Ik kwam al in aanraking met
kunsteducatie. Ten eerste werd er binnen de schooluren tijd vrijgemaakt om in
contact te komen met kunst en cultuur. Een voorbeeld hiervan gaat over podiumvoorstellingen.
Hierbij kwam ik eerder op een reflectieve manier in aanraking met
kunsteducatie. Ik dacht na over mijn eigen levensstijl en op welke manier ik
dit positief kon beïnvloeden. In een voorstelling over vervuiling, dacht ik na
hoe ik mijn houding hier tegenover kon wijzigen. In de jeugdbeweging en
speelpleinwerking kon ik ook monteren en deelnemen aan toneelstukken. Dit is
ook een vorm van educatie, omdat ik kennis kreeg over podiumtechnieken.
Mijn uitdagingen om kunsteducatie
te begeleiden liggen vooral bij de expertise in de kunsten. Ik zal regelmatiger
moeten deelnemen aan verschillenden kunst educatieve activiteiten. Ik bezoek af
en toe eens een museum. Bij het bezoeken van een museum leg ik te weinig focus
op het verdiepend proces zoals reflecteren. Ook zou ik in de toekomst meer
podium- en jazzvoorstellingen willen meevolgen, omdat ik het een meerwaarde
vond. Ik reflecteerde meer over mezelf en de samenleving.
Stel dat ik aangeworven zou
worden binnen de kunst educatieve werking van een museum dan zou ik het
belangrijk vinden dat het museum voor iedereen toegankelijk is. Ik zou rekening
houden met kortingen voor kansengroepen zoals studenten, mindervaliden,
senioren en maatschappelijk kwetsbare doelgroepen. Om het museum aantrekkelijk
te maken bij laaggeschoolden zou ik ook flyeren bij maatschappelijk kwetsbare
wijken. Ik zou bijvoorbeeld speciale acties laten doorgaan waarbij deze
doelgroep gratis een deel van het museum kunnen bezichtigen of een gratis
drankje krijgen na de rondleiding. Het gratis kunnen bezichtigen van een museum
kan een drempel zijn op financieel vlak, vandaar dat ik voorstelde om in plaats
daarvan een gratis drankje aan te bieden. Deze actie kan één maal per jaar
doorgaan, zodat het budget het toelaat. Aan de andere kant kunnen
maatschappelijk kwetsbare mensen geprikkeld worden van deze soort kunstvormen
en meer participeren. De uitleg op een laagdrempelige manier laten doorgaan met
meer visuele accenten bijvoorbeeld het gebruiken van een videofragment en geen
moeilijk woorden gebruiken tijdens de rondleiding. Eén van de domeinen van de
waarde van cultuur ging over het effect op het sociaal weefsel. Indien er
acties zouden opgestart worden voor deze specifieke doelgroep, kan men
aansluiting vinden bij elkaar. Dit kan de sociale samenhang bevorderen en
motiveren om terug te komen. Naast het toegankelijk maken voor iedereen, zou ik
ook het accent leggen op kinderen en jongeren. In de theorie werd benadrukt hoe
belangrijk het is om op jonge leeftijd al in contact te komen met cultuur en
kunst. Dit wil ik ook bewerkstelligen door rondleidingen te laten doorgaan op
kinder- en jongerenniveau. Hierbij houd ik rekening met de grote van een groep.
Ik opteer een kleine groep, zodat de kwaliteit boven de kwantiteit geplaatst
wordt. Er is dan ook meer ruimte om na te denken over reflectieve vragen en te
luisteren naar de inbreng van hen. Ik zou het ook belangrijk vinden om een
aangepaste rondleiding te bieden aan kinderen en jongeren, meer op het niveau
van hen. Het doel zou zijn om kunst en cultuur te zien als een ontspanningsmoment
en dat men geprikkeld wordt om terug te komen.
Veranderingen binnen het kunstenlandschap beginnen bij de makers, de
kunstenaars. Een schouwburg vervult enkel de rol van presentatieplek. Ik
ben niet volledig akkoord met deze stelling. Ten eerste draagt iedereen een
steentje bij in het veranderingsproces en niet alleen de makers/kunstenaars.
Het veranderingsproces kan wel aangewakkerd worden door deze personen. De
houding van het publiek moet ook enigszins in deze richting gestuurd zijn en
dit moet stapsgewijs gebeuren. Dit kan bewerkstelligd worden door al op jonge
leeftijd deze houding aan te reiken tijdens culturele activiteiten in
schoolverband. Ten tweede legt men de nadruk op de rol dat een schouwburg
bevat. Ik vind dat een schouwburg meer doet dan enkel de rol hebben van een
presentatieplek. Deze plek kan ook invloed uitoefenen op de verandering. De
positie van het decor en de stoelen kan een bepaalde weergave bieden van hoe de
samenleving in elkaar zit. Zo zijn er plaatsen waar mensen meer voor betalen en
ze krijgen dan ook een beter uitzicht. Dit toont ook de hiërarchie en de
ongelijkheid in de zaal aan. Ook de materialen kunnen voor een bepaalde
interpretatie zorgen. Zijn het dure materialen of eerder goedkopere materialen.
|