Een visie op het verleden is een afdruk van het heden en een blauwdruk van de toekomst. Macroverschuivingen en -gebeurtenissen keren steeds weer terug. Steeds in verschillende context, met andere hoofdrolspelers en op een verschillende manier, maar de essentie en de grote lijnen blijven steeds terugkomen. Dat moet ook Nicollò Machiavelli gedacht hebben toen hij in de 16e eeuw zijn discorsi schreef. Dit boek is namelijk geheel opgebouwd rond het werk van historicus Titus Livius, die op een wel zeer uitvoerige wijze zon anderhalf millennium eerder, zeven en een halve eeuw Romeinse geschiedenis had beschreven. Over de geschiedenis schreef Machiavelli overigens nog het volgende:
Wijze mensen plegen te zeggen, en niet zonder reden en niet ten onrechte, dat wie weten wil wat gebeuren gaat, kijken moet wat geweest is: want alle dingen die wanneer ook gebeuren in de wereld, hebben een parallel in de oude tijden.
De verklaring die na dit citaat te lezen valt, loopt gelijk met de mijne. Ik ben er namelijk van overtuigd dat de voortgang van de geschiedenis de resultante is van interacties tussen verschillende samenlevingen. Op hun beurt zijn deze samenlevingen de uitkomst van interacties op menselijk vlak en menselijk handelen. Omgekeerd worden ook deze sociale interacties en menselijke handelingen beïnvloed door de samenleving waarbinnen ze tot stand komen. Hier kunnen we dus spreken van een wederzijdse interdependentie. Dit laatste is echter een sociologische kwestie die hier op dit moment niet aan de orde is. Hetgeen hier onthouden moet worden, is dat een samenleving, a fortiori de geschiedenis, wordt gecreëerd door handelingen van de mens. Ook Marx zag het zo ongeveer:
Men make their own history, but not of their own free will; not under circumstances they themselves have chosen but under the given and inherited circumstances with which they are directly confronted.
Marx stelt dus dat de mensen de geschiedenis maken, maar dit niet bewust op een bepaalde manier kunnen doen. Dit maken van de geschiedenis gebeurt echter steeds in reactie op de zich voordoende omstandigheden en worden erdoor beïnvloed. Hierin volg ik hem en ik voeg er nog aan toe dat deze reacties op de omstandigheden vertrekken vanuit een bepaalde interne motivatie. Een drijfveer die haast inherent is aan de menselijke natuur en quasi universeel doorheen tijd en ruimte. Dit beseffende, is het haast de evidentie zelf dat wat was, is en zal zijn. Want ook de omstandigheden zijn kinderen van menselijk handelen. Zo blijft de draaischijf doordraaien en wordt de geschiedenis een haast voorspelbaar verhaal. De enige reden waarom ze dit niet is, is omdat we nooit alwetend zijn over de omstandigheden. We weten nooit exact hoe bepaalde situaties worden geïnterpreteerd door de meerderheid en in hoeverre deze hun aanzetten tot handelen. We weten wel dat als ze handelen ze het voornamelijk uit een inherent menselijke motivatie doen. Hoewel dit, de menselijke natuur, een zeer gecontesteerd concept is, ben ik toch geneigd om het te gebruiken. Het moet hierbij ook duidelijk zijn dat ik het niet gebruik in contradictie met een dierlijke natuur. Het is louter een vormelijke formulering om de drijfveren als eigenbelang, overtuiging, hebzucht, altruïsme enz., aan te duiden.
Echter, omdat we niet in staat zijn om de exacte omstandigheden te doorgronden is het ook onmogelijk om exacte evoluties te voorspellen. Wanneer ik dus spreek over steeds terugkerende gebeurtenissen, heb ik het niet over specifieke gebeurtenissen als bepaalde oorlogen of economische crisissen. De termen macroverschuivingen en gebeurtenissen, zijn reeds gevallen. Hiermee bedoel ik ondermeer machtsverschuivingen en veranderingen van paradigma. Zeg maar de manier waarop men naar de samenleving, bij uitbreiding de wereld, kijkt. Het is te vergelijken met de machtsverschuivingen die Marx beschreef of de paradigmaverschuiving tengevolge van de financiële crisis in de jaren dertig (met de intrede van Keynes en het sociale beleid).
De essentie van de theorie is dus dat we kunnen leren uit het verleden en dat wat er in het verleden gebeurt is, in essentie ook nu terug zal/kan gebeuren. Na deze vaststelling kunnen we niet anders dan te gaan kijken hoe de geschiedenis zijn weg gaat, hoe dit zich in de toekomst zal uitdrukken en, het belangrijkste, hoe we er op moeten reageren.
Het toeval wil nu dat we net op zon punt gekomen zijn waarop een paradigmaverschuiving kan plaats vinden. Het neoliberalisme heeft gefaald en dat wordt nu meer en meer duidelijk. Ik haalde het al aan in men eerste artikel hier: Goodbye Smith!. Dat was ver voor het hoogtepunt van de huidige, grote financiële crisis. Nu geldt deze uitspraak dus dubbel zo hard. Vandaar dat het nu het moment is voor de sociaaldemocratische partijen om hun rug te rechten en op de proppen te komen met een hernieuwd economisch systeem. Met de Europese verkiezingen voor de deur, is dit het uitgelezen moment. We mogen niet werkloos toekijken terwijl voormalige ultraliberalen zich tijdelijk omvormen tot volleerde etatisten (cf. Dedecker), om dan wanneer het weer rustig is op de markten opnieuw de giftige dogmas na te streven.
We zitten op een duidelijk kantelmoment en het is belangrijk dat links zich groepeert om het naar links te doen kantelen en een rechtvaardigere economische ordening te realiseren. Net zoals dit het geval was in de lange nasleep van de financiële crisis in de jaren dertig.
17-11-2008 om 22:47
geschreven door Renmans Dimitri 
|