Een basisinstrument van de sociaaldemocratie om de maatschappij vorm te geven, is de positieve discriminatie. Onder positieve discriminatie verstaan we een verschillende behandeling gebaseerd op objectieve feiten die tot doel heeft een in het verleden opgelopen ongelijkheid ten aanzien van een groep ongedaan te maken.
Groepen die vaak positief gediscrimineerd moeten worden zijn bijvoorbeeld allochtonen, vrouwen of gehandicapten. Kritiek op deze rechtvaardigheidstechniek komt vaak vanuit rechtse hoek. Al is hun kritiek vaak zeer selectief en bekritiseren ze enkel positieve discriminatie jegens allochtonen. Dit was duidelijk te zien toen in het Vlaams parlement een maatregel werd besproken waardoor de eerder aangehaalde groepen twee weken eerder een nieuwe vacature toegestuurd zouden krijgen. Vanaf het spreekgestoelte haalde Filip Dewinter zwaar uit naar de maatregel, maar sprak enkel over de eerste groep. Over de andere twee groepen repte hij met geen woord. Dit geeft aan dat de afwijzing van rechts van deze rechtvaardigheidstechniek enkel en alleen een uiting is van hun xenofobe afkeer van mensen met een andere origine. Hun argument is steeds dat positieve discriminatie jegens bepaalde groepen, inherent met zich meedraagt dat andere groepen negatief worden gediscrimineerd. Met als gevolg dus dat zulke maatregel niet als rechtvaardig te betitelen valt. Deze redenering is zo makkelijk te doorprikken als een ballon! Als naald zal ik een metafoor gebruiken die ik reeds eerder gebruikt heb. De metafoor weerspiegelt, naar mijn mening, perfect de situatie. Positieve discriminatie afwijzen is een hypocriete houding. Stellen dat er gelijkheid is wanneer er wettelijke maatregelen zijn getroffen nadat er een hele periode was van flagrante ongelijkheid, is een rad voor de ogen draaien van de mensen. Het is alsof (en hier komt de metafoor) men in een etappe van de Tour de France honderd renners een brommertje geeft en de andere tachtig een fiets. Waarna men na honderd kilometer vaststelt dat het toch niet zo eerlijk is en men de koplopers eveneens een fiets geeft. Onze ideologische tegenpolen zouden op dit moment stellen dat er gelijkheid is. Dit is natuurlijk een hypocriete houding, aangezien de wielrenners met een brommertje zo'n vijftig kilometer voorop liggen en bovendien nog geen enkel inspanning hebben geleverd. Stellen dat er nu gelijkheid heerst, is niet enkel onjuist, het is zelfs een flagrante leugen. Op dit moment is het de beurt aan de positieve discriminatie. Om binnen de metafoor te blijven, zou je dit kunnen zien als het voorzien van een bus die de achtergestelde fietsers terug bij de fietsers met een brommertje brengt. De bus is dus de positieve discriminatie die gebruikt wordt om een de jure gelijkheid om te zetten naar een de facto gelijkheid. Je kan het ook nog op een simpelere manier zeggen: als je de Toren van Pisa terug recht wil krijgen, dan volstaat het niet om het wegzakken te stoppen, maar dan moet je ook aan de andere kant van de toren trekken. Belangrijk bij positieve discriminatie is dat het de juiste groepen zijn die voordeel halen uit de maatregel. Daarvoor is er vooreerst een juiste analyse nodig van de situatie. Hieruit moet dan blijken wat de oorzaak is van een bepaalde negatieve discriminatie. Als de oorzaak bijvoorbeeld religie is, dan moet men het onderscheid maken op religieuze basis. Is de oorzaak echter een sociale status, dan moet dit de differentiërende factor zijn. Zo moet elke situatie dus grondig bekeken worden. Op deze manier wordt het eveneens makkelijker om een maatschappelijke basis te verwerven voor de maatregelen. Want wanneer de verkeerde groepen voorgetrokken worden en er dus geen objectieve feiten zijn die de positieve discriminatie rechtvaardigen, dan kan men inderdaad van negatieve discriminatie spreken.
Voor zover er dus een grondige analyse is geweest van de situatie waaruit is gebleken dat bepaalde factoren de oorzaak waren van negatieve discriminatie, kan men dus stellen dat positieve discriminatie op grond van deze factoren een legitiem middel is om de dragers van deze factoren te emanciperen en onze samenleving rechtvaardiger te maken. Positieve discriminatie is dus, zoals reeds eerder aangehaald, essentieel voor een sociaaldemocraat die in de maakbaarheid van de samenleving gelooft.
17-08-2008 om 20:44
geschreven door Renmans Dimitri 
|