Taak RZL
Inhoud blog
  • Logboek taak RZL
  • Stap 6: lezersbrief
  • Stap 5: resultaten bronnenonderzoek
  • stap 4:bron 11: boek: omgaan met kansarmoede
  • stap 4: bron 10: visietekst brede school
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    16-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Logboek taak RZL

    Datum

    SBU

    Korte omschrijving activiteit

    20/02/2015

    2 uur

    Les RZL: uitleg in verband met de taak voor het vak RZL. Het maken van een blog

    24 /02/2015

    1 uur

    Lezen van het moduleboek + onderwerp kiezen.

    25/02/2015

    2 uur

    motivatie schrijven voor gekozen onderwerp + artikel zoeken en lezen.

    14/03/2015

    1 uur

    Stap 1 herwerken + informatie zoeken over het onderwerp

    18/03/2015

    0,5 uur

    Onderzoeksvragen opstellen: stap 3

    19/03/2015

    1,5 uur

    Blog aanmaken + stap 2: eigen standpunt over het onderwerp geven + informatie op blog plaatsen

    06/04/2015

    2 uur

    Stap 4: verplichte bron: toespraak Obama zoeken + vertalen +samenvatting maken + eigen mening geven

    09/04/2015

    1 uur

    Stap 4: verplichte bron: vergelijking van de standpunten die politieke partijen hebben

    10/06/2015

    2 uur

    Bruikbare informatie opzoeken (debat Mater- Dei) + Stap 4: bron 1: beleidsnota samenvatten

    25/04/2015

    3 uur

    Bijwonen debat + vragen stellen aan penaal leden en leerkrachten

    26/06/2015

    4 uur

    Verwerking debat (filmpje maken, verwerking van vragen, mening over debat, mening over gekregen antwoorden, opzoeking naar informatie op de site van Mohamed Ridouani)+ artikel verwerken Mohamed Ridouani en mening geven+ herwerken beleidsnota

    09/05/2015

    2 uur

    Stap 4: bron 3: brochure samen sterk tegen armoede lezen + samenvatten + eigen mening formuleren

    30/05/2015

    1,5 uur

    Stap 4: interview Jane Price

    31/05/2015

    3 uur

    Stap 4: debat op de 7de dag bekijken + samenvatten + eigen mening formuleren, interview online zetten + eigen mening. Alles op blog plaatsen

    01/06/2015

    1 uur

    Stap 5: bronverwerking maken

    03/06/2015

    4

    Stap 6: lezersbrief maken

    Herexamen

     

     

    04/07/2015

    4 uur

    Bezoek bibliotheek Middelkerke: zoeken naar artikels, boeken, …

    06-12/07/2015

    12 uur

    Lezen van de gevonden informatie in de bibliotheek van Middelkerke.

    15/07/2015

    3 uur

    Zoeken naar informatie online

    20-26/07/2015

    8 uur

    Lezen verzamelde informatie

    29/07/2015

    2 uur

    Bron opnieuw doornemen + samenvatten + eigen mening: onderzoek Albert Janssens

    31/07/2015

    3 uur

    Bron opnieuw doornemen + samenvatten +eigen mening: artikel klasse: kansarmoede

    03/08/2015

    4 uur

    Bron opnieuw doornemen + samenvatten+ eigen mening: Kleine kinderen, grote kansen. Hoe kleuterleraars leren omgaan met armoede en ongelijkheid.

     

    04/08/2015

    2 uur

    Bron opnieuw doornemen + samenvatten + eigen mening: visietekst brede school

    10/082015

    5 uur

    Bron opnieuw doornemen+ samenvatten + eigen mening: boek: : omgaan met kansarmoede in de basisschool.

     

    11/08/2015

    4 uur

    Aanpassing stap 5: bronverwerking

    14/08/2015

    3 uur

    Aanpassing stap 6: lezersbrief

    16/08/2015

    30min

    Blog in orde zetten



    16-08-2015, 21:39 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stap 6: lezersbrief

    Beste lezer(s),

     

    Ik ben een studente Bachelor Kleuteronderwijs aan de UCLeuven Limburg. Voor het vak Religie, zingeving en levensbeschouwing heb ik een onderzoek gevoerd naar kansarmoede in het onderwijs. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat het steeds vaker in de belangstelling staan. Ik wou hier zelf meer over weten om later in mijn praktijk te gebruiken.
    Het is een onderwerp waar iedereen die voor de klas staat mee geconfronteerd kan worden, maar niet iedereen weet hoe ermee om te gaan. Daarom ben ik opzoek gegaan naar enkele bruikbare tips voor leerkrachten en nuttige informatie voor scholen.


    Tijdens mijn onderzoek zijn er veel aspecten teruggekomen, deze aspecten wil ik graag met jullie delen.
    Ten eerste is het belangrijk om als school de drempel voor de ouders zo laag mogelijk te maken. De ouders moeten de school kunnen en durven bereiken als ze een probleem hebben. Dit gaat niet enkel over een financieel probleem. Om deze drempel te verlagen kan de school zorgen voor informatie momenten, ouders dat naar de klas kunnen komen, oudercontacten, enzovoort.
    Ten tweede kan een school een algemene regeling treffen in verband met de facturen. Bijvoorbeeld kleinere bedragen, in het begin van de maand, een financieel overzicht van het jaar, enzovoort.
    Ten derde kan de school in overleg met de leerkrachten een zuiniger beleid uitdenken. Hierdoor kunnen de ouders kleine besparingen doen. Bijvoorbeeld het gebruik maken van een drinkbus, een koekendoos, enzovoort.
    Ten derde kan een school ook sterk inzetten op het welbevinden en de betrokkenheid van leerlingen. Dit is helemaal gratis en zorgt ervoor dat elke leerling zich goed voelt in de klas en ten volle kan ontwikkelen. Ook de leerlingen die in armoede leven thuis.
    Als laatste kan een school er voor kiezen om een brede school te worden. Dit wil zeggen dat de school streeft naar maximale ontwikkelingskansen voor iedere leerling. Een brede school is een actief netwerk van organisaties uit verschillende sectoren met een gemeenschappelijk doel. De maximale ontwikkeling van de kinderen stimuleren.

    Dit zijn enkele kleine tips voor scholen die sterk naar voren zijn gekomen tijdens mijn onderzoek. In mijn onderzoek vind je nog veel meer nuttige en haalbare maatregelingen die een school kan nemen. Niet alles is voor elke school aangeraden. Elke school moet zelf overwegen wat nuttig is voor zijn leerlingen.

    Toch is het belangrijk om als school en als leerkracht te beseffen wat de moeilijke momenten zijn voor leerlingen in kansarmoede. Deze momenten zijn namelijk: de speeltijd, de koek en drankmomenten, geldophalingsmomenten en de eerste schooldag na een weekend of vakantie. Als leerkracht kan je door enkele simpele aanpassingen deze momenten aangenamer maken voor de leerlingen dat in armoede leven. Als leerkracht kan je eveneens door kleine aanpassingen het school iets aangenamer maken voor de leerlingen en de ouders. Maak bijvoorbeeld afspraken over de verjaardagen, werk met een koekendoos, sta positief ten opzichte van het Nederlands, geloof in het kind,… . Met andere woorden sta bewust voor de klas.

    Wat eveneens sterk naar voor is gekomen in mijn onderzoek is dat armoede vaak verdoken blijft. Hiervoor is de lage drempel belangrijk. Ouders moeten weten dat ze terecht kunnen op school. Als school moet je niet enkel het kind opvoeden, maar ook de ouders.

    Armoede is vaak niet het enige probleem in het gezin. Soms is er ook spraken van taalarmoede. De ouders dat geen Nederlands spreken. Dit vraagt eveneens een sterke inzet van de school. De leerkrachten dat vele dingen moeten herhalen, vertalen of zelfs uitbeelden om de boodschap over te brengen aan de ouders. Als school is het dan ook belangrijk om een duidelijke communicatie met de ouders op te bouwen. Bijvoorbeeld belangrijke brieven op een bepaalde kleur van papier afdrukken. Regelmatig een oudercontact organiseren. De leerlingen de kans geven om Nederlands te leren van jongs af aan. Hierbij is het belangrijk om ouders ervan te overtuigen hun kinderen zo snel mogelijk naar school te laten gaan. Zo lopen ze geen extra achterstand op.

    Mijn besluit is dat er veel maatregelingen zijn die een school kan nemen om kansarme leerlingen zo goed mogelijk op te vangen, om de ouders te helpen en begeleiden, om elk kind gelijken kansen te geven. Met als kanttekening dat er een sterk team nodig is, met een grote inzet en dat schijn kan bedriegen. Hou je ogen open voor verdoken kansarmoede. Want iedereen verdient dezelfde kansen in ons onderwijs. Sta sterk voor de klas en streef naar gelijke kansen voor iedereen.

    Bedankt voor het lezen,

    Carlyn Pollenus



    16-08-2015, 21:37 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stap 5: resultaten bronnenonderzoek

    1. Wat zijn de wettelijke bepalingen rond de armoede grens in België?

    1.1 Wat is (kans)armoede

    Armoede is een netwerk van sociale uitsluiting dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan (L.Hamans). Toch is er geen één bepalende maatstaaf om te weten of iemand kansarm is. Zo kijkt kind en gezin niet enkel naar het inkomen. Zij houden rekening met meerdere factoren. Namelijk het beschikbaar inkomen, de opleiding van de ouders, de arbeidssituatie van de ouders, het stimulatieniveau, de huisvestiging en de gezondheid (www.kindengezin.be). In de beleidsnota over armoede bestrijding van 2014-2019 vinden we volgende informatie terug. Voor deEU2020 is er een nieuwe armoede indicator opgesteld. Iemand die voldoet aan minsten één van de drie voorwaarde leeft in armoede.
    De 3 voorwaarde:

    -          Hij of zij leeft in een gezin met een inkomen onder de nationale armoederisicodrempel: alleenstaanden: €1.074 en koppels met twee kinderen: € 2.256 (F. Saeys)

    -          Hij of zij leeft in een gezin met ernstige materiële deprivatie. Het gezin mist minstens vier items uit de lijst van negen basisitems wegens financiële redenen. (De negen items: een week vakantie buitenshuis per jaar, een maaltijd met vis, vlees, kip of vegetarisch alternatief om de twee dagen, een wasmachine, een kleuren TV, een telefoon/ GSM, een auto, de rekeningen voor huur, hypotheek, nutsvoorzieningen of andere aankopen kunnen betalen, het huis gedelijk kunnen verwarmen, beperkte onverwachte financiële uitgave (900 euro) kunnen doen).

    -          Hij of zij is jonger dan 60 en leeft in een gezin met een zeer lage werkintensiteit.

    (L. Homans (2014). Beleidsnota armoede bestrijding 2014 – 2019)

    1.2 armoede in cijfers

    Volgens de cijfers van de algemene directie statistiek – statistics Belgium heeft 20,8% van de Belgen risico op armoede of sociale uitsluiting.
    Als we naar de beleidsnota gaan kijken hebben 680.000 personen in België een lager inkomen dan de armoede grens. De armoede grens bedraagt in België €973/maand voor een alleenstaande en €2.044/maand voor een gezin met 2 kinderen. Van de 680.000 personen leven 50% in langdurig armoede. In 2012 gaven 15,3% (960.000 personen) mensen aan moeilijk rond te komen met hun inkomen.
    Deze cijfers liggen nog hoger in Brussel. In Brussel leeft 1/3 van de personen onder de armoedegrens, hiervan is 5% afhankelijk van een inkomen van het OCMW. Kinderarmoede is in Brussel eveneens een groot probleem meer dan 1/5 kinderen leeft in een huishouden zonder inkomen uit werk. Kinderarmoede in cijfers: in 2012 leefde 10,9% en in 2013 11,2% kinderen in een huishouden zonder inkomen uit werk. 9,5% van de jongeren tussen 18 en 24 jaar leven van een leefloon.

    (L. Homans (2014). Beleidsnota armoede bestrijding 2014 – 2019)

     

    2. Sta als school sterk tegen kansarmoede

    2.1. alleen financiële armoede?

     

    Op school zitten niet enkel kinderen met financiële armoede. We merken dat bij allochtone de taalarmoede een grotere rol speelt. De mensen spreken de Nederlandse taal niet, waardoor ze beginnen in het onderwijs met een achterstand. De ouders spreken vaak geen Nederlands, waardoor ze moeilijker werk vinden en geen vast inkomen hebben. Dus in eerste instantie kan de school werken rond de taalarmoede van de leerlingen en de ouders motiveren om Nederlands te leren.
    (interview Jane Price).

    2.2. Mogelijke maatregelen

     

    Er zijn 6 grote factoren waar een school aan kan werken om sterk te staan tegen kansarmoede

    1. Oprichten van een werkgroep kostenbeheersing

    Deze werkgroep kan de beheerskosten van de school bekijken en nieuwe maatregelen suggereren op het jaarlijks overleg. Zo krijgt de school een beter zicht over de problematiek van de school.

    2. Organiseren van een kostenbeleid

    Dit kan georganiseerd worden door een vast financieel team van de school. Er kunnen twee vaste vertrouwenspersonen aangesteld worden, die een aanspreek punt vormen voor de ouders. Ze kunnen een lijst opstellen van de verwachte schoolkosten per jaar, deze lijst moet jaarlijks bekeken en geoptimaliseerd worden. Het financieel team kan ook een sociale kas oprichten, deze kan aangesproken worden voor gezinnen die de rekeningen niet direct kunnen betalen. Hierdoor kunnen de gezinnen uitstel van betaling krijgen en kan er op een rustige manier gezocht worden naar een oplossing zonder dat de school in geldproblemen komt. De kas kan ook de kosten drukken van meerdaagse uitstappen. Als laatste kan het financieel team ook hulp bieden bij het invullen van de aanvragen voor schooltoelage.

    3. Betrekken van de ouders

    De school kan ervoor zorgen dat de kansarme ouders voldoende gehoord worden over het kostenbeleid van de school. Dit is echter niet evident omdat de ouders moeilijk te bereiken zijn via de klassieke kanalen. Dit komt door de schaamte. De school moet goed nadenken voor de deze stap zet, of de ouders wel voldoende kunnen gehoord worden. Als kansarme ouders hun mening gaan geven en hun situatie uitleggen, zonder gevolgen kan dit een negatief beeld geven over de school bij de ouders. Wat denk je dan over gratis onderwijs voor kansarme gezinnen? Dit is ook niet de oplossing, want ouders willen vaak betalen voor hun kinderen. Als ze niets moeten betalen zal de drempel nog hoger liggen. De eigenwaarde zal hierdoor ook aangetast worden. Het is beter om een kleine bijdrage te vragen aan de ouders. Als school kan je de ouders ook de keuze geven over waar ze hun aankopen doen voor de schoolspullen. Zo krijgen de ouders zelf de kans om een goedkoper alternatief te zoeken zonder direct aan de school te moeten meedelen dat ze het niet kunnen betalen. Scholen moeten ook vermijden om incassobureaus in te schakelen. Omdat deze bureaus vaak extra kosten aanrekenen en dreigen met gerechtelijke stappen. Een gezin in armoede zal de factoor vaak niet met opzet laten liggen, maar uit geldnood. Beter is om deze situaties te proberen regelen via sociale diensten of vertrouwenspersonen, deze kunnen in dialoog gaan met de ouders en naar een oplossing zoeken.

    4. Aandacht voor schoolfacturen

    Als een school meer betaalmethodes aanbieden voor de ouders (cash, overschrijven, domiciliering) merken we een daling van onbetaalde facturen. Deze positieve trend geld ook voor meerdere kleine facturen in plaat van enkele grote facturen. Te veel facturen is dan ook weer niet goed, de school moet hier een evenwicht in vinden. Facturen in het begin van de maand hebben ook meer kans om betaald te worden dan facturen op het einde van de maand. Gespreide betalingen kan ook een oplossing zijn voor ouders, want te veel facturen op korte termijn kan voor problemen zorgen. Naast het gespreid betalen kan een school overwegen om een spaarsysteem voor ouders in te voeren. Zo kunnen ouders elke maand een klein bedrag betalen in plaats van in een keer het hele bedrag. Een school moet ervan bewust zijn dat niet elke ouder controle heeft over zijn eigen inkomen. Hiervoor is het goed dat de school contact zoekt met de schuldbemiddelaars in samen spraak met de ouders. De ouders worden ook graag geïnformeerd over de afspraken. Stuur daarom ook al de facturen naar de ouders en de schuldbemiddelaars. Cash betalen kan ook een oplossing bieden voor sommige gezinnen in armoede, niet iedereen heeft echter een zichtrekening. Als school kan je vaste dagen en uren afspreken om cash te betalen.

    5. Les en schoolmaterialen

    Zoek als school niet te vlug naar digitale oplossingen, niet elk gezin beschikt over een computer, internet of een printer. De inkt is bovendien ook zeer duur. Digitale taken maken en afdrukken is voor de leerkrachten vaak handig, maar niet voor elke leerling evident. Zorg ervoor dat de leerlingen op school gebruik kunnen maken van een computer en een printer. Voor kansarme kinderen kan er een betaalsysteem bedacht worden waardoor het printen goedkoper is. Als school kan je kiezen voor slim schoolmateriaal. Dit wil zeggen materialen die zo lang mogelijk kunnen gebruikt worden in de verschillende jaren.

    6. Activteiten buiten school

    Maak als school de uitstappen zo goedkoop mogelijk. Zoek naar creatieve oplossingen. Bijvoorbeeld met de fiets gaan, locaties in de buurt kiezen, locaties met interessante kortingen voor scholen,… . Wat je niet mag doen is aan de leerlingen een keuze aanbieden tussen een gratis en een betaalde activiteit. Hierdoor creëer je onbewust een mechanisme van uitsluiting.

    (brochure: maak je sterk tegen armoede).

    7. Een sterk inschrijfteam.

    Deze bestaat best uit mensen die opgeleid zijn om kansarme gezinnen te detecteren en voldoende kennis hebben over de financiële steun die de ouders kunnen krijgen voor het onderwijs van het kind. Zorg eveneens voor een warm onthaal tijdens het inschrijven, zodat de mensen zich welkom voelen. Zo is de drempel voor de ouders lager.

    8. Creëer een veilige omgeving.

    Zorg voor een warme school, vertrouwen. Spoor ouders aan om langs te komen op school. Je kunt bouwen aan de brede school. Dit is een school die samenwerkt met de jeugdbeweging, sportclubs, kinderopvang, … . Zo krijgen de leerlingen en de ouders de kans om deel te nemen aan het sociaal leven van de buurt.

    9. Bouw een stevige studie(keuze)begeleiding uit.

    Zorg er als school voor dat je een goede materiële omkadering hebt. Bijvoorbeeld een studie ruimte, computerlokalen,… . Als leerkracht kun je het taalgebruik aanpassen. Leerlingen in armoede gebruiken weinig beeldtaal. Maak je uitspraken concreet met voorbeelden en laat de leerlingen vaak aan het woord.  Als school kun je inzetten op studiekeuzebegeleiding. Hierdoor wordt het watervaleffect tegengegaan en krijgen de leerlingen een eerlijke kans in het onderwijs.

    10. Roep de hulp in van specialisten.

    Schakel ervaringsdeskundigen in, benut expertise van het middenveld (CLB, LOP), werk samen met externe hulpverleners (OCMW).

    (klasse: kansarmoede)

    11. Inzetten op taal.

    Het beheersen van de landtaal is noodzakelijk om deel te nemen aan de maatschappij. Hieraan kan in de kleuterklas op verschillende manieren aan gewerkt worden. Namelijk door een goede klasinrichting, de materialen, aangepaste activiteiten, het bieden van spreekkansen en door in te spelen op wat kleuters zelf zeggen.

    (Kleine kinderen, grote kansen. Hoe kleuterleraars leren omgaan met armoede en ongelijkheid.)

    12. Wordt bewust van de moeilijke momenten voor kinderen op school.

    1)      De eerste schooldag

    Zie de vakantie ruimer als enkel op reis gaan. Kijk als leerkracht niet neer op andere soorten van ontspanning. Voorzie verschillende basismaterialen in de klas. Bijvoorbeeld potloden, stiften,… .

    2)      Geldophalingsmomenten

    Belast het kind zo weinig mogelijk met de rekeningen. Discretie is belangrijk. Voor grotere uitgaven kan je een spaarplan opstellen. Je kunt ouders kleinere bedragen laten betalen maar meerdere keren op het jaar. Bij problemen kan je samenwerken met gespecialiseerde diensten.

    3)      Drink – en eetmomenten

    Laat ouders grotere verpakkingen kopen en een deeltje in een doosje steken. Dit komt goedkoper uit. Laat de leerlingen water van de kraan drinken uit een leuke beker.

     

    4)      De speelplaats

    Bespreek met de kinderen wat ze kunnen spelen, biedt kansen tot motorische ontlading, het sociaal gedrag observeren, aandacht voor pestgedrag, tijd nemen om conflicten op te lossen.

    13. Welbevinden en betrokkenheid stimuleren.

    De leerlingen kunnen last hebben van stress door de thuissituatie en hierdoor zich niet goed voelen in de klas. Wanneer het welbevinden van de leerlingen in de klas hoog is en de leerlingen betrokken bezig zijn, zullen de leerlingen bijleren. Hierdoor kunnen ze hun achterstand van thuis wegwerken. Wanneer de leerkracht hier geen aandacht voor heeft, bestaat de kans dat de leerlingen nog harder achterlopen. Zo krijgen de leerlingen geen gelijke kansen in het onderwijs.

    (Boek: omgaan met kansarmoede in de basisschool.)

     

    2.3 een ‘brede school’

    De wereld wordt steeds complexer. Hierin opgroeien is niet meer evident. We krijgen steeds meer te maken met armoede, diversiteit en sociale ongelijkheden. Toch verdient iedereen gelijke kansen. Deze kansen beginnen al op jonge leeftijd. Om hiertoe als school bij te dragen is het mogelijk om van de school een brede school te maken.

    Een brede school is een school streeft naar maximale ontwikkelingskansen voor iedere leerling. Een brede school is een actief netwerk van organisaties uit verschillende sectoren met een gemeenschappelijk doel. De maximale ontwikkeling van de kinderen stimuleren.

    De partners van een brede school zijn allemaal gelijkwaardig en baseren zich op vertrouwen. Ze streven allen dezelfde doelen na en rekenen op het engagement van de medewerkers. Doordat de partners evenwaardig zijn is er ook sprake van gezamenlijke verantwoordelijkheid.

    Niet elke brede school heeft exact dezelfde visie. Elke brede school kiest deze zelf samen met passende doelstellingen, werkvormen, aanbod,… . Bij het opstellen van de visie moet worden rekening gehouden met de schoolpopulatie, de achtergrondkenmerken van de kinderen, ouders en buurtbewoners, de bevolkingssamenstelling van de wijk en de aanwezigheid van voorzieningen.

    Een brede school is nooit af, maar is voortdurend in beweging.

    (visie tekst een brede school)

    2.3 Wat met de school voor de leerkrachten?

    Niet enkel scholen kunnen zich sterk maken tegen kansarmoede, ook de lerarenopleiding kan de toekomstige leerkrachten bewust maken van de problematiek.
    Ten eerste hebben de leraren een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Hierdoor is het belangrijk om krachtige leeromgeving te leren creëren.
    Ten tweede moet er  aandacht zijn voor diversiteit in de opleiding. Dit kan gerealiseerd worden door stage, lessen, projecten, …

    Uit onderzoek is gebleken dat de leraren opleiding kampt met een transfer probleem tussen theorie en praktijk. Vooral als het over kinderarmoede gaat en sociaal- culturele omgang. Het blijkt dat de toekomstige leerkrachten slecht scoren op breed observeren en hun handelingen kritisch reflecteren.
    Hiervoor zijn enkele oplossingen aangereikt.
    Ten eerste uitgaan van praktijk in plaats van leerstof. Opgelet, meer praktijk is niet hetzelfde als betere praktijk. Dit kan aangeboden worden in diverse stagescholen.
    Ten tweede aandacht voor leren reflecteren in de opleiding.
    Als laatste de nadruk leggen op onderzoek in de opleiding. De leerlingen leren een gericht en gefundeerd onderzoek te leren uitvoeren.

    (Kleine kinderen, grote kansen. Hoe kleuterleraars leren omgaan met armoede en ongelijkheid.)

    3. Sta bewust voor de klas

     

    Het is niet enkel aan de school om maatregelingen te treffen. Als leerkracht kan je zeker ook het verschil maken. Voor gezinnen die in armoede leven zijn alle kleine besparingen welkom. Daarom moet je als leerkracht bewust worden van de uitgave die ouders doen. Je kunt hier door kleine tips de ouders enkele euro’s doen besparen. Als leerkracht moet je niet enkel financieel bewust voor de klas staan. Als leerkracht kun je helpen om het contact tussen de ouders en het school te verbeteren.

    Tips:

    -          Kaften met gratis papier dat je in de brievenbus krijgt (interview Jane Price)

    -          Werken met een koekendoos (bevraging leerkracht Mater-Dei)

    -          Werken met een drinkbus (bevraging leerkracht Mater-Dei)

    -          Afspraken rond traktatiebeleid (interview Jane Price)

    -          Vragen om leerlingen op tijd en frequent naar school te sturen (bevraging Mohamed Ridouani)

    -          Positief standpunt ten opzichte van het Nederlands ((bevraging Mohamed Ridouani)

    -          Geloof in het kind

    -          wees oprecht

    -          beperk de druk op de thuissituatie

    -          verplicht kleuteronderwijs. (onderzoek Albert Janssens)

     



    16-08-2015, 21:36 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stap 4:bron 11: boek: omgaan met kansarmoede

    Boek: omgaan met kansarmoede in de basisschool.

    Het onderwijs moet een hefboom zijn voor het leven. Voor elke kind. Dit is echter niet altijd voor kinderen uit kansarme gezinnen. Bij de start van het onderwijs hebben zij vaak al een achterstand. Ze hebben soms mindere sociale en culturele ervaringen, dit maakt het kwetsbaar.

    Als school is het belangrijk om te beseffen dat kansarme leerlingen vaak uit gezinnen komen dat minder onderwijsondersteunend zijn. De ouders zijn vaak opzoek naar de juiste opvoedingsmanier. Ze zijn onzeker en hierdoor niet altijd even stabiel in de opvoeding.

    Kansarme gezinnen hebben niet altijd een vaste structuur. Ze eten enkel wanneer ze honger hebben, ze gaan slapen als ze moe zijn. Ze overleven van dag op dag, waardoor hun leven heel chaotisch kan zijn.

    De school verwacht een bepaalde inzet van de ouders na de schooluren. Kinderen helpen met hun huiswerk, meehelpen met schoolactiviteiten, cake bakken voor een picknick. Voor gezinnen die in armoede leven is dit niet allemaal relevant. De school moet goed nadenken wat ze vragen aan de ouders. Het is beter om 1 ding te vragen dat ze kunnen doen, dan 10 dingen te vragen waarvan ze 9 moeten weigeren.

    De school kan in dialoog gaan met de ouders en leerkrachten. Hierbij moet aandacht geboden worden aan het taalgebruik. Zorg voor eenvoudige taal en dat er niet enkel negatieve informatie wordt meegegeven.

    Bij feesten die gevierd worden op school moet rekening gehouden worden met de uitgaven, namelijk de inkomprijs, de prijs van de drank, de prijs voor activiteiten. Eveneens als met een verjaardag vieren op school. De school kan hier algemene afspraken over maken, hierdoor worden de kinderen niet uitgesloten. De school kan er ook voor zorgen om de betalingen van schoolactiviteiten te spreiden.  Eveneens kan een school samenwerken met het CLB om iedereen gelijke kansen te bieden in het onderwijs.

    Tijdens het schooljaar zijn er voor kansarme leerlingen verschillende moeilijke momenten. Het zijn momenten dat onvermijdelijk zijn tijdens het schooljaar, maar leerkrachten kunnen deze momenten eenvoudiger maken. Hieronder een opsomming van enkele van deze momenten, met tips voor de leerkrachten.

    1)      De eerste schooldag

    Zie de vakantie ruimer als enkel op reis gaan. Kijk als leerkracht niet neer op andere soorten van ontspanning. Voorzie verschillende basismaterialen in de klas. Bijvoorbeeld potloden, stiften,… .

    2)      Geldophalingsmomenten

    Belast het kind zo weinig mogelijk met de rekeningen. Discretie is belangrijk. Voor grotere uitgaven kan je een spaarplan opstellen. Je kunt ouders kleinere bedragen laten betalen maar meerdere keren op het jaar. Bij problemen kan je samenwerken met gespecialiseerde diensten.

    3)      Drink – en eetmomenten

    Laat ouders grotere verpakkingen kopen en een deeltje in een doosje steken. Dit komt goedkoper uit. Laat de leerlingen water van de kraan drinken uit een leuke beker.

     

    4)      De speelplaats

    Bespreek met de kinderen wat ze kunnen spelen, biedt kansen tot motorische ontlading, het sociaal gedrag observeren, aandacht voor pestgedrag, tijd nemen om conflicten op te lossen.

    Als leerkracht is het eveneens belangrijk om te werken rond de betrokkenheid en het welbevinden van kansarme leerlingen. De leerlingen kunnen last hebben van stress door de thuissituatie en hierdoor zich niet goed voelen in de klas. Wanneer het welbevinden van de leerlingen in de klas hoog is en de leerlingen betrokken bezig zijn, zullen de leerlingen bijleren. Hierdoor kunnen ze hun achterstand van thuis wegwerken. Wanneer de leerkracht hier geen aandacht voor heeft, bestaat de kans dat de leerlingen nog harder achterlopen. Zo krijgen de leerlingen geen gelijke kansen in het onderwijs.

     

    Mijn mening

    Het is een boek met uitgebreide informatie over armoede in het basisonderwijs. Er staan veel haalbare en nuttige praktijkvoorbeelden in. Het interessantste in het boek vond ik de aandacht voor betrokkenheid en welbevinden. Dit is het eerste keer, dat het uitdrukkelijk vermeld wordt. Eenmaal ik het stuk hierover had gelezen, leek het zo logisch. Toch had ik er zelf nog niet aan gedacht. Ik heb bewust gewacht met het boek te lezen tot meer op het einden. Hierdoor heb ik al de vorige informatie kunnen vergelijken met een boek. Ondanks dat het boek al enkele jaren oud is, namelijk van 2003, is het nog zeer accuraat met de informatie die recenter gepubliceerd is. De punten die blijven terug komen zijn voornamelijk de aandacht voor communicatie met de ouders. Ik zou het boek zeker aanraden aan leerkrachten. Niet enkel aan leerkrachten met gekende kansarme leerlingen, maar aan elke leerkracht. Kansarmoede is volgens mij in elke klas, maar niet altijd geweten. Er zijn verschillende maatregelingen die interessant zijn voor al de ouders. Bijvoorbeeld verspreide betalingen kan ook interessant zijn voor ouders zonder geldproblemen, maar wel met een lager inkomen. Hierdoor komen ze niet voor een verrassing te staan op het einde van de maand. 



    16-08-2015, 21:30 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stap 4: bron 10: visietekst brede school

    Visietekst ‘Brede school’

    http://www.onderwijscentrumbrussel.be/sites/www.onderwijscentrumbrussel.be/files/files/document/Visietekst%20BredeSchool%20%28LO%29.pdf

    De wereld wordt steeds complexer. Hierin opgroeien is niet meer evident. We krijgen steeds meer te maken met armoede, diversiteit en sociale ongelijkheden. Toch verdient iedereen gelijke kansen. Deze kansen beginnen al op jonge leeftijd. Om hiertoe als school bij te dragen is het mogelijk om van de school een brede school te maken.

    Een brede school is een school streeft naar maximale ontwikkelingskansen voor iedere leerling. Een brede school is een actief netwerk van organisaties uit verschillende sectoren met een gemeenschappelijk doel. De maximale ontwikkeling van de kinderen stimuleren. Brede scholen hebben enkele kenmerken:

    ·         een structureel samenwerkingsverband tussen één of meerdere scholen en één of meerdere instellingen voor kinderopvang, welzijn, zorg, cultuur en sport.

    ·         een gezamenlijke visie en een doorgaande lijn in de werkwijze.

    ·          een organisatorische verankering van de samenwerking in het beleid en de uitvoering van de betrokken organisaties.

    ·         een stevige inbedding in de buurt/wijk en het socio-economisch weefsel.

    De partners van een brede school zijn allemaal gelijkwaardig en baseren zich op vertrouwen. Ze streven allen dezelfde doelen na en rekenen op het engagement van de medewerkers. Doordat de partners evenwaardig zijn is er ook sprake van gezamenlijke verantwoordelijkheid.

    Niet elke brede school heeft exact dezelfde visie. Elke brede school kiest deze zelf samen met passende doelstellingen, werkvormen, aanbod,… . Bij het opstellen van de visie moet worden rekening gehouden met de schoolpopulatie, de achtergrondkenmerken van de kinderen, ouders en buurtbewoners, de bevolkingssamenstelling van de wijk en de aanwezigheid van voorzieningen.

    Een brede school is nooit af, maar is voortdurend in beweging.

     

    Mijn mening

    Het nastreven van een brede school zou voor elke school een verplichting moeten worden. Het biedt aan heel de buurt voordelen. Kinderen kunnen goedkoop of zelfs gratis naschoolse activiteiten doen. Ouders kunnen met een gerust hart hun kinderen achterlaten. Een brede school zorgt voor activiteiten waardoor de kinderen niet thuis achter de computer of de tv zitten. Het biedt de kinderen met een moeilijkere thuis situatie een vorm van ontspanning. Het biedt volwassenen een kans om hun steentje bij te dragen aan de gemeenschap, om een sociaal leven op te bouwen en mensen te leren kennen. Een brede school biedt voor iedereen pluspunten, dus waarom niet overal?



    16-08-2015, 21:28 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stap 4: bron 9: : Kleine kinderen, grote kansen. Hoe kleuterleraars leren omgaan met armoede en ongelijkheid.

    Kleine kinderen, grote kansen. Hoe kleuterleraars leren omgaan met armoede en ongelijkheid.

    130 000 kinderen leven in armoede. Deze kinderen lopen een grotere kans om niet mee te zijn op school. Hierdoor is de kans groter dat ze later ook in de armoede terechtkomen. Waardoor een vicieuze cirkel van generatiearmoede ontstaat.
    De koning Boudewijn stichting heeft een actieprogramma opgesteld voor kinderen in armoede gelijke kansen te geven. Het actieplan is er gekomen na wetenschappelijk onderzoek waar uit is gebleken dat sterke voorschoolse voorzieningen en kwaliteitsvol onderwijs bijdraagt tot de ontwikkeling van het kind.

    Kansarmoede in ruimer dan financiële en materiële uitsluiting. Bij kind en gezin wordt een gezin kansarm beschouwd als het op minstens drie van de zes volgende criteria zwak scoort : het maandinkomen van het gezin, de opleiding van de ouders, de arbeidssituatie van de ouders, de ontwikkeling van de kinderen, de huisvesting en de gezondheidssituatie van het gezin.

    Maggie De Block heeft in 2013 een aanbeveling geschreven betreffende kinderarmoede vanuit de EU2020. Hierin worden drie doelstellingen geschreven.
    1. Kinderen kansen geven om op te groeien in families met toegang tot toereikende middelen.
    2. Families toegang verlenen tot kwaliteitsvolle diensten en kansen.
    3. Participatie van kinderen bevorderen in sociale, maatschappelijke, vrijetijds- en sportactiviteiten en het recht van kinderen om gehoord te worden stimuleren.

    Het Vlaamse beleid streeft ernaar zoveel mogelijk kleuters te laten deelnemen aan de schoolse praktijken. Hierdoor krijgen kansarme kinderen niet op jonge leeftijd al een achterstand. Hiervoor is het belangrijk om te zorgen voor een lage drempel tussen de school en de ouders, zorgen voor een goede zorg en ondersteuning van de leerlingen en de ouders en ouderbetrokkenheid verhogen. Om dit optimaal te realiseren moet een school kritisch reflecteren over zijn beleid. Onderstaande tabel geeft een samenvatting weer van de vijf competenties en hun respectievelijke deelcompetenties.

    Afbeelding 1

    Als school is het belangrijk om aandacht te hebben voor de ouders van kansarme leerlingen, voor hun is het vaak moeilijker om hun kinderen naar school te sturen. Door de kosten, terwijl ze perfect zelf voor hun kind thuis kunnen zorgen. Zoals eerder vermeld is het belangrijk dat de leerlingen zo snel mogelijk naar school gaan. De school kan hiervoor extra aandacht besteden aan het vertrouwen van de ouders in de school, zorgen voor een school zonder vooroorden, een goede communicatie en dat de ouders kunnen deelnemen aan de schoolsegebeurtenissen van hun kind.

    De school kan ook inzetten op het leren omgaan met diversiteit in de klassen. Dit zorgt voor minder sociale uitsluiting. Ook kan de diversiteit ingezet worden op school. Tijdens schoolfeesten, feestdagen,… .

    Als laatste kan een school ook inzetten op taal. Het beheersen van de landtaal is noodzakelijk om deel te nemen aan de maatschappij. Hieraan kan in de kleuterklas op verschillende manieren aan gewerkt worden. Namelijk door een goede klasinrichting, de materialen, aangepaste activiteiten, het bieden van spreekkansen en door in te spelen op wat kleuters zelf zeggen.

    Niet enkel scholen kunnen zich sterk maken tegen kansarmoede, ook de lerarenopleiding kan de toekomstige leerkrachten bewust maken van de problematiek.
    Ten eerste hebben de leraren een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Hierdoor is het belangrijk om krachtige leeromgeving te leren creëren.
    Ten tweede moet er  aandacht zijn voor diversiteit in de opleiding. Dit kan gerealiseerd worden door stage, lessen, projecten, … .  Hieronder een tabel van de competenties voor toekomstige leerkrachten.

    afbeelding 2

    Uit onderzoek is gebleken dat de leraren opleiding kampt met een transfer probleem tussen theorie en praktijk. Vooral als het over kinderarmoede gaat en sociaal- culturele omgang. Het blijkt dat de toekomstige leerkrachten slecht scoren op breed observeren en hun handelingen kritisch reflecteren.
    Hiervoor zijn enkele oplossingen aangereikt.
    Ten eerste uitgaan van praktijk in plaats van leerstof. Opgelet, meer praktijk is niet hetzelfde als betere praktijk. Dit kan aangeboden worden in diverse stagescholen.
    Ten tweede aandacht voor leren reflecteren in de opleiding.
    Als laatste de nadruk leggen op onderzoek in de opleiding. De leerlingen leren een gericht en gefundeerd onderzoek te leren uitvoeren.

    Om als lerarenopleiding tot actie over te gaan is niet altijd evident. Onderstaande cyclus moet hierbij helpen.

    afbeelding 3

     

     

    Mijn mening

    Het onderzoek was niet evident om te lezen. Het was in een wetenschappelijke taal geschreven. Toch ben ik blij dat ik heb volgehouden. In het onderzoek kwamen verschillende punten terug. Namelijk het belang van vroeg naar school te gaan en het contact met de ouders. Het interessantste aan het onderzoek vond in het deel over de leraren opleiding. Voornamelijk omdat ik hier momenteel zelf in zit. Het geeft een beeld over wat zou kunnen veranderen in het onderwijs. Ik heb steeds gedacht op school niveau waar de kansarme leerlingen zitten, maar niet op school niveau waar de leerkrachten les krijgen. Als er bij de lerarenopleiding nog essentiële veranderen kunnen doorgevoerd worden in verband met omgaan met kansarmoede heeft dit een positief effect op het onderwijs. Al de leerkrachten krijgen dan een zelfde basis mee, hiermee kunnen ze later bewuster voor de klas staan. Dit bespaart de school tijd, waardoor er meer tijd kan besteed worden aan de leerlingen. Ik zou het onderzoek niet direct aanraden aan elke leerkracht om te lezen. Juist omdat het niet eenvoudig geschreven is. De directie kan dit onderzoek wel doornemen en hier relevante informatie voor hun beleid uit halen. Eveneens als de lerarenopleiding. Doordat het een recent onderzoek is, is de informatie nog relevant en up to date. Als laatste wil ik nog vermelden naar een klein stuk in het onderzoek over een brede school. Dit ben ik al verschillende keren tegen gekomen als een oplossing voor de aanpak van kansarmoede door de school. Hierover wil ik graag nog meer informatie opzoeken.


     

    Bijlagen:
    afbeelding 1.png (297.9 KB)   
    afbeelding 2.png (147.2 KB)   
    afbeelding 3.png (64 KB)   



    16-08-2015, 21:26 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stap 4: bron 8: artikel klasse: armoede

    Artikel Klasse: kansarmoede

    http://pdf.klasse.be/KVL/EL2/el2_04_kansarmoede.pdf

    1 op 5 kinderen in België leven in een gezin waar het inkomen lager ligt als de armoedegrens. De voornaamste risicogroepen zijn gezinnen met een alleenstaande ouder, alochtone gezinnen, gezinnen waarvan de ouders een lagere geschoold zijn en gezinnen waar een gezinslid lijdt aan een intensieve ziekte. Kansarme gezinnen krijgen vaak ongelijke kansen op school. Waardoor ze geen diploma hebben en dus moeilijker werk vinden.

    Leerkrachten bekijken kinderen uit kansarme gezinnen vaak als slachtoffer, lui of agressief. Dit kan je als leerkracht beter niet doen. Je kunt als leerkracht wel vertrekken van waar een leerling sterk in is en positieve ervaringen creëren.  Geloven in de leerling is de grootste succes factor ( Ides Nicaise). Geef vertrouwen aan de leerling en wees toleranter als iets niet in orde is wat thuis moest gemaakt worden. Het samenwerken met de ouders kan gerealiseerd worden door oudercontacten, informatiemomenten,… . De ouders betrekken bij het onderwijs en een vertrouwensband op te bouwen zorgt voor een positieve evolutie voor de leerling.

    Wat kan je doen als school volgens Ides Nicaise?

    Als eerste moet je als school gelijke kansen geven aan de leerlingen. Hiervoor heeft de school nood aan financiële ondersteuning en menselijke ondersteuning.
    Als tweede het systeem van de school kritisch bekijken en bijsturen waar nodig om gelijken kansen te geven en niet te discrimineren.
    Ten derde moet de school zorgen voor deskundigheid. Iedereen op de school moet de problematiek kennen en voldoende geïnformeerd zijn over de mogelijke begeleiding.
    Als laatste kan een school ook kleine aanpassingen doen, namelijk de brieven in een eenvoudige taal schrijven, verloren voorwerpen herverdelen, informeren over de verschillende betalingswijzen, huiswerk begeleiden, informeren over de schooltoelage,… .

    Een sterk armoedebeleid is cruciaal voor een school. Deze bestaat uit zes pijlers.


    1) Een sterk inschrijfteam. Deze bestaat best uit mensen die opgeleid zijn om kansarme gezinnen te detecteren en voldoende kennis hebben over de financiële steun die de ouders kunnen krijgen voor het onderwijs van het kind. Zorg eveneens voor een warm onthaal tijdens het inschrijven, zodat de mensen zich welkom voelen. Zo is de drempel voor de ouders lager.

    2) Communiceer actief, helder en duidelijk met ouders. Je kunt als school best de eerste stap zetten in de communicatie. Veel ouders schamen zich en zullen hierdoor niet zelf om hulp komen vragen.  Zorg ervoor dat de brieven kort en duidelijk zijn.

    3) Maak je school betaalbaar. Als school moet je nadenken over de schoolkosten. Ouders in armoede laten dit niet altijd blijken. Hierdoor kunnen de schoolkosten zwaar doorwegen op een gezin. Zorg er als school ook voor dat je leerlingen nooit confronteer met onbetaalbare facturen. Onderhandel met de ouders over de rekeningen en laat ondertussen de leerling meedoen met de activiteiten. Als school kun je ouders ook helpen met de aanvraag voor een schooltoelage. Geef voldoende informatie aan de ouders.

    4) Creëer een veilige omgeving. Zorg voor een warme school, vertrouwen. Spoor ouders aan om langs te komen op school. Je kunt bouwen aan de brede school. Dit is een school die samenwerkt met de jeugdbeweging, sportclubs, kinderopvang, … . Zo krijgen de leerlingen en de ouders de kans om deel te nemen aan het sociaal leven van de buurt.

    5) Bouw een stevige studie(keuze)begeleiding uit. Zorg er als school voor dat je een goede materiële omkadering hebt. Bijvoorbeeld een studie ruimte, computerlokalen,… . Als leerkracht kun je het taalgebruik aanpassen. Leerlingen in armoede gebruiken weinig beeldtaal. Maak je uitspraken concreet met voorbeelden en laat de leerlingen vaak aan het woord.  Als school kun je inzetten op studiekeuzebegeleiding. Hierdoor wordt het watervaleffect tegengegaan en krijgen de leerlingen een eerlijke kans in het onderwijs.

    6) Roep de hulp in van specialisten. Schakel ervaringsdeskundigen in, benut expertise van het middenveld (CLB, LOP), werk samen met externe hulpverleners (OCMW).

     

    Mijn mening

    Het is een zeer uitgebreid artikel met veel informatie. Zowel een getuigenis, als informatie voor de school over waar ze op kunnen letten, wat ze kan doen, … .

    In het artikel is zowel aandacht voor de leerkrachten als voor de school. In het artikel wordt voldoende uitleg gegeven. Elke tip wordt grondig gemotiveerd. Hierdoor krijgen de leerkrachten een duidelijk beeld over wat ze kunnen doen en waarom.

    Volgens mij is het een artikel met zeer interessante informatie. De 6 pijlers voor de school zijn duidelijk uitgelegd en haalbaar voor elke school.

    Als elke school en leerkracht enkele van de tips ten harte zouden nemen zal de begeleiding van kansarme leerlingen een grote stap vooruit maken. Wat duidelijk terug komt in het artikel is een duidelijke communicatie met de ouders. Als de ouders de school vertrouwen is dit positief voor de leerlingen.



    16-08-2015, 21:11 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stap 4: bron 7: onderzoek Albert Janssens

    Onderzoek Albert Janssens

    Albert Janssens is een onderwijzer. Hij heeft lesgegeven aan het basisonderwijs, aan het buitengewoon lager onderwijs type 3, aan het buitengewoon secundair onderwijs OV3, aan de lerarenopleiding van de KHleuven en hij is schoolhoofd geweest.

    Albert Janssens heeft een onderzoek verricht naar het bieden van eerlijke kansen voor kinderen in het basisonderwijs die leven in kansarmoede. Zijn werkmethode bestaat uit 5 stappen: bevraging leerkrachten, getuigenissen van ervaringsdeskundigen in de armoede en de sociale uitsluiting, synthese van thema’s, theorie van de belangrijkste thema’s en tips voor het basisonderwijs.

    Albert Janssens maakt een onderscheid tussen situatiegebonden armoede en transgenerationle armoede. Situatiegebonden armoede is meestal tijdelijk van aard. Bijvoorbeeld: na een overleiden, tijdens een crisis. Transgenerationele armoede is armoede die minstens twee generaties overspant en het is moeilijk om uit deze armoede te komen.

    Volgens Albert Janssens is er een verschil tussen wat leerkrachten denken betreffende het leren en het leven van kansarme leerlingen en wat kinderen zelf ondervinden.

    Tijdens het onderzoek zijn er enkele thema’s naar boven gekomen waar leerlingen in kansarmoede eventueel mee te maken krijgen tijdens hun schoolloopbaan. Namelijk taalachterstand, cognitieve functies, executieve functies en hun gedrag.
    Onder cognitieve dysfuncties verstaan we het gebrek aan intelligentie ook bij leerlingen met een normaal IQ.
    Bij de taalachterstand spreken we over een heel beperkte woordenschat tussen de 400 en de 1200 woorden in het begin van het eerste leerjaar. Dit komt vaak door een arme taalomgeving met weinig begripsvorming.

    Wat kunnen we al leerkracht beter niet doen?
    De problematiek inwrijven bij de leerlingen, medelijden vertonen of betuttelen, te ver gaan als leerkracht, het kind afbreken.

    Wat kunnen we dan wel doen?
    Geloof in het kind, wees oprecht, beperk de druk op de thuissituatie, verplicht kleuteronderwijs.

     

    Mijn mening

    Ik vond het een interessant onderzoek om door te nemen. Er is veel relevante informatie in terug te vinden over armoede. Albert Janssens zijn onderzoek gaat over het basisonderwijs hierdoor is het minder interessant voor leerkrachten van kleuter en hoger onderwijs. Albert Janssens geeft concrete tips voor de leerkrachten die zeker het proberen waard zijn. Hij schetst ook een duidelijk beeld over armoede. Hij maakt duidelijk dat armoede meerdere gevolgen kan hebben. Hij legt eveneens de nadruk op wat leerlingen eventueel missen thuis. Hierdoor krijgt de leerkracht een beeld over armoede buiten het school. Dit biedt de leerkrachten een andere kijk het leven van de leerlingen. Dit kan ervoor zorgen dat de leerkrachten beter begrijpen wat er bij de leerlingen omgaat. De getuigenissen van de kansarme (ex-) leerlingen zijn concreet en hierdoor krijgt de leerkracht eveneens een beeld over de situatie van de leerlingen.

     



    16-08-2015, 21:09 geschreven door Carlyn Pollenus  
    03-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stap 4: bron 6: interview 2

    Mijn mening

    Het was een zeer interessant interview. Ik ben blij dat ik nog bij mijn taak heb kunnen toevoegen. Mevrouw Meynckens heeft de visie van de school Mater-Dei gegeven. Hoe Mater-Dei kansarme leerlingen opvangt en ouders begeleid. Mater-Dei is een zeer sterke school op het gebied van leerlingen begeleiding. Ze hebben veel maatregelingen getroffen om een ster onderwijs te bieden aan iedereen. Ik heb geleerd dat het niet enkel over financiële steun gaat, maar eveneens over duidelijk communicatie. De drempel voor de ouders zo laag mogelijk te houden. Mater-Dei is zeker een voorbeeld voor andere scholen. 

    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=s2FXkVFUfnE&feature=youtu.be   



    03-06-2015, 13:41 geschreven door Carlyn Pollenus  
    31-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stap 4: bron 4: de 7de dag (10/05/2015)

    De 7de dag 10/05/2015. Vanaf 7min 30 sec tot 24 min

    Samenvatting

    Jongens, kinderen uit kwetsbare gezinnen (kansarmoede, ouders zonder werk, ouders die geen Nederlands spreken) hebben minder kansen om later verder te studeren. Dit komt omdat kwetsbare jongeren vaak de kans niet krijgen om naar het ASO onderwijs te gaan. Ze worden vaak zonder screening naar het BSO gestuurd. Deze jongeren missen vaak ook de buitenschoolse activiteiten, uit onderzoek blijkt dat jongeren die mee doen aan buitenschoolse activiteiten mee doen meer slaagkans hebben. Ondanks dat je voor 40 euro een heel jaar kan deelnemen aan de muziekschool. 6% van kansarme jongeren slagen aan de hoge school of universiteit.
    Hoe zit het met de doorstroom van kansarme of allochtone jongeren in België ten opzichte van andere landen?
    Dit is een eenvoudige vraag, met een complex antwoord. Volgens onderzoek van OESSO blijkt dat de sociaal economische achtergrond van jongeren in België meer de studieresultaten bepalen als in andere landen. Aan de andere kant blijkt uit cijfers eveneens van de OESSO dat België het heel goed doet op basis van de veerkrachtige studenten. Terwijl we op de ongelijkheidsindex dan weer minder scoren in België. 0 = evenveel arm als rijk in een school,1= 100% of 100% rijk op een school. België scoort 0.39.

    Mijn mening

    Volgens mij moet het onderwijs meer gemixt worden om de kansarme leerlingen de beste kansen te bieden. Omdat kansarme leerlingen vaak naar het BSO worden gestuurd zonder screening zullen de leerlingen niet gelukkig zijn in hun studie en dus geen motivatie hebben. Als er een degelijke screening komt, waardoor elke leerling in een goede studierichting zit, zal de slaagkans van kansarme leerlingen groter zijn, wat automatisch een positieve invloed zal hebben op hun later leven. Door goede studies kunnen deze leerlingen uit de kansarmoede geraken.


    Standpunten van mensen: (24 min tot 38 min)

     

    1. Vrijheid van keuze voor scholen heeft een negatief effect voor ouders in kansarmoede. Omdat ze onvoldoende geïnformeerd zijn over de wetgeving.

    Mijn mening

    Als dit effectief het geval is, moeten de scholen betere en duidelijkere communicatie beieden voor de ouders. De ouders moeten weten welke mogelijkheden hun kind heeft en hoe ze die keuze voor het secundair onderwijs zo goed mogelijk kunnen maken.

     

    2. Kinderen moeten voldoende gescreend worden, zodat ze op de juiste plaats zitten.

    Mijn mening

    Zoals hierboven al vermeld, vind ik het belangrijk dat de (kansarme) jongeren in een richting zitten dat ze graag doen en waar ze de motivatie voor hebben. Door een goede studiekeuze kunnen de jongeren uit de armoede geraken.

    3. Ouders en school moeten zo vroeg mogelijk naar elkaar toe groeien. Zodat ouders geïnformeerd zijn en weten hoe ze hun kind kunnen begeleiden. Dit is de taak van het CLB (centrum voor leerlingen begeleiding), maar het CLB kan niet bij elk gezin langsgaan. De school speelt hier dus een belangrijke rol.

    Mijn mening

    Dit moet niet enkel een maatregel zijn voor kansarme gezinnen, maar voor elke leerling op school.

    4. Kinderen missen uitstappen, activiteiten buiten school. Omdat ze deze activitetien missen, missen ze ook de gesprekken op school omdat ze niet kunnen meepraten. Hierdoor voelen de kinderen zich anders, uitgesloten,…

    Mijn mening

    Het is aan de ouders om hulp te vragen aan de scholen, zodat hun kinderen toch meekunnen op uitstappen en aan de scholen om oplossingen te bieden aan de ouders. Voor de naschoolse activiteiten denk ik dat er meer en beter geïnformeerd moet worden. Er zijn mogelijkheden om goedkoop een hobby te kunnen uitvoeren.

    Bijlagen:
    http://http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/programmas/dezevendedag/2.38850?video=1.2334674   



    31-05-2015, 18:47 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Archief per week
  • 10/08-16/08 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs