Donderdag 20 januari 2011xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Na twee boeiende maanden zou dit mijn laatste dag stage in het Mulago ziekenhuis worden, maar in gedachten was ik al bij mijn familie... Na een tussenstop in Kigali, landden ze rond half elf in Entebbe, waar Moussa en Aimable, onze gids en chauffeur voor de komende week, hen opwachtten. Terwijl zij richting hotel Le Bougainviller te Kampala reden, was ik nog volop mijn valies aan het klaarstomen.
Vrijdag 21 januari 2011
Vandaag was het dan zover: het begin van onze safari! En die begon vroeger dan verwacht, want om twee uur zouden we al naar Entebbe vertrekken... Geen rondleiding op Makerere campus en in Edge House, en geen heerlijke lunch in The Lawns. Geen erg, ik met mijn bagage richting het taxiparkje, en aangezien de campus op een heuveltje ligt, was dat toch een opgave! Gelukkig kwam een vriendelijke taxichauffeur me tegemoet en bracht me via vele omwegen en dus met vertraging ze kennen hier echt geen straatnamen naar het hotel. Na een vlugge begroeting van mijn familieleden, een lichte lunch en een vluchtige kennismaking met Moussa en Aimable, kon de safari dan echt beginnen!
Het eerste beest dat we ontmoetten? De Marabou stork! Langs Lake Victoria, het op één na grootste zoetwatermeer ter wereld dat bekend is voor zijn baars en tilapia. We reden verder richting hotel The Boma, waar we nog even uitrustten aan het zwembad, voor we na een geslaagd diner, tussen de lakens kropen. En daar werd ik verwelkomd door een spin ja, zelfs na twee maanden Uganda kijk ik eerst nog even in mijn bed voor ik erin kruip waardoor ik dus niet zo vast geslapen heb
Zaterdag 22 januari 2011
Vroeg uit de veren voor een lange rit via Mubende en Fort Portal naar Kibale. Van zodra we de vervuilde stad achter ons lieten, maakten we kennis met de prachtige natuur van Uganda. Eindeloos groen, met tussenin kleine dorpjes van op elkaar gepakte houten hutjes waar ze niet alleen wonen, maar ook werken. Meestal is er geen elektriciteit, en voor drinkbaar water moeten ze vaak een eindje wandelen. En toch blijven ze opgewekt; we kwamen geen enkel dorpje tegen waar de kinderen niet spontaan begonnen te zwaaien! Tussenin was er voldoende tijd om mijn ervaringen in het ziekenhuis uit de doeken te doen en enkele culturele weetjes toe te lichten.
Tijdens onze stop in Mubende werd ons het bush toilet geïntroduceerd en aten we verse bananen. Onze volgende halte, Fort Portal, is vernoemd naar het door Sir Gerald Portal, een Britse commissaris, in 1891-1893 gebouwde fort, waarvan de ruïnes heden ten dage op het terrein van de plaatselijke golfbaan liggen. Na onze lunch in dat stadje, zonder de lokale hoogstandjes die zus zo graag wilde proeven, reisden we door naar Kibale. Nog voor we het Kibale Forest National Park binnen reden, kwamen we onze eerste zoogdieren tegen, de baboons. In het park zagen we verder grandpa monkeys en vele kleurrijke vogels, voor we onze bestemming bereikten, Primate Lodge. Toen we daar toekwamen, besloten we een wandeling te maken naar de boomhut, die uitkeek op een vlakte waar de dieren normaal komen grazen. Wij moesten tevreden zijn met de pootafdruk van een olifant, uiteraard. Na een heerlijk avondmaal na al die tijd matoke en rijst, zou een mens al eens durven vergeten dat eten wel heerlijk kan zijn en een spelletje kaarten, werden we met de zaklamp naar onze slaapplaats geleid, een tent. Leuk idee, alleen koelt het hier s nachts meer af dan verwacht
Zondag 23 januari 2011
Het Kibale Forest National Park is één van de mooiste en aantrekkelijkste regenwouden in Uganda: een mooi en mistig bos, dat de thuisbasis vormt voor het grootste aantal van onze dichtste levende verwant, de bedreigde chimpansee. De zoektocht naar ten minste één van de 600 chimpansees in dat bos, stond in de voormiddag op ons programma. Samen met een ranger en een Amerikaans koppel volgden we het luid gekrijs en dat dat echt luid was, kan papa onmogelijk ontkennen, om na anderhalf uurtje deze geweldige apen in hun natuurlijke omgeving te bewonderen. Ze zijn ongelooflijk actief, zelfs bijna interactief, en de kleintjes krijgen maar niet genoeg van hun spelletjes. Wat een unieke ervaring! Aston, onze ranger, was erbij toen ze voor het eerst op zoek gingen naar de chimpansees en zijn 20 jaar ervaring was niet alleen een hulp bij het vinden van die apen, maar liet ook toe dat hij ons wat bijbracht over de fauna en flora van het Kibale Forest. Zo maakten we kennis met het geschreeuw van de grey cheeked mangabey, en zagen we een red tailed monkey en enkele vervet monkeys. Verder konden we genieten van het gezang van enkele vogels come and see en let it rain, floten ze volgens Aston en zagen we verschillende soorten bomen en planten waarvan ik de namen uiteraard niet onthouden heb. De Amerikaan had de eer en het genoegen een andere diersoort van dichtbij te ervaren: grote mieren.
Na een te uitgebreide lunch in Primate Lodge alweer ei hoor ik mijn lieve zus denken trokken we richting Mweya. Onderweg passeerden we Kasese en het evenaarspunt, en hadden we een prachtig zicht op het Rwenzori gebergte. Mweya Safari Lodge ligt te midden van het Queen Elizabeth National Park; voor we van een fantastisch avondmaal genoten zelfs de matoke die zus naar binnen speelde, was verwesterd en een zalige nacht tegemoet gingen, konden we dus eerst nog enkele dieren spotten. Vele buffalos aan een bijna opgedroogd zoutwatermeer, honderden Uganda kobs, een groep olifanten, baboons, vervet monkeys, warthogs en mongooses. De twee laatsten liepen zelfs gewoon aan ons terras en in onze voortuin
Maandag 24 januari 2011
Na twee kleine cakejes, veel te vroeg vertrokken voor een wildobservatie! Maar als je zoveel mogelijk dieren wilt treffen, moet je observeren als zij gaan grazen en drinken... Het Queen Elizabeth National Park telt een grote variatie aan habitats; met bijna 100 soorten zoogdieren mag de dierenrijkdom royaal genoemd worden. De wildconcentraties herstellen zich al behoorlijk van de oorlog van de jaren tachtig en de kans om leeuwen en luipaarden te kunnen bewonderen, is dus reëel. Onze zoektocht langs het Kazinga kanaal en verder rondom Lake George, was tevergeefs. Vele dieren, maar geen leeuwen noch luipaarden. We keerden terug langs een vissersdorpje, waar ook zout gewonnen wordt. Na een welverdiend ontbijt eindelijk, genoten we even aan het zwembad, voor we met ons boottochtje op het kanaal startten. Het Kazinga kanaal is 32 km lang en heeft naar verluidt de hoogste concentratie nijlpaarden ter wereld. We hebben ze niet geteld, maar dat het er ongelooflijk veel waren, kunnen we bevestigen. Geen krokodillen, wel een Nile lizard. En verschillende van de 606 kleurrijke vogelsoorten die het park rijk is. Michael, onze enthousiaste gids, kon bij elke vogel een uitgebreide uitleg geven en dat maakte dit tochtje veel boeiender dan datgene dat ik in het Murchison Falls National Park meemaakte al kan het aangename weertje daar ook voor iets tussen zitten...
Een nieuwe poging om leeuwen of luipaarden te spotten, leverde niets op
Dinsdag 25 januari 2011
Na alweer een zalige douche de straal moest maar zo goed niet zijn reden we naar het meest zuidelijke punt van het Queen Elizabeth National Park, Ishasha, dat vooral bekend is voor zijn boomleeuwen. Die we uiteraard niet te zien kregen! De dag ervoor had de ranger ze nog gespot en hij had ze dieper het park zien intrekken
Begint het bij jullie ook door te dringen? Ik ga drie maanden in Afrika geleefd hebben, zonder in de nabijheid van een leeuw gekomen te zijn! Maar dat deel van het park was gelukkig wel zéér mooi: eindeloos uitgestrekte vlakten met duizenden Uganda kobs, die je het gevoel gaven mijlenver van de bewoonde wereld te vertoeven. Voor mij persoonlijk, het mooiste plekje in Uganda
Na Evelyns kennismaking met een padlock je had haar gezicht moeten zien en een picknick lunch aan de oever van de Ishasha rivier, reisden we naar de houten hutten van de Buhoma Lodge, in het Bwindi Impenetrable Forest National Park.
Woensdag 26 januari 2011
Na een stevig ontbijt zouden we, samen met een Duits koppel, in dat ondoordringbare park aan onze gorillatrektocht beginnen. Eerst kregen we uitleg over hoe we ons in de nabijheid van gorillas horen te gedragen, en werd ons op het hart gedrukt dat een slechte conditie geen gegronde reden is om je geld terug te eisen. Van motivatie gesproken! Maar voor we deze beproeving moesten ondergaan, reden we eerst nog een uurtje op een hobbelige baan, om dichter in de buurt te komen van de Habinyanja group, de familie die wij gingen opsporen. En dan was het zover! Gewapend met twee gorilla-wandelstokken voor de oudjes en twee dragers voor onze rugzakken, begonnen we eraan. Op een rustig tempo stapten we de eerste heuvel op, vlotjes. De afdaling verliep minder vlot; ongelooflijk steil! Eén van onze dragers bekommerde zich om mama, een andere gaf zus en mij ook een houten steunstok en reikte ons de hand telkens we dreigden weg te glijden al had hij wel een voorkeur voor wie hij eerst wilde redden. En papa? Die moest zijn plan maar trekken
Na een kleine twee uurtjes stijgen en dalen, ontmoetten we de ranger die de gorillas getraceerd had. We trokken het regenwoud in de naam ondoordringbaar is terecht en zagen 18 van de 20 gorillas die de Habinyanja group rijk is! Waaronder de silverback, die helemaal niet onder de indruk was van onze aanwezigheid en rustig verder at, en verschillende kleintjes, die elkaar aan het plagen waren. Het gevoel dat je overmant wanneer je deze indrukwekkende dieren vanop enkele meters kan bewonderen, valt niet te beschrijven! De terugtocht echter was op zijn minst uitputtend te noemen
Een uurtje in een blakende zon, puffen geblazen! Maar het was het waard
Na een verkwikkende douche, bezochten we het Bwindi Orphanage, waar zingende en dansende kinderen ons tegemoet kwamen. We deelden mutsjes en potloden uit, en zus kocht een cd met lokale muziek. Benieuwd of ze die thuis veel zal afspelen
Donderdag 27 januari 2011
Als je op een week tijd wat van het land wil gezien hebben, moet je kilometers afleggen
We stonden vroeg op voor een lange rit door de Kigezi bergen naar Lake Mburo National Park, via Mbarara. Onderweg aten we onze picknick op; enkele kinderen konden het niet laten om geld te smeken ze denken echt dat alle blanken geld hebben.
Dit prachtig gelegen savannepark biedt voor ieder wat wils: heuvels, open vlakten, meren, moerassen, acaciabossen en graslanden. Het centraal gelegen Lake Mburo maakt samen met nog vier andere meren, een moeras van 50 kilometer en de rivier Ruizi deel uit van het uitgestrekte draslandsysteem binnen de grenzen van het park. Ondanks zijn relatief kleine oppervlakte leven er in de rijk geschakeerde habitats maar liefst 68 soorten zoogdieren: luipaarden die we niet te zien kregen, zebras, impalas, topis, oribis, grazende koeien ja, de landbouwer heeft vrije toegang tot het park
Bij aankomst maakten we een boottochtje op dat centrale meer om vele van de ongeveer 310 vogelsoorten te bewonderen. Dat was althans de bedoeling; de enthousiaste gids dacht daar klaarblijkelijk anders over. Wel zagen we kleine Nijl-krokodillen.
Omdat het de laatste avond was, besloten we Moussa en Aimable uit te nodigen voor het diner. Nadat we de bushbabies aanschouwd hadden, maakten we er een heel gezellige avond van. Ze gaven ons een gorillabeeldje als aandenken... We overnachtten in Mihingo Lodge, luxe-tenten te midden van de savanne. Heerlijk!
Vrijdag 28 januari 2011
Nog een laatste keer vroeg uit de veren, voor een begeleide natuurwandeling bij zonsopgang. Het is fantastisch om tussen de zebras te wandelen en die dan plots allen te horen wegrennen
Ook op onze laatste dag zijn we geen roofdieren tegengekomen; wel zagen we de afdruk van een hyena.
Nadat we nog even aan het zwembad vertoefd hadden, vertrokken we voor een allerlaatste keer. Richting luchthaven. We moesten echter een lange tussenstop maken om de olie te vervangen, waardoor we in Entebbe veel te vluchtig afscheid moesten nemen
Maar wat was dit een ongelooflijke week geweest! Super!!!
|