EXPO EUROPALIA PRESENTEERT 'HET MEESTERLIJK ATELIER'
Pleurant van het graf van Filips De Stoute, Claus Sluter, 1404-1406. rr
'Het meesterlijke atelier' stelt de Europese kunstgeschiedenis voor als een uitwisseling van kunstwerken, vaardigheden en inspirerende ideeën. In veertien etappes brengt de tentoonstelling dat intensieve internationale verkeer in kaart.
Het meesterlijk atelier, het topevenement van de jongste editie van Europalia, heeft gekozen voor een zeer brede focus. In de loop van
het parcours pendel je van Cordoba naar Stockholm, van Rouen tot Sofia. Ook de afgebakende periode is ruim: van de val van
het Romeinse rijk tot de Verlichting. In totaal bijna dertien eeuwen, dat is niet niks.
De tentoonstelling concentreert zich op de grensoverschrijdende invloed van kunstenaars en kunstwerken. Voor de hand liggende stromingen komen daarbij niet echt in beeld - een hoofdstuk over de verspreiding van de Romaanse kunst zal je in
het Paleis voor Schone Kunsten tevergeefs zoeken. De hoofdrol is gereserveerd voor de drukte op de Europese kunstroutes zelf.
Het proces van uitwisseling, beïnvloeding, fascinatie en vaak ook imitatie lijkt onuitputtelijk.
Het Europa dat hier naar voor komt, is er een met een sterk absorberingsvermogen.
Het hoeft niet te verbazen dat de traditie van
het boek als een rode lijn door de tentoonstelling loopt. De 'Grote Europese Bibliotheek' die in de loop der eeuwen gegroeid is, kan je als een verzamelplaats van wijsheid en kennis zien, maar ook als een laboratorium voor nieuwe technieken. Bovendien is
het boek mobiel. Als kunstwerk in zakformaat is
het altijd een reizend object
par excellence geweest.
Al in de eerste vitrinekasten kan je je buigen over verluchte handschriften, met miniaturen die de lezer onderdompelden in een verfijnde verbeeldingswereld. Een zeldzaam stuk is
het Book of Dimma uit de achtste eeuw, dat bewaard wordt in
het Trinity College in Dublin.
Het kleine boekje bevat afbeeldingen van drie aartsengelen, een vroeg signaal dat de evangelisatie is ingezet.
Bijzonder weelderig is de sectie over de boekdrukkunst. Ze spitst zich toe op de snelle verspreiding van
het gedrukte boek, in een tijd dat plagiaat nog niet strafbaar was en
het kopierecht pure fictie. Basel en Venetië groeiden in de renaissance uit tot de eerste hoofdsteden van
het boek. Tal van drukkers spinden garen bij de opkomst van
het protestantisme.
Je ziet ook merkwaardige voorlopers van de boekdrukkunst, zoals de Vlaamse
Biblia Pauperum uit 1464. Geen bijbel, zoals je zou verwachten. Wel een religieus feuilleton van houtsnedes in een naïeve, volkse stijl.
RetabelOp
het eerste gezicht biedt
Het meesterlijke atelier een verwarrende hoeveelheid stijlen en vormen.
Het onoverzichtelijke panorama is samengesteld uit 350 objecten. Maar de tentoonstelling heeft
het onderwerp ook goed afgebakend. Veertien sleutelmomenten, bijeengebracht in evenveel 'kamers', bieden telkens een ander perspectief op de Europese kunstgeschiedenis.
De scenografie is zonder meer vernuftig. Je stapt binnen in veertien monumentale ruimtes, een soort van
Wunderkammer met telkens minimaal één sleutelwerk. Doorkijkjes bieden extra informatie. In de wandelgangen kan je Europese satellietbeelden bekijken of naar kerkmuziek luisteren. Met een thema als de evolutie in de afbeelding van de Maagd Maria valt trouwens op dat
het christelijk erfgoed een zwaar accent krijgt.
Het zijn geen letterlijke, maar vooral mentale kunstroutes die in deze tentoonstelling uitgetekend zijn. Eén hoofdstuk gaat expliciet over kunst als exportmiddel. In deze kamer valt op hoe verbluffend serieproductie kan zijn.
Het topstuk is een Brabants retabel dat besteld werd voor de kathedraal van
het Zweedse Strängnäs. Zelfs al lieten de Brusselse productiecentra van houtsnijwerk zich in zestiende eeuw al eens verleiden tot een stereotiepe uitvoering, dit retabel is een machtig stuk.
Een fascinerend hoofdstuk
is gewijd aan de verspreiding van tekeningen als een zelfstandige kunstvorm. De antieke traditie schreef voor dat kunstenaars zich niet zozeer baseerden op wat zij persoonlijk observeerden, maar op modellen en voorbeelden die al de status van kunstwerk verdiend hadden. Vanaf de renaissance groeiden tekeningen uit van vlugge sc
hetsen en papieren geheugensteuntjes tot de hoogstpersoonlijke uitdrukking van de kunstenaar. Je krijgt daarvan de prilste voorbeelden te zien, zoals een prachtige studie van een karakterkop van de hand van Leonardo da Vinci.
Ook de architectuurtekeningen werden steeds impressionanter. Kijk maar naar de bijna vijf meter hoge tekening van de noordgevel van de kathedraal van Straatsburg. Als handleiding bij de bouwwerken deed ze niet echt dienst. De tekening was vooral bedoeld om opdrachtgevers te imponeren. Niets nieuws onder de zon, met andere woorden.
MecenasTrouw aan
het principe van deze editie van Europalia, kwamen er bruiklenen uit alle 27 Europese lidstaten naar Brussel. Een Rubens uit Marseille, een Van Dijck uit Straatsburg en een Jordaens uit Boedapest: zelden zijn de organisatoren
het zo in de periferie gaan zoeken.
Maar ook de klassieke verzamelingen zijn van de partij. Uit
het Kunsthistorisches Museum in Wenen komt bijvoorbeeld een indrukwekkende reeks schilderijen van Bartholomeus Spranger. Deze zo goed als vergeten maniërist werd in Antwerpen geboren, maar beleefde zijn mooiste jaren aan
het hof van Rudolf II in Praag. De schilderijen in
het bezit van de Habsburgse keizer illustreren de smaak van de typische 18de-eeuwse mecenassen. Hun verzamelwoede betekende een sterke stimulans voor talentrijke figuren zoals Spranger.
Met onder meer Dürer, Da Vinci en Van Eyck ontbreekt
het niet aan grote namen. Maar de nadruk ligt evengoed op minder bekende kunstenaars en anonieme ambachtslui: ivoorsnijders, edelsmeden, houtbewerkers, kalligrafen of drukkers. Ze produceerden kunstwerken of sierobjecten die op zichzelf staan, maar in veel gevallen ook
het overkoepelende verhaal van de tentoonstelling illustreren.
Het meesterlijke
atelier sluit af met een hedendaagse appendix: de film- en fotoinstallatie
27x27x27. Kunstenaars uit elke Europese lidstaat selecteerden hun lievelingswerk.
Het is een eerste voorzet voor wat moet uitgroeien tot een gigantische Europese poppoll.
'
Het meesterlijke
atelier'. Tot 20 januari 2008 in
het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Dagelijks van 10 tot 18 uur (op donderdag tot 21 uur).
www.europalia.be(De Standaard)