Vandaag was de grote dag, eindelijk het grote
vliegertoernooi waarover ik eerder al sprak. Er lag veel verse sneeuw, er
schalde muziek van Ahmad Zahir door de straten en iedereen was uitgelaten, ik
niet. Van toen ik s ochtends was opgestaan had ik al het gevoel dat ik baba
weer eens ging teleurstellen, hij ging weer samen met Rahim Khan vanop ons plat
dak zitten supporteren en dan, als de wedstrijd bijna afgelopen was en ik nog
maar met enkele anderen overbleef, zou ik waarschijnlijk uitgeschakeld worden
en zou ik babas teleurstelling van zijn gezicht kunnen aflezen. Gelukkig niets
van al dat J! Hassan en ik hebben het toernooi gewonnen, en
daar ben ik zo blij om! Baba was apetrots op me, de eerste keer dat hij dat was
volgens mij, en dat stemde me gelukkig.
Maar aan alles is een keerzijde, en dus ook aan
dit geluk. Toen Hassan de vlieger van de tegenstander ging halen die ergens in
de stad moest liggen, bleef hij wel heel lang weg en daarom ging ik hem zoeken.
Ik vond hem en zag een tafereel dat ik mn hele leven lang met me zal
meedragen.
Hassan had de vlieger gevonden, maar op de
terugtocht naar huis was hij Assef tegengekomen, de Assef die ik, Hassan en de
andere jongens uit de buurt ook wel Assef de Oreneter noemden omdat hij
berucht was om zijn gewelddadigheid. Assef dwong Hassan de vlieger aan hem te
geven, anders zou hij iets doen dat Hassan niet gauw zou vergeten. Ik had me
verstopt en tot nog toe had niemand me opgemerkt, steeds weer ging het zinnetje
door mijn hoofd dat Hassan me had toegeroepen voor hij vertrok: Voor jou doe
ik alles!. Nu hoopte ik dat hij dat niet gezegd had en de vlieger gewoon aan
Assef had gegeven. Aan de andere kant had ik dat niet gehoopt, want die
vlieger, de vlieger waardoor ik het toernooi had gewonnen, was de sleutel tot
babas hart en daardoor wou ik de vlieger zo graag hebben. Ik werd verscheurd,
of mijn vriend verdedigen en gaan helpen, of babas hart veroveren. Ik was
verlamd geweest en had gemakshalve voor dat laatste gekozen. Een keuze waar ik
me tot nu toe alleen maar slecht heb door gevoeld.
In alle geval, wat ik toen zag gebeuren staat
in mijn memorie gegrift: Assef die zijn winterjas losknoopt en uitdoet, zijn
broek opendoet, Hassan die daar staat, vol angst in die doodlopende steeg,
Assef die op Hassan springt en Hassans broek uittrekt Ik stond verstijfd,
vastgenageld aan de grond, niet in de mogelijkheid iets te ondernemen of nog
maar helder na te denken.
Na een tijd rende ik weg, weg naar de iets
verderop gelegen verlaten bazaar, waar ik steun zocht tegen een pilaar. Steeds
spookte datzelfde zinnetje door mijn hoofd: Voor jou doe ik alles! Later zag
ik Hassan de steeg uitkomen, ik liep hem tegemoet en zei hem dat ik hem zocht.
Ik weet niet of hij op dat ogenblik wist wat ik wist. Had hij gezien dat ik
daar was geweest? In alle geval had hij er niets over gezegd en gaf hij mij,
net of er niets gebeurd was, de vlieger.
We liepen terug naar huis, maar onze band was
weg, de vriendschapsband die we sinds onze geboorte hadden gehad. Tot op
ditzelfde ogenblik vraag ik me af of onze vriendschap ooit terug zal komen.