Onder het
motto wie schrijft, die blijft heb ik besloten een aantal onder jullie terug
te verblijden met een nieuw blogbericht. Hier gaat ie dan
Donderdag
werd aan ons gevraagd of we interesse hadden om mee te gaan naar een meeting in
verband met de landhervormingen. Nu is het sowieso leuk om mee te gaan en wat
morele steun te leveren als er een van je collegas een speech moet geven, maar
aangezien het thema me ook wel echt aansprak en we hier toch niet direct iets
anders te doen hebben, konden we niet vlug genoeg toezeggen. Er werd
afgesproken dat we om 17u15 aan de poort van WFP moesten staan, want Sharon B.
haar man en een vriend zouden ook meegaan en we moesten hen binnenlaten. We
moesten uitkijken naar twee zwarte mannen en een witte auto. Wat even nuttig
was als bij ons zeggen dat je moet wachten op twee blanke mannen in een zwarte
auto. Een witte auto en zwarte mannen zijn hier dus geen uitzondering
Maar
toch verliep alles vlot. Yana en ik gingen er vanuit dat we met deze mannen
zouden meerijden naar de meeting die ging in Cape Town door-, maar dat was
even anders geregeld. We werden opgepikt door een taxi die ook al enkele
farmworkers in Kayamandi was gaan afhalen. Met een busje vol reden we dan
richting Cape Town. Iets te laat kwamen we dan aan. De meeting zelf was
bijzonder interessant. Een aantal organisaties hebben zichzelf voorgesteld en
hadden het over de bezetting van een stukje gemeenschappelijke grond land of
the common. Daarna kon ook het publiek zich mengen in het debat. Als
buitenstaander leek het me wel verstandig om me toch wat op de achtergrond te
houden en gewoon te luisteren. Er werden heel wat interessante dingen verteld en
er werden ook wat vragen gesteld die in België ook relevant zouden zijn. Zoals
Voor wie spreekt de regering?, Kiezen de mensen wel de partij die het best
hun belangen behartigt? enzovoort. Voor een politicologe zeer boeiend
materiaal, maar voor anderen misschien oersaai J Na de meeting moesten we natuurlijk
terug naar huis geraken. Ook hiervoor werd er op de taxi gerekend, maar al gauw
bleek dat we er deze keer met twee personen meer in zaten. Voor ons geen
probleem, het was voor sommigen wat krapjes maar voor de meesten lukte dat wel.
De taxi zelf had er wel meer een probleem mee. We zijn toch een paar keer aan
de kant moeten gaan staan omdat de motor oververhit was (al is dit mijn
diagnose van het probleem en was het in werkelijkheid iets anders). Nu is het
zo dat de pechstrook hier niet alleen als pechstrook, maar ook als eerste
rijvak gebruikt wordt. Dus af en toe waren er chauffeurs die het nodig vonden
net langs het busje voorbij te vlammen en dan nog eens te claxonneren ook. Eens
dat opgelost werd, moesten we natuurlijk ook nog eens stoppen om eten te kopen.
Blijkbaar is het een gewoonte dat bij een WFP activiteit massaal veel vettig
eten hoort, dus dat kon ook nu niet ontbreken. Gelukkig had Sharon van de dag
ervoor onthouden dat we geen vlees eten en was onze portie dus beperkt tot een
klein pakje frietjes (i.p.v. ook nog eens een hamburger erbij). Maar na een
lange avond raakten we eindelijk thuis J
Zaterdag
werden we dan door Ida opgepikt om flyers te gaan uitdelen met meer info over
de nieuwe minimumlonen van farmworkers. Hiervoor stonden we op om 5u. De
bedoeling was dat Ida ons kwam oppikken om 6u en dat we dan daarna om Bongeka
zouden gaan om dan door te rijden naar Ceres. Al gauw bleek dat de plannen
lichtjes gewijzigd waren. Ten eerste ging ook Griet nog mee met ons, een
Belgische fotografe die graag een reportage over farmworkers en de wijngaarden
wilde maken. Ten tweede ging er ook nog een Braziliaanse student mee. Het
probleem was echter dat deze jongen amper Engels kon praten en in eerste
instantie ook WFP niet vond. Nadat we hem dus gevonden hadden, konden we
vertrekken. Althans dat dacht ik. Maar Ida vertelde dat ze haar rijbewijs kwijt
was en dat ze daar dus eerst naar wou gaan zoeken iedereen is precies een
beetje bang van de wegenpolitie en de hoge boetes die ze durven uit te
schrijven-. Eerst gingen we bij haar thuis zoeken, daarna gingen we naar de
winkel waar ze gisteren was, daarna gingen we naar de dienst rijbewijzen om een
voorlopig nieuw rijbewijs aan te vragen. Na enkele minuten wachten, vond Yana
het toch verstandig om eens naar de openingsuren te kijken en wat bleek
verrassing, verrassing- op zaterdag werkte men niet. Waarop Ida besloot naar
het politiecommissariaat te rijden om raad te vragen. De raad die men daar gaf
was: goh op zaterdag is er wat minder controle ik zou het toch gewoon
riskeren. Tegen 7u30 vertrokken we dan richting Ceres. Zonder Bongeka want
nadat we aan Ida gedemonstreerd hadden dat we echt niet met 6 in de auto
konden, had ze Bongeka afgebeld. Maar vol goede moed begonnen we aan de
opdracht van de dag. 500 flyers uitdelen, hoe moeilijk kon het zijn? Al gauw
bleek echter dat de situatie steeds schrijnender werd. Eerst deelden we flyers
uit op een plaats waar farmworkers in de stad werden afgezet om hun
boodschappen te doen. Dit gebeurde met grote trucks. Sommigen waren nog ok,
maar er waren er ook bij waarmee men in Europa zelfs geen dieren zou mogen
vervoeren. Ons tweede stoppunt was een ander dorpje waar we enkele mooie
voorbeelden van verdoken kinderarbeid te zien kregen. Enkele jongentjes liepen
rond met wat fruit en probeerden dat te verkopen aan de mensen. Maar ze hadden
slechts enkele stukken fruit vast, waardoor het leek alsof ze gewoon zelf iets
hadden gekocht. Toen dit erop zat, besloot Ida ons nog enkele woonplaatsen van
de farmworkers te tonen. Het schrille contrast met de prachtige villawijken en
mooie stadscentrum van Stellenbosch kon niet groter zijn. De eerste woningen
vielen nog relatief goed mee. De mensen moesten geen huur betalen, kregen meer
dan het minimumloon, hadden elektriciteit en water. De huizen die we daarna
zagen gingen van kwaad naar slechter. Sommigen hadden geen elektriciteit en
zagen eruit alsof ze op instorten stonden. Toen opeens ook een vrouw op ons af
kwam die vertelde dat ze door haar echtgenoot geslagen werd, stond ik even met
mijn mond vol tanden aan de grond genageld. Ida die de situatie blijkbaar al
gewoon was, ging vlug even binnenkijken en zag dat er in het huis geen eten
aanwezig was (enkel wijn) en dat de kinderen niet verzorgd werden. Een
schrijnende situatie, maar Ida vertelde dat de vrouw waarschijnlijk nooit aan
de politie de waarheid zou vertellen en dus kon ze die maar beter niet bellen.
Anders kwam de organisatie en de vrouw zelf misschien wel in de problemen. Tot
slot gingen we ook nog naar Spookytown. Dit is een plaats waar boeren de
farmworkers die ze niet meer kunnen gebruiken kwamen dumpen. Ze krijgen enkel
wat bouwmateriaal, zoals golfplaten mee en moeten verder maar hun plan trekken.
Op deze plaats hadden de woningen geen toegang tot elektriciteit en water. Ik
vond het wel mooi om te zien dat er mensen waren die hard hun best deden om
toch het beste te maken van de situatie. Er waren bijvoorbeeld enkele huisjes
die een prachtige tuin hadden en die er vrij goed verzorgd uitzagen. Ook tof om
te zien was dat er een moeder haar kinderen toch een mooiere t-shirt kwam
aandoen om op de foto te staan.
Toen we
thuis kwamen merkten we dat er ergens in de badkamer een lek moest zijn, want
er lag een onverklaarbare plas water op de vloer. Toen ik daarom naar het
nummer voor noodgevallen (van de makelaar) wou bellen, kwam ik al vlug tot de
conclusie dat je in het weekend maar beter geen echt noodgeval kunt voor
hebben, want ze was onbereikbaar. Hopelijk maandag meer succes J
Yana en ik
waren van plan van op zondag een grote natuurwandeling te gaan maken, type
dagtocht voor degenen die dat concept wel kennen. Na het ontbijt trokken we dus
naar het centrum om daar een fiets te huren om ermee naar Jonkershoek te gaan.
Maar dikke pech want op zondag verhuurt de toeristische dienst geen fietsen. De
mevrouw zei wel dat we te voet naar daar konden gaan, een half uurtje ongeveer.
Vol goede moed begonnen Yana en ik aan de tocht. Toen we nog even de weg
vroegen aan iemand, verklaarde de man ons zot dat we daar te voet naar wouden
gaan. Volgens hem wat het minstens een half uur met de auto. Van dat plan zagen
we dus af. We besloten dan maar zelf een plaats te zoeken waar we in de natuur
konden wandelen. Na een heuse tocht door de villawijk, kwamen we tot de
conclusie dat het langs die kant niet zou lukken. Je moet via de tuin van zon
huis naar het veld erachter gaan. Pech voor de arme mensen in Stellenbosch. Na
wat omzwervingen lukte het uiteindelijk toch om via een domein van de
universiteit de wijde natuur in te trekken. Hier was ook een klein meertje waar
enkele kinderen ondanks het strikt verboden want gevaarlijk-bord- met veel
enthousiasme aan het zwemmen waren. Na een uur of vijf wandelen besloten we er
maar de brui aan te geven en terug naar huis te gaan.
Zo dat was
het dan. Tot de volgende!
Liefs,
Charlotte
















27-02-2012, 08:44 geschreven door Charlotte 
|