Het filosofisch café is een laagdrempelig initiatief van Elcker-ik centrum waar u elke laatste dinsdag van de maand welkom bent om met ons van gedachten te wisselen over een onderwerp dat vooraf democratisch werd afgesproken.
We proberen dat op een filosofische manier te doen. Dat betekent niet dat u een volleerd en belezen filosoof moet zijn of dat we het enkel over ingewikkelde stellingen, grote namen en wijsgerige stromingen gaan hebben. Iedereen die het woord vraagt, krijgt de kans om zijn of haar stelling uit de doeken te doen mits een duidelijke argumentatie.
Wij gaan er van uit dat filosofie een competentie is die je kunt leren en waar geen gewichtigdoenerij bij nodig is. Dat houdt echter niet in dat je om het even wat kunt poneren om die stelling dan te 'bewijzen' met een voorbeeld van een hoogstpersoonlijke anekdote.
Wij zijn niet zozeer geïnteresseerd in uw meningen, maar des te meer in de argumenten waarom die standpunten correct zouden zijn. Als het een beetje meezit gaan wij niet naar huis met oplossingen en antwoorden op al onze vragen, maar wel verrijkt met een aantal inzichten en invalshoeken waar we zelf misschien nog niet aan gedacht hadden. Materiaal waar we het niet mee eens hoeven te zijn, maar waar we onze eigen standpunten kunnen aan toetsen, up to date houden, eventueel bijsturen of vorm geven.
01-11-2012
LEZINGEN UA
In ons filocafé doen wij in principe niet aan politiek en ik wil dat ook zo houden. Maar achter de politiek zitten natuurlijk allerlei ideeën waar wel over kan gefilosofeerd worden.
Iedereen heeft een mening over de nieuwe burgemeester van de " Schoonste stad ter wereld", maar weten we ook waar hij de mosterd haalt voor zijn denkbeelden?
Dat is gedeeltelijk bij de Engelse dokter en auteur Dalrymple maar ook bij de Britse filosoof Roger Scruton dé spreekbuis van het hedendaagse wijsgerig conservatisme en erfgenaam van Edmund Burke.
Roger Scruton geeft een lezing op maandag 5/11 om 19 h in de Universiteit Antwerpen Rodestraat aula R002
Schrik niet van de inrichters en het publiek want dat is het KVHV de Vlaams Nationalistische, zeer rechtse studentenvereniging
Misschien is dit een uitstekende gelegenheid om te achterhalen wat het verschil is tussen wijsgerig conservatisme en het reactionaire conservatisme van extreem Rechts.
Menselijk embryo gemaakt uit twee eicellen en een zaadcel
In Amerika realiseerden onderzoekers een doorbraak die een halt kan toeroepen aan bepaalde erfelijke ziektes die via de moeder worden doorgegeven.
Ze zijn er in geslaagd om met behulp van niet één, maar van twee eicellen een embryo te creëren. Onderzoekers haalden de celkern uit een eicel en transplanteerden die naar een andere eicel, en bevruchtten vervolgens de eicel via IVF. Op deze manier kunnen mitochondriale ziekten worden voorkomen.
Mitochondrieën (nummertje 9 op de afbeelding) zijn energiefabriekjes in de cel, ze produceren de energie die een cel nodig heeft om in leven te blijven. Als ze niet goed werken kunnen ze zorgen voor verlamming of een hartziekte. Enkel het DNA uit de mitochondriën van de moeder wordt overgeërfd, niet van de vader. Met deze techniek wordt voorkomen dat het kind zieke mitochondriën van zijn of haar moeder overerft.
De techniek lijkt veelbelovend, maar verder onderzoek is nodig. Het zal nog een hele tijd duren vooraleer effectief de eerste baby wordt geboren uit twee eicellen en een zaadcel.
Bron: Controversiële IVF-doorbraak: twee vrouwen maken één eicel, De Morgen, 26/10/2012. Afbeelding: Wikimedia.
4. Studiedag over demografie en humanistische waarden
Het Fonds Lucien De Coninck, in samenwerking met de Maakbare Mens vzw en de Vakgroep Wijsbegeerte & Moraalwetenschap van de Universiteit Gent, organiseert op zaterdag 17 november een studiedag over de problemen van de bevolkingstoename:
"Demografie en humanistische waarden"
Sprekers:
Johan Braeckman: Inleiding Etienne Vermeersch: Onbeperkte voortplanting, een mensenrecht? Luc Bonneux: De demografische toekomst is mooi. School en gezondheidszorg voor iedereen vormen de sleutel. Dirk Van Braeckel: Bevolking en ontwikkeling: honger lijden om een mondje meer. Robert Cliquet: Demografische waarden: van kwantiteit naar kwaliteit; van diversiteit naar uniformiteit.
Plaats: Universiteit Gent, Blandijnberg 2, auditorium C. Aanvangsuur: 14u. Einde voorzien rond 17u.30
De inkom is gratis en iedereen is welkom. Inschrijven is niet nodig.
Verslag van gesprek oktober (Verantwoordelijkheid)2012 door Swa
Opnieuw een uitstekend verslag van onze cafégenoot Swa. Je hoeft het daar niet mee eens te zijn. Aarzel niet te reageren door onderaan rechts te klikken .
VERSLAG VAN DE DIALOOG OP 23-10-2012
Onderwerp:
verantwoordelijkheid
Voorzet Max: Om dit
ruime thema toch enigszins te beperken lijkt het mij
aangewezen geen
gebruik te maken van de terminologie van de overheid
zoals: bestraffen;
beschermen; preventief en dergelijke, waardoor we het risico
lopen in een vorm van
betutteling te belanden die niet direct met de
persoonlijke
verantwoordelijkheid te maken heeft.
Laat ons dus nadenken
over de verantwoordelijkheid van het individu in onze
cultuur, t.o.v. uzelf
en de anderen en dit vanuit verschillende invalshoeken.
Reacties vanuit de
groep :
-Voor sommige mensen
wordt de verantwoordelijkheid als een LAST beschouwd
maar het is een taak een PLICHT,zonder dat
heeft het leven geen zin.
-Het is gedeeltelijk genetisch bepaald, de
rest kan via de ouders de opvoeding en
de school
-De mens heeft de capaciteit tot
verantwoordelijkheid, wij kunnen dat doorgeven
een dier NIET.
Persoonlijke
belevenissen vanuit de groep worden besproken .
via deze reflecties
krijgt men een inzicht van bepaalde data (basisgegevens)die
een belangrijke rol
spelen bij het bespreken van verantwoordelijkheid,.
De lijst van data die
aldus kan opgemaakt worden verwijst onder meer naar:
Persoonlijkheid
Opvoeding
Gemeenschap
Empathie
Kleine
gebeurtenissen
Angst
Verkeerde inschatting
Verdere bespreking
wijst op de noodzaak zichzelf in vraag te stellen en dat bij een
beoordeling in
bepaalde gevallen , enige mildheid is aangewezen.
Vanuit dat schema
komen volgende overwegingen uit de groep :
- zelfkennis: uzelf leren kennen is
belangrijk bij de overweging van verantwoordelijkheid
- Zonder empathie geen verantwoordelijkheid
- Opvoeding speelt een belangrijke rol.
- Onverantwoordelijkheid kan een gevolg zijn
van onwetendheid, dat wijst
op de
noodzaak van leerprocessen die variabel zijn naargelang de beleefde
situaties,eventueel kleine gebeurtenissen.
- Bij de keuze van handelen : Ken uw
verantwoordelijkheid, maar vergeet niet
de situatie rationeel in te schatten.
- In geval van angst: Het gevaar van
overreactie verplicht u tot nadenken,oordeel
niet te vlug, let op de grenzen van
verantwoordelijkheid.
Max besluit : vanuit
die basis data komen we uiteraard bij onderwerpen als moraal
en ethiek.
NABESCHOUWINGEN :
Tijdens de vorige
dialoog merkte iemand op :We moeten onze eigen verantwoordelijkheid opnemen in
bepaalde gevallen Uit het voorgaande blijkt dat het niet zo eenvoudig is
maar toch sluit die
opmerking aan bij een reeks overwegingen van Kierkegaard
Deens filosoof
(1813-1855) zo ondermeer:
Subjectieve existentie(het persoonlijk bestaan)is belangrijker dan elke abstracte theorie,
belangrijker omdat men leert daadwerkelijk te
bestaan als mens tegenover zijn medemens
(en voor de gelovige) als mens tegenover God
Van een echt
individu spreekt Kierkegaard Wanneer een
mens bewust kiest om zijn
leven vorm en inhoud te geven,zich niet
verschuilt achter regels,omdat het nu eenmaal
zo hoort, maar zich verantwoordelijk gaat voelen voor zijn daden
Afsluiting
#MvdS2012 Met het einde van oktober in zicht, nadert ook het slot
van de Maand van de Spiritualiteit 2012. Helemaal eindigen we pas op 31 oktober
want tot dan staan er nog initiatieven op de kalender. Maar dit is voorlopig de laatste nieuwsbrief over de
MvdS van dit jaar. Wij kijken terug op een geslaagde editie, omdat het
initiatief en het thema leefde in Vlaanderen.
In de eerste plaats door de
bijna 120 boeiende initiatieven in de kalender, waarbij men zich kon laten
inspireren door diverse vormen van spiritualiteit. Er bewoog wat rond
spiritualiteit in Vlaanderen en laat dat de belangrijkse doelstelling zijn van
ons project. Het was fijn om te zien hoeveel initiatieven het thema 'echt' of
'authenticiteit' tot onderwerp hadden en speciaal voor de Maand werden
opgezet. Daarnaast was er veel aandacht voor het thema-essay 'echt' door
Guillaume Van der Stighelen. Tot op vandaag ontvangen we zowel van de pers als
van het brede publiek ontzettend veel positieve reacties. Het boek is momenteel
in tweede druk. De eerste druk was op enkele weken de deur uit.
Het zou
oneerlijk zijn te negeren dat we ook kritiek ontvingen op ons project of
onderdelen ervan. We menen het als we zeggen dat we dit waarderen. Door deze
feedback kunnen we het positieve meenemen naar volgend jaar en bijsturen waar
nodig. We zijn ons ervan bewust dat spiritualiteit een thema is dat mensen na
aan het hart ligt. Wat het natuurlijk ook moeilijk maakt om iedereen helemaal
tevreden te stellen. Wie een evenement indiende zal in de komende weken een
bevraging over hun initiatief ontvangen. Anderen kunnen hun opmerkingen of
suggesties doorgeven op info@maandvandespiritualiteit.be of ze delen op Twitter
met de hashtag #mvds2012.
Bijzonder veel dank voor uw betrokkenheid. We
houden u verder op de hoogte via deze nieuwsbrief, onze facebookpagina en Twitteraccount (@mvds2012). Wie 'm nog niet
ontvangt, kan zich aanmelden op onze website:
Sprokkels -
De Maand van de Spiritualiteit is ontstaan in Nederland. In januari gaat de
volgende editie van start rond het thema 'stilte' met ex-voetballer Jan
Mulder als auteur van het essay. Zie www.maandvandespiritualiteit.nl. - Yves Desmet
interviewt Guillaume Van der Stighelen over
authenticiteit en zijn essay op 1 november op de boekenbeurs. Lees Meer. - Jochanan Eynikel schreef ter
afsluiting van de MvdS een persoonlijke reflectie op de thema's echtheid en
spiritualiteit in een column genaamd 'Echter'.
Een
authentieke, spirituele opvoeding? Hoe kunnen we een spirituele
opvoeding geven die aangepast is aan het huidige, geëvolueerde bewustzijn van de
mens? Wij nodigen u uit op deze studiedag van 27 oktober om
hierover van gedachten te wisselen. Lees Meer
De
Stilte van het Labyrint VitaNova doet mee aan Dag van de stilte op
zondag 28 oktober. Ervaar de stilte in jezelf tijdens het lopen
van het Chartres-labyrint in de tuin van VitaNova. Je komt, je loopt en je
ervaart. Lees Meer
Inspiratiedagen:
'In welke wereld willen wij leven?' Hoe kunnen we vanuit
zelfbewustzijn, liefde en verbondenheid vorm geven aan een betere samenleving?
Dat is de centrale vraag tijdens de inspiratiedagen van La Verna dit jaar van
29 tot 31 oktober. Lees Meer
De wereld is nog steeds op zoek naar een uitweg uit de crisis
een crisis die meer dan tien jaren zal vergen om te verwerken, omdat ze in de
financiële sector geworteld is en omwille van de private en publieke
schuldophoping. Ondertussen mogen de traditionele crisissen op vlak van
demografie, energie, milieu en voedsel al naar de achtergrond zijn verdrongen,
dit betekent niet dat ze niet reëel meer zouden zijn, integendeel. De
vergrijzing van de bevolking zet zich verder door in de westerse wereld, een
tekort aan energie, voedsel en water zal de nabije toekomst tekenen en de
klimaatverandering breidt uit. Wij leven inderdaad in een onzekere wereld. Het
panel zal deze en andere uitdagingen en mogelijke uitwegen
bespreken.
Arjen Witteloostuijn (Universiteit Antwerpen)
modereert het debat tussen:
·
Adam Burgess (sociologie van de risicomaatschappij,
Universiteit van Kent)
·
Hans Bruyninckx (globaal milieubeleid, KU
Leuven)
·
Lex Hoogduin (financiële economie, Duisenberg School
of Finance)
Het debat vindt plaats op woensdag 21 november 2012 van 19
uur tot 20.30 uur in het Hof van Liere (Stadscampus
Universiteit Antwerpen, Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen). Deelname is gratis,
maar online inschrijvenis verplicht.
Het onderwerp voor onze volgende bijeenkomst op 23/10 is
verantwoordelijkheid. Dat geeft inderdaad een aantal mogelijkheden en
invalshoeken. Na de introductieronde zal wel via onze beslisboom op het bord blijken
welk aspect we het best verder uitdiepen. Want alles wat er over het onderwerp
te zeggen valt zullen we uiteraard niet kunnen behappen.
Laten we echter toch maar niet teveel tijd spenderen aan
stoere uitspraken als: De mensen nemen tegenwoordig geen eigen
verantwoordelijkheid meer op en vinden dat alles maar door de overheid moet
geregeld worden. Of iets van die strekking.
De mensen: welke mensen? Jij wel dan?
Tegenwoordig: vroeger wel?
Eigen verantwoordelijkheid: zijn wij zelf voor alles
verantwoordelijk? Waarvoor wel en waarvoor niet?
Overheid: welke overheid? Onze verkozenen? De directie van
De Lijn?
Zoek in het brede scala van mogelijkheden die invalshoek uit
waar jij iets van vindt en maak ons zo helder mogelijk duidelijk wat die
invalshoek is, wat je daarvan vindt en VOORAL waarom dat een juist standpunt
zou zijn.
Misschien leent dit onderwerp er zich toe om eens te vertrekken
vanuit iets persoonlijks. Het hoeven niet altijd grote maatschappelijke
fenomenen te zijn waar wij uiteindelijk toch maar weinig vat op hebben. Is er
bij jullie al een Griekse minister langsgekomen om te vragen hoe zij zijn
problemen zou oplossen? Ik heb nog niemand gezien.
Je hebt zus of zo meegemaakt ( één casus als voorbeeld, als
vertrekbasis ) en je bent er zus en zo mee omgegaan en het heeft je zus of zo
geraakt. Zo iets ? De casus is op zich niet de kern van de zaak, maar de
situatie waarvan je vertrekt om iets onderliggend samen te onderzoeken.
Fictief verzonnen voorbeeld: Ik zit op de tram en iemand
wordt lastiggevallen of erger en ik laat dit uit angst gebeuren. Ik voel me er
nadien niet goed bij maar wat had ik moeten doen op mijn leeftijd en met mijn
gezondheidsproblemen? Ben ik nu verkeerd geweest? Het blijft knagen. Ben ik de enige.
Stel dat dit een openingszin zou zijn, dan moeten we het
NIET over agressie op de tram hebben en moeten we al helemaal niet proberen een
middag te vullen met voorbeelden van variaties op die gebeurtenis want we wéten
dat die voorbeelden dagelijkse kost zijn.
Dat is slechts een mogelijkheid. Aan jullie om de zaak
interessant te maken.
Met een filosoof als Roger Scruton ben je nooit klaar. Hij polariseert graag. Waarom je mening halfbakken formuleren, als je de zaken ook op scherp kunt stellen? Hij lijkt eveneens van alle markten thuis te zijn. Hij laat graag zijn licht schijnen over allerhande onderwerpen. Nu heeft hij in Groene filosofie zijn blik laten vallen op de verhitting van onze planeet en het leefmilieu. De ondertitel luidt Verstandig nadenken over onze planeet. Nu is op dit boek wel het een en ander aan te merken. Er wordt soms gesteld dat schrijven en schrappen synoniemen zijn. De auteur had beter deze raad ter harte genomen en wat in zijn geschriften gewied. Het minste wat je kunt zeggen, is dat hij zich uitgebreid in de materie heeft verdiept. Dat merk je alleen al aan de zeer omvangrijke literatuurlijst op het einde van het boek. Milieu, natuur en klimaat zijn onderwerpen die niet bepaald tot de specialismen van Roger Scruton behoren. Hij is vooral vermaard om zijn cultuurkritiek. Een euvel dat je dan wel eens merkt bij mensen die zich op een nieuw topic storten, is dat ze moeilijk de neiging kunnen onderdrukken om te laten zien hoe goed ze de materie (denken te) beheersen.
Gevolg: sommige hoofdstukken lijken onnodig of hadden een heel stuk minder lang mogen zijn. Neem bijvoorbeeld het tweede hoofdstuk. Is er nu wel degelijk sprake van klimaatopwarming of niet? Daar weidt hij lang over uit. Daarbij laat hij veel ruimte aan de sceptici, dusnaan diegenen die geen geloof hechten aan de opwarming van de aarde. Ten slotte eindigt hij met de gedachte dat het misschien toch beter is om op veilig te spelen en na te denken hoe de opwarming het best kan worden aangepakt. Wat is nu de toegevoegde waarde van deze bladzijden? Hetzelfde kan worden gezegd over het negende hoofdstuk. Dat is een ellenlange en ronduit saaie opsomming van allerhande burgerinitiatieven in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten die zich bekommeren om de natuur en de schoonheid van het landschap. Dergelijke passages maken op tijd en stond van het lezen van het boek een corvee.
Verder lijkt Roger Scruton veel vertrouwen te stellen in geo-engineering, het bewust ingrijpen in het functioneren van de aarde, hier met het doel om de klimaatopwarming tegen te gaan of de gevolgen ervan te onderdrukken. Is dit vertrouwen niet misplaatst? Over veel klimaatfenomenen weet men nog niet het fijne. En als we dan toch zouden weten hoe alles klimaatgewijs in elkaar steekt, eigent de mens zich met geo-engineering toch niet te veel de rol toe van leerling-tovenaar? Dan hebben we het nog niet eens gehad over de politieke en juridische risicos. Stel dat bijvoorbeeld de VS of China zich eenzijdig aan geo-engineering zouden wagen, dan zouden de poppetjes al gauw aan het dansen gaan. En wat als de interventies verkeerd blijken uit te draaien? Welk juridisch kluwen van rechtszaken zou dat dan niet met zich brengen? Daarnaast hoeft het niet te verwonderen dat Roger Scruton op verschillende plaatsen uithaalt naar de Europese Unie en de Verenigde Naties. Samen met vele andere Britse conservatieven deelt hij een diepgeworteld wantrouwen in deze internationale instellingen. Toch moet ook hij schoorvoetend toegeven dat de klimaatopwarming een probleem is dat de landsgrenzen overstijgt en een internationale aanpak behoeft. Dit vereist dat landen onderhandelingen met elkaar voeren om tot bindende verdragen te komen. Om dit onderhandelingsproces op gang te brengen en in goede banen te leiden, daarvoor heb je toch juist organisaties als de Europese Unie en de Verenigde Naties nodig?
Tevens had Roger Scruton sommige bronnen beter mogen checken. Om de Europese Unie nog maar eens een veeg uit de pan te geven, verwijst hij naar de politieke situatie in België (blz. 216): Er zijn alleen bureaucraten, werkend vanuit een land (België), dat berucht is om zijn onvermogen een gevoel van nationale eenheid voort te brengen, en dat nu op het punt staat uiteen te vallen. Dan kijk je naar de voetnoot om te achterhalen waar hij deze uitspraak vandaan haalt. Dat blijkt te gaan om een boek van Paul Belien, de halve trouwboek van Vlaams Belang-kamerlid Alexandra Colen. Waarlijk een heel objectieve bron dus. Tot slot beginnen je tenen te krommen als Roger Scruton de aloude dadas van het conservatisme ten allen prijze aan de milieuproblematiek wil linken, met de volgende variant van Eigen volk eerst als voorbeeld: Desondanks mag het duidelijk zijn dat een conservatief milieubeleid dat geen grenzen zou stellen aan de immigratie geen enkele kans op succes zou hebben.
En toch kan niet ontkend worden dat Scrutons observaties vaak hout snijden. Ondanks alle druk vanuit de publieke opinie, hebben de grote internationale milieuconferenties bitter weinig opgeleverd. Als er al bindende verdragen uit voortgekomen zijn, dan hebben die in de praktijk niet veel verschil gemaakt. Blijkbaar slagen de staatshoofden en regeringsleiders er niet in om een vergelijk te vinden waar het milieu bij wint. Van de politieke top is schijnbaar niet veel te verwachten. Moet dan deze top-down aanpak niet beter worden verlaten? Daarnaast kan men zich eveneens de vraag stellen of het voorzorgsbeginsel niet te ver is doorgeschoten. Het is zeker een goede zaak om stil te staan bij de risicos die bepaalde producten of bepaalde projecten met zich kunnen brengen. Maar nu lijkt het erop alsof nieuwe initiatieven absoluut geen enkel risico mogen stellen. Zodra er ook maar iets fout zou kunnen gaan, is de reflex al gauw: Niet doen! Zo dreigt men iedere innovatie in de kiem te smoren. Tevens bekritiseert Roger Scruton terecht de tendens om het milieudebat in economische termen te voeren. Dan wordt er op zaken zoals een gezond leefmilieu een bedrag in euro of dollar geplakt. Zo zou men de milieu-impact van een maatregel beter kunnen vergelijken met de economische repercussies van dezelfde maatregel. Maar is het überhaupt wel mogelijk om in alle objectiviteit een monetaire waardering op een schoon landschap te plakken? En stel nog dat je dit zou kunnen doen en dat je op basis van de cijfers zou kunnen besluiten dat het verlies van een schoon landschap niet opweegt tegen het economisch nut van een project. Dan is het landschap natuurlijk wel definitief verknoeid.
Je moet eveneens durven toegeven dat Roger Scruton een echte vrije denker is en blijft. Groene filosofie is mee tot stand gekomen met steun van het American Enterprise Institute, een oerconservatieve denktank. Dat Scruton af en toe zijn pijlen richt op niet-gouvernementele organisaties (NGOs) zoals Greenpeace, is dan ook niet te verwonderen. Niettemin neemt hij eveneens standpunten in die zijn Amerikaanse broodheren zeker niet zo welgevallig zijn. Zo verwijt hij zijn Amerikaanse conservatieve medebroeders dat ze de vrije markt te kritiekloos hebben omarmd. Nochtans werkt de vrije markt niet altijd perfect. Zo worden de negatieve externaliteiten van een product, dit zijn de negatieve gevolgen zoals milieuvervuiling die door de productie ervan worden teweeggebracht, niet of onvoldoende in de prijs ervan verrekend. Daardoor wordt dit product eigenlijk te goedkoop op de markt gezet.
Wat is nu de andere aanpak die Roger Scruton voorstaat? Op de eerste plaats zou men zich moeten concentreren op concrete milieuproblemen die relatief eenvoudig op te lossen zijn. Dit zou snelle resultaten kunnen opleveren. Dit zou eveneens ontmoediging voorkomen. Men ziet namelijk dat de inspanningen die men zich getroost om tot een beter leefmilieu te komen vrucht dragen. Als voorbeeld schuift Roger Scruton de vervuiling door plastic naar voren. Er zijn niet alleen de plastic zakken die moeilijk afbreekbaar zijn en die nog decennia de boel vervuilen. Een gedeelte van de Stille Oceaan dat twee keer zo groot is als Texas, is inmiddels bedekt met plastic afval, wat leidt tot een onnoemelijk aantal slachtoffers onder vissen, zeevogels en ander zeeleven. Een maatregel waarvoor Roger Scruton pleit is een ecoheffing. Daardoor zou de belangrijke milieuvervuiling die erdoor veroorzaakt wordt, de negatieve externaliteit dus, alsnog in de prijs van de plastic zakken worden verrekend. Als men zo plastic helemaal zou kunnen bannen, dan zou men een belangrijke bron van milieuverontreiniging uit de weg ruimen.
Op de tweede plaats zou men de huidige top-down benadering kunnen vervangen door een bottom-up methode. Daarbij nemen burgers zelf het heft in eigen handen door zich te groeperen in burgerinitiatieven of verenigingen. Burgers zijn tot dergelijk handelen te pramen vanuit een diep gevoel dat Roger Scruton aanduidt met de Griekse term oikofilie. Dat kan worden omschreven als een liefde voor de eigen heimat, een betrokkenheid op het eigen huis, voor de lokale omgeving en voor de generaties die er hebben gewoond en er nog zullen wonen. Dit is een emotie die door veel auteurs en filosofen beschreven is. Door hun gezamenlijk optreden kunnen burgers eigendommen verwerven om de schoonheid van het landschap te vrijwaren. Ze kunnen rechtszaken aanspannen om op te komen tegen milieuvervuiling. Ze kunnen er bij de politici op aandringen om maatregelen te nemen. Door deze pressie vanuit de publieke opinie zouden de Verenigde Staten uiteindelijk in actie kunnen komen en druk uitoefenen op China en de andere opkomende economieën om werk te maken van de strijd tegen de klimaatopwarming.
Groene filosofie toont aan dat het milieu geen links of rechts thema is. Het milieu kan wel vanuit een linkse of rechtse invalshoek bekeken worden. In het Verenigd Koninkrijk heeft dit boek alvast gezorgd voor een boeiende botsing van meningen. Een discussie mag evenwel niet alleen omwille van de discussie zelf worden gevoerd. Een debat zou tot resultaten moeten leiden. Zelf schrijft Roger Scruton ook dat hij een brug wil bouwen tussen conservatieven en ecologisten. Of zijn scherpe toon hierbij de zaken vooruithelpt, is echter maar de vraag. Zo noemt hij mensen die zijn standpunt niet delen oikofoben, vijanden van het eigen huis en thuis dus. Net alsof deze personen alles zouden willen platgooien onder het beton en het liefst van al de boel zouden willen doen verloederen.
Voorts kan men zich de vraag stellen of Scrutons visie niet te elitair is. Ze doet denken aan dorpjes op het Engelse platteland, die van de Midsommer Murders, waar heren en dames van stand rustig wonen in een kast van een huis met een grote mooie tuin. Deze heren en dames hebben zeeën van tijd te vullen. Waarom dan niet die tijd wijden aan de zorg voor een mooie leefomgeving in plaats van anders elkaar naar het leven te staan zoals in dezelfde Midsommer Murders? Roger Scruton woont ten andere zelf in het lieflijke Engelse graafschap Wiltshire. Misschien heeft hij zich toch iets te veel door zijn eigen leefomgeving laten beïnvloeden.
Groene filosofie maakt bovenal duidelijk wat liberalen en conservatieven met elkaar gemeen hebben en waar ze van elkaar verschillen. Zo delen ze een groot wantrouwen in denkrichtingen die pretenderen een antwoord op alle vragen te bevatten en alle problemen eenvoudig te regelen. Zij gaan ervan uit dat de maatschappij door middel van een grote revolutie in de juiste plooi kan worden gebracht. Liberalen en conservatieven brengen hiertegen de zienswijze van Karl Popper in: de kennis en de wereld kunnen maar stapje voor stapje vooruitgaan door dingen één voor één uit te testen en uit te proberen om na te gaan of ze werken of niet. Beiden koesteren dan ook een groot wantrouwen in ideologieën die menen een antwoord te hebben op alle mogelijke vragen.
Ook willen liberalen en conservatieven veel vrijheid aan de mensen zelf laten, om hun eigen lot in handen te nemen en door eigen initiatief problemen op te lossen in plaats van steeds bij de overheid aan te kloppen voor een oplossing. Beide stromingen hebben dan ook een boontje voor individualisten, mensen die op zoek zijn naar kansen en mogelijkheden en bereid zijn risicos te nemen. Zij doen immers de samenleving vooruitgaan.
Liberalen verschillen echter van conservatieven wat de rol van de politiek betreft. Voor Roger Scruton moet de politiek zich beperken tot het verzoenen van de verschillende belangen en het goed op de winkel passen. De rol van politicus is wezenlijk die van een manager. Politici moeten niet een of ander politiek ideaal najagen. Ze moeten niet een bepaalde visie op de maatschappij ontwikkelen en die door middel van politieke actie, deelname aan verkiezingen bijvoorbeeld, gestalte geven. Ze moeten alleen maar de boel beheren en op de kleintjes passen. Voor liberalen mag het toch meer zijn. Voor een liberaal moet de vrijheid aan de basis van een samenleving staan. Daarbij mag het niet volstaan dat mensen de kans krijgen om vrij te zijn en hun leven naar eigen inzicht te kunnen leiden. Mensen moeten ook effectief in staat worden gesteld om van deze kans, van de vrijheid gebruik te kunnen maken. Aan de mensen die een duwtje in de rug nodig hebben, moet de samenleving bijgevolg dat steuntje geven, onder andere via het onderwijs en de sociale zekerheid.
Liberalen zijn eveneens beducht voor gemeenschappen die het individu negeren. Misschien kan de oikofilie, de liefde voor de eigen gemeenschap, een goede basis voor een groene filosofie vormen. Maar bestaat dan niet het gevaar dat die gemeenschap dan allerhande zaken aan het individu gaat opleggen, waardoor er uiteindelijk geen ruimte meer is voor de individuele vrijheid en die inhoudsloos wordt? Waar trek je de lijn tussen gerechtvaardigd optreden en verdrukking van het individu? Zo kun je perfect bepalen dat er nergens meer gebouwd mag worden om het landschap te bewaren. Maar ga je dan niet te ver wanneer mensen hierdoor nergens meer een eigen woonst kunnen vinden? Waar leg je met andere woorden de juiste balans? Op dergelijke vragen geeft Roger Scruton jammer genoeg geen antwoord.
Recensie door Lieven Monserez
Roger Scruton, Groene filosofie, vertaald door Frans van Zetten, Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam, 2012, 320 blz.
Van 5 tot 15 november 2012 kan u in de Lange Sint Annastraat
7 (Stadscampus) de fototentoonstelling Een tweede blik. Armoede door
kinderogen bezoeken. Naar aanleiding van die tentoonstelling organiseert de
Vrijzinnige Dienst een lezingencyclus waar we u van harte op uitnodigen. Het
programma is als volgt:
23 oktober 2012 Dr. Jord Hanus
(Universiteit Antwerpen)
Een filosofische en historische visie
op armoede en armoedebestrijding
De beeldvorming die zich rond
het fenomeen armoede heeft ontwikkeld, is van de late
middeleeuwen tot de negentiende eeuw sterk geëvolueerd. Daardoor is ook
de visie op armoedebestrijding doorheen de tijd aan veranderingen onderhevig
geweest.
30 oktober 2012 Christel
Augustijnen
Een persoonlijke getuigenis over leven
in armoede
Christel Augustijnen weet wat het
betekent om in armoede te leven. Vanuit die persoonlijke ervaring, probeert ze
vandaag als ervaringsdeskundige bij te dragen aan een samenleving waar minder
mensen ten prooi vallen aan de vicieuze cirkel die tot armoede leidt.
6 november 2012 Isolde Vandevelde
(Vlaams Centrum Schuldenlast)
Armoedepreventie bij
jongeren
Jongeren bewegen zich al op jonge
leeftijd als consument in de samenleving. De verlokkingen van de huidige
consumptiemaatschappij vergt van de jongeren echter heel wat vaardigheden. De
stijging van het aantal mensen met schuldenproblemen geeft het belang aan om
reeds op jonge leeftijd preventief te gaan werken.
Alle lezingen zijn gratis en starten om
20u
Plaats van afspraak is telkens de Aula
R004, Rodestraat 14, 2000 Antwerpen
De
Maakbare Mens Nieuwsbrief Nr. 107 donderdag 11
oktober 2012
Indien deze
nieuwsbrief niet correct wordt weergegeven, klik
hier.
In het 107de nummer van de elektronische nieuwsbrief van De
Maakbare Mens vzw:
1.
Orgaandonatie na euthanasie is mogelijk in België
In België stonden al negen patiënten hun organen af
na euthanasie. De mogelijkheid om euthanasie en orgaandonatie te combineren is
echter nog weinig bekend. Het roept ook vele vragen op.
Daarom organiseerden we op 29 september een
symposium over euthanasie en orgaandonatie. Dankzij de brede
belangstelling en de media-aandacht voor dit onderwerp staan we weeral een stap
verder.
Een Deense spermadonor gaf een zeldzame erfelijke
aandoening door aan minstens vijf donorkinderen. Ondanks alle onderzoeken en
screening is het niet uit te sluiten dat er via donorsperma een aandoening wordt
doorgegeven.
Met deze nieuwsbrief willen we u op de
hoogte houden van de nieuwste informatie over onze centrale thema's en
activiteiten. We informeren u over boeken, brochures, symposia, film, tv- en
radio-uitzendingen, kranten- en tijdschriftartikels, enzovoort die te maken
hebben met de maakbaarheid van de mens. Ook willen we ethische standpunten
formuleren over de nieuwe medische en biotechnologische
ontwikkelingen.
U
ontvangt De Maakbare Mens nieuwsbrief omdat uw e-mail-adres ingeschreven werd op
onze mailinglist. Mocht u deze elektronische informatie liever niet meer
ontvangen, stuur dan een e-mail naar info@demaakbaremens.org.
Op vrijdag 17 juni sluit de vrijzinnige dienst het
academiejaar af met een gesprek tussen dr. Dirk
Verhofstadt en em. prof. Etienne Vermeersch.
Verschillende onderwerpen die centraal staan in hun boek Een zoektocht naar waarheid zullen worden besproken: godsgeloof, (pseudo)wetenschap, actief pluralisme, humanisme, atheïsme,
Wie kennis wil maken met de opvattingen van
Vermeersch is om 20 uur van harte welkom in de
aula B.004, Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen. Na het gesprek nodigen we u graag uit op een receptie.
Deelname is gratis maar inschrijven is omwille van het beperkt aantal plaatsen verplicht.
In de marge van de academische workshop Beauty: Commons versus Contests organiseert UCSIA een Engelstalige publieke lezing.
We kunnen er niet naast kijken: schoonheid is vandaag een belangrijke factor voor succes in de wereld. Schoonheid groeide uit van een aangeboren, fysieke karaktertrek tot een te ontwikkelen eigenschap, een constitutief element van de eigen identiteit en zelfs een te verhandelen goed. Terwijl uiterlijke schoonheid meer en meer een middel wordt om jezelf uit te drukken en de eigen troeven te vergroten, wordt het ook steeds meer een zorg. Hoe mensen hun eigen schoonheid zien en hun zelfbeeld bepalen, botst met het schoonheidsideaal dat de media en reclame de wereld insturen.
Programma publieke lezing - Beauty in a Globalized World - woensdag 24 oktober 2012
18:00 Welkom door Jacques Haers sj, academisch directeur UCSIA 18:05 Inleiding door Henk de Smaele, Departement Geschiedenis, Universiteit Antwerpen
18:15 Beauty in a Globalized World door Thomas Kuehne, Clark University
Schoonheid doet er toe. Dat blijkt uit de hoeveelheid geld en tijd die mensen er overal ter wereld voor over hebben om zich mooi te maken. Aan de ene kant rijmt schoonheid met verschil: de goede, sterke, rijke, gezonde en blanke mensen staan model. Omwille van ras, consumptie en gender wordt schoonheid gehanteerd als instrument van sociaal onderscheid en als onderwerp van controverse. Aan de andere kant beweren en beloven moderne schoonheidsculturen dat ze de bestaande sociale, raciale, seksuele en regionale verschillen en hiërarchieën overbruggen. Ze claimen dat iedereen mooi kan worden en op die manier kan deelnemen en meewerken aan een esthetische globale maatschappij die sociale harmonie realiseert in plaats van conflict.
In deze lezing daagt professor Kuehne de mythe van een eeuwigdurend en crosscultureel schoonheidsideaal uit en onderzoekt hij de sociale, economische en politieke context van de globale toename van sterke en ambigue praktijken en discours omtrent lichaamsesthetiek van de 18de eeuw tot nu. Hij heeft hierbij aandacht voor de dynamische spanning tussen conflict en consensus die vorm geeft aan het proces van de globalisering van schoonheid.
Thomas Kuehne is Strassler Family Professor in the Study of Holocaust History aan Clark University (USA). Hij doceert moderne Europese en Duitse geschiedenis en onderzoekt het verband tussen de traditionele politieke cultuur van Centraal-Europa en oorlog, genocide en maatschappij. De John Simon Guggenheim Memorial Foundation gaf hem de opdracht om Struggling for Beauty: Body Aesthetics and Social Conflict in Modern History te schrijven.
Recensie door Andreas tirez van "IDENTITEIT" door Paul verhaeghe
in LIBERALES
boek
Paul Verhaeghe
In 2011 publiceerde Liberales in haar nieuwsbrief een lang essay van Paul Verhaeghe met de titel De effecten van een neoliberale meritocratie op identiteit. Daarin beschrijft Verhaeghe hoe de maatschappij in het verleden zeer statisch was en de carrières op voorhand vastlagen: de boerenzoon werd boer, de dokterszoon werd dokter. Na de Tweede Wereldoorlog zorgde de democratisering van het onderwijs voor een drastische ommekeer en maakte van de statische maatschappij een dynamische: plots kon je door hard werken en een dosis talent het ver schoppen, los van je afkomst. De auteur geeft in het essay zichzelf en de collegas van zijn generatie als voorbeeld: zij konden snel professor worden door hard en met enthousiasme te werken. De overgang van een statische naar een dynamische maatschappij heeft in het verleden dus effectief tot een meritocratie geleid: de macht aan zij met de verdiensten, namelijk de talentvolle hardwerkenden.
Maar, zo stelt Verhaeghe, dat is slechts van korte duur geweest, want na een korte tijd herdefinieert de nieuw gevormde toplaag de criteria om aan die top te kunnen geraken zodat ze hun positie kunnen bestendigen. Daarmee vervalt de kortstondige dynamiek weer tot een statische maatschappij en is de periode van gelijke kansen en de daarbijhorende sociale mobiliteit maar van korte duur. Het essay is dan ook een vlijmscherpe kritiek op een maatschappij die zegt meritocratisch (lees: rechtvaardig) te zijn, maar dat niet is. Dat is essentiële maatschappijkritiek, omdat we er in de huidige maatschappij vanuit gaan dat talent wel bovendrijft: zij die aan de top staan verdienen het. En de kritiek van Verhaeghe gaat daar radicaal tegen in. Voor liberalen, die veel verantwoordelijkheid leggen bij het individu, gaat die kritiek dan ook recht naar het hart. Het essay werd door Liberales eind 2011 gelauwerd, wat volgens mij als een vorm van zelfkritiek mag beschouwd worden.
Concurrentie en samenwerking
In zijn boek 'Identiteit' werkt Paul Verhaeghe de idee van de schijnbare meritocratie, die Verhaeghe de neoliberale meritocratie noemt, verder uit. Het neoliberalisme bekijkt de mens als een competitief wezen dat vooral uit is op zijn eigen profijt (pg 116). En meritocratie -loon naar werken- wordt enkel in financiële termen gemeten: enkel als je verdienste een economische meerwaarde biedt, is het een verdienste, terwijl je vroeger ook status kon bereiken op politiek, religieus en cultureel vlak. Nu rest enkel nog het economische.
Verhaeghe ontkent niet dat mensen competitieve wezens zijn, en dat concurrentie positief kan zijn. Maar er is ook nog een andere kant van de mens, namelijk die van de empathie en de samenwerking. Ook dat zit diep ingebakken in de mens, wat onder meer blijkt uit het onderzoek van Frans De Waal. En welk aspect van de mens het meest naar voren komt, competitie of samenwerking, wordt bepaald door de context. De auteur telt dat onze neoliberale maatschappij de nadruk legt op het competitieve. Dat is dan ook zijn kritiek, niet zozeer op de concurrentie op zich, maar eerder op het feit dat concurrentie alles overheersend is en waardoor samenwerking minder mogelijk wordt.
Meten en willekeur
Onlosmakelijk verbonden met het competitieve neoliberalisme en met een meritocratie is het meten van verdiensten of prestaties. Want als je wil weten wie de competitie wint, dan moet je dat ook kunnen meten. Maar verdiensten meten is niet zo eenvoudig als het lijkt. Door expliciet te gaan meten, telt plots nog enkel dat wat men kan meten. De rest, hoe waardevol ook, is van geen tel: what gets rewarded, gets done. "Meten", zo stelt Verhaeghe, "is dus niet zomaar passief registreren, het is wel degelijk actief ingrijpen in de praktijk." Het is een fenomeen dat bijvoorbeeld ook in het onderwijs voorkomt, aangeduid met teaching to the test: scholen gaan zich richten op wat er op het einde van het jaar zal bevraagd worden in geüniformiseerde, landelijke testen, zodat de eigen school er goed uitkomt. Andere waardevolle, maar niet meetbare vaardigheden of kennis worden genegeerd.
De kritiek op het meten is volgens mij een essentieel punt bij Verhaeghe. Niet enkel wat ons mensbeeld betreft, maar ook in de sociale wetenschappen vindt hij dat de nadruk op meten te sterk is: de natuurwetenschappelijke principes en methodes, namelijk een theorie opstellen en toetsen door observaties (en dus meten), kunnen niet of beperkt toegepast worden in de sociale wetenschappen, omdat de invloedfactoren veel te talrijk en oncontroleerbaar zijn. Het is een kritiek waar ik niet mee akkoord kan gaan. Het kan best zijn dat bepaalde verdiensten of factoren moeilijk of (voorlopig) niet te meten zijn. Maar dan moet de discussie gaan over de mogelijkheid van betere meetmethodes, en niet over het aspect van meten zelf. En als er voorlopig geen betrouwbare meetmethodes te vinden zijn, dan moet men dat gewoon in alle bescheidenheid toegeven. De consequentie daarvan is wel dat men erkent dat men in het ongewisse blijft en dat toeval en willekeur hun rol zullen spelen. Want dat is het gevolg van niet-meten en dus niet-weten: willekeur en toeval.
Trouwens, onderzoekers lijken soms wél door te dringen tot de complexiteit en de veelheid van invloedfactoren. Zo bijvoorbeeld heeft de econoom (!) Erwin Ooghe (KULeuven) een onderzoek gedaan naar de effectiviteit van het Vlaamse GOK-decreet dat meer gelijke onderwijskansen wil stimuleren. Volgens het GOK-decreet mogen de scholen autonoom beslissen waaraan ze de extra GOK-middelen besteden. Ze moeten wel kiezen tussen drie domeinen: de cognitieve achterstand wegwerken, de leesvaardigheid verbeteren of de "socio-emotionele vaardigheden" verbeteren, zoals het zelfbeeld en andere sociale vaardigheden. Uit het onderzoek van professor Ooghe blijkt dat scholen die zich op het derde, eerder vage domein richtten het gemiddeld op alle (cognitieve!) testen beter deden. Verrassend? Eigenlijk niet, want het is een bevestiging van het onderzoek van James Heckman, alweer een econoom en dan nog wel van de vermaledijde Chicago University, die tot net dezelfde conclusie komt. Tussen haakjes: Heckman heeft een Nobelprijs Economie op zijn naam staan voor zijn baanbrekend werk in de econometrie, zeg maar de "meet"-kunde die economen gebruiken.
Maar misschien is dit geen echte kritiek op Paul Verhaeghe, omdat hij zelf ook een paar pistes geeft om beter te meten. Zo verwijst hij naar zijn eigen universiteit, de UGent, die het personeelsbeleid drastisch omgooide en nu andere, ruimere bevorderingscriteria gebruikt, en dus niet louter op basis van het aantal internationale publicaties. Want, zo stelt Verhaeghe, evaluatie blijft nodig, alleen anders: meer kwalitatief onderzoek, meer naar de context kijken, meer bottom-up. Paul Verhaeghe lijkt meten dan toch belangrijk te vinden, maar wel met een beter meetsysteem.
Ook echte meritocratie heeft zijn losers
Maar stel dat we er effectief in slagen om een beter meet- en beloningssysteem uit te dokteren dat bijvoorbeeld ook de intrinsieke motivatie en samenwerking bevordert. En stel dat dit weerom leidt naar een echte meritocratie zoals we die na de Tweede Wereldoorlog gekend hebben. Is dan het probleem opgelost? Dat lijkt me een essentiële vraag in deze discussie, die Verhaeghe niet behandelt in zijn boek.
Alain De Botton, een hedendaags filosoof, doet dat in zijn boek Statusangst wel en zijn conclusie is niet opbeurend. Hij beschrijft hoe de manier waarop de gemeenschap armoede interpreteert en verklaart veranderd is. Vroeger werden armen niet verantwoordelijk gesteld voor hun situatie. Tot voor tweehonderd jaar was het eenvoudig: God had de maatschappelijke verdeling zo gewild. En ieder mens voelde zich nuttig in de rol die God himself voor hem had uitgedacht.
Door het invoeren van gelijke kansen is het duidelijk dat iemands sociale positie afhangt van zijn of haar persoonlijke kwaliteiten. Rijke mensen zijn niet alleen welgestelder, ze zijn waarschijnlijk ook beter! Armen worden niet meer omschreven als onfortuinlijk, maar als mislukt. Men spiegelt de mensen voor dat als je maar hard genoeg je best doet, je kan bereiken wat je wilt. En lukt het niet, dan heb je niet genoeg geprobeerd. Eigen schuld, dikke bult. En dat principe geldt dus ook wanneer we erin zouden slagen om gelijke kansen te creëren en dus tot een echte meritocratie te komen: er zou dan nog steeds een probleem zijn met de identiteitsvorming. Er is dus ook een keerzijde aan gelijke kansen en een echte meritocratie.
Dus de kritiek dat enkel een schijnbare of neoliberale meritocratie het individu op zijn of haar verantwoordelijkheid wijst voor succes of mislukking is niet correct. Ook indien de meritocratie wel goed werkt, heb je dat effect. Zo zullen bijvoorbeeld de collegas van de ambitieuze en hardwerkende Verhaeghe die het niet gehaald hebben zich ook niet zo prettig gevoeld hebben. Gelijke of ongelijke kansen hebben daar weinig mee te maken: je succes of mislukking is je eigen verantwoordelijkheid. Meer nog, als je ervan overtuigd bent dat er geen gelijke kansen zijn, dan kan je de oorzaak tenminste daar nog leggen, en niet bij jezelf.
Voor Verhaeghe is de grote verantwoordelijkheid die bij het individu gelegd wordt voor zijn succes een deel van het nieuwe grote verhaal van het neoliberalisme. En dat nieuwe verhaal heeft een grote impact op de identiteitsvorming van individuen. Want, zo stelt Verhaeghe, de identiteit van het individu wordt niet enkel bepaald door de eigen genen, maar ook door de omgeving. Uiteraard zijn de genen belangrijk, maar het belang ervan wordt nu overdreven ten koste van de omgeving. Ik ben van mening dat Verhaeghe hier een belangrijk punt maakt, en één dat achteraf gezien overduidelijk is. Mensen zijn geen eilanden, dat weten we allemaal, maar dat heeft ook consequenties in de identiteitsvorming, over hoe mensen over zichzelf en anderen denken. En dat wordt te weinig erkend.
Kritiek
Het boek heeft al heel wat kritiek gekregen. Maar dat is waarschijnlijk altijd wel het lot van maatschappijkritische boeken, juist omdat maatschappijkritiek zo omvattend is en je steeds wel iets vindt dat niet klopt. Zo krijgt Paul Verhaeghe kritiek wegens zijn psychoanalytische achtergrond, die niet wetenschappelijk zou zijn. Zelf ben ik ook zeer sceptisch tegenover de verdiensten van de psychoanalyse en de delen over Lacan en Freud in het boek heb ik dan ook met weinig enthousiasme gelezen. Maar die stukken vormen, denk ik, niet het fundament van zijn betoog: als je die weglaat, blijft het boek overeind.
Een andere kritiek die moeilijker te weerleggen is, is het feit dat Verhaeghe onze maatschappij neoliberaal noemt. Critici wijzen op het feit dat in België het overheidsbeslag meer dan 50% van het BBP bedraagt. Verhaeghe kan makkelijk opwerpen dat het neoliberale verhaal ook in de overheid doordrongen is (bijvoorbeeld in het onderwijs), maar het neoliberalisme streeft ook naar zo min mogelijk overheid en daar staan we toch mijlenver vandaan. Zo zijn de sociale uitgaven in België de laatste tien jaar toegenomen en is België één van de meest herverdelende landen. Ook zijn verwijzing naar de ongelijkheid in de maatschappij die meer psychische stoornissen zou veroorzaken is niet onmiddellijk hard te maken voor België: uit cijfers(jawel) van de Oeso blijkt dat de inkomensongelijkheid in België niet is toegenomen. België is daarmee wel één van de uitzonderingen.
Ondanks deze kritiek is het boek belangrijk voor de maatschappijkritiek die het uit, vooral dan op het feit dat onze maatschappij als een meritocratie bekeken wordt waarin succesvolle en niet-succesvolle mensen het helemaal aan zichzelf te danken hebben. En Verhaeghe verwoordt die maatschappijkritiek op een genuanceerde manier, waarbij hij de individuele verantwoordelijkheid niet onder de mat veegt. Bovendien is de link die hij aanhaalt tussen de huidige maatschappijvisie, die hij neoliberaal noemt, en de identiteitsvorming van individuen logisch en onderbelicht.
Recensie door Andreas Tirez
Paul Verhaeghe is te gast op de tweede editie van Het Betere Boek. Om 12 uur wordt hij geïnterviewd door Andreas Tirez in het Liberaal Archief, Kramersplein 23 te Gent.
Categorie:ONDERWERPEN Tags:recensie, paul verhaeghe
Lezingen in Gent
Info van Liberales
Donderdag 18 oktober 2012 Eerste John Rawlslezing met Jan Terlouw.
Liberales organiseert op donderdag 18 oktober om 20u de eerste John
Rawls-lezing, met als spreker de Nederlandse oud-politicus en schrijver Jan
Terlouw. In navolging van de vijf succesvolle Karl Popper-lezingen van de
afgelopen vijf jaren, organiseert Liberales dit jaar de eerste John
Rawls-lezing. John Rawls (1921-2002) is de meest invloedrijke politieke filosoof
van de afgelopen 100 jaar. In 1971 publiceerde hij zijn magnum opus 'A Theory of
Justice' waarin hij tracht na te gaan volgens welke regels een rec htvaardige
maatschappij moet georganiseerd worden. Met dit werk zorgde hij voor een cesuur:
als je over rechtvaardigheid wil praten, dan moet je ook over 'A Theory of
Justice' praten. Al was het maar om aan te geven waarom je het er niet mee eens
bent. Liberales zal verder gaan in de traditie van de Karl Popper-lezingen en
jaarlijks een lezing organiseren om het gedachtegoed van John Rawls te promoten
en uit te leggen. De eerste lezing wordt gegeven door Jan Terlouw. Terlouw is
niet enkel een gekende schrijver van jeugdboeken zoals De Koning van Katoren,
maar heeft ook een rijkgevulde politieke carrière achter de rug voor de
sociaal-liberale partij D66, onder meer als minister van Economische Zaken en
als vice-premier. De lezing wordt ingeleid door Dirk Verhofstadt, kernlid van
Liberales. De lezing vindt plaats in het Liberaal Archief, Kramersplein 23 te
Gent. Na afloop wordt u een gratis receptie aangeboden. Inkom is gratis, maar
inschrijven
via deze link. Voor meer info: mailto:info@liberales.be.
Zaterdag
17 november 2012 Studiedag 'Demografie en humanistische waarden'
Het Fonds Lucien De Coninck, i.s.m. de Vakgroep Wijsbegeerte &
Moraalwetenschap van de Universiteit Gent en De Maakbare Mens vzw, organiseert
op zaterdag 17 november een studiedag over de problemen omtrent de
bevolkingstoename: "Demografie en humanistische waarden". Sprekers zijn Johan
Braeckman, Etienne Vermeersch, Luc Bonneux, Dirk Van Braeckel en Robert Cliquet.
Plaats: Universiteit Gent, Blandijnberg 2, auditorium C. Aanvangsuur: 14u. Einde
voorzien rond 17u.30. Gratis inkom, iedereen welkom. Voor meer info: mailto:johan.braeckman@ugent.be.
Cafégenoot Swa heeft opnieuw de moeite genomen om één en ander te noteren plus een beetje opzoekingswerk te verrichten ivm de Wet Lejeune.
Ziehier zijn verslag. Dit gaat niet over zijn of mijn mening maar een weergave van de belangrijkste tendensen uit het gesprek.
Wat alleszins achteraf, of zelfs al tijdens het gesprek, duidelijk werd is dat ik de verkeerde invalshoek gekozen had om te wijzen op het verschil in reactie ( volgens mij ) op die vrijlating tussen "het volk" en " de mensen" enerzijds en anderzijds een groep die ik dan maar " de hoger opgeleiden " heb genoemd. Geen goed idee. Hoewel ik vooraf duidelijk had geëxpliciteerd dat die groepen zeker niet homogeen zouden zijn was het snel duidelijk dat aan woorden veel te veel connotaties kleefden die de zaak vertroebelden. Mijn schuld.
Dat neemt natuurlijk niet weg dat je toch een systeem zult moeten vinden om over groepen te spreken. Als ik wil beweren dat de mensen met de blauwe huidskleur meer broccoli eten dat die met de groene huidskleur, dan wordt een gesprek moeilijk als er werkelijk iedere keer iemand komt melden dat er enkele groene mensen zijn die echt wel heeel veel broccoli eten. Een probleem waar we vaak mee geconfronteerd worden.
Groeten,
Max
VERSLAG VAN DE DIALOOG
OP 25 SEPT. 2012
Onderwerp :
Voorwaardelijke invrijheidstelling, naar aanleiding van de beslissing
in de zaak
Michelle Martin .
Aanzet: De
doorverwijzing van Martin naar het klooster in Malonne ,veroorzaakt twee
tegengestelde meningen, uitgaande van:
1 voor de hoog opgeleiden : De opname op
basis van de wetgeving is terecht.
2
Het volk : uit zich in termen van schandaal ,onaanvaardbaar en dit
op een
eerder agressieve wijze.
Tussen komsten van de
deelnemers :
-Is er TEGEN de opname bij de Arme Klaren een
politiek draagvlak, of gaat het
hier om een overdreven uit de hand gelopen
manifestatie van enkele agressieve
groepen ?
-
Hoog
opgeleiden hebben niet noodzakelijk een betere kijk op de samenleving dan
de doorsnee burgers.
Verschillende
deelnemers gaan niet akkoord met de opdeling hoog geschoolden versus
het volk.
-Het volk kan begrepen worden als een
ongunstig aanduidend woord; een
pejoratief..
-Wat wel een onderscheid kan zijn , dat de
intellectueel zich meer zal
houden aan het rationele denken, daar
waar voor de rest van de bevolking
de emoties meer bepalend zullen zijn bij
hun besluitvorming. Dat betekent
voor de eerste groep, aanvaarding van de
wet , voor de andere groep zal de wet
eerder vanuit een emotioneel aanvoelen betwist
worden.
-
Maar zelfs die opdeling is niet zo vanzelfsprekend ,men mag het besef van de
realiteit
niet uit het oog verliezen : de
gevangenissen zitten overvol, de wet komt eigenlijk
tegemoet aan een eerder uitzichtloze
situatie.
-De media zijn soms een factor van
manipulatie wat de emoties betreft, opletten is
de boodschap.
- We moeten onze eigen
verantwoordelijkheid opnemen bij de beoordeling van zulke
gevallen, dan kan het niet zover komen.
-Het mag geen kwestie worden van
meerderheid tegen minderheid, er is toch
een
hoger moreel begrip voor de tweede
kansvan een veroordeelde, weliswaar in
weloverwogen omstandigheden en met de
nodige voorwaarden.
- De politiekers blijven in gebreke wat
betreft informatie over de wijzigingen in de
rechtspraak ten overstaan van de
bevolking.
-Politieke programmas zijn zelden gefocust
op strafrecht en gevangeniswezen.
-In Noorwegen is met de zaak Breyvik, nog maar
eens de tegenstrijdigheid tussen
groepen psychiaters aangetoond, wat ook
hier in België parten kan spelen.
Ter afsluiting gaat de
groep akkoord met enkele standpunten :
-Het politieke establishment dient
rekening te houden met signalen vanuit de
bevolking in verband met vervroegde
vrijlating.
-Vernieuwing en uitbreiding van de strafwet
is maar mogelijk in een systeem
waar men ook rekening wil houden met de
verschillende groepen in de
samenleving
- Er is nood aan een gezamenlijke
reflectie in verband met normen en waarden
Door
Spinoza's lens Macht, meditatie, manifestatie, evolutie en seksualiteit
Filosofe
Tinneke Beeckman schreef met Door Spinoza's lens een praktische handleiding om
met Spinoza naar de wereld van vandaag te kijken. Ze werkte zes perspectieven
uit. Daarin behandelt ze zowel persoonlijke onderwerpen als maatschappelijk
relevante vraagstukken: Hoe dacht Spinoza over seksualiteit, begeerte, passies?
Hoe sluit Spinozas filosofie van lichaam en geest aan bij hedendaagse ideeën
over meditatie en mindfulness? Wat betekent zijn naturalisme ten opzichte van
Darwins evolutietheorie? Ook
politieke themas komen aan bod. Spinoza was een verdediger van democratie, maar
stond aarzelend tegenover volksopstanden. Wat leert zijn theorie voor
hedendaagse protestbewegingen? Hoe kan een volk overgaan van dictatuur of
tirannie naar een vrije republiek? Spinoza was een uitgesproken voorstander van
een vrijheid van denken (van filosoferen). Welke lessen kunnen we er vandaag uit
trekken voor de relatie tussen Kerk en Staat, geloof en politiek, mogelijke
censuur en vrije meningsuiting?
Op donderdag
11 oktober om 19.30
uur stellen
wij het boek Door
Spinoza's lensvoor
aan pers en genodigden. Plaats van afspraak is boekhandel De
Groene Waterman,
Wolstraat 7, 2000 Antwerpen.
Ludo
Abicht leidt het boek kort in en interviewt aansluitend de auteur
Tinneke Beeckman. Na afloop krijgt het publiek de mogelijkheid om vragen
te stellen.
Wij
hopen ook u en uw partner die avond te mogen begroeten. Om praktische redenen
vragen wij vriendelijk om uw komst te bevestigen bij Lut Lambert op het
e-mailadreslut.lambert@pelckmans.be.
Uitgeverij
Pelckmans & De Groene Waterman
het boek: 21,50 Euro - 19,35
Euro voor aandeelhouders Pelckmans - zachte kaft - 232 blzn. - bestellen
Dit najaar start UCSIA met een nieuwe lezingenreeks over
Genomica en Maatschappijmet
bijdragen van Christine Van Broeckhoven, Trudo Lemmens, Robert Cliquet,
Esther van Zimmeren en Willem Lemmens.
Ondanks de ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek
zijn maar weinig mensen op de hoogte van de resultaten en de betekenis voor mens
en maatschappij. De lezingenreeks vertrekt van de vraag wat deze recente
wetenschappelijke kennis betekent binnen verschillende maatschappelijke
domeinen. Wat zijn de uitdagingen, de onderzoeks- en beleidslacunes waarmee
verschillende maatschappelijke domeinen te maken hebben met betrekking tot het
voortschrijdende onderzoek in genomica?
De lezingenreeks bestaat uit
vijf publieke avondlezingen:
·
Menselijke genoom en
identiteit Willem Lemmens
(Universiteit
Antwerpen) en Kris
Dierickx (KU
Leuven) op dinsdag 4 december 2012
Na de lezing volgt er een discussie tussen de gastpanelleden en
de hoofdspreker, gevolgd door publieksvragen.
De lezingen gaan telkens door van 19.30 uur tot 21.30
uur in Aula C.003 op de Stadscampus van de Universiteit Antwerpen
(Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen). Deelname is gratis, maar vergeet niet om
vooraf online te
reserveren.