaf van Leuven
1096 markgraafschap Antwerpen
1106 hertog van Neder Lotharingen (zelf voorkeur hertog van Brab ant)
regeerde tot 1136 en stierf in 1139
In 1148 was het kasteel in leen gehouden door de heren van Crainhem en het was
Daniël, zoon van Gilles van Crainhem, die het eerst bij zijn naam deze van
Boechout voegde.
De geleerde archivaris van de stad Brussel, wijlen Alphonse Wauters, in zijn
werk Geschiedenis van Meysse en van het kasteel van Boechout schrijft het
volgende : Terwijl een groot gedeelte van het uitgebreid grondgebied van Meysse
onder de heerschappij van de Berthouts stond, vormde de burcht van Boechout een
soort voorpost en hoorde toe aan de hertogen van Brabant.
Ongetwijfeld werd hij door dezen afgestaan aan de heren van Crainhem, op
voorwaarde een versterking aan toe te brengen, vanwaar voortdurend de meest
gevreesde burcht, deze der Berthouts, zou bewaakt worden.
In deze regels vinden wij de reden waarom het wapenschild van Meysse, hetzelfde
gebleven is als dit van Grimbergen, t is te zeggen van de Berthouts,
aartsvijanden van de hertogen van Brabant en van hun vazallen de heren van
Crainhem, die in 1148 de versterking Boechout bezetten.
In een studie gewijd aan het vaandel en nieuw wapenschild van de gemeente
Meise, opgevat door Edwin Ganz, is het wit blazoen met rood kruis van de heren
van Boechout, geplaatst in het midden van de kleuren der Berthouts.
Ditzelfde wit blazoen met rood kruis, werd reeds gevoerd door Daniëm I, in de
slag van Woeringen aan de Rijn, op 5 juni 1288.
Volgens A. Wauters, was het aan de tussenkomst van Daniël I van Boechout
te denken, dat in deze veldslag, de Brabanders aangevoerd door hun hertog Jan
I, aan de winnende hand bleven.
In 1356 weigerde Daniël IV de eed van getrouwheid af te leggen door Lodewijk
van Male, graaf van Vlaanderen, die zich na de slag van Scheut meester maakte
van Brussel. Hij vertrok op 24 oktober
1356 naar de Elzas met zijn leenheer Wencelijn, terwijl Everard t Serclaes de
Vlamingen uit Brussel verjoeg.
Het wapenschild van Boechout, wit met roodkruis, werd na de dood van Robrecht
van Boechout in 1541, door de achtereenvolgende eigenaars en ook door de
koninklijke familie ere gehouden. (1)
Ten tijde van graaf Amedée de Beauffort, die in mei 1830 juffrouw Elisabeth de
Baisy van Boechout huwde werden, onder toezicht van de bouwkundige Suys,
herstellingswerken uitgevoerd aan het kasteel, waardoor dit van uitzicht
veranderde. Boven de hoofdingang liet
hij het blazoen van de heren van Boechout, tussen de wapenschilden van de
Markies de Beauffort en van de familie Roose de Baisy, barons van Boechout en
van St.-Pieters Leeuw, in de steen beitelen.
De meubels en de zolderingen van de ruime zalen van het kasteel zijn
versierd met deze drie schilden.
De oude gravuren en schilderingen uitgevoerd rond 1830, vertonen boven op het
belfort van het kasteel, de wapperende witte vlag met rood kruis, deze van
St.-Joris, beschermer van de burcht.
Ditzelfde vaandel, zorgvuldig bewaard, werd nog steeds gehesen bij bijzondere
gebeurtenissen.
Het ware te wensen, dat de samenstelling van het vaandel van Meise, zoals
opgevat door Edwin Ganz, met de kleine wijziging in het midden als herinnering
aan het roemrijke verleden van de heren van Boechout, trouwe vazallen van de
hertogen van Brabant en van de prinsen die hun opvolgden, als motief mocht
dienen voor het nieuwe wapenschild van de gemeente Meise.
In 1879 werd Boechout eigendom van Leopold II en ingericht tot verblijf van H.
M. Keizerin Charlotte van Mexico, en in 1881 werd het aanpalende kasteel,
eigendom van baron dHoogvorst, ingelijfd bij Boechout.
Mocht het witte vaandel met rood kruis van St.-Joris, ten allen tijde het domein
van Boechout beschermen.
Meise, 5 juni 1934 Edwin
Ganz, kunstschilder, ridder in de Leopoldsorde.
(1) Daniël VI
sneuvelde in de slag van Montéry bij Parijs op 16 juli 1465, tijdens de
oorlogen van Karel de Stoute, hertog van Boergondië.
Gedurende de laatste maanden van 1582 kreeg Boechout een miliotaire
bezetting. De versterking werd veroverd
door de hertog van Parma (A. Wauters)
|