Tijdens mijn studie psychiatrische
verpleegkunde las ik in een boek een hoofdstuk over dissociatie. En daar
herkende ik mijzelf helemaal in. Maar toen ik dat besprak met dr De Volder zei
ze dat ik geen dissociatie heb, maar een zeer sterke derealisatie en
depersonalisatie. Maar in het boek waren dat net de symptomen van dissociatie.
Ook een psycholoog zei dat hij bij dissociatie aan iets anders denkt. Maar in
de reeks over kindermishandeling die ik nu gezien heb worden mijn symptomen
door twee professors toch dissociatie genoemd. Ik heb het altijd geweten. Ik
heb op internet informatie gezocht over de gevolgen van seksueel misbruik en
daar herken ik mijzelf ook helemaal in. En nu lees ik het boek van een van de
professors. Ik leer daar ook veel uit. Ik wist al lang dat mijn slapeloosheid
een symptoom is van PTSS. Maar nu lees ik dat het ook kan gaan over te veel
slapen, of op ongepaste tijden. En daar heb ik ook jaren last van gehad. En
somatiseren, te veel alcohol drinken, depressie en zoveel meer. Ik herken
opnieuw alle symptomen. Ik ben erg teleurgesteld dat mensen zoals dr De Volder
dat niet gewoon hebben toegegeven. Ik zie ook dat getraumatiseerde kinderen
soms schizofreen of autistisch genoemd worden. Ik heb het allemaal meegemaakt.
Het is opnieuw zo duidelijk voor mij dat PTSS mijn diagnose is en niets anders.
Ik zie hoe zwaar beschadigd ik ben. Maar ik weet ondertussen ook dat een trauma
zoals het mijne zeer moeilijk te behandelen is en meestal niet geneest. Ik heb
dat min of meer aanvaard en probeer op mijn manier iets moois van mijn leven te
maken.
|