Beste filokes,
Op dinsdag 26/3 zetten we onze tanden in een echt
filosofisch onderwerp: de ontologie van de mens. Amai, als dat maar goed
komt ?!
Logos = woord of leer en ontos = van het
zijnde. Aristoteles (384-322 v.Chr. ) schreef als eerste zin in het
boek Gamma van zijn metafysica: Er is een weten dat het zijnde als zijnde
onderzoekt. Als jet woord gaat opzoeken zal je zoals gewoonlijk merken dat het
woord in de loop van de geschiedenis weer een aantal nuanceverschillen heeft
opgelopen en bij verschillende auteurs soms andere dingen betekent. Maar,
ne compliquons pas les choses, laten wij het er maar op houden dat we ons gaan
bezighouden met de vraag: Wat IS de mens? Dat zal al ruim ingewikkeld genoeg
zijn, want probeer het maar, simpel is het niet. Diezelfde Aristo had o.a. over
een zoön politicon, vrij vertaald, een sociaal levend wezen. Maar wolven zijn
ook sociale dieren. Dus daar schieten we niet veel mee op.
Zeer vaak probeert men de mens te definiëren in vergelijking
met dieren, maar dan moet je regelmatig je definitie bijsturen want
steeds vaker ontdekt de wetenschap dat dieren minstens over een soort
proto-vorm beschikken van de eigenschap waar wij dan zo fier over zijn.
Je leest dan: de mens is het enige dier dat
b.v. taal bezit. Quod non,
natuurlijk. Nadien, het enige dier dat werktuigen gebruikt
Ook niet waar
natuurlijk. Enz
Toen dacht men - en zeer veel mensen zullen dat tot op
heden nog vinden - dat de mens het enige wezen was dat over een
moraal beschikte. Valt ook niet vol te houden. Bij sommige hogere dieren die
sociaal leven is een soort proto-moraal vastgesteld. Niet in onze cultureel
ontwikkelde vorm met afgesproken spelregels natuurlijk, maar toch met duidelijk
gevoel voor wat wel en niet als rechtvaardig wordt ervaren bij het samenwerken.
Er is dus blijkbaar voor allerlei eigenschappen en
bekwaamheden een continuüm van dier tot mens wat het moeilijk maakt om op
die manier een duidelijke scheidslijn te trekken die het mogelijk maakt om te
zeggen: dit is een mens en dit is een dier. In puur abstracte principiële zin
natuurlijk. Niemand doet moeilijk over het feit dat een goudvis iets anders is
dan een mensAlhoewel? Wij mogen geen mensen eten, maar wel dieren. Is dat
zo? Wel runderen, maar geen honden en poezen? En hoe zit het dan met paarden? .
Is het überhaupt wel mogelijk om op een continuüm een scheidslijn te trekken? Toch
moeten we dat vaak doen in het leven, telkens we ons een oordeel proberen te
vormen.
En dan hebben we het nog niet over een nog veel heikeler
thema. Vanaf wanneer is een blastocyst ( een bevruchte eicel ) een
mens? Bij 16 of 32 cellen? Na X weken of Y maanden? En waarom dan?
Of onmiddellijk bij de bevruchting? En waarom dan?
Je ziet, een onderwerp waar iedereen zeker een mening zal
over hebben, maar je weet dat ik - slecht karakter - zal klaar
zitten met één zeer eenvoudige vraag: Waarom is dat zo?
Werk aan de winkel voor onze grijze cellen. Tot dinsdag 26/3
Max
17-03-2013 om 12:14
geschreven door elcker-ik centrum 
Categorie:ONDERWERPEN
Tags:voorzet
|