De weekends in Kayunga zijn aan de rustige kant... Nadat ik door de geur van brandende houtskool gewekt wordt, eet ik een lekkere chapatti met banaan en siroop. Erna begin ik aan mijn huishoudelijke taken: water halen en de was. Fun dus!
Tijdens mijn derde week in het ziekenhuis, stond ik op de 'outpatient department'; een afdeling die zich situeert ergens tussen de huisartsgeneeskunde en de spoedafdeling. Patiënten melden zich aan, worden door een 'clinician' gezien en gaan hun nodige medicatie afhalen, als ze niet opgenomen worden. Wat ik nu van die 'clinicians' vind? Een handige oplossing voor het tekort aan artsen hier, maar nogal eentonig en oppervlakkig. Het lijkt alsof ze tijdens hun opleiding het ene na het andere ziektebeeld met behandeling vanbuiten geleerd hebben, zonder verder na te moeten denken. Daar waar de geneeskunde juist interessant wordt, stoppen zij. Pas op, ze leveren een verdienstelijke job, maar het zou niets voor mij zijn. Al heb ik daar een leuke tijd gehad; de Engelstalige patiënten mocht ik volledig autonoom ondervragen, onderzoeken en behandelen. En wanneer ze geen Engels spraken, was er altijd wel iemand bereid om te tolken. Ik heb dus weer veel bijgeleerd!
En dan was het zover, de langverwachte verkiezingen... Een publieke feestdag! Ja, ze maken er gewoon een feestdag van, enkele dagen op voorhand. Afrika... De hele wereld keek met argusogen toe, maar er gebeurde niets. De huidige president won zoals verwacht met een ferme voorsprong, 67% van de stemmen, terwijl zijn achtervolger slechts 28% haalde. Ik stel mij toch de vraag, als dit een eerlijke uitslag is, waarom de mensen blijven stemmen op iemand die al 25 jaar aan de macht is?
Mijn laatste dagen in Kayunga bracht ik door op de antenatale eenheid. Op maandag 'family planning', waar de vrouwen hun anticonceptie mogen kiezen na twee uur uitleg gekregen te hebben. Het implanteerbaar staafje en depot-injecties zijn hier de populairste methoden; het staafje wordt vaak gekozen door vrouwen van wie de man niet mag weten dat ze aan enige vorm van anticonceptie doet. Nog voor veel Afrikaanse mannen is de enige rol van de vrouw het ter wereld brengen van zoveel mogelijk kinderen... Op dinsdag konden zwangere vrouwen zich aanmelden; daar kon ik na het nodige geregistreer - in een taal tussen Engels en Luganda - aan de klinische onderzoeken beginnen. Terug vaardigheden geoefend, dus! En op woensdag zouden we normaal kinderen vaccineren. Het tweede deel van de verkiezingen, voor de burgemeesters van de districten, gooide echter roet in het eten. Terug een publieke feestdag, dus iedereen werd naar huis gestuurd! Dit blijft Afrika...
Goed nieuws voor mij... Ik kon een dagje eerder terug naar Kampala, de bewoonde wereld. Mensen, veel mensen, om een gesprek mee te voeren - want zij die mij goed kennen, weten hoe moeilijk ik zwijgen kan. Met stromend water en elektriciteit! Wat moet een mens nog meer hebben? Neen, ik heb een fijne tijd gehad in Kayunga. Als je Afrika echt wilt beleeft hebben, moet je in een ruraal ziekenhuis gestaan hebben. Iedereen kent iedereen; zelf ik werd door mensen van andere afdelingen bij naam begroet. Daarenboven is de dankbaarheid van de patiënen enorm groot. Een heuse ervaring dus! Maar na een maand elke avond alleen rijst, pasta of ei gegeten te hebben, vond ik het toch welletjes... Op naar Kampala!
Ondertussen heb ik de drukte van Kampala ingewisseld voor de sereniteit van Kayunga. Dat klinkt veelbelovend, maar laat me toe even te schetsen hoe het er hier "in the village" aan toe gaat...
Laten we beginnen met mijn verblijfplaats voor de komende maand, een huisje. Na het betalen van mijn lage huurprijs, vermoedde ik al dat dat huisje zich niet in een al te goede staat zou bevinden... Om te beginnen was het er vuil, zéér vuil. Zij die me goed kennen, weten al wat volgt... Ik heb me inderdaad niet kunnen inhouden een geïmproviseerde borstel en vod ter hand te nemen! En dat bij valavond, zonder verlichting. Er is elektriciteit hoor, alleen is het niet te voorspellen wanneer. Je weet nooit op voorhand of je de avond bij kaarslicht zal doorbrengen, bijvoorbeeld. En het blijft een spannende onderneming om hier te koken. Er is dus inderdaad een kookplaatje, een koelkast heb ik niet. En water? Als ik geluk heb, in de ochtend... Tijdens mijn twee weken hier, heeft het toilet zich al welgeteld drie keer spontaan gevuld. Maar ik heb een 'padlock' als alternatief, voor mij alleen. En daar maak ik gretig gebruik van, aangezien het oppompen van water en het dragen van twee bidons van 20L geen karwei is dat ik alle dagen wil herhalen. Zelfs niet met alle aanmoedigingen die ik als blanke van omstaanders krijg! Geloof me, een mens verbruikt wat! Zeker wanneer ook de was met de hand gedaan wordt - je moet eens proberen lakens met de hand te wassen, een heus karwei! Maar ik mag niet klagen, er is reeds vooruitgang. Ik moet maar twee keer pauzeren om op adem te komen, voor ik mijn voordeur bereik. Eén ding is zeker, ik zal fit en afgetraind terug naar België keren... Mijn huisje wordt omgeven door een bananenplantage en in mijn voortuin staat een eenzame mangoboom. Daar lopen verder twee geiten en verschillende kippen. Af en toe springt er ook een eekhoorntje het pad over en soms tref ik een 'Marabou stork' die takjes aan het verzamelen is voor zijn nest - ja, ook hier zijn die vreselijke vogels te vinden. Mijn huisdieren? Salamanders en ... muizen!
'Kayunga town' - ik vraag me nog steeds af waar die 'town' dan wel mag zijn- is ongeveer vijf straten groot, en heeft welgeteld twee mini-supermarktjes en een markt. Wat kan je daar vinden? Water, fruit- en vruchtensap, melk, frisdrank, honderden soorten koeken, brood, eieren, tomaten, kool, wortelen, groene paprika, aubergines, uitjes, bananen, ananas, watermeloen, mango's, passievruchten, en chapatti. Mijn diners de afgelopen dagen? Pasta of ei, op verschillende wijzen, maar steeds met veel groentjes. Ik zal dus ook gezond terug naar België komen! Er is hier deftig lokaal restaurantje, dat ik ook al enkele keren een bezoekje bracht. Als de elektriciteit het liet afweten... Maar de inwoners van Kayunga zijn oprecht vriendelijk; ik kan niet buitenkomen zonder dat er naar me gezwaaid wordt, of ik vanuit de verte begroet wordt. Zelfs als ik naar het ziekenhuis wandel, is dat meestal hand in hand met een drietal kindjes...
'Kayunga Referral Hospital', dat het grootste ziekenhuis is van het gelijknamige district, zou een tweedelijns ziekenhuis moeten voorstellen... Dit wil zeggen dat als ze je hier niet kunnen helpen, de enige mogelijkheid is door te sturen naar 'Mulago National Referral Hospital', waar ik de afgelopen twee maanden stage liep. Dat doet vermoeden dat ze hier veel hebben en kunnen; de waarheid is anders. Naast de vier opname-afdelingen met in het totaal ongeveer 150 bedden - één afdeling voor kinderen, voor vrouwen, voor bevallingen, en voor mannen - telt het ziekenhuis een 'minor theatre', een 'main theatre', een 'outpatient department', een 'antenatal care centre' en een 'HIV-clinic'. En er zijn, ik durf het bijna niet zeggen, twee artsen! Twee artsen!! Er is eigenlijk een derde, maar die in op zwangerschapsverlof... Die vrouwen toch! En dan moet je weten dat de ene arts tevens hoofd van het ziekenhuis is - wat wil zeggen dat hij heel wat administratief werk heeft - en de andere vooral in het 'main theatre' te vinden is... De oplossing? Zogenaamde 'Clinical Officers' ofte 'clinicians', die voor drie jaar naar de 'medical school' gaan en dus eigenlijk een job uitoefenen die zich bevindt tussen die van verpleegkundige en arts. Ik ben er nog niet volledig uit wat ik over hun functie moet denken...
Mijn eerste weekje in dit ziekenhuis heb ik doorgebracht in het operatiekwartier; je kan toch niet in Afrika geweest zijn zonder de omstandigheden daar te aanschouwen? 's Ochtends ging ik steeds naar het 'minor theatre', om te assisteren met circumcisies. Ik hoor jullie gniffelen! De manier waarop ze ze hier uitvoeren, is iets minder elegant dan degene die ik gewoon ben. Na een lokale verdoving, schatten de 'clinicians' hoeveel voorhuid eraf moet, plaatsen hun klem zo ongeveer daar en halen dan een mesje tevoorschijn... Enkele steekjes, en klaar! Het resultaat? Treffelijk, maar niet super. De reden waarom het zo snel moet gaan? Enkele recente studies tonen aan dat besneden mannen de HIV-transmissie met 60% zouden doen dalen. Allen daarheen, dus... Daarna trok ik naar het 'main theatre', bij Dr. Sabiiti. Mijn rol was vooral van observerende aard, maar zo erg vond ik dat niet. Steriel werken kennen ze hier niet, en vaak werken ze met materiaal dat eigenlijk niet geschikt is. Eén keer heb ik een keizersnede mogen hechten, zonder naaldvoerder - met de hand dus - en met een naald die ongeveer 8 centimeter lang was! En, die zwarte verlittekende huid, dat is geen pretje om door te geraken, dat kan ik je verzekeren... Naast de keizersnedes, waren het vooral laparotomieën voor hysterectomie of extra-uteriene zwangerschap, herstel van hernia's, hydrocoeles, curettages, biopsies en abces-incisies die op de tafel verschenen.
Mijn tweede week bracht ik door in de 'HIV-clinic', de plaats om eindelijk eens wat meer te weten te komen over dat virus. De eerste dag werd ik rondgeleid en kreeg ik een heleboel uitleg. Gaande van diagnose-stelling, tot aanpak van AIDS en behandeling van complicaties.Zowel bij pasgeborenen, kinderen, als bij volwassenen. Echt interessant! De tweede dag al werd ik, nadat ik wat geholpen had met het uitzoeken van dossiers en het nemen van de gewichten en de armomtrekken - er zijn hier echt handen te kort, zoveel patiënten zijn er, ingeschakeld in de consultatieruimte. Onder verre supervisie van Justine, één van de 'clinicians', mocht ik de anamnese afnemen van de HIV-patiënten die Engels spraken en de verdere behandeling bepalen. Het lijkt een grote verantwoordelijkheid, en dat is het eigenlijk ook, maar zo leer je natuurlijk wel het meest! Wat me opgevallen is? Veel kinderen, ongelooflijk veel kinderen. Aan zwangere vrouwen wordt nochtans een gratis HIV-test aangeboden, maar ze steken liever hun kop in het zand... Om toch te eindigen met een positieve nood... Justine doopte me "Namuli', wat zoveel betekent als 'flowers'. Daar kon ik mee leven, tot ik te weten kwam dat die naam tot de 'Monkey-clan' behoort!
Na twee boeiende maanden zou dit mijn laatste dag stage in het Mulago ziekenhuis worden, maar in gedachten was ik al bij mijn familie... Na een tussenstop in Kigali, landden ze rond half elf in Entebbe, waar Moussa en Aimable, onze gids en chauffeur voor de komende week, hen opwachtten. Terwijl zij richting hotel Le Bougainviller te Kampala reden, was ik nog volop mijn valies aan het klaarstomen.
Vrijdag 21 januari 2011
Vandaag was het dan zover: het begin van onze safari! En die begon vroeger dan verwacht, want om twee uur zouden we al naar Entebbe vertrekken... Geen rondleiding op Makerere campus en in Edge House, en geen heerlijke lunch in The Lawns. Geen erg, ik met mijn bagage richting het taxiparkje, en aangezien de campus op een heuveltje ligt, was dat toch een opgave! Gelukkig kwam een vriendelijke taxichauffeur me tegemoet en bracht me via vele omwegen en dus met vertraging ze kennen hier echt geen straatnamen naar het hotel. Na een vlugge begroeting van mijn familieleden, een lichte lunch en een vluchtige kennismaking met Moussa en Aimable, kon de safari dan echt beginnen!
Het eerste beest dat we ontmoetten? De Marabou stork! Langs Lake Victoria, het op één na grootste zoetwatermeer ter wereld dat bekend is voor zijn baars en tilapia. We reden verder richting hotel The Boma, waar we nog even uitrustten aan het zwembad, voor we na een geslaagd diner, tussen de lakens kropen. En daar werd ik verwelkomd door een spin ja, zelfs na twee maanden Uganda kijk ik eerst nog even in mijn bed voor ik erin kruip waardoor ik dus niet zo vast geslapen heb
Zaterdag 22 januari 2011
Vroeg uit de veren voor een lange rit via Mubende en Fort Portal naar Kibale. Van zodra we de vervuilde stad achter ons lieten, maakten we kennis met de prachtige natuur van Uganda. Eindeloos groen, met tussenin kleine dorpjes van op elkaar gepakte houten hutjes waar ze niet alleen wonen, maar ook werken. Meestal is er geen elektriciteit, en voor drinkbaar water moeten ze vaak een eindje wandelen. En toch blijven ze opgewekt; we kwamen geen enkel dorpje tegen waar de kinderen niet spontaan begonnen te zwaaien! Tussenin was er voldoende tijd om mijn ervaringen in het ziekenhuis uit de doeken te doen en enkele culturele weetjes toe te lichten.
Tijdens onze stop in Mubende werd ons het bush toilet geïntroduceerd en aten we verse bananen. Onze volgende halte, Fort Portal, is vernoemd naar het door Sir Gerald Portal, een Britse commissaris, in 1891-1893 gebouwde fort, waarvan de ruïnes heden ten dage op het terrein van de plaatselijke golfbaan liggen. Na onze lunch in dat stadje, zonder de lokale hoogstandjes die zus zo graag wilde proeven, reisden we door naar Kibale. Nog voor we het Kibale Forest National Park binnen reden, kwamen we onze eerste zoogdieren tegen, de baboons. In het park zagen we verder grandpa monkeys en vele kleurrijke vogels, voor we onze bestemming bereikten, Primate Lodge. Toen we daar toekwamen, besloten we een wandeling te maken naar de boomhut, die uitkeek op een vlakte waar de dieren normaal komen grazen. Wij moesten tevreden zijn met de pootafdruk van een olifant, uiteraard. Na een heerlijk avondmaal na al die tijd matoke en rijst, zou een mens al eens durven vergeten dat eten wel heerlijk kan zijn en een spelletje kaarten, werden we met de zaklamp naar onze slaapplaats geleid, een tent. Leuk idee, alleen koelt het hier s nachts meer af dan verwacht
Zondag 23 januari 2011
Het Kibale Forest National Park is één van de mooiste en aantrekkelijkste regenwouden in Uganda: een mooi en mistig bos, dat de thuisbasis vormt voor het grootste aantal van onze dichtste levende verwant, de bedreigde chimpansee. De zoektocht naar ten minste één van de 600 chimpansees in dat bos, stond in de voormiddag op ons programma. Samen met een ranger en een Amerikaans koppel volgden we het luid gekrijs en dat dat echt luid was, kan papa onmogelijk ontkennen, om na anderhalf uurtje deze geweldige apen in hun natuurlijke omgeving te bewonderen. Ze zijn ongelooflijk actief, zelfs bijna interactief, en de kleintjes krijgen maar niet genoeg van hun spelletjes. Wat een unieke ervaring! Aston, onze ranger, was erbij toen ze voor het eerst op zoek gingen naar de chimpansees en zijn 20 jaar ervaring was niet alleen een hulp bij het vinden van die apen, maar liet ook toe dat hij ons wat bijbracht over de fauna en flora van het Kibale Forest. Zo maakten we kennis met het geschreeuw van de grey cheeked mangabey, en zagen we een red tailed monkey en enkele vervet monkeys. Verder konden we genieten van het gezang van enkele vogels come and see en let it rain, floten ze volgens Aston en zagen we verschillende soorten bomen en planten waarvan ik de namen uiteraard niet onthouden heb. De Amerikaan had de eer en het genoegen een andere diersoort van dichtbij te ervaren: grote mieren.
Na een te uitgebreide lunch in Primate Lodge alweer ei hoor ik mijn lieve zus denken trokken we richting Mweya. Onderweg passeerden we Kasese en het evenaarspunt, en hadden we een prachtig zicht op het Rwenzori gebergte. Mweya Safari Lodge ligt te midden van het Queen Elizabeth National Park; voor we van een fantastisch avondmaal genoten zelfs de matoke die zus naar binnen speelde, was verwesterd en een zalige nacht tegemoet gingen, konden we dus eerst nog enkele dieren spotten. Vele buffalos aan een bijna opgedroogd zoutwatermeer, honderden Uganda kobs, een groep olifanten, baboons, vervet monkeys, warthogs en mongooses. De twee laatsten liepen zelfs gewoon aan ons terras en in onze voortuin
Maandag 24 januari 2011
Na twee kleine cakejes, veel te vroeg vertrokken voor een wildobservatie! Maar als je zoveel mogelijk dieren wilt treffen, moet je observeren als zij gaan grazen en drinken... Het Queen Elizabeth National Park telt een grote variatie aan habitats; met bijna 100 soorten zoogdieren mag de dierenrijkdom royaal genoemd worden. De wildconcentraties herstellen zich al behoorlijk van de oorlog van de jaren tachtig en de kans om leeuwen en luipaarden te kunnen bewonderen, is dus reëel. Onze zoektocht langs het Kazinga kanaal en verder rondom Lake George, was tevergeefs. Vele dieren, maar geen leeuwen noch luipaarden. We keerden terug langs een vissersdorpje, waar ook zout gewonnen wordt. Na een welverdiend ontbijt eindelijk, genoten we even aan het zwembad, voor we met ons boottochtje op het kanaal startten. Het Kazinga kanaal is 32 km lang en heeft naar verluidt de hoogste concentratie nijlpaarden ter wereld. We hebben ze niet geteld, maar dat het er ongelooflijk veel waren, kunnen we bevestigen. Geen krokodillen, wel een Nile lizard. En verschillende van de 606 kleurrijke vogelsoorten die het park rijk is. Michael, onze enthousiaste gids, kon bij elke vogel een uitgebreide uitleg geven en dat maakte dit tochtje veel boeiender dan datgene dat ik in het Murchison Falls National Park meemaakte al kan het aangename weertje daar ook voor iets tussen zitten...
Een nieuwe poging om leeuwen of luipaarden te spotten, leverde niets op
Dinsdag 25 januari 2011
Na alweer een zalige douche de straal moest maar zo goed niet zijn reden we naar het meest zuidelijke punt van het Queen Elizabeth National Park, Ishasha, dat vooral bekend is voor zijn boomleeuwen. Die we uiteraard niet te zien kregen! De dag ervoor had de ranger ze nog gespot en hij had ze dieper het park zien intrekken Begint het bij jullie ook door te dringen? Ik ga drie maanden in Afrika geleefd hebben, zonder in de nabijheid van een leeuw gekomen te zijn! Maar dat deel van het park was gelukkig wel zéér mooi: eindeloos uitgestrekte vlakten met duizenden Uganda kobs, die je het gevoel gaven mijlenver van de bewoonde wereld te vertoeven. Voor mij persoonlijk, het mooiste plekje in Uganda
Na Evelyns kennismaking met een padlock je had haar gezicht moeten zien en een picknick lunch aan de oever van de Ishasha rivier, reisden we naar de houten hutten van de Buhoma Lodge, in het Bwindi Impenetrable Forest National Park.
Woensdag 26 januari 2011
Na een stevig ontbijt zouden we, samen met een Duits koppel, in dat ondoordringbare park aan onze gorillatrektocht beginnen. Eerst kregen we uitleg over hoe we ons in de nabijheid van gorillas horen te gedragen, en werd ons op het hart gedrukt dat een slechte conditie geen gegronde reden is om je geld terug te eisen. Van motivatie gesproken! Maar voor we deze beproeving moesten ondergaan, reden we eerst nog een uurtje op een hobbelige baan, om dichter in de buurt te komen van de Habinyanja group, de familie die wij gingen opsporen. En dan was het zover! Gewapend met twee gorilla-wandelstokken voor de oudjes en twee dragers voor onze rugzakken, begonnen we eraan. Op een rustig tempo stapten we de eerste heuvel op, vlotjes. De afdaling verliep minder vlot; ongelooflijk steil! Eén van onze dragers bekommerde zich om mama, een andere gaf zus en mij ook een houten steunstok en reikte ons de hand telkens we dreigden weg te glijden al had hij wel een voorkeur voor wie hij eerst wilde redden. En papa? Die moest zijn plan maar trekken Na een kleine twee uurtjes stijgen en dalen, ontmoetten we de ranger die de gorillas getraceerd had. We trokken het regenwoud in de naam ondoordringbaar is terecht en zagen 18 van de 20 gorillas die de Habinyanja group rijk is! Waaronder de silverback, die helemaal niet onder de indruk was van onze aanwezigheid en rustig verder at, en verschillende kleintjes, die elkaar aan het plagen waren. Het gevoel dat je overmant wanneer je deze indrukwekkende dieren vanop enkele meters kan bewonderen, valt niet te beschrijven! De terugtocht echter was op zijn minst uitputtend te noemen Een uurtje in een blakende zon, puffen geblazen! Maar het was het waard
Na een verkwikkende douche, bezochten we het Bwindi Orphanage, waar zingende en dansende kinderen ons tegemoet kwamen. We deelden mutsjes en potloden uit, en zus kocht een cd met lokale muziek. Benieuwd of ze die thuis veel zal afspelen
Donderdag 27 januari 2011
Als je op een week tijd wat van het land wil gezien hebben, moet je kilometers afleggen We stonden vroeg op voor een lange rit door de Kigezi bergen naar Lake Mburo National Park, via Mbarara. Onderweg aten we onze picknick op; enkele kinderen konden het niet laten om geld te smeken ze denken echt dat alle blanken geld hebben.
Dit prachtig gelegen savannepark biedt voor ieder wat wils: heuvels, open vlakten, meren, moerassen, acaciabossen en graslanden. Het centraal gelegen Lake Mburo maakt samen met nog vier andere meren, een moeras van 50 kilometer en de rivier Ruizi deel uit van het uitgestrekte draslandsysteem binnen de grenzen van het park. Ondanks zijn relatief kleine oppervlakte leven er in de rijk geschakeerde habitats maar liefst 68 soorten zoogdieren: luipaarden die we niet te zien kregen, zebras, impalas, topis, oribis, grazende koeien ja, de landbouwer heeft vrije toegang tot het park Bij aankomst maakten we een boottochtje op dat centrale meer om vele van de ongeveer 310 vogelsoorten te bewonderen. Dat was althans de bedoeling; de enthousiaste gids dacht daar klaarblijkelijk anders over. Wel zagen we kleine Nijl-krokodillen.
Omdat het de laatste avond was, besloten we Moussa en Aimable uit te nodigen voor het diner. Nadat we de bushbabies aanschouwd hadden, maakten we er een heel gezellige avond van. Ze gaven ons een gorillabeeldje als aandenken... We overnachtten in Mihingo Lodge, luxe-tenten te midden van de savanne. Heerlijk!
Vrijdag 28 januari 2011
Nog een laatste keer vroeg uit de veren, voor een begeleide natuurwandeling bij zonsopgang. Het is fantastisch om tussen de zebras te wandelen en die dan plots allen te horen wegrennen Ook op onze laatste dag zijn we geen roofdieren tegengekomen; wel zagen we de afdruk van een hyena.
Nadat we nog even aan het zwembad vertoefd hadden, vertrokken we voor een allerlaatste keer. Richting luchthaven. We moesten echter een lange tussenstop maken om de olie te vervangen, waardoor we in Entebbe veel te vluchtig afscheid moesten nemen Maar wat was dit een ongelooflijke week geweest! Super!!!