Overzichtstentoonstelling in Design Museum Gent 31 oktober 2009 - zondag 7 februari 2010 Siegfried De Buck wordt in augustus 2009 zestig jaar. Ter gelegenheid daarvan presenteert Design museum Gent een overzicht van zijn werk.
De tentoonstelling bestaat uit drie luiken. Eerst en vooral is er uiteraard een overzicht van Siegfried De Buck zijn werk als juweelontwerper en als zilversmid. Dit deel bevat juwelen en zilveren objecten uit collecties van de voorbije 38 jaar.
Een tweede luik heeft als titel 6O ring en is gegroeid vanuit twee basisideeën. Enerzijds het verhaal van de kunstenaar zelf en anderzijds het verhaal dat het sieraad krijgt eens het zijn eigen traject aflegt. De creaties van Siegfried De Buck zijn herkenbaar door zijn typische stijl, maar de drager, kijker of liefhebber vult het verhaal aan met een persoonlijke betekenis. De tentoongestelde ringen worden gebundeld in een publicatie (uitgeverij MER Luc Derycke) en er wordt ook een multiple ring uitgegeven.
Het derde luik is een hommage aan Siegfried De Buck door zijn dochter, vrienden, collegas, oud-studenten (Lieven Daenens, Koen Blanckaert, Hilde Van Der Heyden, Henk Bijl, Johan Valcke, Andre Verroken, Erno Vroonen, Klaus Baumgärtner, Didier Verriest , David Huycke, Ludovic Colpaert , Flor Peeters , Claude Wesel, Bernard François, Hans Weyers, Luc Derycke, Jan Van Lierde, Elke Peeters, Tine Vindevogel, Isolde De Buck, Chris Stockx, Koen Ver Eecke). Ieder van hen visualiseert zijn kijk op het werk van de Gentse juweelontwerper/zilversmid en Docent Sint-Lucas Antwerpen.
Siegfried De Buck, ontwerper van juwelen en gebruiksvoorwerpen, is anno 2009 één van de weinigen die met vormgeving buiten de snelheid en het economische geweld bezig is, aldus Koen van Synghel bij de uitreiking van de Henry Van De Velde Award voor de loopbaan in het voorjaar 2009.
LEUVEN - De Leuvense deken Dirk De Gendt hoopt dat er een rationeel debat komt over de toekomst van de Vlaamse kerken. Hij durft zelfs het woord 'afbraak' in de mond te nemen.
'Zie je die plaatsen waar geen stoelen staan? Daar is een stuk van het plafond naar beneden gekomen. De schuld van houtkevers.' Deken Dirk De Gendt wijst naar de gaten in het plafond van de Sint-Lambertuskerk in Heverlee. Het is een van de vele godshuizen in de Leuvense regio die hij onder zijn hoede heeft. Een bouwval is de kerk niet. De meeste kerkgangers zien wellicht alleen de planten die uit het dak groeien, de lekkende dakgoot en het stenen kruisbeeld dat enigszins scheef staat. Maar toch geeft een dossier van Monumentenwacht aan dat er honderden kleine en grote mankementen zijn aan het meer dan tweehonderd jaar oude gebouw.
'Aanvankelijk waren de totale restauratiewerken begroot op ongeveer 700.000 euro. Maar een nieuwe kostenraming leert dat het volledige herstel ergens tussen de 1,5 en de 2 miljoen euro kost. Dat is niet onlogisch. Jarenlang is in onze kerken alleen oplapwerk gebeurd en bleven structurele herstellingen uit. Daarvan dragen we nu de gevolgen.'
'Bovendien is de normgeving voor veiligheid en toegankelijkheid veel strenger geworden en slepen restauratiedossiers bij de Vlaamse overheid erg lang aan. Als een particulier een lek heeft, is dat binnen de drie dagen hersteld. In een beschermde kerk kan het water meer dan twee jaar binnenstromen.'
In principe betalen de kerkfabrieken de herstel- en restauratiekosten zelf. Maar een wet uit de tijd van Napoleon schrijft voor dat de gemeentebesturen de tekorten van de kerkfabrieken moeten dekken. Die regeling is een compensatie voor de vele kerkeigendommen die ten tijde van de Franse keizer in beslag werden genomen. In Vlaanderen gaat het jaarlijks om vele miljoen euro's per jaar. 'Het Leuvense stadsbestuur doet daar niet moeilijk over. Maar in zware economische tijden is het voor sommige gemeentebesturen niet evident.'
De Gendt vindt dat het debat over de toekomst van de kerken op een rationele manier moet gevoerd worden. 'De gsm-masten zijn een zegen voor de inkomsten van de kerkfabrieken, maar geen enkele parochiaan wil ze. Ik heb voorgesteld om een kerk vlak naast een rivier uit te rusten met een energiezuinige warmtepomp of zonnepanelen. Maar bij de ambtenaren kreeg ik te horen dat de gemeenschap toch betaalt en dat ik best alles bij het oude laat.'
Vooral sentiment staat een sereen debat in de weg. 'Bij kerken komen veel emoties kijken, vooral in de kleine dorpsgemeenschappen. Ik heb al eens voorgesteld om de Sint-Lambertuskerk af te breken en een nieuwe te laten bouwen. Een nieuwe kerk kost goed 1,3 miljoen euro. Dat is beduidend minder dan het prijskaartje van de restauratiewerken van de bestaande kerk. Maar als ik aankondig dat de kerk wordt gesloopt, zullen er minstens drie actiecomités klaarstaan, dat weet ik. Zelfs de meest ongelovige inwoner van Heverlee zal op zijn achterste poten staan.'
'De toekomst van de kerken is een van de grootste taboes. Maar niet iedere kerk is echt waardevol', zegt deken De Gendt. 'Vergeet ook niet dat er vroeger veel kerken werden afgebroken. Vóór de bestaande Sint-Lambertuskerk werd gebouwd hadden er al twee andere gestaan. Het is pas sinds de jaren zeventig dat er een obsessie is om alles te laten staan.'
Volgens Hans Geybels, de woordvoerder van kardinaal Godfried Danneels, bestaat er geen pasklare onderhoudsinventaris van de ongeveer 3.700 parochiekerken in ons land.
'Het denkproces dat niet iedere oude kerk bewaard moet blijven, is volop aan de gang. Maar naast afbreken of behouden zijn er ook tussenoplossingen, dat wil ik benadrukken. Zo kunnen in oude kerken met hoge herstelfacturen ook nieuwe gebedshoeken komen. Los van de waarde die gemeenschappen aan hun bestaande kerken hechten, vrees ik toch ook dat de bouw van nieuwe kerken terwijl andere kerken bijna leeg blijven, op erg veel kritiek binnen de samenleving zal stuiten.'
·Illustreerde 6 functies van massamedia elk met een concreet artikel uit een kwaliteitskrant. (De Morgen, De Standaard, De Tijd). Knip de artikels verzorgd uit en kleef ze op een A4 blad. Schrijf de functie van massamedia erbij.
·Zoek twee artikels waarbij de kwaliteitskrant zijn info haalde bij persagentschappen. Vermeld telkens het persagentschap en categoriseer het nieuws (nationaal, sport ) (= rubriek).
Bv. BBC, wereldagentschap, Brits, wereldnieuws verzamelen en verspreiden.
·Maak de opdracht in je cursus p 34 : Zoek vijf verschillende nieuwsbronnen.
JONGENS EN MEISJES... BESTEMMING BEKEND? BELGIË 1830-2000
03/02/2009 31/05/2009
Thuis, in de klas, op het werk... overal circuleren stereotiepe denkbeelden rond jongens en meisjes, mannen en vrouwen. Deze denkbeelden zijn niet zo natuurlijk en onveranderlijk als ze soms lijken. Ze ontstaan in een concrete historische context, verspreiden zich, zijn onderhevig aan contestatie enverandering.
De rijk geïllustreerde tentoonstelling Jongens en meisjes... bestemming bekend? toont hoe de ideeën over mannelijkheid en vrouwelijkheid in de voorbije twee eeuwen evolueerden in België. En samen met die ideeën veranderde het concrete leven van mannen en vrouwen: visies op vader- en moederschap, speelgoed en kleding, onderwijs en arbeid.
(Tentoonstelling gemaakt in samenwerking met het Archiefcentrum voor Vrouwengeschiedenis en met de steun van de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, Stad Brussel en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.)
wo 25/03/09 20:12 (UPDATE video) - In het Groeningemuseum in Brugge opent donderdag een prestigieuze tentoonstelling over Karel de Stoute. De locatie is uitstekend geschikt: niet alleen omdat het Groeninge natuurlijk de thuishaven is van heel wat Vlaamse Primitieven, ook omdat zich even verderop, in de Onze-Lieve-Vrouwekerk, het praalgraf van Karel de Stoute bevindt.
Karel de Stoute (1433-1477), een van de hertogen van Bourgondië, was een bijzonder ambitieus man.
Hij droomde van een rijk dat zich uitstrekte van de Noordzee tot de Middellandse Zee.
Het gevolg was dat hij bijna voortdurend verwikkeld was in oorlogen, tot hij op zijn 44e sneuvelde op het slagveld van Nancy.
In zijn korte leven was Karel de Stoute een van de rijkste vorsten van Europa.
De tentoonstelling in het Groeninge laat de pracht en praal zien aan de hand van de Vlaamse Primitieven uit de eigen collectie, maar ook van wandtapijten, indrukwekkende en kunstig bewerkte harnassen, sieraden en miniaturen.
Veel van de meest prestigieuze stukken komen uit de Burgunderbeute (Bourgondische buit), de kunstschat die de Bourgondische hertog kort voor zijn dood aan de Zwitsers verloor.
Voor het eerst in meer dan 500 jaar mocht de collectie Zwitserland verlaten.
*****Afgaand op de beoordeling van de krant deStandaard (21_2_2009) is deze reeks zeker het bekijken waard.
AMAZON (9/10)
Antropoloog en ontdekkingsreiziger Bruce Parry. indus
The greatest river on earth : voor de professionele tv-reiziger Bruce Parry is dat de Amazone. Parry verscheen eerder al op Canvas in Tribe, waarvoor hij naar de meest geïsoleerde stammen ter wereld trok. Zijn zesdelige reeks Amazonis gewijd aan zijn lievelingsrivier en begint bij haar bron in het Andesgebergte in Peru. Parry houdt van superlatieven en iemand zou hem eens moeten zeggen dat hij daarin soms te veel opgaat. Hij begint zijn 'epische reis' niet alleen bij het allereerste begin van de machtigste rivier ter wereld, maar ook met het meest overweldigende uitzicht dat hij ooit had, over het meest uitgestrekte regenwoud op aarde. Dat doet het ergste vermoeden: is dit zo'n reiziger die zijn omgeving platwalst met opschepperij en gejuich?
Toch niet, zo blijkt als je een eindje met hem meereist. Parry, een ex-marinier en selfmade man, heeft niet de gevatheid van zijn collega Michael Palin, en hij verhoudt zich tot de natuurelementen als een overmoedige scoutsjongen. Maar de kijk-eens-hoe-gevaarlijk scènes op hobbelige wegen en wilde rivieren blijven gelukkig in de minderheid. Uiteindelijk is het Parry vooral om ontmoetingen te doen en in zijn benadering van lokale bewoners is hij net opvallend rustig en bescheiden. Hij neemt zijn tijd om mensen te leren kennen en doet dat bij voorkeur door deel te nemen aan hun dagelijkse activiteiten. Ook de regie is op die momenten discreet en laat mensen schitteren zonder ze tot exotische clichés of curiosa te vervormen.
Zodra je Parry apprecieert zoals hij is, wordt Amazonmooi en meeslepend. De reis is fotogeniek, maar ontwijkt de problemen niet. Zo gaat de eerste aflevering grotendeels over de cocateelt die het leven in de Apurimacvallei beheerst en bedreigt.
Amazonis geen gesofisticeerd reisverslag; Parry compenseert zijn stilistische beperkingen met jongensachtig enthousiasme dat hier en daar de pan uit springt. Maar we volgen hem graag op deze reis die we zelf niet zouden kunnen maken, en die toch de mensenmaat eert. (kdo)
Researchers quizzed young people about sexual activity and music
Listening to music with degrading sexual lyrics could prompt teenagers to start having sex at an earlier age, a US study suggests.
Researchers from Pittsburgh University quizzed 711 teenagers about their sex lives and music listening habits.
They found those who regularly listened to music with explicit and aggressive sexual phrases were twice as likely to be having sex.
But experts said it was too simplistic to link music directly to behaviour.
The team classed degrading sexual lyrics as songs which described sex as a physical rather than loving act and also where it was linked to power, the American Journal of Preventative Medicine reported.
Parents should be talking to their children about sex and putting these sorts of lyrics in context
Dr Brian Primack, lead researcher
Researchers refused to name which songs would fall into the degrading category, but cited phrases such as "I'm gonna beat that pussy up" as the kind of lyrics that were being used.
They split the 13 to 18-year-olds into three groups - those who listened to such music regularly, sometimes and not often.
Regularly was classed as anything over 17.6 hours a week, whereas not often was under 2.7 hours.
They found 45% of regular listeners had had sex, compared to just 21% of infrequent listeners.
Lead researcher Dr Brian Primack said: "There certainly seems to be a link, but it is hard to say whether listening to music is directly contributing to having sex earlier.
"However, I think parents should consider this. It is tempting to say music is just 'teenage stuff'.
"I am not saying parents should try to ban such music, that is unlikely to help.
"But they should be talking to their children about sex and putting these sorts of lyrics in context."
But UK experts were sceptical about the extent of the role played by such music.
Too simplistic
A spokeswoman for Brook, the sexual health charity for young people, said: "Obviously the cultural environment plays a part, but that is not to say there is a causal link.
"It is far too simplistic to say just because someone listens to this music they have sex. There are a variety of factors that influence decisions."
And Rebecca Findlay, of the fpa, formerly the Family Planning Association, agreed that sexual behaviour "could not be put down to one factor alone".
"I think what this does show is the importance of good sex education to address these issues."
In het kader van de lessen cultuurwetenschappen, gedragswetenschappen, plastische opvoeding en economie trekken we op vrijdag 20 februari met de leerlingen van de derde Humane Wetenschappen en Economie naar Gent.
De leerlingen Humane Wetenschappen brengen een geleid bezoek aan het Designmuseum (thema : En iedereen ging op zijn mieren zitten ) en nemen deel aan een stadswandeling georganiseerd door het Vredeshuis (thema : mensenrechten).
De leerlingen Economiebezoeken eveneens het Designmuseum en gaan ook met hun vakleraar economie op stap voor een stadswandeling met als thema : "Ondernemen? Gewoon doen!"
We nemen s morgens de trein in Eeklo om 8u50. Dus alle leerlingen komen tegen kwart na 8 naar school en dan gaan we in klasverband naar het station.
Om 15u50 nemen we vanuit Gent (Dampoort)de trein terug naar Eeklo. Aankomst 16u20.
Leerlingen die niet mee terug naar Eeklo keren of die onderweg een treinhalte vroeger wensen af te stappen, hebben hiervoor een schriftelijke toestemming van de ouders nodig.
Deze toestemming hebben de leerlingen op 20 februari bij en deze wordt afgegeven aan de begeleidende leerkrachten..
De leerlingen brengen ook een lunchpakket mee. Dat wordt opgegeten in het Vredeshuis.Daar koopt iedere leerling een drankje (1euro, ter plaatse te betalen).
De prijs voor de uitstap bedraagt ongeveer 6 euro (treinrit, gids en informatiepakket). Deze prijs wordt verrekend in de schoolrekening.
Zoals je merkt, heb ik aan de rechterkolom van deze blog een item toegevoegd : snelnieuws. De eerstvolgende weken zal het de krant de Standaard zijn die hier een aantal berichten aan toevoegt. De bedoeling is dat in de loop van het schooljaar ook de VRT, de Morgen en de BBC jullie afwisselend met hun snelnieuws op de hoogte houden van de actualiteit... Op deze manier maken jullie kennis met een aantal kwaliteitsbronnen inzake actuele berichtgeving. Als er een artikel uit het lijstje van het snelnieuws je interesse wekt, kan je erop klikken en je ziet het hele artikel verschijnen... Hopelijk draagt deze item ertoe bij om jullie blik op de wereld te verruimen!
GENT - CONTROVERSIELE KUNSTENAAR MCCARTHY KRIJGT OVERZICHT IN GENT De opblaasbare ketchupfles op het dak geeft het al aan: het Smak haalde een buitenmaatse tentoonstelling in huis. De Amerikaanse kunstenaar Paul McCarthy sleept de bezoeker mee in een uitvergrote nachtmerrie.
Van onze redacteur
De inkomhal van het Smak is vertimmerd om de romp van een piratenschip binnen te loodsen. Verwacht je niet aan een spannende Disney-attractie. Op grote videoschermen spelen dertig acteurs een invasie van een denkbeeldig dorp.
Pirate party is een vunzige cocktail van plunderingen, verminkingen en verkrachtingen. Er wordt kwistig omgesprongen met ketchup en andere glijmiddelen. In het nagebouwde decor zie je nog de sporen van de wilde orgie. Rekwisieten en maskers slingeren rond op het dek van het schip.
Sterke maag
Ook voor andere installaties en video's in Head shop/ shop head moet je over een sterke maag beschikken. De Amerikaan Paul McCarthy (62), een veteraan van de performancekunst, is een liefhebber van het exces. Zijn videobeelden en mechanisch neukende sculpturen sleuren de kijker binnen in een heftige, infernale wereld. Gewelddadige nachtmerries en seksuele driften spelen er de hoofdrol.
McCarthy richt zijn pijlen op de Amerikaanse fastfoodcultuur. Hij wil tonen wat er schuilgaat achter de glanzende façade. Zijn wapen is parodie. In al zijn werk neemt hij een loopje met de vertrouwde beeldtaal van Hollywoodfilms, de pretpark-ambiance en de reclamewereld.
Vandaar de overdaad aan ketchup. Het is een verwijzing naar het bloed dat bij beken vloeit in B-films, maar ook naar de alomtegenwoordige smaakbederver die bij geen enkele Amerikaanse maaltijd ontbreekt.
De grimmige metaforen zijn overigens niet moeilijk te vertalen. Piraterij staat bij McCarthy symbool voor het imperialisme dat de wereldpolitiek domineert. Het roze biggetje, in Gent present in de vorm van een snoezelig stilleven, is zijn favoriete beeld voor hebzucht en zwijnerij.
Goeroe
McCarthy's vroege performances waren obscuur. Maar in de jaren negentig gingen jonge vedetten zoals Cindy Sherman, Jason Rhoades en Mike Kelley naar hem verwijzen als de goeroe van de expliciete kunst.
Zijn ster steeg snel. Op zijn vijftigste werd hij een cultfiguur. De groezelige performances had hij intussen ingeruild voor installaties die eruit zien als verlaten filmdecors, en voor monumentale opblaasfiguren.
Een verzameling van deze populaire inflatables, die er onschuldig uitzien in vergelijking met de video's, lokte deze zomer meer dan honderdduizend bezoekers naar het Middelheim.
De tentoonstelling in Gent toont de rest van het oeuvre. Van vroege parodieën op minimal art en action painting - bij McCarthy wordt dat dan een Penis painting- voert het naar recente installaties zoals Bunker basement (2003). Je ziet beelden van een performance in een bankkluis. Personages die verdacht veel lijken op de Amerikaanse president Bush, Osama Bin Laden en de Queen Mom gaan elkaar te lijf in een uit de hand gelopen theekransje. De bankkluis, nagebouwd in spaanderplaat, vormt zelf het grungy decor voor de videoprojectie.
Voor de opbouw ging het Smak een maand dicht. De verbouwing oogt niet zo spectaculair als aangekondigd: in enkele muren zijn grote kijkvensters aangebracht. Toch is het voor het eerst dat het museum volledig ingericht werd voor een solopresentatie.
Head shop/ shop head is vormgegeven als een oorverdovend, luguber labyrint. Je loopt erin rond als in een spookhuis. Het onderdompelingseffect is bewust opgezocht. Het maakt dit oeuvre tot pure grandguignol: een uit de hand gelopen poppenkast van afgehakte ledematen en vieze smurrie. De opeenstapeling van al die artificiële horror maakt dit werk ook komisch, op een boosaardige manier.
Het Smak is beducht voor schandaal. Het gaat omzichtig om met de expliciete beelden. Directeur Philippe Van Cauteren: 'De realiteit choqueert meer dan de fake wereld die je hier ziet: daar drukt McCarthy ons met de neus op. Toch willen we niet hypocriet zijn of een verkeerde hype creëren. Vandaar de zorgvuldige omkadering. Er hangen waarschuwende bordjes, een bezoekersgids gaat uitvoerig in op de betekenis van de werken en een interactieve website dient als een uitlaatklep voor commentaar.'
'Paul McCarthy: Head shop/ shop head'. Tot 17 februari 2008 in het Smak in Gent, dinsdag tot zondag van 10 tot 18u.
Voor muziek van Schubert kan je terecht in de stedelijke bibliotheek... Veel luisterplezier.
Beste leerlingen,
een Schubertweekend in Eeklo, daar kunnen we niet zomaar aan voorbij gaan... De affiches van de halfblote damesboezem zullen ook niet opgemerkt gebleven zijn.
Ik stel voor dat ik op zaterdag 17 april met de liefhebbers uit 3 aso humane wetenschappen afspreek aan het van Hoorebeke museum om 10u30 en dat we samen de tentoonstelling en filmfragmenten bekijken om dan naar de academie voor woord en muziek te gaan om het podium voor jongeren te bezoeken. Jonge muzikanten spelen er gratis muziek van Schubert. Het einde is voorzien rond 12u30. Ook geïnteresserde leerlingen uit mijn zesdes kunnen aansluiten. Maar misschien vinden zij hun gading bij de 'kamer'voorstellingen of bij een avondvoorstelling. Die zijn evenwel niet gratis en tijdig reserveren is de boodschap.
In november bezoeken wij de tentoonstelling 'Ettore Sottsass' in het Designmuseum van Gent. Onderstaand artikeltje (1) komt van de site van het museum www.designmuseumgent.be (Je kan daar ook vernemen wat het museum verder bezit aan vaste collectie en welke de lopende en geplande tentoonstellingen zijn.)
Verder plaats ik nog een recencie uit de Tijd (2) en een link (3) voor meer info over deze ontwerper. Ook Knack wijdde in zijn themanummer over 'Design' (Weekend Knack 10-16 oktober) een zeer goed artikel met achtergrond en duiding over deze postmodernistische designer. Dit artikel moet je evenwel zelf opzoeken in bv. de schoolbibliotheek of de openbare bib. Zeker de moeite om het te lezen!
In de klas bekijken we nog een dvd met een intervieuw met Sottsass uit de VRTreeks 'het eiland'. __________
Ik ga er van uit dat alle leerlingen van 3 en 6 aso deze info doorlezen/bekijken alvorens we de tentoonstelling bezoeken.
*voor 6 aso ga ik ervan uit ik dat zij volgende begrippen zelf opzoeken : designer - postmodernisme-modernisme/functionalisme/Bauhaus . (Met Wikipedia kom je al een heel eind. Deze begrippen komen ook terug in de lessen esthetica.) De tentoonstelling sluit aan bij de lessen 'kunst en maatschappij'.
*in 3aso bespreken we bovengenoemde begrippen kort in de lessen CW en zien we de tentoonstelling in het kader van de lessen 'wat is cultuur?'
Groeten, Ann Geerinck
(1) 13 oktober > half januari 2008Ettore Sottsass
schaal en boekenkast 'Carlton' van Ettore Sottsass Ettore Sottsass (1917) opende in 1947 zijn eigen ontwerpstudio voor architectuur en design. Vanaf 1958 zou hij, meer dan 20 jaa,r lang designraadgever zijn voor Olivetti. Een van de meest in het oog springende ontwerpen uit die periode is ongetwijfeld de schrijfmachine Valentine, die thans is opgenomen in de permanente collecties van belangrijke musea. Gedurende de late jaren 60- vroege jaren 70 speelde Sottsass een belangrijke rol in de avantgardecultuur. Zijn definitieve afwijzing van het modernisme leidde tot het oprichten van alternatieve tendensen die we onder de noemer van antidesign design kunnen plaatsen. Sottsass werkte zowel voor Studio Alchimia als voor de Memphis-groep. Vandaag de dag is deze nestor nog altijd actief binnen Sottsass Associati, een groep van bevriende designers. De tentoonstelling, georganiseerd naar aanleiding van de 90ste verjaardag van Ettore Sottsass, brengt een overzicht van zijn omvangrijke, maar verscheiden oeuvre. Zowel het aspect architectuur als vormgeving komen aan bod.
(2)
Lelijk duurt het langst
Perfect getimed, die overzichtstentoonstelling in het Gentse designmuseum: Ettore Sottsass is 90 jaar én zijn Memphis-objecten zijn weer felbegeerd. Het is best ironisch dat zijn bewust smakeloze objecten uit de jaren 80 iconen worden. Want de Italiaanse ontwerper wilde eigenlijk nooit designklassiekers fabriceren.
Om hem af te zetten tegen de starre, modernistische designobjecten, gebruikte Sottsass expres goedkope materialen als formica en laminaat in de meest afzichtelijke motiefjes. 'Iedereen haat gelamineerd plastic. Het is goedkoop, koud en allesbehalve een statussymbool', zei de tegendraadse ontwerper. Hij ontwierp er speels meubilair mee, of verwerkte het in basic vormen met felle kleuren. Neem nu zijn ontwerp voor een tele- foon: praten gebeurt in een rode rechthoek, luisteren in een gele kubus. Zijn Carlton-boekenkast uit 1981 ziet er al even kinderachtig uit: een timmerwerk van scheve planken in de meest flashy tinten. 'Een geabstraheerde kerstboom', schreven critici. 'Wie zet zoiets in godsnaam in zijn living?'
Van meet af aan vingen de ontwerpers van de Memphis-beweging bakken kritiek. De groep architecten en designers, onder wie Sottsass en Mendini, smokkelde tussen 1981 tot 1985 humor en emotie in de - toen veel te stijve - designwereld, en dat viel in slechte aarde. Hun credo was: vergeet de goede smaak en mix stijlkenmerken uit de hele kunstgeschiedenis. Een extravagant voorbeeld daarvan ontwierp Memphis-collega Andrea Branzi. Hij maakte een gestileerde Mickey Mouse en tooide hem in het uniform van Mussolini. De naam Memphis is trouwens ook zo'n pastiche: een verwijzing naar Elvis' villa Graceland, de stad in het oude Egypte en 'Stuck inside of mobile with the Memphis Blues again' van Bob Dylan. Volgens de legende zou Sottsass dat nummer grijsgedraaid hebben op de eerste vergadering van de beweging in 1981.
Definitief passé?
Goed tien jaar geleden schreven de meeste designcritici dat de jaren 80 nauwelijks klassiekers hadden opgeleverd. Sottsass' postmoderne designs waren 'zo tijdsgebonden dat ze definitief passé waren' en 'een snobistische invulling van inhoudelijke leegte'. Het kon Sottsass allemaal niet schelen. 'Ik ben niet met de eeuwigheid bezig', zei hij toen. 'Memphis zal verdwijnen zoals het is ontstaan: plotseling.' Dat is ook gebeurd. Memphis werd in 1985 ontbonden, omdat de hele designwereld de felgekleurde blokkenvormen met drukke patronen begon op te pikken. Intussen heeft de geschiedenis Sottsass ingehaald: zijn objecten worden anno 2007 aangezien als iconen en sculpturen. Betekent dat concreet dat we meer Sottsass-meubilair in interieurs zullen zien? 'Verzamelaars hebben het nog altijd moeilijk een object van Sottsass in een interieur te integreren', nuanceert Marc Benda van de New Yorkse designgalerie Friedman Benda. 'Zijn meubilair maakt zo'n sterk statement dat combineren haast onmogelijk is. Een Sottsass werkt eigenlijk best in een vitrinekast.'
Benda weet waarover hij spreekt, want hij koos Sottsass als openingstentoonstelling voor zijn nagelnieuwe filiaal in 26th Street. Hij heeft daar een goede reden voor: op internationale designveil- ingen is groeiende belangstelling voor postmoderne 80ies objecten. En in Los Angeles en Londen liepen onlangs grote retrospectieven van Sottsass' werk. Een andere trendbarometer is de jongste meubelbeurs van Milaan. Toonaangevende jonge ontwerpers als Marcel Wanders en Jaime Haydon stelden er producten voor die schaamteloos naar de Memphis-periode knipoogden.
Het moge duidelijk zijn: Sottsass beroert de designkringen weer. Alleen het Museum voor Moderne Kunst (MoMa) in New York doet niet mee aan de revival. In hun vaste collectie zitten enkel Sottsass' twee functioneelste ontwerpen: de Valentine reistypmachine en de Summa rekenmachine, beide voor Olivetti. Niks uit zijn Memphis-periode dus. Max Palevsky, de oprichter van Intel en notoir kunstverzamelaar, klopte nochtans jarenlang met zijn grote collectie Sottsass-meubilair aan bij het MoMa. Belangstelling om die tentoon te stellen in een retrospectieve was er helemaal niet, dus sponsorde hij maar zelf een overzichtstentoonstelling in Los Angeles. Met groot succes trouwens, de media én het publiek waren laaiend enthousiast.
Slim gezien dus van het Gentse Designmuseum om net nu een overzichtstentoonstelling op te zetten rond de visionaire Italiaan. Toegegeven, retrospectieven hebben altijd iets lugubers, zeker als de kunstenaar nog leeft. Sottsass is intussen 90 jaar en hij designet nog steeds meubilair, keramiek, glaswerk en juwelen. Sinds Memphis restylede hij de luchthaven Malpensa in Milaan, tekende hij bestek voor Alessi en ontwierp hij een concept voor de Esprit-winkels. Al is zijn corebusiness momenteel architectuur voor privéklanten. De laatste jaren produceert hij ook meubilair in limited editions voor twee uitgelezen galerieën: Ernest Mourmans in België en Bruno Bischofberger in Zwit- serland. Dat is opmerkelijk, want in zijn Memphis-periode wilde Sottsass net design uit zijn snobistische hokje halen. In de jaren 80 zag je bijgevolg Sottsass-meubilair bij zowel arme mensen als bij trendy superrijken (zoals Karl Lagerfeld in zijn villa in Monaco). Vanwaar dan zijn elitaire switch? 'Ik voel me nu een theoretische designer, net zoals Einstein een theoretische fysicus was', antwoordt hij ontwijkend in Financial Times. 'Vroeger had ik meteen een idee hoe een voorwerp eruit moest zien. Het idee voor de Carlton-kast kreeg ik bijvoorbeeld aan de telefoon. Ik had ten tijde van Memphis de gewoonte mensen te interviewen over hun huiselijke behoeften. Die inzichten gebruikte ik in mijn ontwerpen. Nu ken ik mijn doelpubliek niet meer. Ik weet echt niet meer hoe ik mensen kan raken. Vandaar mijn intellectuele aanpak via galerieën.'
Design wordt kunst
Die galerieaanpak is ongetwijfeld ook een pragmatische keuze: Sottsass beseft maar al te goed dat design tegenwoordig als evenwaardig aan moderne kunst wordt beschouwd. Een designstuk van Marc Newson haalde al twee keer meer dan 1 miljoen dollar op een veiling. 'We marketten de beste designstukken als moderne kunst', bevestigt Simon de Pury van het New Yorkse veilinghuis Philips de Pury. 'Veel collectioneurs zien het verschil toch niet meer.'
Ook galerieën trachten de grens tussen design en kunst te doen vervagen. Soms zelfs letterlijk: toen de designwinkel Moss in New York in 1994 opende, koos Murray Moss speciaal een locatie pal tussen twee bekende kunstdealers. 'Passerende kunstkopers konden niet anders dan naar mijn designstukken in de vitrine kijken', zegt hij. 'Eerst waren ze niet geïnteresseerd, maar plots liepen ook zij mijn deur plat.'
In kunstkringen is de interesse voor designstukken de laatste jaren enorm gestegen. En Sottsass - en zijn verdelers - plukken daar nu voor het eerst de vruchten van. Voor 'lelijke' Memphis-stukken van Sottsass wordt nu meer geld neergeteld dan ooit. Meteen is het ook de eerste keer in de geschiedenis -maar zeker niet de laatste - dat postmodern design weer in is. Cis Verhamme, ex-organisator van de Kortrijkse beurs Classic is formeel: 'Als je lang genoeg leeft, zie je de elke trend drie keer opnieuw.' Al zal Sottsass de volgende revival wellicht niet meer meemaken.
Thijs DEMEULEMEESTER
Ettore Sottsass, van 13 oktober tot 13 januari in het Designmuseum, Jan Breydelstraat 5 in Gent. Informatie: 09/267.99.99, www.designmuseumgent.be
Hierop vind je ook een filmpje vanop Youtube die een beeld geeft van de tentoonstelling in Londen, bijna identiek aan deze welke in gent loopt. Kijken maar.
'Hetmeesterlijke atelier' stelt de Europese kunstgeschiedenis voor als een uitwisseling van kunstwerken, vaardigheden en inspirerende ideeën. In veertien etappes brengt de tentoonstelling dat intensieve internationale verkeer in kaart.
Hetmeesterlijkatelier,het topevenement van de jongste editie van Europalia, heeft gekozen voor een zeer brede focus. In de loop van het parcours pendel je van Cordoba naar Stockholm, van Rouen tot Sofia. Ook de afgebakende periode is ruim: van de val van het Romeinse rijk tot de Verlichting. In totaal bijna dertien eeuwen, dat is niet niks.
De tentoonstelling concentreert zich op de grensoverschrijdende invloed van kunstenaars en kunstwerken. Voor de hand liggende stromingen komen daarbij niet echt in beeld - een hoofdstuk over de verspreiding van de Romaanse kunst zal je in het Paleis voor Schone Kunsten tevergeefs zoeken. De hoofdrol is gereserveerd voor de drukte op de Europese kunstroutes zelf. Het proces van uitwisseling, beïnvloeding, fascinatie en vaak ook imitatie lijkt onuitputtelijk. Het Europa dat hier naar voor komt, is er een met een sterk absorberingsvermogen.
Het hoeft niet te verbazen dat de traditie van het boek als een rode lijn door de tentoonstelling loopt. De 'Grote Europese Bibliotheek' die in de loop der eeuwen gegroeid is, kan je als een verzamelplaats van wijsheid en kennis zien, maar ook als een laboratorium voor nieuwe technieken. Bovendien is het boek mobiel. Als kunstwerk in zakformaat is het altijd een reizend object par excellence geweest.
Al in de eerste vitrinekasten kan je je buigen over verluchte handschriften, met miniaturen die de lezer onderdompelden in een verfijnde verbeeldingswereld. Een zeldzaam stuk is hetBook of Dimma uit de achtste eeuw, dat bewaard wordt in het Trinity College in Dublin. Het kleine boekje bevat afbeeldingen van drie aartsengelen, een vroeg signaal dat de evangelisatie is ingezet.
Bijzonder weelderig is de sectie over de boekdrukkunst. Ze spitst zich toe op de snelle verspreiding van het gedrukte boek, in een tijd dat plagiaat nog niet strafbaar was en het kopierecht pure fictie. Basel en Venetië groeiden in de renaissance uit tot de eerste hoofdsteden van het boek. Tal van drukkers spinden garen bij de opkomst van het protestantisme.
Je ziet ook merkwaardige voorlopers van de boekdrukkunst, zoals de Vlaamse Biblia Pauperum uit 1464. Geen bijbel, zoals je zou verwachten. Wel een religieus feuilleton van houtsnedes in een naïeve, volkse stijl.
Retabel
Op het eerste gezicht biedt Hetmeesterlijke ateliereen verwarrende hoeveelheid stijlen en vormen. Het onoverzichtelijke panorama is samengesteld uit 350 objecten. Maar de tentoonstelling heeft het onderwerp ook goed afgebakend. Veertien sleutelmomenten, bijeengebracht in evenveel 'kamers', bieden telkens een ander perspectief op de Europese kunstgeschiedenis.
De scenografie is zonder meer vernuftig. Je stapt binnen in veertien monumentale ruimtes, een soort van Wunderkammer met telkens minimaal één sleutelwerk. Doorkijkjes bieden extra informatie. In de wandelgangen kan je Europese satellietbeelden bekijken of naar kerkmuziek luisteren. Met een thema als de evolutie in de afbeelding van de Maagd Maria valt trouwens op dat het christelijk erfgoed een zwaar accent krijgt.
Het zijn geen letterlijke, maar vooral mentale kunstroutes die in deze tentoonstelling uitgetekend zijn. Eén hoofdstuk gaat expliciet over kunst als exportmiddel. In deze kamer valt op hoe verbluffend serieproductie kan zijn. Het topstuk is een Brabants retabel dat besteld werd voor de kathedraal van het Zweedse Strängnäs. Zelfs al lieten de Brusselse productiecentra van houtsnijwerk zich in zestiende eeuw al eens verleiden tot een stereotiepe uitvoering, dit retabel is een machtig stuk.
Een fascinerend hoofdstukis gewijd aan de verspreiding van tekeningen als een zelfstandige kunstvorm. De antieke traditie schreef voor dat kunstenaars zich niet zozeer baseerden op wat zij persoonlijk observeerden, maar op modellen en voorbeelden die al de status van kunstwerk verdiend hadden. Vanaf de renaissance groeiden tekeningen uit van vlugge schetsen en papieren geheugensteuntjes tot de hoogstpersoonlijke uitdrukking van de kunstenaar. Je krijgt daarvan de prilste voorbeelden te zien, zoals een prachtige studie van een karakterkop van de hand van Leonardo da Vinci.
Ook de architectuurtekeningen werden steeds impressionanter. Kijk maar naar de bijna vijf meter hoge tekening van de noordgevel van de kathedraal van Straatsburg. Als handleiding bij de bouwwerken deed ze niet echt dienst. De tekening was vooral bedoeld om opdrachtgevers te imponeren. Niets nieuws onder de zon, met andere woorden.
Mecenas
Trouw aan het principe van deze editie van Europalia, kwamen er bruiklenen uit alle 27 Europese lidstaten naar Brussel. Een Rubens uit Marseille, een Van Dijck uit Straatsburg en een Jordaens uit Boedapest: zelden zijn de organisatoren het zo in de periferie gaan zoeken.
Maar ook de klassieke verzamelingen zijn van de partij. Uit het Kunsthistorisches Museum in Wenen komt bijvoorbeeld een indrukwekkende reeks schilderijen van Bartholomeus Spranger. Deze zo goed als vergeten maniërist werd in Antwerpen geboren, maar beleefde zijn mooiste jaren aan het hof van Rudolf II in Praag. De schilderijen in het bezit van de Habsburgse keizer illustreren de smaak van de typische 18de-eeuwse mecenassen. Hun verzamelwoede betekende een sterke stimulans voor talentrijke figuren zoals Spranger.
Met onder meer Dürer, Da Vinci en Van Eyck ontbreekt het niet aan grote namen. Maar de nadruk ligt evengoed op minder bekende kunstenaars en anonieme ambachtslui: ivoorsnijders, edelsmeden, houtbewerkers, kalligrafen of drukkers. Ze produceerden kunstwerken of sierobjecten die op zichzelf staan, maar in veel gevallen ook het overkoepelende verhaal van de tentoonstelling illustreren.
Hetmeesterlijke atelier sluit af met een hedendaagse appendix: de film- en fotoinstallatie 27x27x27. Kunstenaars uit elke Europese lidstaat selecteerden hun lievelingswerk. Het is een eerste voorzet voor wat moet uitgroeien tot een gigantische Europese poppoll.
'Hetmeesterlijke atelier'. Tot 20 januari 2008 in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Dagelijks van 10 tot 18 uur (op donderdag tot 21 uur).