Wat willen ze toch gaan doen in Brazilië? Ze kunnen nog niet van Wales winnen! Dat was wat ik enkele doorwinterde stamgasten hoorde uitkramen na de wedstrijd van afgelopen dinsdag, weliswaar in ons lokaal dialect. Klopt, het nietige schapenland moest in principe altijd gestroopt worden, zeker in eigen huis én voor 48000 uitgekookte toeschouwers. Op de koop toe was sterspeler Gareth Bale er niet bij wegens een rugblessure. Wat wil je, als je 100 miljoen kost? Een mens zou voor minder last krijgen van zijn rug met zoveel druk.
Eens te meer bekende Jan Modaal kleur. En dat was niet het rood van de Rode Duivels, nee, dat was het gitzwart dat ons, Belgen, zo kenmerkt. Midden in de euforie teruggrijpen naar het aloude negativisme, omdat onze voetballers slechts gelijkspeelden tegen Wales. Diezelfde caféhabitués vierden vier dagen eerder nog de kwalificatie, met een iets te krap rood shirt dat hun bierbuik lichtjes ontblootte, en riepen uit dat we wereldkampioen konden, nee gingen worden. Die ommezwaai kan verschillende oorzaken kennen. Alles went: zeker luxe en succes. Als je dan eens een tegenslag kent, wordt dat al gauw uitvergroot. Het kan ook zijn dat de bewuste heren weinig kaas van voetbal hebben gegeten. Dat ze zich lieten meedrijven op het nationale enthousiasme en de publieke opinie gewoon kopieerden. Even verder nadenken over het feit dat de spelers een terecht feestje gebouwd hadden na Zagreb, en dat ze zich niet meer 100% konden opladen (zoek op: decompressie), was misschien net dat tikkeltje te veel gevraagd. Of het kon natuurlijk gewoon de schuld zijn van de alcohol, dat een mens al eens kan laten doemdenken bij overmatig gebruik ervan.
Ons klein land is op dit moment, al blijft het relatief, het vijfde (!) beste voetballand ter wereld. Onze Jongens spelen bij Europese topclubs en vormen een hechte groep. Gelukkig predikt Wilmots realisme onder het motto: wie hoog klimt, kan laag vallen. Stel je maar eens voor dat Witsel en co volgende zomer in de eerste ronde sneuvelen. Dan wordt ons land nog kleiner. De NV-Aers zullen het graag horen
Over kleine landen gesproken: IJsland. 325000 inwoners, 90 profvoetballers over heel Europa, maar wel geplaatst voor de barrages en dus nog volop in de running voor een WK-ticket. Wat zou dat daar teweeg brengen in het hoge noorden als hun helden Brazilië halen? Of andersom: nu ze zover zijn en het toch nog misloopt? Hopelijk zijn daar geen cafés
Facebook. Zegen of vloek in onze maatschappij? Miljoenen leden, maar als je vraagt aan iemand of hij/zij Facebookactief is, luidt het antwoord meer dan eens: Ja, ik heb dat wel, maar ik zit er eigenlijk nooit op. Jaja, zal wel. Waarschijnlijk heb je dan te maken met een snuffelaar. Hierover lees je later meer. Over Facebook valt wel wat te vertellen, dat ga ik niet doen. Ik ga er wel wat over typen. Dat doe ik vanuit mijn eigen virtuele beleefwereld. Jezelf herkennen, je aangesproken voelen, het kan, beste Facebookvriend.
Het leuke aan Facebook is dat je altijd mee bent met wat er in je vriendenkring, en bij uitbreiding zeer ruime kennissenkring, gebeurt. Een oude klasgenoot uit de lagere school is net voor de eerste keer papa geworden, een koppel dat je op vakantie leerde kennen is 3 maanden later alweer op vakantie (hoe doen ze het toch?), een ex-vriendin heeft een huis gekocht met haar vriend (ocharme hij ) of de vrouw van een collega heeft net een volle wasmand gestreken en gaat nu lekker koken. Mmmmm! Over dat laatste: wat is in godsnaam de toegevoegde waarde? Fotos van een baby, een avontuurlijke reis of een huis, fijn, zolang het er geen 261 zijn, maar hoeven mensen te weten dat je net een boterham met choco nuttigde of dat je een serieus katerke hebt na die nacht van gisteren? Nog dramatischer zijn diegenen die werkelijk kicken op reacties. Dan dienen we een onderscheid te maken tussen pubers en volwassenen. Van die eerste groep valt het aan te nemen. Wij zijn, weliswaar zonder internet, ook jong geweest. Maar 30-plussers die enkel een droevige smiley posten, godverdomme uitschreeuwen of de simpele vraag waarom? stellen, moeten ofwel professionele hulp zoeken ofwel elektriciteit op hun toetsenbord zetten. Erger wordt het wanneer ze dan nog eens antwoorden met ik zal het je nog wel eens uitleggen of miserie miserie, als iemand het er dan toch op waagt om de vraag oei, wat scheelt er? te stellen. Het spreekwoordelijke wie A zegt, is deze mensen even vreemd als de aan Marina Wally gestelde vraag: Wat is de hoofdstad van Eritrea?
Zelf behoor ik tot de snuffelaars. Deze groep opent Facebook minstens 1 keer per dag en grasduint in het leven van zijn/haar cybervrienden: op het toilet of tijdens de pauze op het werk, even scrollen en je weet weer wat er leeft. Nog snel even die foto van een ex-voetbalploegmaat vind-ik-leuken, om toch maar te laten zien dat we nog steeds vrienden zijn en ik hem niet ben vergeten na al die jaren. Dat was ik eigenlijk wel, maar gelukkig was er die foto.
Godzijdank bestaan er ook echte vrienden. Wat ik ook doe, ze vinden altijd alles leuk. Ik noem ze mijn likersclub: 7 leden rijk, op zn minst. Die genante foto, waarop ik net dat glaasje teveel ophad en ongewild in werd getagd, of dat bericht waarin ik aangaf dat ik verhuisd ben: ze zijn er stee-vast! Als ik ooit autopech heb in Parijs, bel ik hen op.
Oh ja, vergelijk jezelf nu niet met Marina Wally omdat je de hoofdstad van Eritrea niet kende. Dat wist ik zelf ook niet, maar na snel opzoekwerk blijkt het om Asmara te gaan. Alsjeblieft, je bent weer een weetje rijker. Ondertussen slaat de klok 1u40. Nog snel even Facebook checken en dan bedje in.
België sportland. Na de successen van de Red Panthers, Red Dragons, Yellow Tigers, Belgian Lions, en de Red Lions hebben nu ook de Rode Duivels ons land nog meer op de wereldkaart gezet door zich te plaatsen voor het WK in Brazilië. In navolging van hun mannelijke collegas hebben de dames op noppen zichzelf omgedoopt tot Red Flames. Allemaal heel leuk en trendy en het zal de tegenstanders zeker de nodige angst inboezemen, maar elk voordeel heb zijn nadeel, waren de wijze woorden van Johan Cruyff, en dat klopt! Geen hond die nog weet wie welke sport beoefent. Een voorbeeld: De Red Dragons wonnen hun partij van Bulgarije. Minstens 67% van de bevolking gaat in zijn hoofd het rijtje af: Red Dragons, Red Dragons voetbal niet, dat zijn de Rode Duivels, hockey ook niet want dat waren de Red Lions, geloof ik. Euhm, basketbal misschien? Of volleybal? Jaja, het zijn de volleyballers! Of de volleybalsters? Ach ja, ze hebben gewonnen
Groot was dan ook mijn verbazing toen Radio 1, toch een gerenommeerde zender, zich liet verleiden tot een zoektocht voor een bijnaam voor onze nationale wielerploeg. Gezien de helft van de kleuren en dieren reeds waren opgebruikt en de keuzemogelijkheden dus beperkt waren, kwamen de stemmende luisteraars uit op de Blue Birds. Ieder zijn mening natuurlijk. Ene Johan Museeuw uit Gistel kwam zelfs met een zo mogelijk nog lachwekkender alternatief op de proppen: de Blue Wasps (de blauwe wespen). Hoe komt ie erbij?
Het moge duidelijk zijn dat onze nationale sportploegen naam en faam maken op EKs en WKs, maar ook in de individuele sporten doen wet uitstekend. Na het post-Clijsters- en Henintijdperk was er de angst voor het zwarte gat, maar datzelfde gat werd al zwemmend, fietsend, schaatsend, karabijnschietend (liggend dan nog wel!), of rolstoelrijdend opgevuld. Misschien is dat deels de verdienste van Evy Gruyaert. Hendrik Conscience leerde ons lezen, Evy leerde ons sporten. Bedankt Evy! Goedele Liekens sprong mee in de dans en doet de Belgische medaillekansen op de Olympische Spelen van 2028 nog meer stijgen met haar boek Start to Sex. Meer sex leidt tot meer geboortes, meer geboortes leiden tot meer potentiële, talentvolle sporters. En tot overbevolking en (nog) duurdere woningprijzen. Elk voordeel heb zijn nadeel