We
zijn er, in Abel Tasman National Park. Over de rit van vandaag kunnen we kort
zijn: vertrokken om 8u in de regen onder een grijze hemel en onderweg geen
enkel stop gemaakt omdat er eigenlijk niets te zien was, ook al niet vanwege de
mist. Dan kunnen we beter wat vertellen over ons diner van gisteravond.
Ongeveer het beste wat we in N-Zeeland al voorgeschoteld kregen: verse groene
asperges als voorgerecht, een lamsbout met echte puree en broccoli als hoofdschotel
en dan nog een toetje, een rabarbertaartje voor mij en kaas voor Arie. Het
ontbijt vanmorgen was ook prima verzorgd en dat maakt ons regenachtig begin
toch een beetje goed. Ondertussen weten we ook dat de gele stekelige struiken
die we overal zien geïmporteerd werden in het verleden om gebruikt te worden
als afsluiting rondom de weiden. Zoals zoveel dingen liep dit ook uit dehand, want de vogels verspreidden de zaden
ervan en nu is het een echte plaag geworden voor de veeboeren en kunnen ze de
zaak niet meer de baas!
Het
begin van onze rit vandaag is nogal bergachtig en deze keer ontmoeten we
verscheidene camions op de weg, oa met houttransporten, die allen om ter hardst rijden. Naargelang we verder
noordwaarts gaan wordt de vallei breder, de lucht minder grijs en stopt het
zelfs even met regenen als we aan de kust in Motueka aankomen. Onderweg in Tapawera
zien we voor de eerste keer enkele hop-velden, we vermoeden voor de
plaatselijke bierindustrie. De pils is hier trouwens lekker. We komen ruim op
tijd aan in Marahau waar onze
watertaxi wacht en dat is een hele ervaring geworden! We waren de enige
passagiers en hebben ongeveer 1u10 gevaren tot Awaroa Bay. De zee was nogal
(?) woelig en de schokken die we met de boot kregen kwamen af en toe erg hard
aan; een bokkend paard is er niets bij en ik heb nooit paard gereden! Volgens
Arie zou ditniets voor Lutgarde geweest
zijn, maar we zijn heel toegekomen op ons logement en dat mag er weer zijn.
Zeker nadat we ons tot een upgrade laten verleiden maar dat kan er af na de
gemiste helivlucht. Omaan de wal te
geraken moesten we kousen en schoenen uittrekken en enkele meter door het water
waden. We worden afgehaald met een soort golfkarretje en dat is weer eens wat
anders; onze valiezen moeten we deze keer niet zelf dragen.
We
zijn slechts met 4 gasten in het hotel en hier werken ze met 14 man personeel,
we zullen dus gesoigneerd worden (hopen we).
We
zijn wel verwittigd voor de sand-flys die hier talrijk aanwezig zijn en die
bijten stiekem! (Arie weet er al alles van)
Morgen
zijn we hier ook nog een dag maar daarvoor we hebben nog geen programma
gemaakt; dat zal van de weergoden afhangen! Edwig.
Vannacht
heeft het op bepaalde momenten gestortregend, enfin zoals wij zeggen: drash
national. Ontbijten doen we vandaag niet op de kamer maar wel in het dorpje en
we zijn er de eerste klanten. We volgen terug Scenic State Highway 6 en het
regenwoud; maar links en rechts zien we alleen wat groene kleuren met daarboven
grijs en dat is het. Af en toe spotten we terug wat schapen en deze keer ook
verschillende zwarte.
De
riviertjes zijn behoorlijk gezwollen en onstuimig door de nachtelijke regenval.
We rijden door plaatsjes met namen zoals Hari Hari (tiens?), Lake Ianthe en
iets verder Pukekura. We bezoeken ook een klein museum: Bushmans Museum.
Eerst is er een DVD over het uitzetten van herten, om ze een tijd daarna af te
schieten en later nog, ze terug te vangen
omdat ze teveel schade aan de natuur toebrachten. Ze worden nu alleen nog
gekweekt door farmers en in afgesloten weiden voor hun vlees en de horens. Dan zien
we levende possums en nog wat
gereedschap allerhande. De naam museum is nogal overtrokken.
Bij
Hokitika bereiken we terug de kust en laten het woud achter ons maar de regen
blijft ons volgen. Hier bezoeken we enkele jade-shops maar voor meer shopping
is het te nat.
We
gaan ook nog even langs in Shantytown, een nagemaakt oud gouddelvers stadje
met allerlei huizen: postgebouw, station, hotel, school, jail, bank, hospitaal,
pompiers en ga zo maar door. We doen ook een ritje met een oude stoomtrein maar
het geheel geeft toch een fake indruk.
Onze
laatste stop wordt Punakaiki waar we de pancake en blowhole rotsen bezoeken,
deze keer zonder regen. Een mooie wandelweg door een prachtige natuur leidt ons
eerst naar de pancakes. Dit zijn rotsen in platte schijven op mekaar gestapeld
en in de blowholes spoelt de zee schuimend en wild onderdoor.
We
logeren vandaag in een grote, prachtige B&B met als gastheer een Z-Afrikaan
en de gastvrouw is een Schotse. Eten gaan we hier ook en we krijgen dagverse
producten voorgesteld van eigen teelt. Het klinkt vooraf al lekker!
Een
massage door de gastheer behoort ook tot de mogelijkheden.
Morgen
staat er terug een redelijk lange rit voor de boeg die we tegen 13u30 tot een
goed einde moeten brengen want dan wacht onze watertaxi in Abel Tasman
National Park. Edwig. PS de N-Zeelanders zijn WK rugby geworden afgelopen zondag!!!!
De
weergoden zijn onsvandaag niet gunstig
gezind en mijn weerbericht klopte deze keer echt niet: lage bewolking en
motregen om de dag in te zetten. Klein detail: vanmorgen hebben we ons ontbijt
zelf moeten maken. De ingrediënten werden ons wel bezorgd maar brood roosteren
en koffie zetten hebben we eigenhandig gedaan en daarna ook nog alles terug
netjes afgewassen!
Eerst
lijkt de lucht nog wat op te klaren maar dat is niet het geval en onze
heli-hike wordt gecancelled, zelfs de waterkans (wat zit er een betekenis in
dat woord!) om met een latere vlucht mee te kunnen wordt ons niet gegund.
We
besluiten om s voormiddags dan maar iets verder te gaan kijken bij de Franz-Josef
Glacier en ook deze zit in de lage wolken. Maar zie, als we na de wandeling
door de vlakke bedding aan de gletsjer komen, laat de zon zich er even op zien
en een hoekje blauwe lucht verschijnt voor korte tijd. Als we omkeren is ons moment
de gloire alweer voorbij en is alles terug egaal grijs. We denken er nog even
aan om een wandeling te maken rond Lake Matheson maar door de regen komt daar
ook niets van in huis. Dus terug naar ons motel en dit ligt vlak bij een kerkje met bijhorend kerkhof. Een mooi voorbeeld van de typische gebedsplaatsen die we hier al zagen.
Het
wordt dus een beetje een gedwongen rustdag en met morgen een lange rit door de bergen
voor de boeg is dat misschien nog niet zo slecht.
O
ja, gisteren werden we hier in een plaatselijk café in het Nederlands
aangesproken door de dienster! Bleek dat om een Zwitserse jongedame te gaan die
gedurende een achttal jaar in Gent leefde (gelokt door de liefde) en nu pas in
N-Zeeland aan de slag was. Edwig.
s
Morgens hebben we ondertussen een vaste routine: opstaan om 7u en om de beurt
gaan we als eerste douchen. Ons ontbijt volgt rond 7u45 en daarna inpakken en afrekenen.
Meestal kunnen we dan een stuk voor 9u vertrekken. Rijden doen we ook om de
beurt en vandaag is het niet anders en we hebben de zon weer als gezelschap.
Onze
route vandaag is 270km lang. Ze is ook gemakkelijk: na 14km geeft de GPS aan dat
we highway 6 pas na 255km moeten verlaten. Verloren rijden wordt dan erg
moeilijk.
Er
is weeral niet veel verkeer, uitzonderlijk zien we een moto of een eenzame
fietser en af en toe een bus of een tegenligger. Politie hebben we onderweg nog
niet gezien behalve gisteren op de feestweide in de stad, één van elk geslacht,
hij met cowboy-hoed en zij met kepie.
De
zon staat laag als we vertrekken en ze schijnt ons recht in het gezicht
gedurende de eerste km. Onze weg voert langs Lake Hawea aan de rechtse kant
en daarna terug langs Lake Wanaka aan onze linkse zijde. Alle meren zijn hier
naast behoorlijk groot ook erg diep: vanaf 150m tot meer dan 400. Het water is overal even helder
en er zit zeker vis in maar die hebben we nog niet kunnen spotten. We moeten
ook een hoop bruggen en brugjes over en de meeste hebben maar één rijstrook. Je
moet dus rekening houden met de voorrang maar dat levert geen problemen op; er
staan telkens verkeerstekens en de N-Zeelanders respecteren die ook. Er staan
ook altijd gele plaatjes: Jims Creek, Black Creek, Pita Creek enzovoort.
Zowat iedereen heeft er zijn naam mogen aan geven denk ik.
We
rijden deze keer uitsluitend door bossen, meer een soort regenwoud, met naast
allerlei bomen ook volop varens; dit is het natste gedeelte van het
zuidereiland. We zien ook bijna geen schapen of ander vee vandaag. Op sommige
plaatsen zijn de valleien erg breed en gevuld met stenen in allerlei maten en
soorten; misschien waren dit wel oude beddingen van gletsjers?
Onderweg
moeten we over de Haast Pass, maar schrik niet te erg, hij is amper 564m hoog
en we zijn er over voor we het goed beseffen.
In
Haast tanken we nog maar eens voor alle veiligheid en dit wordt de duurste
tankbeurt van de reis: 2,37$ ipv de gewone 2,10$/li!
Voor
de rest is hier buiten het Visitors Centre en een lange brug over de Haast
rivier niets speciaals te zien, behalve dat we terug aan de Tasman Zee uitgekomen
zijn en tussen de bergen hangen rondom wollige wolken die er tegenaan zitten te duwen.
Mooie
uitzichtpunten zijn er ook overal en één ervan is Knights Point vlak bij Lake
Moeraki en wat verder Ship Creek waar we eerst zandduinen terugvinden en
daarna een keienstrand met een hoop aangespoeld hout in allerlei vormen en
modellen.
Ondertussen
is het weer meer betrokken en hangen er aan onze rechtse kant overal wolken die
de bergtoppen verbergen terwijl links, onze zeezijde, de lucht nog steeds blauw
ziet.
Rond
de middag zitten er al bijna 200km op en gaan we zalm proeven in de Salmon
Farm. De zalm dartelt er rond in een aantal bassins en we hebben enkele
exemplaren van meer dan 1m lang gezien! Als attractie mag je ze ook voederen
maar wij geven onze centen liever uit aan de consumptie ervan. Edwig.
Iets
later komen we in Bruce Bay en hier wordt Labour Day gevierd met een
houthakkerswedstrijd, vooral een mannen-business, de enkele vrouw die meedoet
niet te na gesproken. Dit levert ons weeral enkele leuke plaatjes en filmpjes op.
Dan snel door naar het dorpje Fox Glacier waar we kort na 14u aankomen, ons
snel installeren om dan nog een wandeling te gaan maken naar de voet van de gletsjer.
De
weersverwachting voor morgenvoormiddag is onduidelijk en of onze heli-hike op de
gletsjer gaat lukken zullen we dan pas weten.
Arie
heeft ondertussen ook leuk nieuws gekregen uit Mexico maar dat is alleen voor
de familie bestemd!
Het
is nu 14u45 en we zitten op het terras van ons appartement met een glaasje
Sauvignon wijn en zicht op het meer, badend in de volle zon en met het
feestende stadje in de verte. Ja, deze keer zitten we in een echt appartement
met grote eet- en zitruimte inclusief TV,rondom met ramen en uitzicht op het meer, een ruime slaapkamer ook met
TV en een badkamer. Het beste wat we tot nu toe hadden; als we uit de zithoek buitenstappen
ligt het de waterrand slechts een twintigtal meter verder!
Vanmorgen
leek ons weerbericht deze keer niet te kloppen: er was zon voorspeld en de
hemel zat dicht met laaghangende wolken alom. Een verder bezoek aan Queenstown
laten we dan maar voor wat het is het stadje doet ons denken aan kustplaatsen
bij ons, genre Nieuwpoort of zo - en we
gaan op weg. Misschien nog dit, gisteravond hebben we zeer lekkere lokale vis
gegeten en ook voor de eerste keer oesters geproefd. Het heeft ons in ieder
geval uitstekend gesmaakt.
Onze
eerste halte vandaag is Arthurs Point. Een betonnen brug overspant hier een
onstuimige rivier waarop men met een jet-boat wilde tochten kan maken. Daar
hebben wij niet echt goesting voor en trouwens, het is veel te fris op dit
moment. De volgende stop is het gouddelversstadje Arrowtown. Er zijn nogal
wat oude cowboy-achtige gebouwen met allemaal winkeltjes erin maar het geheel
doet erg kitscherig aan. Wel spijtig dat er overal wagens geparkeerd staan.
Er
is wel een klein openluchtmuseum gewijd aan de Chinese gouddelvers die hier
rond 1870 toekwamen. Ze leefden in erg erbarmelijke omstandigheden en waren
hier niet echt welkom; er is niets nieuws in de wereld! De laatste die er
woonde was een winkelier-bankier en die stierf in 1925. Zijn woning zag er echt
wel een stuk groter en beter uit dan die van de rest.
Via
de Alpine Scenic Route rijden we door de wolken de bergen over (de Southern
Scenic Route stopte gisteren in Queenstown). Via een echte bergpas deze keer en
één maal aan de andere kant is de zon terug van de partij! Ons weerbericht
klopt toch!
De
vallei is erg smal en de flanken zijn begroeid met graspollen en deze keer zien
we geen schapen. Die verschijnen wel weer op het appèl als de vallei breder
wordt en ook besneeuwde bergtoppen zijn dan weer van de partij. We stoppen ook
nog eens in Cardrona dat buiten vakantiehuisjes maar enkel huizen telt en ook
een oud hotel. Voor de deur staat een antieke Chrysler en binnen is de
gouddelvers-tijd blijven stilstaan inclusief honkytonk piano en een kop van een
everzwijn boven de open haard. Gelukkig is de koffie uit een recente machine en
van uitstekende kwaliteit. Ze hebben hier een hele ruime keuze en we kiezen
steevast voor een long black: een redelijk grote tas met lekkere espresso.
Weldra
bereiken we Lake Wanaka en dat levert weeral een prachtig plaatje op. De natuur
is hier echt op zijn best, echt niet te doen, zeker onder een stralende zon en
er is geen wolkje meer aan de lucht maar de temperatuur is nog aan de frisse
kant.
Er
is een feestje aan de gang op de gemeenteweide en we gaan er een sandwich met
Whitebait proeven. Dit zijn kleine visjes, opgediend in een omelet en die dan
tussen twee boterhammen gelegd worden. Lekker, maar van de visjes zelf hebben
we niet veel geproefd. Er zijn ook enkele country muzikanten het beste van
zichzelf aan het geven en de kinderen houden een vuilnisbakkenrace. Een aantal
anderen amuseren zich met hun skate-board op de plaatselijke piste en laten diverse
kunstjes zien. Voor de rest standjes, zoals bij ons, met prullaria allerhande,
eten en natuurlijk drank en je kan er ook diverse wijnen proeven. Leuk, hebben
we dan ook weeral eens meegemaakt in N-Zeeland.
Voor
de rest maken we er een luie namiddag van, morgen wacht ons een lange rit naar
de Fox Glacier. Edwig.
Deze
morgen mochten we geen tijd verliezen; ons schip de TSS Earnslaw vertrekt om
12u stipt en we moeten bijna 180km rijden. Reeds om 8u20 zijn we op weg en het
gaat goed: de wegen zijn recht en breed genoeg om er een vlot tempo op na te
houden. We maken onderweg maar één stop aan The Wilderness Lookout' en dat
levert wat nieuwe kleuren op. De grond ziet hier licht grijsgeel van kleur en
bestaat uit een soort mos. De struiken die er verder groeien zijn meer geelgroen
en dat geeft een mooie combinatie. Zover we kunnen kijken zien we ditzelfde
landschap.
Onderweg
komen we deze keer meer verkeer tegen: vooral bussen, de ene na de andere,
allen op weg naar Te Anau en de Milford Sound.
We
zijn ondertussen de kaap van de 1.500km voorbij, in afstand is onze reis half
en in dagen ook zowat. Het is tot nu allemaal vlot verlopen, de wegen zijn goed
en vooral rustig; alleen is er regelmatig geen GSM ontvangst in de uitgestrekte
gebieden zonder bewoning. Gisteren duurde het zelfs tot meer dan halfweg, toen
we terugreden van Milford Sound naar Te Anau, eer de GPS tekenen van leven
vertoonde! De bergen en de bomen beletten klaarblijkelijk een voldoende
ontvangst. Voor de rest hebben we daar nog geen probleem mee gehad en hij heeft
zijn werk feilloos gedaan.
Het
eerste dorpje dat we doorrijden is Mossburn en dit is weeral maar een
voorschoot groot. Wel hebben we hier de eerste windmolens gezien in N-Zeeland:
een twintigtal op de bergrug aan onze rechterkant. Eergisteren zijn we ook voor de
eerste keer onder een hoogspanningslijn doorgereden. Ik weet niet of er hier
nog meer zijn.
We
rijden nog maar eens door een wisselend landschap: eerst een brede vallei met
weeral schapen, nog schapen en nog meer schapen; af en toe ook wat runderen en
soms enkele herten. Als we Kingston naderen wordt de vallei nauwer en al vlug
zien we Lake Wakatipu blinken. De weg wordt smaller en heuvelachtig en ons
tempo zakt, maar omdat we onderweg weinig uitzichtpunten aandeden komen we net
voor elven aan in Queenstown. We kunnen de auto laten staan aan ons hotel en
de boot wacht. De TSS Earnslaw is een stoomschip uit het begin van de 20ste
eeuw dat origineel gediend heeft om het vervoer te verzorgen voor de veeboeren
die rond het meer leefden. Nu is het gerestaureerd en vaart het uitsluitend met
toeristen van Queenstown naar de overkant van het meer; hier ligt Walter Peek
Station. Tijdens de tocht kan je een kijkje nemen in het binnenste van het
schip: de stokers kolen zien laden met de schop en de stoommachine zien werken
van dicht bij. Het tochtje duurt 1,5u en in de Saloon worden we vergast op
pianomuziek met leuke meezingers zoals my darling Clementine, Lilly Marleen,
Edelweiss en nog vele andere; ambiance verzekerd.
Omdat
we toch nog ruim de tijd hebben maken we nog een wandeling in Queenstown
Gardens en hier staan weeral heel hoge, mooie bomen; veel bloemen en je vindt
er ook diverse sportterreinen. We zien hier ook voor het eerst een frisbee-golf.
Vergelijkbaar met golf maar in plaats van met een stok en een balletje gooit
men met de frisbee naar een soort korf en dat in het om ter minst aantal
beurten.
Onze
accommodatie van vandaag is weeral top, zoals ze al allemaal waren. Fabienne
van Aussie-tours heeft haar best gedaan, en by-the-way dames, met onze was en
strijk is alles goed verlopen.
Het
is laat geworden vandaag. We waren vanmorgen nochtans vroeg: al om 8u30 op weg.
Eerst 120km naar Milford Sound, dan onze geplande boottocht en tot slot 120km
terug naar Te Anau. Het was al etenstijd toen we terug waren.
Nu
over onze dag. De rit is deze morgen gestart langsheen Lake Te Anau met
weeral prachtige uitzichten. Ondanks de gemengde weersvoorspelling op TV gaven
ze regen, de website op mijn pc bewolkt tot zonnig konden we weeralmet de zon
vertrekken. De vergezichten veranderden stilaan van vlakke weiden naar
heuvelachtig gebied en daarna verschenen de bossen. We hebben weeral verscheidene
uitzichtpunten aangedaan en het eerste was McKay Creek met zicht op de Eglinton
Valley. Mooi, mooi, mooi. Het volgende was Lake Mirror en de bedoeling was een weerspiegeling
te zien in het water van deomliggende besneeuwde
bergtoppen. Wat een teleurstelling; de moeite niet waard; maar toen we even
later stopten aan Lake Gunn vonden we hier wel de mirror terug. Spectaculair,
ze hadden de namen van de meren beter kunnen verwisselen.
Je
vindt hier langs de weg ook overal kampplaatsen waar je terecht kan met de tent
of de motorhome. Er is ook overal een toilet te vinden genre ToyToy en soms ook
een bbq. Het valt ons ook op hoe proper het hier allemaal is; geen afval langs
de weg en de kampplaatsen worden netjes achter gelaten. Misschien is dat in
volle seizoen een beetje moeilijker maar de Nieuw-Zeelanders zijn erg begaan
met hun milieu.
Er
is ook weinig verkeer op de weg, het grote toerisme zal pas na de
rugbykampioenschappen op gang komen en buiten enkele bussen en hier en daar een
tegenligger, rijden we hier bijna alleen rond.
Onderweg
wordt onze wagen op één van de parkings aangeslagen door een Kea (een soort papegaai
met een erg scherpe snavel). Hij begint rustig te pikken aan het rubber rondom
onze deur en het smaakt hem precies. In de handen klappen of met de deuren
slaan helpt ook al niet en meneer doet ijverig voort tot we terug vertrekken!
We zijn daartegen bijna 10cm rubber kwijt! Het heeft natuurlijk wel prachtige
plaatjes opgeleverd maar of onze verhuurder daarmee tevreden gaat zijn is een
andere vraag.
Het
ommetje via een 8km lange gravel-road naar Gunns Camp & Museum leverde
ons vooral zandvliegen op. Buiten wat speciale huisjes die door trekkers
gebruikt worden was er in het museum niet echt veel te zien. We waren er dan
ook vlug weer weg richting Homer Tunnel en deze keer via een echte bergpas. De
weg loopt hoe langer hoe meer in een smal dal en we zien bergen met
sneeuwtoppen alom. Aan de tunnel zelf is bijna 20 jaar gebouwd vanaf 1935, hij
is ongeveer 1.250m lang en bijna niet verlicht = oppassen geblazen! Aan de
andere kant kregen we wel opnieuw een spectaculair zicht voorgeschoteld en een
steile afdaling tot Milford Sound waar onze boot wacht. Milford Sound is
een lange inham in het Fiordland die het dorpje met dezelfde naam verbindt
met de Tasman Sea en het ziet er ook uit als een fjord uit Noorwegen: steile
wanden alom, overal watervalletjes en rondom besneeuwde bergtoppen. Het valt
ons wel op dat er hier weinig vogels zitten. Het feit dat er ondertussen wolken
verschenen zijn en de hemel er nogal grijs uitziet kan de pret niet drukken.
Het waait ook fameus op sommige plaatsen en we blijven niet lang op het voordek
zitten. Maar niet getreurd, fotos maken en filmpjes schieten gaat ook vanaf
het achterdek. We varen rond met een behoorlijk groot schip waarop welgeteld 63
passagiers zitten! Onderweg spotten we ook nog enkele dolfijnen en op de
terugweg een troep zeehonden op een rots. Voor de rest kunnen we kort zijn: de uitzichten
zijn grandioos en we geraken er niet op uitgekeken, te veel om met woorden te
kunnen beschrijven, de fotos zullen wel spreken. Als we de Tasmanzee bereiken
keren we gelukkig om en beleven we hetzelfde maar dan in omgekeerde richting en
dat kunnen we van onze terugtocht ook zo zeggen! Onze doos met superlatieven is
een beetje uitgeput. Edwig.
Onze
route van vandaag is 200km lang en we hebben van elke km ervan genoten. Het ene
wow moment volgde op het andere. De zon is terug van de partij en dat maakt
alles nog zoveel mooier.
Voor
alle zekerheid tanken we nog in Invercargill en dan gaan we op weg. We volgen
al de hele tijd de Southern Scenic Route die loopt vanaf Dunedin tot
Queenstown en ze is uitstekend bewegwijzerd.
In
het begin is het nog frisjes en allemaal vlak terwijl we nog even de kust
volgen. Het meest zuidelijke punt zijn we gisteren al voorbij gereden: Curio
Bay maar dat hebben we niet kunnen bezoeken wegens de broedtijd en het weer
was ook navenant natuurlijk. De wegen zelf zijn nog altijd uitstekend en over
het verkeer mogen we ook niet klagen: als we om de 5km een tegenligger zien is
het veel!
De
golven zijn hier een stuk groter en er zijn ook surfers op het water in Colac
Bay, onze eerste stopplaats. Het vlakke land maakt nu stilaan plaats voor
heuvels met bossen en in de verte zien we langzaam aan bergen met witte toppen
opduiken. Af en toe zien we boeren met de quad rondrijden op hun grasvelden,
dat doen ze hier allemaal nadat ze eerst paarden en dan cross-motoren
gebruikten.
Onze
laatste stop aan de kust maken we eerder toevallig als we een wegwijzer zien
naar Cosy Nook. Het is een paar km van onze route verwijderd en we moeten een
gravel road volgen om er te geraken. Het uitzicht loont echter de moeite: grote
golven en de kust is bezaaid met grote en kleinere rotsen. Er ligt een oude
boot, redelijk onderkomen, en de huisjes die er staan lijken meer op een
vuilnisbelt dan wat anders maar zijn toch bewoond: aan één ervan is iemand
bezig met het herstellen van de leuning van de trap naar de voordeur.
Vanaf
nu rijden we pal Noord in plaats van naar het Zuiden zoals de voorbije dagen en
de weg loopt op en af met overal bossen rondom. Houttransporten kruisen onze
weg en het uitzicht lijkt een beetje op het Zwarte Woud alleen is hier alles
veel weidser. Het volgende dorpje dat we doorkruisen is Tuatapere en dit is
gekend als de Sausage Capital of New-Zealand! We zijn er niet gestopt om de
worsten te proeven, we zullen dus maar aannemen dat ze lekker zijn. Iets verder
bereiken we Clifden Suspension Bridge, een echt monument want deze hangbrug
werd gebouwd vanaf 1898. Nu ziet ze er vervallen uit en je mag er niet meer op
wegens te gevaarlijk. Ook zijn ze druk op zoek naar geld voor de restauratie
ervan. Waar hebben we dat nog gehoord?
Ondertussen
worden we langs alle kanten omringd door bergtoppen bedekt met sneeuw en deze
blinken hagelwit in de zon. Woorden schieten te kort om deze prachtige natuur
te beschrijven. Elke dag weer kijken we verwonderd en bewonderend rond naar het
steeds wisselende landschap. Defolders
over N-Zeeland hebben nog geen moment gelogen.
Vooraleer
we Lake Manapouri bereiken maken nog een kleine uitstap naar Rakati
Wetlands, een natuurgebied dat pas onlangs terug gerestaureerd werd en het
zicht op het kleine ven en het omliggende moerassige gebied is weeral om van te
snoepen.
In
Manapouri eten we snel wat in één van de twee restaurants die ze rijk zijn en
we genieten er terwijl van het panorama over het meer en de omgevende bergen.
Dan
scheiden er ons nog 20km van ons einddoel: Te Anau met een belangrijke
opdracht voor ons: zelf onze was doen! Gaat dat wel goed komen?
Speciaal naschrift voor Yvette! De N-Zeelanders eten ongeveer hetzelfde als wij. Wel vooral schapen- en lamsvlees, ook veel vis die lijkt op degene die wij kennen, runds- en varkensvlees.We hebben ook al lekkere pizza's gegeten: dun deeg en veel erop. Frites hebben ze ook maar die van ons zijn lekkerder. Ziezo, op je wenken bediend.
Over
de dag van vandaag kunnen we kort zijn: regen en wind, REGEN en WIND, REGEN
en WIND. Vannacht heeft het al de ganse nacht geregend en dat is de
ganse dag zo gebleven.
Onze
gastvrouw bezorgde ons deze morgen een rondrit met haar wagen (tevens vuilbak
dachten we) doorheen hun farm en die was behoorlijk groot en ze kweken naast
schapen ook herten.
Voor
de rest hebben we niet veel gezien. Aan Waikaka Point lag er een behoorlijk
uit de kluiten gewassen zeeleeuw op het strand maar we waaiden er bijna weg! De
Catlins zijn ook erg dun bevolkt: in het dorpje Niagara wonen netgeteld 16
inwoners en in de grote omgeving - en dat is echt groot 160 gezinnen.
GSM-ontvangst is er vrijwel nergens en het dorpje Fortune, dat wel op de kaart
is aangegeven, is maar een voorschoot groot en telde ongeveer 5 huizen!
s
Middags zijn we al in Bluff op het 'Lookout Point' en daar eten we een hapje. We hebben van achter het
trillende vensterglas een prachtig uitzicht op de zee en de zegswijze een rots
in de branding krijgt hier betekenis. Omdat het weer toch rotslecht is bezoeken we het lokale Maritiem Museum en zien een diversiteit van dingen over boten, allerlei uitrusting ervoor, info over walvisvaarders en over de Nieuw-Zeelandse Marine.
Nog
30km scheiden ons van onze eindbestemming en daarmee zit deze dag er op. Gelukkig
voorspelt het weerbericht voor morgen terug zonnig weer, we leven op hoop.