Taak RZL
Inhoud blog
  • Logboek taak RZL
  • Stap 6: lezersbrief
  • Stap 5: resultaten bronnenonderzoek
  • stap 4:bron 11: boek: omgaan met kansarmoede
  • stap 4: bron 10: visietekst brede school
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    16-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stap 4:bron 11: boek: omgaan met kansarmoede

    Boek: omgaan met kansarmoede in de basisschool.

    Het onderwijs moet een hefboom zijn voor het leven. Voor elke kind. Dit is echter niet altijd voor kinderen uit kansarme gezinnen. Bij de start van het onderwijs hebben zij vaak al een achterstand. Ze hebben soms mindere sociale en culturele ervaringen, dit maakt het kwetsbaar.

    Als school is het belangrijk om te beseffen dat kansarme leerlingen vaak uit gezinnen komen dat minder onderwijsondersteunend zijn. De ouders zijn vaak opzoek naar de juiste opvoedingsmanier. Ze zijn onzeker en hierdoor niet altijd even stabiel in de opvoeding.

    Kansarme gezinnen hebben niet altijd een vaste structuur. Ze eten enkel wanneer ze honger hebben, ze gaan slapen als ze moe zijn. Ze overleven van dag op dag, waardoor hun leven heel chaotisch kan zijn.

    De school verwacht een bepaalde inzet van de ouders na de schooluren. Kinderen helpen met hun huiswerk, meehelpen met schoolactiviteiten, cake bakken voor een picknick. Voor gezinnen die in armoede leven is dit niet allemaal relevant. De school moet goed nadenken wat ze vragen aan de ouders. Het is beter om 1 ding te vragen dat ze kunnen doen, dan 10 dingen te vragen waarvan ze 9 moeten weigeren.

    De school kan in dialoog gaan met de ouders en leerkrachten. Hierbij moet aandacht geboden worden aan het taalgebruik. Zorg voor eenvoudige taal en dat er niet enkel negatieve informatie wordt meegegeven.

    Bij feesten die gevierd worden op school moet rekening gehouden worden met de uitgaven, namelijk de inkomprijs, de prijs van de drank, de prijs voor activiteiten. Eveneens als met een verjaardag vieren op school. De school kan hier algemene afspraken over maken, hierdoor worden de kinderen niet uitgesloten. De school kan er ook voor zorgen om de betalingen van schoolactiviteiten te spreiden.  Eveneens kan een school samenwerken met het CLB om iedereen gelijke kansen te bieden in het onderwijs.

    Tijdens het schooljaar zijn er voor kansarme leerlingen verschillende moeilijke momenten. Het zijn momenten dat onvermijdelijk zijn tijdens het schooljaar, maar leerkrachten kunnen deze momenten eenvoudiger maken. Hieronder een opsomming van enkele van deze momenten, met tips voor de leerkrachten.

    1)      De eerste schooldag

    Zie de vakantie ruimer als enkel op reis gaan. Kijk als leerkracht niet neer op andere soorten van ontspanning. Voorzie verschillende basismaterialen in de klas. Bijvoorbeeld potloden, stiften,… .

    2)      Geldophalingsmomenten

    Belast het kind zo weinig mogelijk met de rekeningen. Discretie is belangrijk. Voor grotere uitgaven kan je een spaarplan opstellen. Je kunt ouders kleinere bedragen laten betalen maar meerdere keren op het jaar. Bij problemen kan je samenwerken met gespecialiseerde diensten.

    3)      Drink – en eetmomenten

    Laat ouders grotere verpakkingen kopen en een deeltje in een doosje steken. Dit komt goedkoper uit. Laat de leerlingen water van de kraan drinken uit een leuke beker.

     

    4)      De speelplaats

    Bespreek met de kinderen wat ze kunnen spelen, biedt kansen tot motorische ontlading, het sociaal gedrag observeren, aandacht voor pestgedrag, tijd nemen om conflicten op te lossen.

    Als leerkracht is het eveneens belangrijk om te werken rond de betrokkenheid en het welbevinden van kansarme leerlingen. De leerlingen kunnen last hebben van stress door de thuissituatie en hierdoor zich niet goed voelen in de klas. Wanneer het welbevinden van de leerlingen in de klas hoog is en de leerlingen betrokken bezig zijn, zullen de leerlingen bijleren. Hierdoor kunnen ze hun achterstand van thuis wegwerken. Wanneer de leerkracht hier geen aandacht voor heeft, bestaat de kans dat de leerlingen nog harder achterlopen. Zo krijgen de leerlingen geen gelijke kansen in het onderwijs.

     

    Mijn mening

    Het is een boek met uitgebreide informatie over armoede in het basisonderwijs. Er staan veel haalbare en nuttige praktijkvoorbeelden in. Het interessantste in het boek vond ik de aandacht voor betrokkenheid en welbevinden. Dit is het eerste keer, dat het uitdrukkelijk vermeld wordt. Eenmaal ik het stuk hierover had gelezen, leek het zo logisch. Toch had ik er zelf nog niet aan gedacht. Ik heb bewust gewacht met het boek te lezen tot meer op het einden. Hierdoor heb ik al de vorige informatie kunnen vergelijken met een boek. Ondanks dat het boek al enkele jaren oud is, namelijk van 2003, is het nog zeer accuraat met de informatie die recenter gepubliceerd is. De punten die blijven terug komen zijn voornamelijk de aandacht voor communicatie met de ouders. Ik zou het boek zeker aanraden aan leerkrachten. Niet enkel aan leerkrachten met gekende kansarme leerlingen, maar aan elke leerkracht. Kansarmoede is volgens mij in elke klas, maar niet altijd geweten. Er zijn verschillende maatregelingen die interessant zijn voor al de ouders. Bijvoorbeeld verspreide betalingen kan ook interessant zijn voor ouders zonder geldproblemen, maar wel met een lager inkomen. Hierdoor komen ze niet voor een verrassing te staan op het einde van de maand. 



    16-08-2015, 21:30 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stap 4: bron 10: visietekst brede school

    Visietekst ‘Brede school’

    http://www.onderwijscentrumbrussel.be/sites/www.onderwijscentrumbrussel.be/files/files/document/Visietekst%20BredeSchool%20%28LO%29.pdf

    De wereld wordt steeds complexer. Hierin opgroeien is niet meer evident. We krijgen steeds meer te maken met armoede, diversiteit en sociale ongelijkheden. Toch verdient iedereen gelijke kansen. Deze kansen beginnen al op jonge leeftijd. Om hiertoe als school bij te dragen is het mogelijk om van de school een brede school te maken.

    Een brede school is een school streeft naar maximale ontwikkelingskansen voor iedere leerling. Een brede school is een actief netwerk van organisaties uit verschillende sectoren met een gemeenschappelijk doel. De maximale ontwikkeling van de kinderen stimuleren. Brede scholen hebben enkele kenmerken:

    ·         een structureel samenwerkingsverband tussen één of meerdere scholen en één of meerdere instellingen voor kinderopvang, welzijn, zorg, cultuur en sport.

    ·         een gezamenlijke visie en een doorgaande lijn in de werkwijze.

    ·          een organisatorische verankering van de samenwerking in het beleid en de uitvoering van de betrokken organisaties.

    ·         een stevige inbedding in de buurt/wijk en het socio-economisch weefsel.

    De partners van een brede school zijn allemaal gelijkwaardig en baseren zich op vertrouwen. Ze streven allen dezelfde doelen na en rekenen op het engagement van de medewerkers. Doordat de partners evenwaardig zijn is er ook sprake van gezamenlijke verantwoordelijkheid.

    Niet elke brede school heeft exact dezelfde visie. Elke brede school kiest deze zelf samen met passende doelstellingen, werkvormen, aanbod,… . Bij het opstellen van de visie moet worden rekening gehouden met de schoolpopulatie, de achtergrondkenmerken van de kinderen, ouders en buurtbewoners, de bevolkingssamenstelling van de wijk en de aanwezigheid van voorzieningen.

    Een brede school is nooit af, maar is voortdurend in beweging.

     

    Mijn mening

    Het nastreven van een brede school zou voor elke school een verplichting moeten worden. Het biedt aan heel de buurt voordelen. Kinderen kunnen goedkoop of zelfs gratis naschoolse activiteiten doen. Ouders kunnen met een gerust hart hun kinderen achterlaten. Een brede school zorgt voor activiteiten waardoor de kinderen niet thuis achter de computer of de tv zitten. Het biedt de kinderen met een moeilijkere thuis situatie een vorm van ontspanning. Het biedt volwassenen een kans om hun steentje bij te dragen aan de gemeenschap, om een sociaal leven op te bouwen en mensen te leren kennen. Een brede school biedt voor iedereen pluspunten, dus waarom niet overal?



    16-08-2015, 21:28 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stap 4: bron 9: : Kleine kinderen, grote kansen. Hoe kleuterleraars leren omgaan met armoede en ongelijkheid.

    Kleine kinderen, grote kansen. Hoe kleuterleraars leren omgaan met armoede en ongelijkheid.

    130 000 kinderen leven in armoede. Deze kinderen lopen een grotere kans om niet mee te zijn op school. Hierdoor is de kans groter dat ze later ook in de armoede terechtkomen. Waardoor een vicieuze cirkel van generatiearmoede ontstaat.
    De koning Boudewijn stichting heeft een actieprogramma opgesteld voor kinderen in armoede gelijke kansen te geven. Het actieplan is er gekomen na wetenschappelijk onderzoek waar uit is gebleken dat sterke voorschoolse voorzieningen en kwaliteitsvol onderwijs bijdraagt tot de ontwikkeling van het kind.

    Kansarmoede in ruimer dan financiële en materiële uitsluiting. Bij kind en gezin wordt een gezin kansarm beschouwd als het op minstens drie van de zes volgende criteria zwak scoort : het maandinkomen van het gezin, de opleiding van de ouders, de arbeidssituatie van de ouders, de ontwikkeling van de kinderen, de huisvesting en de gezondheidssituatie van het gezin.

    Maggie De Block heeft in 2013 een aanbeveling geschreven betreffende kinderarmoede vanuit de EU2020. Hierin worden drie doelstellingen geschreven.
    1. Kinderen kansen geven om op te groeien in families met toegang tot toereikende middelen.
    2. Families toegang verlenen tot kwaliteitsvolle diensten en kansen.
    3. Participatie van kinderen bevorderen in sociale, maatschappelijke, vrijetijds- en sportactiviteiten en het recht van kinderen om gehoord te worden stimuleren.

    Het Vlaamse beleid streeft ernaar zoveel mogelijk kleuters te laten deelnemen aan de schoolse praktijken. Hierdoor krijgen kansarme kinderen niet op jonge leeftijd al een achterstand. Hiervoor is het belangrijk om te zorgen voor een lage drempel tussen de school en de ouders, zorgen voor een goede zorg en ondersteuning van de leerlingen en de ouders en ouderbetrokkenheid verhogen. Om dit optimaal te realiseren moet een school kritisch reflecteren over zijn beleid. Onderstaande tabel geeft een samenvatting weer van de vijf competenties en hun respectievelijke deelcompetenties.

    Afbeelding 1

    Als school is het belangrijk om aandacht te hebben voor de ouders van kansarme leerlingen, voor hun is het vaak moeilijker om hun kinderen naar school te sturen. Door de kosten, terwijl ze perfect zelf voor hun kind thuis kunnen zorgen. Zoals eerder vermeld is het belangrijk dat de leerlingen zo snel mogelijk naar school gaan. De school kan hiervoor extra aandacht besteden aan het vertrouwen van de ouders in de school, zorgen voor een school zonder vooroorden, een goede communicatie en dat de ouders kunnen deelnemen aan de schoolsegebeurtenissen van hun kind.

    De school kan ook inzetten op het leren omgaan met diversiteit in de klassen. Dit zorgt voor minder sociale uitsluiting. Ook kan de diversiteit ingezet worden op school. Tijdens schoolfeesten, feestdagen,… .

    Als laatste kan een school ook inzetten op taal. Het beheersen van de landtaal is noodzakelijk om deel te nemen aan de maatschappij. Hieraan kan in de kleuterklas op verschillende manieren aan gewerkt worden. Namelijk door een goede klasinrichting, de materialen, aangepaste activiteiten, het bieden van spreekkansen en door in te spelen op wat kleuters zelf zeggen.

    Niet enkel scholen kunnen zich sterk maken tegen kansarmoede, ook de lerarenopleiding kan de toekomstige leerkrachten bewust maken van de problematiek.
    Ten eerste hebben de leraren een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Hierdoor is het belangrijk om krachtige leeromgeving te leren creëren.
    Ten tweede moet er  aandacht zijn voor diversiteit in de opleiding. Dit kan gerealiseerd worden door stage, lessen, projecten, … .  Hieronder een tabel van de competenties voor toekomstige leerkrachten.

    afbeelding 2

    Uit onderzoek is gebleken dat de leraren opleiding kampt met een transfer probleem tussen theorie en praktijk. Vooral als het over kinderarmoede gaat en sociaal- culturele omgang. Het blijkt dat de toekomstige leerkrachten slecht scoren op breed observeren en hun handelingen kritisch reflecteren.
    Hiervoor zijn enkele oplossingen aangereikt.
    Ten eerste uitgaan van praktijk in plaats van leerstof. Opgelet, meer praktijk is niet hetzelfde als betere praktijk. Dit kan aangeboden worden in diverse stagescholen.
    Ten tweede aandacht voor leren reflecteren in de opleiding.
    Als laatste de nadruk leggen op onderzoek in de opleiding. De leerlingen leren een gericht en gefundeerd onderzoek te leren uitvoeren.

    Om als lerarenopleiding tot actie over te gaan is niet altijd evident. Onderstaande cyclus moet hierbij helpen.

    afbeelding 3

     

     

    Mijn mening

    Het onderzoek was niet evident om te lezen. Het was in een wetenschappelijke taal geschreven. Toch ben ik blij dat ik heb volgehouden. In het onderzoek kwamen verschillende punten terug. Namelijk het belang van vroeg naar school te gaan en het contact met de ouders. Het interessantste aan het onderzoek vond in het deel over de leraren opleiding. Voornamelijk omdat ik hier momenteel zelf in zit. Het geeft een beeld over wat zou kunnen veranderen in het onderwijs. Ik heb steeds gedacht op school niveau waar de kansarme leerlingen zitten, maar niet op school niveau waar de leerkrachten les krijgen. Als er bij de lerarenopleiding nog essentiële veranderen kunnen doorgevoerd worden in verband met omgaan met kansarmoede heeft dit een positief effect op het onderwijs. Al de leerkrachten krijgen dan een zelfde basis mee, hiermee kunnen ze later bewuster voor de klas staan. Dit bespaart de school tijd, waardoor er meer tijd kan besteed worden aan de leerlingen. Ik zou het onderzoek niet direct aanraden aan elke leerkracht om te lezen. Juist omdat het niet eenvoudig geschreven is. De directie kan dit onderzoek wel doornemen en hier relevante informatie voor hun beleid uit halen. Eveneens als de lerarenopleiding. Doordat het een recent onderzoek is, is de informatie nog relevant en up to date. Als laatste wil ik nog vermelden naar een klein stuk in het onderzoek over een brede school. Dit ben ik al verschillende keren tegen gekomen als een oplossing voor de aanpak van kansarmoede door de school. Hierover wil ik graag nog meer informatie opzoeken.


     

    Bijlagen:
    afbeelding 1.png (297.9 KB)   
    afbeelding 2.png (147.2 KB)   
    afbeelding 3.png (64 KB)   



    16-08-2015, 21:26 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stap 4: bron 8: artikel klasse: armoede

    Artikel Klasse: kansarmoede

    http://pdf.klasse.be/KVL/EL2/el2_04_kansarmoede.pdf

    1 op 5 kinderen in België leven in een gezin waar het inkomen lager ligt als de armoedegrens. De voornaamste risicogroepen zijn gezinnen met een alleenstaande ouder, alochtone gezinnen, gezinnen waarvan de ouders een lagere geschoold zijn en gezinnen waar een gezinslid lijdt aan een intensieve ziekte. Kansarme gezinnen krijgen vaak ongelijke kansen op school. Waardoor ze geen diploma hebben en dus moeilijker werk vinden.

    Leerkrachten bekijken kinderen uit kansarme gezinnen vaak als slachtoffer, lui of agressief. Dit kan je als leerkracht beter niet doen. Je kunt als leerkracht wel vertrekken van waar een leerling sterk in is en positieve ervaringen creëren.  Geloven in de leerling is de grootste succes factor ( Ides Nicaise). Geef vertrouwen aan de leerling en wees toleranter als iets niet in orde is wat thuis moest gemaakt worden. Het samenwerken met de ouders kan gerealiseerd worden door oudercontacten, informatiemomenten,… . De ouders betrekken bij het onderwijs en een vertrouwensband op te bouwen zorgt voor een positieve evolutie voor de leerling.

    Wat kan je doen als school volgens Ides Nicaise?

    Als eerste moet je als school gelijke kansen geven aan de leerlingen. Hiervoor heeft de school nood aan financiële ondersteuning en menselijke ondersteuning.
    Als tweede het systeem van de school kritisch bekijken en bijsturen waar nodig om gelijken kansen te geven en niet te discrimineren.
    Ten derde moet de school zorgen voor deskundigheid. Iedereen op de school moet de problematiek kennen en voldoende geïnformeerd zijn over de mogelijke begeleiding.
    Als laatste kan een school ook kleine aanpassingen doen, namelijk de brieven in een eenvoudige taal schrijven, verloren voorwerpen herverdelen, informeren over de verschillende betalingswijzen, huiswerk begeleiden, informeren over de schooltoelage,… .

    Een sterk armoedebeleid is cruciaal voor een school. Deze bestaat uit zes pijlers.


    1) Een sterk inschrijfteam. Deze bestaat best uit mensen die opgeleid zijn om kansarme gezinnen te detecteren en voldoende kennis hebben over de financiële steun die de ouders kunnen krijgen voor het onderwijs van het kind. Zorg eveneens voor een warm onthaal tijdens het inschrijven, zodat de mensen zich welkom voelen. Zo is de drempel voor de ouders lager.

    2) Communiceer actief, helder en duidelijk met ouders. Je kunt als school best de eerste stap zetten in de communicatie. Veel ouders schamen zich en zullen hierdoor niet zelf om hulp komen vragen.  Zorg ervoor dat de brieven kort en duidelijk zijn.

    3) Maak je school betaalbaar. Als school moet je nadenken over de schoolkosten. Ouders in armoede laten dit niet altijd blijken. Hierdoor kunnen de schoolkosten zwaar doorwegen op een gezin. Zorg er als school ook voor dat je leerlingen nooit confronteer met onbetaalbare facturen. Onderhandel met de ouders over de rekeningen en laat ondertussen de leerling meedoen met de activiteiten. Als school kun je ouders ook helpen met de aanvraag voor een schooltoelage. Geef voldoende informatie aan de ouders.

    4) Creëer een veilige omgeving. Zorg voor een warme school, vertrouwen. Spoor ouders aan om langs te komen op school. Je kunt bouwen aan de brede school. Dit is een school die samenwerkt met de jeugdbeweging, sportclubs, kinderopvang, … . Zo krijgen de leerlingen en de ouders de kans om deel te nemen aan het sociaal leven van de buurt.

    5) Bouw een stevige studie(keuze)begeleiding uit. Zorg er als school voor dat je een goede materiële omkadering hebt. Bijvoorbeeld een studie ruimte, computerlokalen,… . Als leerkracht kun je het taalgebruik aanpassen. Leerlingen in armoede gebruiken weinig beeldtaal. Maak je uitspraken concreet met voorbeelden en laat de leerlingen vaak aan het woord.  Als school kun je inzetten op studiekeuzebegeleiding. Hierdoor wordt het watervaleffect tegengegaan en krijgen de leerlingen een eerlijke kans in het onderwijs.

    6) Roep de hulp in van specialisten. Schakel ervaringsdeskundigen in, benut expertise van het middenveld (CLB, LOP), werk samen met externe hulpverleners (OCMW).

     

    Mijn mening

    Het is een zeer uitgebreid artikel met veel informatie. Zowel een getuigenis, als informatie voor de school over waar ze op kunnen letten, wat ze kan doen, … .

    In het artikel is zowel aandacht voor de leerkrachten als voor de school. In het artikel wordt voldoende uitleg gegeven. Elke tip wordt grondig gemotiveerd. Hierdoor krijgen de leerkrachten een duidelijk beeld over wat ze kunnen doen en waarom.

    Volgens mij is het een artikel met zeer interessante informatie. De 6 pijlers voor de school zijn duidelijk uitgelegd en haalbaar voor elke school.

    Als elke school en leerkracht enkele van de tips ten harte zouden nemen zal de begeleiding van kansarme leerlingen een grote stap vooruit maken. Wat duidelijk terug komt in het artikel is een duidelijke communicatie met de ouders. Als de ouders de school vertrouwen is dit positief voor de leerlingen.



    16-08-2015, 21:11 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stap 4: bron 7: onderzoek Albert Janssens

    Onderzoek Albert Janssens

    Albert Janssens is een onderwijzer. Hij heeft lesgegeven aan het basisonderwijs, aan het buitengewoon lager onderwijs type 3, aan het buitengewoon secundair onderwijs OV3, aan de lerarenopleiding van de KHleuven en hij is schoolhoofd geweest.

    Albert Janssens heeft een onderzoek verricht naar het bieden van eerlijke kansen voor kinderen in het basisonderwijs die leven in kansarmoede. Zijn werkmethode bestaat uit 5 stappen: bevraging leerkrachten, getuigenissen van ervaringsdeskundigen in de armoede en de sociale uitsluiting, synthese van thema’s, theorie van de belangrijkste thema’s en tips voor het basisonderwijs.

    Albert Janssens maakt een onderscheid tussen situatiegebonden armoede en transgenerationle armoede. Situatiegebonden armoede is meestal tijdelijk van aard. Bijvoorbeeld: na een overleiden, tijdens een crisis. Transgenerationele armoede is armoede die minstens twee generaties overspant en het is moeilijk om uit deze armoede te komen.

    Volgens Albert Janssens is er een verschil tussen wat leerkrachten denken betreffende het leren en het leven van kansarme leerlingen en wat kinderen zelf ondervinden.

    Tijdens het onderzoek zijn er enkele thema’s naar boven gekomen waar leerlingen in kansarmoede eventueel mee te maken krijgen tijdens hun schoolloopbaan. Namelijk taalachterstand, cognitieve functies, executieve functies en hun gedrag.
    Onder cognitieve dysfuncties verstaan we het gebrek aan intelligentie ook bij leerlingen met een normaal IQ.
    Bij de taalachterstand spreken we over een heel beperkte woordenschat tussen de 400 en de 1200 woorden in het begin van het eerste leerjaar. Dit komt vaak door een arme taalomgeving met weinig begripsvorming.

    Wat kunnen we al leerkracht beter niet doen?
    De problematiek inwrijven bij de leerlingen, medelijden vertonen of betuttelen, te ver gaan als leerkracht, het kind afbreken.

    Wat kunnen we dan wel doen?
    Geloof in het kind, wees oprecht, beperk de druk op de thuissituatie, verplicht kleuteronderwijs.

     

    Mijn mening

    Ik vond het een interessant onderzoek om door te nemen. Er is veel relevante informatie in terug te vinden over armoede. Albert Janssens zijn onderzoek gaat over het basisonderwijs hierdoor is het minder interessant voor leerkrachten van kleuter en hoger onderwijs. Albert Janssens geeft concrete tips voor de leerkrachten die zeker het proberen waard zijn. Hij schetst ook een duidelijk beeld over armoede. Hij maakt duidelijk dat armoede meerdere gevolgen kan hebben. Hij legt eveneens de nadruk op wat leerlingen eventueel missen thuis. Hierdoor krijgt de leerkracht een beeld over armoede buiten het school. Dit biedt de leerkrachten een andere kijk het leven van de leerlingen. Dit kan ervoor zorgen dat de leerkrachten beter begrijpen wat er bij de leerlingen omgaat. De getuigenissen van de kansarme (ex-) leerlingen zijn concreet en hierdoor krijgt de leerkracht eveneens een beeld over de situatie van de leerlingen.

     



    16-08-2015, 21:09 geschreven door Carlyn Pollenus  
    03-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stap 4: bron 6: interview 2

    Mijn mening

    Het was een zeer interessant interview. Ik ben blij dat ik nog bij mijn taak heb kunnen toevoegen. Mevrouw Meynckens heeft de visie van de school Mater-Dei gegeven. Hoe Mater-Dei kansarme leerlingen opvangt en ouders begeleid. Mater-Dei is een zeer sterke school op het gebied van leerlingen begeleiding. Ze hebben veel maatregelingen getroffen om een ster onderwijs te bieden aan iedereen. Ik heb geleerd dat het niet enkel over financiële steun gaat, maar eveneens over duidelijk communicatie. De drempel voor de ouders zo laag mogelijk te houden. Mater-Dei is zeker een voorbeeld voor andere scholen. 

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=s2FXkVFUfnE&feature=youtu.be   



    03-06-2015, 13:41 geschreven door Carlyn Pollenus  
    31-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stap 4: bron 4: de 7de dag (10/05/2015)

    De 7de dag 10/05/2015. Vanaf 7min 30 sec tot 24 min

    Samenvatting

    Jongens, kinderen uit kwetsbare gezinnen (kansarmoede, ouders zonder werk, ouders die geen Nederlands spreken) hebben minder kansen om later verder te studeren. Dit komt omdat kwetsbare jongeren vaak de kans niet krijgen om naar het ASO onderwijs te gaan. Ze worden vaak zonder screening naar het BSO gestuurd. Deze jongeren missen vaak ook de buitenschoolse activiteiten, uit onderzoek blijkt dat jongeren die mee doen aan buitenschoolse activiteiten mee doen meer slaagkans hebben. Ondanks dat je voor 40 euro een heel jaar kan deelnemen aan de muziekschool. 6% van kansarme jongeren slagen aan de hoge school of universiteit.
    Hoe zit het met de doorstroom van kansarme of allochtone jongeren in België ten opzichte van andere landen?
    Dit is een eenvoudige vraag, met een complex antwoord. Volgens onderzoek van OESSO blijkt dat de sociaal economische achtergrond van jongeren in België meer de studieresultaten bepalen als in andere landen. Aan de andere kant blijkt uit cijfers eveneens van de OESSO dat België het heel goed doet op basis van de veerkrachtige studenten. Terwijl we op de ongelijkheidsindex dan weer minder scoren in België. 0 = evenveel arm als rijk in een school,1= 100% of 100% rijk op een school. België scoort 0.39.

    Mijn mening

    Volgens mij moet het onderwijs meer gemixt worden om de kansarme leerlingen de beste kansen te bieden. Omdat kansarme leerlingen vaak naar het BSO worden gestuurd zonder screening zullen de leerlingen niet gelukkig zijn in hun studie en dus geen motivatie hebben. Als er een degelijke screening komt, waardoor elke leerling in een goede studierichting zit, zal de slaagkans van kansarme leerlingen groter zijn, wat automatisch een positieve invloed zal hebben op hun later leven. Door goede studies kunnen deze leerlingen uit de kansarmoede geraken.


    Standpunten van mensen: (24 min tot 38 min)

     

    1. Vrijheid van keuze voor scholen heeft een negatief effect voor ouders in kansarmoede. Omdat ze onvoldoende geïnformeerd zijn over de wetgeving.

    Mijn mening

    Als dit effectief het geval is, moeten de scholen betere en duidelijkere communicatie beieden voor de ouders. De ouders moeten weten welke mogelijkheden hun kind heeft en hoe ze die keuze voor het secundair onderwijs zo goed mogelijk kunnen maken.

     

    2. Kinderen moeten voldoende gescreend worden, zodat ze op de juiste plaats zitten.

    Mijn mening

    Zoals hierboven al vermeld, vind ik het belangrijk dat de (kansarme) jongeren in een richting zitten dat ze graag doen en waar ze de motivatie voor hebben. Door een goede studiekeuze kunnen de jongeren uit de armoede geraken.

    3. Ouders en school moeten zo vroeg mogelijk naar elkaar toe groeien. Zodat ouders geïnformeerd zijn en weten hoe ze hun kind kunnen begeleiden. Dit is de taak van het CLB (centrum voor leerlingen begeleiding), maar het CLB kan niet bij elk gezin langsgaan. De school speelt hier dus een belangrijke rol.

    Mijn mening

    Dit moet niet enkel een maatregel zijn voor kansarme gezinnen, maar voor elke leerling op school.

    4. Kinderen missen uitstappen, activiteiten buiten school. Omdat ze deze activitetien missen, missen ze ook de gesprekken op school omdat ze niet kunnen meepraten. Hierdoor voelen de kinderen zich anders, uitgesloten,…

    Mijn mening

    Het is aan de ouders om hulp te vragen aan de scholen, zodat hun kinderen toch meekunnen op uitstappen en aan de scholen om oplossingen te bieden aan de ouders. Voor de naschoolse activiteiten denk ik dat er meer en beter geïnformeerd moet worden. Er zijn mogelijkheden om goedkoop een hobby te kunnen uitvoeren.

    Bijlagen:
    http://http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/programmas/dezevendedag/2.38850?video=1.2334674   



    31-05-2015, 18:47 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stap 4: bron 3: brochure samen sterk tegen armoede

    Brochure maak je sterk tegen armoede

     

    Wat kan een school doen om sterk te staan tegen armoede?

    Er zijn 6 grote factoren waar een school aan kan werken om sterk te staan tegen kansarmoede

    1. Oprichten van een werkgroep kostenbeheersing

    Deze werkgroep kan de beheerskosten van de school bekijken en nieuwe maatregelen suggereren op het jaarlijks overleg. Zo krijgt de school een beter zicht over de problematiek van de school.

    2. Organiseren van een kostenbeleid

    Dit kan georganiseerd worden door een vast financieel team van de school. Er kunnen twee vaste vertrouwenspersonen aangesteld worden, die een aanspreek punt vormen voor de ouders. Ze kunnen een lijst opstellen van de verwachte schoolkosten per jaar, deze lijst moet jaarlijks bekeken en geoptimaliseerd worden. Het financieel team kan ook een sociale kas oprichten, deze kan aangesproken worden voor gezinnen die de rekeningen niet direct kunnen betalen. Hierdoor kunnen de gezinnen uitstel van betaling krijgen en kan er op een rustige manier gezocht worden naar een oplossing zonder dat de school in geldproblemen komt. De kas kan ook de kosten drukken van meerdaagse uitstappen. Als laatste kan het financieel team ook hulp bieden bij het invullen van de aanvragen voor schooltoelage.

    3. Betrekken van de ouders

    De school kan ervoor zorgen dat de kansarme ouders voldoende gehoord worden over het kostenbeleid van de school. Dit is echter niet evident omdat de ouders moeilijk te bereiken zijn via de klassieke kanalen. Dit komt door de schaamte. De school moet goed nadenken voor de deze stap zet, of de ouders wel voldoende kunnen gehoord worden. Als kansarme ouders hun mening gaan geven en hun situatie uitleggen, zonder gevolgen kan dit een negatief beeld geven over de school bij de ouders. Wat denk je dan over gratis onderwijs voor kansarme gezinnen? Dit is ook niet de oplossing, want ouders willen vaak betalen voor hun kinderen. Als ze niets moeten betalen zal de drempel nog hoger liggen. De eigenwaarde zal hierdoor ook aangetast worden. Het is beter om een kleine bijdrage te vragen aan de ouders. Als school kan je de ouders ook de keuze geven over waar ze hun aankopen doen voor de schoolspullen. Zo krijgen de ouders zelf de kans om een goedkoper alternatief te zoeken zonder direct aan de school te moeten meedelen dat ze het niet kunnen betalen. Scholen moeten ook vermijden om incassobureaus in te schakelen. Omdat deze bureaus vaak extra kosten aanrekenen en dreigen met gerechtelijke stappen. Een gezin in armoede zal de factoor vaak niet met opzet laten liggen, maar uit geldnood. Beter is om deze situaties te proberen regelen via sociale diensten of vertrouwenspersonen, deze kunnen in dialoog gaan met de ouders en naar een oplossing zoeken.

    4. Aandacht voor schoolfacturen

    Als een school meer betaalmethodes aanbieden voor de ouders (cash, overschrijven, domiciliering) merken we een daling van onbetaalde facturen. Deze positieve trend geld ook voor meerdere kleine facturen in plaat van enkele grote facturen. Te veel facturen is dan ook weer niet goed, de school moet hier een evenwicht in vinden. Facturen in het begin van de maand hebben ook meer kans om betaald te worden dan facturen op het einde van de maand. Gespreide betalingen kan ook een oplossing zijn voor ouders, want te veel facturen op korte termijn kan voor problemen zorgen. Naast het gespreid betalen kan een school overwegen om een spaarsysteem voor ouders in te voeren. Zo kunnen ouders elke maand een klein bedrag betalen in plaats van in een keer het hele bedrag. Een school moet ervan bewust zijn dat niet elke ouder controle heeft over zijn eigen inkomen. Hiervoor is het goed dat de school contact zoekt met de schuldbemiddelaars in samen spraak met de ouders. De ouders worden ook graag geïnformeerd over de afspraken. Stuur daarom ook al de facturen naar de ouders en de schuldbemiddelaars. Cash betalen kan ook een oplossing bieden voor sommige gezinnen in armoede, niet iedereen heeft echter een zichtrekening. Als school kan je vaste dagen en uren afspreken om cash te betalen.

    5. Les en schoolmaterialen

    Zoek als school niet te vlug naar digitale oplossingen, niet elk gezin beschikt over een computer, internet of een printer. De inkt is bovendien ook zeer duur. Digitale taken maken en afdrukken is voor de leerkrachten vaak handig, maar niet voor elke leerling evident. Zorg ervoor dat de leerlingen op school gebruik kunnen maken van een computer en een printer. Voor kansarme kinderen kan er een betaalsysteem bedacht worden waardoor het printen goedkoper is. Als school kan je kiezen voor slim schoolmateriaal. Dit wil zeggen materialen die zo lang mogelijk kunnen gebruikt worden in de verschillende jaren.

    6. Activiteiten buiten school

    Maak als school de uitstappen zo goedkoop mogelijk. Zoek naar creatieve oplossingen. Bijvoorbeeld met de fiets gaan, locaties in de buurt kiezen, locaties met interessante kortingen voor scholen,… . Wat je niet mag doen is aan de leerlingen een keuze aanbieden tussen een gratis en een betaalde activiteit. Hierdoor creëer je onbewust een mechanisme van uitsluiting.


    Mijn mening

    Het is een brochure met zeer veel tips voor scholen. Ik denk dat veel van deze maatregelen al toegepast worden door scholen en zeker hun effect bewijzen. Lang de andere kant zijn er ook maatregelen waar we ons extra vragen over moeten stellen. Zoals het sociale kas. Hoe wordt de sociale kas gevuld? Door initiatieven vanuit de school waar de winst in de sociale kas wordt gestoken, wie zorgt er voor de winst? De ouders die niet in armoede leven, is het aan deze ouders om de schoolloopbaan van de kansarme leerlingen te betalen? Moet de regering niet zorgen voor de sociale kas? Daarnaast moeten we ook nadenken of ieder gezin in armoede recht heeft op deze maatregelen. Er zijn gezinnen die in armoede leven omdat ze niet met geld kunnen omgaan, ze steken liever geld in een nieuwe auto, een tv, een xbox, heel veel huisdieren,… Is het dan aan de school om voor deze gezinnen te betalen? Langs de andere kant moeten we ons dan ook afvragen of deze kinderen hiervan het slachtoffer moeten worden. Mijn mening is dat scholen zeker maatregelingen moeten nemen en nieuwe maatregelingen moeten uittesten en evalueren. Een school moet enkel maatregelingen treffen die een positieve invloed hebben, de andere maatregelingen kunnen ze beter niet blijven invoeren. Omdat dit een verspilling van tijd en geld kan zijn. De efficiënte maatregelingen zullen dan ook per school verschillend zijn, hiervoor is informatie aan de scholen zeker belangrijk.

    Bijlagen:
    http://http://www.netwerktegenarmoede.be/documents/Maak-je-sterk-tegen-armoede-op-school.pdf   



    31-05-2015, 17:14 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stap 4: bron 5: interview
    Mijn mening over interview

    Het interview afleggen was niet zo evident voor mij, omdat het gefilmd werd had ik ook veel stress. Toch heb ik veel geleerd.

    De visie over zuiniger zijn in het onderwijs spreekt mij zeker aan. Dit is een oplossing dat elke school zeer eenvoudig en individueel kan nemen. Als scholen hierover rond de tafel zitten kunnen er op een korte periode zeker leuke ideeën uit de bus komen. De voorbeelden uit het interview: kaften met gratis papier, bewust kiezen van uitstappen, algemeen materiaal voorzien in de school. Zijn volgens mij haalbare initiatieven. Het onderwijs gratis maken tot 18 jaar, lijkt mij moeilijk tot niet haalbaar. Volgens mij zou dit ook zorgen voor een ongelijke verdeling in het onderwijs. Als er enkele scholen zijn die toch geld vragen aan ouders, om hun onderwijs ‘beter’ te maken, zullen ze ouders vinden dat bereidt zijn daarvoor te betalen. Zo zullen we nog meer als vandaag arme en rijke scholen creëren.

    De taalarmoede bij allochtone ouders vond ik een zeer interessante visie. Die ouders hebben vaak zowel geld als taalproblemen. Als ze aan hun taal probleem werken, wilt dit niet automatisch zeggen dat hun geld problemen opgelost geraken. Hiervoor denk ik dat zeker nog extra maatregelingen nodig zijn vanuit de overheid. Zodat deze mensen niet twee keer geraakt worden, door onze maatschappij.

    Toch denk ik dat scholen wel maatregelingen kunnen treffen naast het zuiniger zijn. Wel ben ik ermee akkoord dat scholen geen openbare stempel mogen kleven op de leerlingen. Armoede is een probleem waar veel mensen zich over schamen. Als ze al hulp gaan zoeken is dit een grote stap, de school moet dan ook zo discreet mogelijk omgaan met deze informatie.

    Als laatste wil ik nog een bedenking maken bij dit interview dat ik al eerder heb gemaakt, wat met de ouders die wel geld genoeg hebben, maar er niet met kunnen omgaan? Hoe kan een school deze problemen aanpakken zonder dat de kinderen het slachtoffer worden?

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=fj356-Lcmyk   
    http://www.youtube.com/watch?v=ieBOmuHtrM4   
    http://www.youtube.com/watch?v=Zgos8oBhX7M   



    31-05-2015, 00:00 geschreven door Carlyn Pollenus  
    16-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stap 4: verplichte bron 2: vergelijking van 4 politieke partijen over hun standpunt van religie in het onderwijs

    4 standpunten van politieke partijen over religie in het onderwijs.

    Bronnen:

    http://meditatie-bij-jonge-kinderen.blogspot.be/2014/08/politieke-partijen-en-standpunten-over.html

    http://www.kuleuven.be/thomas/page/politieke-standpunten/#73704

    Samenvatting:

    ·         *NV- A

    NV-A wil ouders laten beslissen in welke levensbeschouwing ze hun kind willen opvoeden. Hierdoor vindt de NV-A dat het onderwijs neutraal moet zijn en er een keuzevrijheid moet bestaan tussen erkende Godsdiensten en niet – confessionele zedenleer. Om dit te kunnen verwezenlijken moet het vrij gesubsidieerd onderwijs niet langer de volledige inhoud van het levensbeschouwelijk onderwijs bepalen.

    ·        * Sp.a

    Sp.a is voor vrije scholen te behouden die vanuit één levensbeschouwing werken. Eveneens wilt sp.a dat in het officieel onderwijs de keuze moet worden aangeboden tussen de verschillende erkende en de niet – confessionele zedenleer. Tevens wilt sp.a een gemeenschappelijke stam. In deze stam komen verschillende levensbeschouwelijke vakken aan bod. Hierdoor wilt men meer respect voor verscheidenheid bijbrengen en onverdraagzaamheid verminderen. 

    ·       *CD&V

    CD&V is voor het behoud van de al bestaande wetgeving en organisatie in het onderwijs te opzichten van religie. 

    ·       *  Vlaams belang

    Eveneens als CD&V pleit het Vlaams Belang voor het behoud van de huidige wetgeving.

    Vergelijking

    * Gelijkenissen tussen de 4 partijen:

    -         -  Levensbeschouwing behouden in het onderwijs.

    * Gelijkenissen bij de Cd&V, het Vlaams Belang en de sp.a:

    -        -   Behoud van vrije scholen die vanuit één levensbeschouwing werken.

    -          - Officieel onderwijs de keuze tussen verschillende erkende en de niet – confessionele zedenleer.

    -         -  Subsidies worden bepaald vanuit de bevoegde instanties van iedere levensbeschouwing.

    * Wat wil NV-A anders zien:

    -          - Onderwijs neutraal

    Mijn mening:

    Ik vind dat ouders in overleg met hun kinderen moeten bepalen naar welke school de kinderen gaan, en dus ook welke levensbeschouwing ze mee krijgen op die school. Naar mijn mening moet er voldoende keuze zijn voor de ouders. Bijvoorbeeld moeten ouders dat hun kind willen laten onderwijzen met de levensbeschouwing Hindoe geen 100 km rijden om een gepaste school te vinden. Ik ben voor het principe dat vandaag gehanteerd wordt in het GO! Onderwijs. Hier kunnen de leerlingen en ouders kiezen welke levensbeschouwing de kinderen krijgen. Hier zijn vaak ook geschikte leerkrachten voor aangeworven. Dat is natuurlijk ook noodzakelijk. De scholen moeten de nodige leerkrachten vinden om het vak te onderwijzen. Misschien is mijn idee niet haalbaar, maar het is wel mijn ideaalbeeld. Kinderen dat eender welke levensbeschouwing in een Vlaamse school kunnen kiezen en hierin onderwezen worden.



    16-04-2015, 20:38 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stap 4: verplichte bron 1: toespraak Obama

    Toespraak van Obama over extremisme in het geloof.

    Samenvatting van de toespraak:

    Geloof inspireert om arme te helpen, vrede te sluiten,… . Geloof is onze drijfveer om goede daden te doen. Maar we zien ook dat geloof kan verdraaid worden en soms kan gebruikt worden als een wapen.
    Van een school in Pakistan tot de straten van Parijs, hebben we geweld en terreur zien plegen door mensen die opkomen voor hun geloof. Ze komen op voor de Islam, maar eigenlijk verraden ze het geloof om hun daden goed te praten.
    We zien de IS de brutale vereniging des doods in de naam van religie extreme barbaarse daden uitvoeren. Het terroriseren van religieuze minderheden, vrouwen verkrachten als wapen in de oorlog,… .
    We zien religieuze oorlog in centraal Afrika, sektarische oorlog, de moord op Moslims en Christenen in Nigeria. Zo vaak worden deze daden gepleegd in de naam van religie.
    Het goede, het sterke, de liefde van mensen die geloven, gaat gepaard met mensen die het geloof gebruiken voor hun eigen moorddaden goed te praten.
    We mogen deze daden niet negeren omdat ze niet hier (Amerika) gebeuren. Vroeger werd de slavernij in Amerika ook goed gesproken in de naam van Jezus.
    Het extremisme is niet uniek aan één soort groep mensen of één soort geloof. In elk mens schuilt de neiging om het geloof te verwoesten.
    Menselijkheid een basisprincipe van geloof. Wij als gelovigen moeten opkomen tegen de mensen dat het geloof misbruiken. De vrijheid van religie en het uitoefenen van ons geloof moet kunnen zonder angst.

    Mijn mening:

    Ik heb de toespraak enkele keren beluisterd. Ik vind het eveneens belangrijk om een onderscheid te maken tussen mensen die geloven en extremisten. We mogen door de recente gebeurtenissen door extremisten geen vooroordelen ontwikkelen. Iedereen verdient een eerlijke kans in de samenleving. Toch mogen we niet uit het oog verliezen dat iedereen vatbaar is voor extremisme. Het feit over vooroordelen wil ik ook reflecteren naar armoede. Mensen kunnen door verschillende omstandigheden in de armoede terecht komen en iedereen is een potentieel slachtoffer. Iedereen verdient een eerlijke kans in de samenleving, ook de mensen dat in de armoede terecht zijn gekomen. We kunnen al kansen beginnen bieden vanaf kinderen naar school gaan. Economische opvoeding, over het omgaan met geld. Als school letten op de uitgaven voor de ouders,… . We zijn allemaal mensen, we verdienen allemaal dezelfde kansen.

    Bijlagen:
    https://www.youtube.com/watch?v=E7LxBocwm-o   



    16-04-2015, 18:28 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stap 4: bron 2: bijwonen van een debat over diversiteit in het onderwijs
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Bijwonen van een debat over diversiteit in het onderwijs. Datum: 25/04/2015 Waar: Mater- Dei Leuven

    Leden van het debat:
    - Lieven Boeve ( Directeur - Generaal VSKO)
    - Mohamed Ridouani ( Schepen van onderwijs Leuven)
    - Orchan Agirdag (Socioloog Universiteit van Amsterdam)
    - Agnes Claeys (Voorzitter CASS- SKBLV)

    Indien mogelijk persoonlijk enkele vragen stellen.

    Vragen:
    - Hoe kunnen scholen omgaan met kansarmoede?
    - Zijn er culturele of religieuze verschillen waar scholen moeten rekening met houden bij het bestrijden van kansarmoede?
    - Kunnen leerkrachten concrete stappen ondernemen op klasniveau tegen kansarmoede? Zo ja, welke?

    Het debat

    Het debat ging over de verschillende nationaliteiten in de school en de kansen die het bied voor de leerlingen. Hoe de school het beste om kan gaan met de diversiteit. Dat Mater-Dei een voorbeeld zal zijn voor scholen in de toekomst. Door de stijgende diversiteit in ons land, zullen andere scholen ook steeds meer multicultureel worden. Mater- Dei zal dan een leerschool zijn voor de andere scholen.

    Mijn mening

    Omdat het debat vooral ging over multiculturaliteit was het voor mijn onderzoek van RZL minder relevant. Toch ben ik blij dat ik het debat heb bijgewoond. Het heeft mij zeker dingen bijgeleerd over het omgaan met multiculturaliteit in het onderwijs, voor later als ik voor de klas sta. Eveneens heb ik de kans gekregen om enkele vragen te stellen aan mensen die ik anders niet had kunnen bereiken. Het debat vindt u via onderstaande link.

    Bevraging Mohamed Ridouani: schepen van onderwijs Leuven

    Hoe kunnen we kansarmoede leerlingen zo goed mogelijk opvangen in het onderwijs?

    Als school kan je sterk inzetten op het op tijd naar school brengen van de leerlingen. Al vanaf de instap klas. De school kan hiervoor de ouders aanspreken. Het is belangrijk dat de leerlingen een vaste school structuur hebben. Als de ouders naar school gaan belangrijk vinden, gaan de kinderen dit ook vinden. Hierdoor zal hun inzet en motivatie groter zijn om te studeren. Zo hebben ze later meer kansen om te slagen in de maatschappij en uit de armoede te geraken. Ook inzetten op de taal is een belangrijke rol van de school. De ouders het belang van de Nederlands taal ( Frans in Wallonië) doen inzien. Het spreken van de landstaal is een eerste stap voor de inburgering in het land en biedt meer kansen tot werk. Hierdoor kunnen de ouders die in kansarmoede leven weer een stap zetten in de goede richting. De school kan dit doen door de leerlingen het belang van het Nederlands te laten inzien en zo hun ouders aan te sporen Nederlands te spreken. Het betrekken van de ouders bij het schoolgebeuren van hun kind kan ook een positieve invloed hebben. Zoals eerder vermeld als de ouders positief zijn over school, zal dit worden overgebracht naar de leerlingen.

    Mijn mening

    Door de antwoorden van Meneer Ridouani heb ik geleerd dat een school niet enkel moet inzetten op maatregelen voor de leerlingen. Door de ouders te betrekken bij het schoolgebeuren heeft dit een positieve invloed op de leerlingen. Hierdoor wordt het probleem van kansarmoede niet aangepakt, maar biedt de school wel een kans om uit een vicieuze cirkel te stappen. Doordat de leerlingen de voldoende kansen krijgen om te studeren en later werk te vinden. 

    Website Mohamed Ridouani: schepen van onderwijs Leuven:

    Artikel over de besparingen van de Vlaamse Regering op onderwijs. Geschreven door Mohamed Ridouani: schepen van onderwijs Leuven op 12 december 2014.

     

    Tot nu toe kregen scholen van de reguliere werkingsmiddelen en extra middelen op basis van sociale economische status van de leerlingen. Dit wil zeggen dat scholen met leerlingen waarvan er geen inkomen is uit werk, waarvan de ouders geen Nederlands spreken, waarvan ze onder kansarmoede vallen extra middelen krijgen om die leerlingen te begeleiden. Het gaat hier over 1 op de 4 leerlingen van Leuven.
    Waarvoor gebruiken scholen dit extra geld? Voor het aankopen van ICT, hierdoor kunnen ze de leerlingen ICT vaardigheden bijbrengen waar ze thuis de kans niet toe hebben. Eveneens voor de aankoop en het onderhoud van materialen die bijdragen tot de taalontwikkeling en de motorische ontwikkeling van de leerlingen. Ook worden de middelen gebruikt voor het organiseren van laagdrempelige activiteiten voor de ouders, zodat de ouderbetrokkenheid stijgt. Als laatste worden de middelen ook gebruik voor culturele uitstappen die niet passen binnen het maximum factuur.
    Door deze extra middelen in te trekken worden de jongeren die extra hulp nodig hebben het eerste geraakt.

    Mijn mening

    Uit het artikel heb ik geleerd dat de extra middelen voor scholen zeker belangrijk zijn om kansarme leerlingen gelijke kansen te bieden in het onderwijs. Ik weet dat we in een periode zitten van besparingen, dus ik besef dat het onderwijs ook moet besparen. Ik weet echter niet of het een goed idee is om te besparen op de extra middelen van een school. Als deze middelen er inderdaad voor zorgen dat kansarme leerlingen gelijke kansen krijgen in het onderwijs, moet dit zeker behouden worden. Het is aan de regering om na te gaan dat scholen deze extra middelen goed besteden. Als door deze besparingen de risico jongeren geraakt worden, zal het probleem van kansarmoede enkel blijven stijgen en komen we nooit tot een evenwichtige maatschappij.

    Bevraging kleuteronderwijzeres Mater-Dei:

    Wat kunnen leerkrachten doen om kansarmoede leerlingen in hun klas op te vangen, te begeleiden? Kosten te besparen voor de ouders?

    Als eerste is het belangrijk om de leerlingen een duidelijke structuur te bieden. De leerlingen moeten regelmatig naar school komen, op tijd naar school komen. Dit is aan de KO om te melden aan de directie als er problemen rond ontstaan. Dan kan de directie stappen ondernemen. Door een regelmaat krijgen de kinderen de maximale leerkansen.
    De ouders gaan vaak overdrijven in hun uitgaven voor hun kinderen, hierdoor is kansarmoede moeilijker op te sporen door enkel naar de kinderen te kijken.
    Toch zijn er algemene maatregelen voor de hele klas die geen kwaad kunnen.
    De leerlingen hun koek in een koekendoosje laten steken, zo hoeven ze geen hele koek mee te nemen. Want een koek is vaak goedkoper als ze niet apart verpakt zijn. Het drinken wordt in drinkbeker gedaan, om dezelfde regen. Een grote fles water is goedkoper als kleinere flessen. Bij een drinkfles kan de KO ook bijvullen met water van de kraan. Deze maatregelen worden in het begin van het jaar tijdens een gezondheidsweek besproken met de leerlingen en met de ouders. De ouders worden hier ook bewust gemaakt dat er gezondere en goedkopere alternatieven bestaan voor koeken mee te nemen naar school. Als laatste is er ook een maximumfactuur per kleuterklas en leerjaar. Hierdoor weten de ouders op voorhand hoeveel ze aan uitstappen maximum moeten betalen.

     

    Mijn mening

    Een gezondheidweek waar alle ouders in betrokken worden vind ik een goed idee. De kleine maatregelen die kunnen genomen worden om geld te besparen zijn niet enkel interessant voor ouders die het moeilijker hebben, maar ook voor de andere ouders. Zoals hierboven vermeld leven we in een periode van besparingen. Door deze kleine maatregelen kunnen alle ouders bewuster omgaan met hun uitgaven en is het een kleine stap om geen nieuwe arme te maken in ons land.


    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=AqCNw4lVfYQ   



    16-04-2015, 00:00 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stap 4: bron 1: beleidsnota armoede bestrijding 2014 - 2019

    Bron: L. Homans (2014). Beleidsnota armoede bestrijding 2014 – 2019.

    Wat zijn de wettelijke bepalingen rond de armoede grens in België? (enkele cijfers op een rijtje).

    Armoede is een netwerk van sociale uitsluiting dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectief bestaan.

    Het risico op kansarmoeden ligt in Vlaanderen zeer hoog. 680.000 personen in Vlaanderen hun inkomen ligt lager dan de armoede grens. De armoede grens bedraagt in België €973/maand voor een alleenstaande en €2.044/maand voor een gezin met 2 kinderen. Van de 680.000 personen leven 50% in langdurig armoede. In 2012 gaven 15,3% (960.000 personen) mensen aan moeilijk rond te komen met hun inkomen.
    Deze cijfers liggen nog hoger in Brussel. In Brussel leeft 1/3 van de personen onder de armoedegrens, hiervan is 5% afhankelijk van een inkomen van het OCMW. Kinderarmoede is in Brussel eveneens een groot probleem meer dan 1/5 kinderen leeft in een huishouden zonder inkomen uit werk. Kinderarmoede in cijfers: in 2012 leefde 10,9% en in 2013 11,2% kinderen in een huishouden zonder inkomen uit werk. 9,5% van de jongeren tussen 18 en 24 jaar leven van een leefloon.

    EU2020 (tienjarenplan voor de groei van de Europese Unie) heeft als doel om tegen 2020 het aantal armen of sociaal uitgesloten in de hele Unie met 20 miljoen te verminderen. Hiervoor is een nieuwe armoede – indicator opgesteld. Iemand voldoet aan de nieuwe indicator als hij of zij aan minstens één van de drie voorwaarde voldoet. De voorwaarden:

    -          - Hij of zij leeft in een gezin met een inkomen onder de nationale armoederisicodrempel.

    -          - Hij of zij leeft in een gezin met ernstige materiële deprivatie (het gezin mist minstens vier items uit een lijst van negen basisitems wegens financiële redenen. De negen items zijn: een week vakantie buitenshuis per jaar, een maaltijd met vis, vlees, kip of vegetarisch alternatief om de twee dagen, een wasmachine, een kleuren-tv, een telefoon/GSM, een auto, de rekeningen voor huur, hypotheek, nutsvoorzieningen of andere aankopen kunnen betalen, het huis degelijk kunnen verwarmen, beperkte onverwachte financiële uitgave (900 euro) kunnen doen).

    -         -  Hij of zij is jonger dan 60 jaar en leeft in een gezin met een zeer lage werkintensiteit.

    Volgens de nieuwe armoede – indicator van de EU2020 leven 16% (ongeveer 1 000 000 mensen) van de Vlamingen in armoede. Zelfs 1% (80 000 personen) van de Vlamingen voldoen aan de drie voorwaarden. 

    Mijn mening

    In België zijn er meer mensen waarvan hun inkomen lager ligt als de armoede grens, dan ik had verwacht. Ik wist dat niet iedereen het in België eenvoudig heeft om rond te komen, toch hebben de cijfers mij overvallen. Dat de cijfers hoger liggen in Brussel had ik verwacht. De beleidsnota heeft dit echter bevestigd. Dat er zoveel kinderarmoede was in Brussel is een logisch gevolg, maar was voor mij toch een schok. 1 op de 5 jongeren leeft in een gezin zonder inkomen uit werk. Dan vraag ik mij af hoe deze jongeren hun schoolkansen liggen? Leven deze kinderen dan in een vicieuze cirkel? Wat kan het school hier aan doen? 

    Ik vind het goed dat Europa een tienjarenplan heeft opgesteld met als doel de armoede te doen dalen. De vraag blijft of dit gaat werken? De cijfers zijn confronterend. Zeker als we weten dat niet alle mensen dat in armoede leven dit vertellen of tonen. Zijn deze cijfers dan juist? Of is er nog veel meer verdoken armoede?



    16-04-2015, 00:00 geschreven door Carlyn Pollenus  
    19-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stap 1: onderwerp afbakenen

    Als onderwerp voor de taak van RZL heb ik gekozen voor ‘hoe omgaan met kansarmoede op school’. Ik heb verschillende aanleidingen om rond dit onderzoek te werken.

    Als eerste heb ik voor dit onderwerp gekozen omdat de halve dag stage tijdens de Brusseldag mij enorm heeft aangegrepen. Ik heb de kans gekregen om een halve dag mee te lopen in kleuterschool in Woluwe. In de school voldeden 80% van de kinderen aan de normen om als kansarm beschouwd te worden. Ik ben zelf opgegroeid in een warm gezin, zonder enige geldnood. Tijdens mijn periode op school ben ik ook nog nooit geconfronteerd geworden door armoede. Daardoor was het bezoek aan de school des te schokkender. Toch merkte je dit niet aan de kinderen. De school had een heleboel maatregelen getroffen om de ouders zo goed mogelijk te begeleiden. Tijdens de uitleg van de directrice wou ik graag meer over de maatregelen weten.

    Als tweede heb ik voor dit onderwerp gekozen omdat in de school waar ik nu stage loop, eveneens veel kinderen naar school gaan die het thuis moeilijker hebben. Mijn mentor heeft hiervoor enkele kleine maatregelen om niets te verspillen. Bijvoorbeeld: als een drankje nog niet leeg is, aan de kant zetten voor het volgende drink moment/ een fruitje of koek dat nog niet op is opnieuw in de boekentas steken. Hierdoor heb ik ontdekt dat je als persoon ook veel kleine dingen kan doen om ouders en hun kinderen te helpen. Alle beetjes helpen de mensen in een financieel moeilijke situatie vooruit.

    Als derde heb ik voor het onderwerp gekozen omdat steeds meer immigranten het slachtoffer worden van de armoede. De mensen die hier in België een nieuwe start zoeken. Die mensen krijgen deze kans niet omdat ze vaak in de armoede terecht komen. Ik vind dan ook dat iedereen zijn steentje kan bijdragen. Iedereen verdient de kans op een mooi leven. De leerkrachten kunnen dus ook bijdragen aan het tegengaan van de armoede. 

    Als laatste heb ik voor dit onderwerp gekozen omdat ik voor tijdens mijn carrière als kleuteronderwijzer zoveel mogelijk wil kunnen helpen voor de ouders die het moeilijker hebben. Door het onderzoek kan ik zelf een beeld vormen over hoe ik kansarmoede in mijn klas wil aanpakken. Ik heb armoede lang genoeg buitengesloten in mijn eigen wereld.

    Ik heb tijdens mijn opleiding al geleerd dat armoede een grote(re) rol begint te spelen in het onderwijs. Als leerkracht kan je u steentje bijdragen aan het bestrijden van armoede. Hoe? Dat wil ik gaan uitzoeken. De vierde wereld wordt steeds groter en groter. We mogen niemand vergeten en iedereen moet kansen krijgen om zich tot een persoon te ontwikkelen dat hij/ zij wilt zijn.



    19-03-2015, 17:16 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stap 1: artikel over kansarmoede

    Scholen worden vangnet voor ‘nieuwe armen’

    2 oktober 2013 

    Steeds meer scholen in Vlaanderen zien de armoede bij hun leerlingen toenemen. Leerlingen komen met een lege maag of zonder boterhammen naar school, oudere leerlingen zoeken een bijjob… Vaak gaat het om ‘nieuwe armen’: gezinnen die hun levensstijl drastisch moeten aanpassen na een scheiding of werkloosheid. Omdat ze zich schamen om elders hulp te zoeken, is de school voor hen meestal het eerste vangnet.

    “De ‘nieuwe armen’ bestaan, de groep groeit”

    Een op de tien gezinnen in Vlaanderen loopt het risico om in armoede te verzeilen. Maar achter deze officiële cijfers gaat een groeiende groep gezinnen schuil die in verborgen armoede leven. ”Vijftien procent van de Vlamingen zegt dat ze het moeilijk hebben om rond te komen, bij eenoudergezinnen zelfs 39 procent”, zegt prof. Danielle Dierckx van het Centrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES, Universiteit Antwerpen). “Steeds meer mensen stapelen de schulden op. Bovendien neemt het aantal faillissementen en echtscheidingen toe. De groep ‘nieuwe armen’ bestaat, en groeit steeds.”

    ’Nieuwe’ armen hebben het vroeger vaak goed gehad maar moeten zich plots afvragen hoe ze het financieel zullen beredderen. Ze moeten hun levensstijl aanpassen, hebben het gevoel dat ze niet meer mee kunnen. Dat ligt mentaal bijzonder moeilijk… De schaamte is groot. Sommige armen geraken geïsoleerd of sluiten zich op. Maar evengoed houden ouders de schone schijn zo lang mogelijk op en gaan daarvoor een lening aan. Daarom blijven veel nieuwe armen op school zeer lang onder de radar: je merkt er niks van. “Er is veel schaamte bij ouders, jonge kinderen flappen het er soms uit: ‘Papa heeft geen werk meer’. De school is een uitgelezen plek om die ouders te spotten”, zegt Erna De Roeck, directeur d’Oefenschool in Blankenberge.

    “Zonder boterhammen naar school”

    Steeds meer leerlingen komen zonder boterhammen of met een lege maag naar school. Veel scholen geven daarom gratis soep. Dat gebeurt ook in het TNA Londenstraat Antwerpen. “Soep kost zo goed als niets, dus krijgt iedereen hier een kommetje”, zegt Bart Crikemans, leraar schilderen en decoratie aan het TNA Londenstraat in Antwerpen.  Hij is actief in de armoede werking. “Op een voedselbedeling begon een mama van dertig te wenen. ‘Is het de eerste keer?’ vroeg ik. ‘Ja’, zei ze. Naast de derde en vierde wereld heb je nu ook de vijfde wereld: die van de verborgen armen.”

    Nieuwe armoede zorgt ook voor andere problemen: jongeren zoeken bijvoorbeeld een bijjob om de thuiskas te spijzen (en spijbelen daarom soms). “Ik maak me zorgen over de ongekwalificeerde uitstroom: welk rolmodel heeft een leerling van achttien die zijn ouders nooit heeft zien werken?”, zegt Denis Vonckers, algemeen directeur Scholengroep 14 Maasland. Tegen eind 2014 gaan de fabrieken van Ford Genk definitief dicht.  “De netwerken rond de scholen worden steeds belangrijker: CLB, opvoedingswinkel, CAW , OCMW … Zij bereiden zich voor op meer ouders met een depressie of alcoholprobleem”, zegt hij. “Veel van onze scholen hebben vriendenkringen. Die zetten zich vroeger in om extra geld te genereren voor de school in het algemeen: het sinterklaasfeest, uitstappen, schoolmeubilair, opsmuk van de speelplaats. Meer en meer krijgen zij nu vragen van directeurs om individuele gezinnen te ondersteunen.”

     

    (http://www.klasse.be/leraren/37933/scholen-worden-vangnet-voor-nieuwe-armen/)



    19-03-2015, 17:15 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stap 2: eigen voorlopig standpunt

    Kansarmoede is een breed gegeven. De armoede grens is wettelijk bepaald in België. Is kansarmoede voor iedereen dan hetzelfde?
    Volgens mij niet. Ik denk dat iedereen een eigen visie heeft op wat kansarmoede inhoud. Voor mij is leven in armoede wanneer je op het einde van de maand moet tellen om rond te komen. Als je niet elke dag een normale maaltijd kan klaarmaken, maar je moet uitrekenen wat je wel of niet kan klaarmaken. Dat is voor mij armoede. Voor andere mensen kan armoede iets helemaal anders inhouden.

    Ik ben ervan overtuigd dat iedereen in de samenleving zijn steentje kan bijdragen om kansarmoede te bestrijden. De dag van vandaag zijn er veel meer risico gezinnen. Dit komt vooral door de crisis en de werkloosheid. Gezinnen dat vroeger rond kwamen, moeten nu meer letten op wat ze uitgeven.
    Als ik nadenk over de vraag hoe ik mensen die in kansarmoede leven kan helpen, weet ik hier niet direct een antwoord op. Toch zullen er verschillende mogelijkheden bestaan. Daarom heb ik ook voor het onderwerp gekozen. Ik wil een beter zicht krijgen over hoe ik kan omgaan met kansarmoede. Niet enkel in het algemeen, maar voornamelijk in de klas. Hoe kan je kansarme ouders van kleuters hun financiële bijdrage zo minimaal mogelijk houden en zorgen voor geen verspilling.
    In de kleuterklas kunnen we de basis leggen voor een financieel gunstig onderwijs voor de ouders.

    Er bestaan veel vooroordelen rond kansarmoede. De vooroordelen bestaan er vaak uit dat die mensen hun kinderen verwaarlozen, of hun eigen verwaarlozen voor hun kinderen. Dat mensen in kansarmoede geen kansen krijgen in de maatschappij en in een vicieuze cirkel leven, hierdoor criminaliteit nooit ver weg is. Het is belangrijk om die vooroordelen los te laten. We zijn allemaal mensen en we verdienen allemaal dezelfde kansen.

    Dit geldt ook voor mensen uit een andere cultuur. Vaak immigreren mensen naar België (Europa) en wordt hun het beloofde land beloofd. Tot ze hier eenmaal aankomen. Ze hebben niets en komen vaak in de armoede terecht. Ook deze mensen verdienen een kans in onze samenleving.

    Is kansarmoede hetzelfde in andere culturen? Deze vraag stel ik mij. Mensen met een andere achtergrond of een ander geloof. Gaan zij hetzelfde om met armoede?

    Ik heb een beeld wat kansarmoede kan zijn in ons land en onderwijs, maar volgens mij is mijn beeld nog lang niet volledig. Ik wil dan ook meer weten over hoe we met kansarmoede moeten omgaan. Hoe we iedereen gelijkwaardige kansen kunnen bieden.

    Ik ben dan ook klaar om de confrontatie aan te gaan met een wereld waar ik mij 21 jaar lang voor het afgesloten.



    19-03-2015, 17:15 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stap 3: Leervragen formuleren

    1) Wat zijn de wettelijke bepalingen rond de armoede grens in België? (enkele cijfers op een rijtje).

    2) Hoe omgaan als school met kansarmoede gezinnen in scholen met een groot aantal verschillende culturen en geloven?

    3) Hoe omgaan als leerkracht met kansarmoede in de klas? (preventie, lessen geven,…)



    19-03-2015, 17:14 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Archief per week
  • 10/08-16/08 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs