In "Meise" van Jan Van den Eynde lezen we :
België is vrij laat een onafhankelijk land geworden,
werd dikwijls onder de voet gelopen door vreemde legers en daarbij was het
meermaals het slagveld van Europese oorlogen.
Ik zal me beperken tot enkele feiten, waarbij onze gemeente speciaal betrokken
was.
einde 1582 werd Meise bezet door de Spaanse troepen onder het bevel van
Alexander Farnese, prins van Parma. Deze
bezetting greep plaats tijdens de belegering van het kasteel van Boechout. De Spaanse soldaten genoten geen goede faam
bij onze bevolking en in de volksnaam hadden ze de naam van Spanjolen en in dit
woord zat veel misprijzen.
In 1664 werd de dorpskom uitgebrand door de Franse soldaten van Lodewijk XIV en
eveneens in 1695 fel geteisterd tijdens de bombardering van Brussel.
In 1815 gedurende de oorlog tegen Napoleon waren de Bruswijkers in Meise
gelegerd.
20 augustus 1914 de zware beproeving Meise wordt bezet door de Duitse IIIde
Res. Legerkorps dat deelnam aan de belegering van Antwerpen. Deze bezetting heeft weken lang geduurd. Na het neerschieten aan het kruispunt Boechtstraat
St.-Maartensweg (nu Strombeek
Beverselaan St.-Martinus Tronkstraat) , plaats genaamd trunk, van de
prins van Schoeneich Carolath, kolonel van de Uhlanen, werd Meise bedreigd met
zware straffen o.a. het nemen van gijzelaars en het neerbranden van huizen.
De oorzaak van de verbolgenheid van de Duitse overheid lag in het feit dat de
Duitse soldaten verklaarden : de civielen hebben geschoten. Bij een onderzoek, ingesteld door de
militaire overheid, kon worden bewezen dat het regiment jagers te paard, een
Duitse Rode-Kruiswagen hadden doen stoppen en bevel gegeven onmiddellijk
rechtsomkeer te maken in de richting van Brussel.
In deze streek kwam het meermaals tot een treffen tussen de soldaten van beide
legers en daarom werd er in de zusterschool een lazaret ingericht om Duitse
soldaten te verplegen.
Ik heb er met een gewonde Elzasser gesproken voor wie Frankrijk nog steeds het
vaderland was gebleven.
De aanval op Antwerpen was een zware brok voor het Duitse leger. De operatie verliep niet zo vlug als
voorzien. Het was een stellingoorlog,
gevoerd met kanonnen en machinegeweren, als observatieposten kerktoren en
kabelballons. De aanvoer van munitie en voedingswaren
geschiedde met veldwagens en paarden en de soldaten moesten afstanden te voet
afleggen. Het was werkelijk nog een
leger van voetvolk.
Tijdens de aanval op Antwerpen waren de reservetroepen ingekwartierd in de
huizen van de gemeente en zelfs in het kerkgebouw. Loopgrachten werden gegraven in de landerijen
van de gehuchten, vooral te Limbos.
De rechtervleugel van het Duitse leger werd door de forten van Antwerpen lange
tijd opgehouden, waardoor Duitsland de slag aan de Marne heeft verloren en de
kansen op de eindoverwinning verspeelde.
Onder de beschuldiging van lid te zijn van de Burgerwacht werden talrijke
mannen uit Eversem aangehouden en in onmenselijke omstandigheden naar Duitsland
vervoerd.
Tijdens de vierjarige bezetting hebben de Duitsers hier jongelingen opgeëist om
naar Duitsland, waar gebrek aan arbeiders was, te gaan werken. Hierdoor
kwamen de Duitsers vrij om op het front te gaan strijden. Ingevolge deze opeisingen ontstond paniek bij
de bevolking en vele mannen vertrokken uit Meise om in Brussel te gaan
onderduiken.
De vrouwen die alleen thuis bleven, waren zo bevreesd dat ze in hun eigen huis
niet durfden overnachten en bij valavond trokken ze met hun kinderen naar de
hoeve van Boechout tot s anderendaags in de morgen.
Daar waren ze buiten gevaar want het domein van Boechout werd als Oostenrijks
gebied beschouwd. Een bericht
aangebracht op het toegangshekken van het domein luidde ongeveer als volgt :
Dit kasteel behoort toe aan de Belgische kroon en dient tot residentie van
H.M. keizerin Charlotte van Mexico, schoonzuster van onze geëerde bondgenoot
de keizer van Oostenrijk Frans
Jozef. Wij bevelen aan de Duitse
soldaten dit verblijf te eerbiedigen en elke verstoring te vermijden.
Onder de oorlog werden door de bezettende macht huiszoekingen verricht om koper
en wol in bezit te nemen. Het was nodig
de matrassen weg te stoppen en op strozakken te slapen.
Evenals de klokken van de kerktorens grondstof voor munitie werden ook de
notelaren naar Duitsland verstuurd. Het
schijnt dat notelarenhout goed geschikt is voor het maken van geweerkolven.
Onze landbouwers waren verplicht hun paarden te monsteren op de markt te
Wolvertem en de Duitsers hebben er een contingent opgeëist. De bezette landen werden beschouwd als
veroverde gebieden.
Tijdens de oorlog 1914-18 zijn inwoners uit de gevechtszone Menen-Halluin
ondergebracht bij de bevolking van Meise, die deze beproefde mensen met een
goed hart heeft ontvangen en met genegenheid heeft bejegend. De winter van 1916-1917 was bitter koud en de
kolen waren uiterst schaars en duur. De
mensen hakten hout om vuur te maken. De
ravitaillering van de bevolking geschiedde door inlandse producten die
landbouwers verplicht waren in te leveren en bij middel van geïmporteerde
voedingswaren. De bedeling was toevertrouwd
aan het Nationaal Voedingscomité dat onder toezicht stond van landen die niet
bij de oorlog betrokken waren vooral de vertegenwoordiging van Spanje was actief. Voor de kinderen werd gezorgd door het
Nationaal Werk voor Kinderwelzijn. Deze oorlog heeft vier lange jaren geduurd;
vier droevige jaren met veel ellende, met als nasleep de verspreiding van de
besmettelijke en gevaarlijke Spaanse griep, waaraan vele mensen zijn gestorven.
In die lag durende oorlogsmaanden dachten we veel aan onze oud-strijders.
We begroetten de moedige jongens die we hebben zien terug keren. Sindsdien is hun aantal reeds fel
geslonken. Wij houden in ere de
nagedachtenis van de oud-strijders die gesneuveld zijn en ook van hen die
sindsdien overleden zijn.
Tillier Jules, gesneuveld te Passendaele den 10
oktober 1918
Baudewijns Petrus, gesneuveld te Rumbeke den 15 oktober 1918
Olbrechts Frans, gestorven te Baerle den 8 oktober 1918
Roelants Jan Baptiste, gestorven te Keulen (Duitsland) den 6 januari 1919
Thielemans Adolf Guillaume, gesneuveld bij den Ijzer den 23 april 1915
Van Buggenhout Frans Isidoor, gesneuveld te Rumbeke den 14 oktober 1918
Van den houwe Lodewijk, gestorven te Gütrow (Duitsland) den 6 januari 1919
Van der Zypen Jean Emiel, gestorven te Wolvertem den 7 februari 1919
Van Eeckhout Hendrik Joseph, gesneuveld te Adinkerke den 3 oktober 1918
Van Praet Prosper, gesneuveld bij den Ijzer den 24 oktober 1914
Arias Joseph, burger, neergeschoten door de Duitsers den 20 augustus 1914
|