41 V.V.V. Gedenksteen
Op het kerkhof van Meise werd op initiatief van
wijlen Frans Van Beneden, oud - voorzitter van de Oud - Strijders Meise,
de Verbroedering Vaderlandse Verenigingen (V.V.V.) Meise
en de Handelaars van Meise een gedenksteen geplaatst, als
herkenningspunt voor het ereperk van de Oud - Strijders. Er werd door All
- Glass Grimbergen een gegraveerde glazen plaat op geplaatst met volgende tekst
:
"Meise eert zijn helden, soldaten en al wie leed onder een oorlog."
Deze tekst is van wijlen dr. Jan Van den Eynde in een publicatie over de
oorlog. Hij werd binnen de V.V.V. aangepast en later op vraag van de
overledene ingekort. De plaatsing is een daad van eerbetoon tussen
twee vrienden.
De verbroedering van de vaderlandslievende verenigingen van Meise verliep niet van een leien dakje. Een eerste poging werd ondernomen in de schoot van de Koninklijke Maatschappij van Gewezen soldaten van het Belgisch Leger uit 1903. Aangezien alle oud-strijders soldaat waren, was het aangewezen dat deze vereniging het bindmiddel of de rode draad uitmaakte. Toon Mollemans, Jean Lombaerts en Jef De Cuyper zaten er hun schouders onder. Later kwam er een tweede poging onder burgemeester Armand Vanvuchelen. Mevrouw Van Assche - De Prins werd voorzitter. Zij had het voorzitterschap van de Oud-Strijders Imde geërfd van haar overleden echtgenoot. De derde poging kreeg meer succes. de initiatiefnemer was eresenator Simon Février. Die had heel wat geld veil voor de verbroedering. Hij riep ze allen samen voor een etentje in Den Boomgaard. Hij wou een deel van zijn erfenis besteden aan de V.V.V., maar door onderling gebakklei kwam daar niets van. Hij vergoedde wel de vaandeldragers, die 5 Euro kregen bij hun aanwezigheid met de verenigingsvlag op de drie vieringen : 5 mei Wapenstilstand (Meise), 26 augustus (slag van Imde) en 11 november () en het Te Deum op 21 juli. Het eerste wapenfeit van de V.V.V. was het uitschakelen van de N.S.B. in Meise. Ik belastte mij met het op orde zetten van de vereniging conform de statuten. Dat kostte enig kunst en vliegwerk, om de juiste personen op de juiste plaats te krijgen. Want er zijn zoveel varianten in vaderlandslievende verenigingen, dat het moeilijk is om die op orde te krijgen. Uitmaken wie een echte oud-strijders is bleek bijna onmogelijk. Dat is zo als ze over een paspoort van nationale erkentelijkheid beschikken. Ik begon die in te zamelen, maar dat bleek haast onmogelijk. Daaruit vloeide een lijst voort van wie in onze gemeente wou uitgenodigd worden op de drie vieringen en het Te Deum. Maar eens de lijst, met medewerking van de verenigingen klaar, werd ze bij de eerstvolgende uitnodiging genegeerd. De V.V.V. ging ten onder aan onderlinge ruzies. Dat leidde mij, als niet oud-strijder, maar wel gewezen soldaat, tot de uitspraak : zij zijn vergeten dat de oorlog al zolang voorbij is!
|