In de oude parochiezaal in een zijwegje van de Limbosweg stond in de jaren 40
in het oude Meise de parochiezaal. Binnen bestond de sfeerverlichting tegen de
muren uit lampekapjes met het logo van de sociale verenigingen. Uit naijver betitelden de andere gezindheden
dat later met de term verzuiling. Het
gaat hier om de Kristelijke zuil of beter de A.C.W. -zuil van de vakbond. We hadden het A.C.W., het A.C.V., de B.B., de
K.W.B. ,de B.J.B., de K.A.J. Later werd
daar de K.AV. als tegenhanger voor de Boerinnenbond (nu K.V.L.V.) aan toegevoegd. Ook de K.B.G. vond in dit kader zijn
oorsprong. In de concretisering van de
pauselijke encycliek Rerum Novarum werden deze verenigingen opgericht, meestal
door parochiepriesters.
Wij hadden ook nog het Davidsfonds, dat de Cultuur monopoliseerde in de
parochies.
Toen de Cultuurraad van de Nederlandstalige Cultuurgemeenschap het levenslicht
zag in de jaren 70 en subsidiëring mogelijk werd, kregen wij een reeks
verenigingen. Zij veranderden een
deelorganisatie vaak van naam om de vleespotten van de subsidiëring maximaal te
kunnen benutten.
Recenter veranderden vele van naam. De
reden was modernisering en aanpassing aan de evolutie van de samenleving.
|