Creationisme onder een wetenschappelijke loepe bekeken
30-09-2007
Waarom statistiek, kansrekening en waarschijnlijkheid op deze weblog?
Mijn vragen rond de waarschijnlijkheid van de lotto-cijfers zijn ondertussen correct beantwoord.
Maar waarom heb ik het op deze weblog over waarschijnlijkheid en statistiek?
Statistiek of kansrekening speelt een heel speciale rol in de Evolutietheorie. Want volgens de Evolutietheorie zijn de variaties willekeurig, dat wil zeggen toevallig en niet doelgericht. Een ijsbeer is niet wit geworden (volgens de Evolutietheorie) omdat iets of iemand op voorhand heeft uitgedacht dat wit een voordeel zou bieden in de ijsvlakten. Willekeurige variaties (dus bepaald door het toeval en dus door statistiek) hebben misschien (ik overdrijf nu om het idee duidelijk te maken) knalrode en gifgroene en witte ijsberen doen ontstaan. Die witte ijsberen hadden een voordeel en daarom zijn de knalrode en gifgroene verdwenen. Maar die witte (nog steeds volgens de Evolutietheorie) zijn niet op een doelgerichte manier ontstaan. Enkel het toeval, en alleen het toeval, heeft die witte ijsberen doen ontstaan.
En dan heeft het uiteraard zin om zich af te vragen: wat is de kans dat een witte ijsbeer "toevallig" ontstaat?
Die laatste vraag ga ik nu nog niet beantwoorden omdat het antwoord te complex is om in enkele lijnen te beantwoorden en omdat we eerst zeker moeten zijn dat we allemaal even goed "toeval" en "waarschijnlijkheid" begrijpen.
Vandaar eerst nog een quizvraagje rond kansberekening. Het is een quizvraag van historisch belang want toen het voor de eerste keer aan een breed publiek werd voorgelegd, heeft het voor emotionele discussies gezorgd. Ook vandaag doet het dat nog. Wie het boek "Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht" heeft gelezen (rond een autistische jongen; het autisme is een problematiek die nu in de actualiteit staat door de film "Ben X" van Nic Balthazar), kent dit raadsel vast wel.
Je bent een quizkandidaat (laat ons even aannemen dat je Yves Leterme bent). Voor jou staan 3 gesloten deuren. Ze zijn allemaal gelijk. De quizmaster zegt jou dat er achter één van de 3 deuren een auto staat, en achter de 2 andere telkens een geit. Aangezien je geiten genoeg hebt, zou je graag de auto winnen. Voor je vrouw, want je hoopt nog altijd eerste minister te worden, en dan krijg je een leuke dienstwagen.
Je mag een deur kiezen. Je krijgt dan de prijs die achter de deur staat. In 2 gevallen zal dat een geit zijn; in 1 geval de auto. Er is dus 1 kans op 3 dat je de auto wint.
Nadat je een deur hebt aangewezen, maar voor de deur wordt geopend en dus voor je weet wat er achter de deur staat, opent de quizmaster (die weet waar de auto staat en die uiteraard ook weet welke deur je hebt gekozen) een andere deur. Het is dus een van de twee deuren die je niet hebt gekozen. Er staat een geit achter. Dit was immers de bedoeling van de quizmaster: een andere deur openen waarvan hij wist dat er een geit achter stond.
Dan zegt de quizmaster jou dat je je keuze nog mag veranderen als je wilt. Je mag bij je oorspronkelijke keuze blijven, maar je mag ook de andere deur kiezen die nog niet open is. Uiteraard (ook al ben je Yves Leterme) kies je niet voor de deur waarvan je nu weet dat er een geit achter staat.
Wat is de beste strategie:
1) je blijft bij je oorspronkelijke keuze, omdat dit de grootste kans biedt om de auto te winnen 2) je kiest voor de andere deur die nog niet open is, omdat dit de grootste kans biedt om de auto te winnen 3) het maakt niets uit of je verandert of niet, dus kun je bij je eerste keuze blijven of niet. Het maakt toch niets uit.
30-09-2007 om 14:21
geschreven door Creationisme Objectief
Waarom heeft men schrik van toeval en waarschijnlijkheid?
Ik vind het grappig dat niemand het heeft aangedurfd mijn vragen rond de waarschijnlijkheid van de lotto-cijfers te beantwoorden. Nochtans gaat het hier over waarschijnlijkheid en toeval, die een essentiële rol spelen in de Evolutieleer (als belangrijke element voor de variatie). Als men toeval en waarschijnlijkheid niet begrijpt, hoe kan men dan "variatie" echt begrijpen? En als men variatie niet echt begrijpt, hoe kan men dan Evolutieleer begrijpen? Om het belang hiervan te duiden: als er maar 1 kans op 1.000.000.000.000 zou bestaan op variatie tussen 2 opeenvolgende generaties, zou de Evolutietheorie dan nog steeds geloofwaardig zijn?
Ik stel dat als een puur hypothetische vraag. Ik doe hier geen enkele uitspraak over hoe groot die kans in werkelijkheid is.
Zou het dan toch kunnen dat de Evolutieleer niet zo goed begrepen wordt door de meerderheid van de bevolking, van zodra men een beetje dieper wil ingaan op de zaak?
Een andere leuke: hoeveel mensen heb je nodig om een waarschijnlijkheid van 50% te hebben dat er van die mensen minstens 2 op dezelfde dag verjaren? En waarom?
26-09-2007 om 23:16
geschreven door Creationisme Objectief