Taak RZL
Inhoud blog
  • Logboek taak RZL
  • Stap 6: lezersbrief
  • Stap 5: resultaten bronnenonderzoek
  • stap 4:bron 11: boek: omgaan met kansarmoede
  • stap 4: bron 10: visietekst brede school
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    16-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stap 4: verplichte bron 2: vergelijking van 4 politieke partijen over hun standpunt van religie in het onderwijs

    4 standpunten van politieke partijen over religie in het onderwijs.

    Bronnen:

    http://meditatie-bij-jonge-kinderen.blogspot.be/2014/08/politieke-partijen-en-standpunten-over.html

    http://www.kuleuven.be/thomas/page/politieke-standpunten/#73704

    Samenvatting:

    ·         *NV- A

    NV-A wil ouders laten beslissen in welke levensbeschouwing ze hun kind willen opvoeden. Hierdoor vindt de NV-A dat het onderwijs neutraal moet zijn en er een keuzevrijheid moet bestaan tussen erkende Godsdiensten en niet – confessionele zedenleer. Om dit te kunnen verwezenlijken moet het vrij gesubsidieerd onderwijs niet langer de volledige inhoud van het levensbeschouwelijk onderwijs bepalen.

    ·        * Sp.a

    Sp.a is voor vrije scholen te behouden die vanuit één levensbeschouwing werken. Eveneens wilt sp.a dat in het officieel onderwijs de keuze moet worden aangeboden tussen de verschillende erkende en de niet – confessionele zedenleer. Tevens wilt sp.a een gemeenschappelijke stam. In deze stam komen verschillende levensbeschouwelijke vakken aan bod. Hierdoor wilt men meer respect voor verscheidenheid bijbrengen en onverdraagzaamheid verminderen. 

    ·       *CD&V

    CD&V is voor het behoud van de al bestaande wetgeving en organisatie in het onderwijs te opzichten van religie. 

    ·       *  Vlaams belang

    Eveneens als CD&V pleit het Vlaams Belang voor het behoud van de huidige wetgeving.

    Vergelijking

    * Gelijkenissen tussen de 4 partijen:

    -         -  Levensbeschouwing behouden in het onderwijs.

    * Gelijkenissen bij de Cd&V, het Vlaams Belang en de sp.a:

    -        -   Behoud van vrije scholen die vanuit één levensbeschouwing werken.

    -          - Officieel onderwijs de keuze tussen verschillende erkende en de niet – confessionele zedenleer.

    -         -  Subsidies worden bepaald vanuit de bevoegde instanties van iedere levensbeschouwing.

    * Wat wil NV-A anders zien:

    -          - Onderwijs neutraal

    Mijn mening:

    Ik vind dat ouders in overleg met hun kinderen moeten bepalen naar welke school de kinderen gaan, en dus ook welke levensbeschouwing ze mee krijgen op die school. Naar mijn mening moet er voldoende keuze zijn voor de ouders. Bijvoorbeeld moeten ouders dat hun kind willen laten onderwijzen met de levensbeschouwing Hindoe geen 100 km rijden om een gepaste school te vinden. Ik ben voor het principe dat vandaag gehanteerd wordt in het GO! Onderwijs. Hier kunnen de leerlingen en ouders kiezen welke levensbeschouwing de kinderen krijgen. Hier zijn vaak ook geschikte leerkrachten voor aangeworven. Dat is natuurlijk ook noodzakelijk. De scholen moeten de nodige leerkrachten vinden om het vak te onderwijzen. Misschien is mijn idee niet haalbaar, maar het is wel mijn ideaalbeeld. Kinderen dat eender welke levensbeschouwing in een Vlaamse school kunnen kiezen en hierin onderwezen worden.



    16-04-2015, 20:38 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stap 4: verplichte bron 1: toespraak Obama

    Toespraak van Obama over extremisme in het geloof.

    Samenvatting van de toespraak:

    Geloof inspireert om arme te helpen, vrede te sluiten,… . Geloof is onze drijfveer om goede daden te doen. Maar we zien ook dat geloof kan verdraaid worden en soms kan gebruikt worden als een wapen.
    Van een school in Pakistan tot de straten van Parijs, hebben we geweld en terreur zien plegen door mensen die opkomen voor hun geloof. Ze komen op voor de Islam, maar eigenlijk verraden ze het geloof om hun daden goed te praten.
    We zien de IS de brutale vereniging des doods in de naam van religie extreme barbaarse daden uitvoeren. Het terroriseren van religieuze minderheden, vrouwen verkrachten als wapen in de oorlog,… .
    We zien religieuze oorlog in centraal Afrika, sektarische oorlog, de moord op Moslims en Christenen in Nigeria. Zo vaak worden deze daden gepleegd in de naam van religie.
    Het goede, het sterke, de liefde van mensen die geloven, gaat gepaard met mensen die het geloof gebruiken voor hun eigen moorddaden goed te praten.
    We mogen deze daden niet negeren omdat ze niet hier (Amerika) gebeuren. Vroeger werd de slavernij in Amerika ook goed gesproken in de naam van Jezus.
    Het extremisme is niet uniek aan één soort groep mensen of één soort geloof. In elk mens schuilt de neiging om het geloof te verwoesten.
    Menselijkheid een basisprincipe van geloof. Wij als gelovigen moeten opkomen tegen de mensen dat het geloof misbruiken. De vrijheid van religie en het uitoefenen van ons geloof moet kunnen zonder angst.

    Mijn mening:

    Ik heb de toespraak enkele keren beluisterd. Ik vind het eveneens belangrijk om een onderscheid te maken tussen mensen die geloven en extremisten. We mogen door de recente gebeurtenissen door extremisten geen vooroordelen ontwikkelen. Iedereen verdient een eerlijke kans in de samenleving. Toch mogen we niet uit het oog verliezen dat iedereen vatbaar is voor extremisme. Het feit over vooroordelen wil ik ook reflecteren naar armoede. Mensen kunnen door verschillende omstandigheden in de armoede terecht komen en iedereen is een potentieel slachtoffer. Iedereen verdient een eerlijke kans in de samenleving, ook de mensen dat in de armoede terecht zijn gekomen. We kunnen al kansen beginnen bieden vanaf kinderen naar school gaan. Economische opvoeding, over het omgaan met geld. Als school letten op de uitgaven voor de ouders,… . We zijn allemaal mensen, we verdienen allemaal dezelfde kansen.

    Bijlagen:
    https://www.youtube.com/watch?v=E7LxBocwm-o   



    16-04-2015, 18:28 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stap 4: bron 2: bijwonen van een debat over diversiteit in het onderwijs
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Bijwonen van een debat over diversiteit in het onderwijs. Datum: 25/04/2015 Waar: Mater- Dei Leuven

    Leden van het debat:
    - Lieven Boeve ( Directeur - Generaal VSKO)
    - Mohamed Ridouani ( Schepen van onderwijs Leuven)
    - Orchan Agirdag (Socioloog Universiteit van Amsterdam)
    - Agnes Claeys (Voorzitter CASS- SKBLV)

    Indien mogelijk persoonlijk enkele vragen stellen.

    Vragen:
    - Hoe kunnen scholen omgaan met kansarmoede?
    - Zijn er culturele of religieuze verschillen waar scholen moeten rekening met houden bij het bestrijden van kansarmoede?
    - Kunnen leerkrachten concrete stappen ondernemen op klasniveau tegen kansarmoede? Zo ja, welke?

    Het debat

    Het debat ging over de verschillende nationaliteiten in de school en de kansen die het bied voor de leerlingen. Hoe de school het beste om kan gaan met de diversiteit. Dat Mater-Dei een voorbeeld zal zijn voor scholen in de toekomst. Door de stijgende diversiteit in ons land, zullen andere scholen ook steeds meer multicultureel worden. Mater- Dei zal dan een leerschool zijn voor de andere scholen.

    Mijn mening

    Omdat het debat vooral ging over multiculturaliteit was het voor mijn onderzoek van RZL minder relevant. Toch ben ik blij dat ik het debat heb bijgewoond. Het heeft mij zeker dingen bijgeleerd over het omgaan met multiculturaliteit in het onderwijs, voor later als ik voor de klas sta. Eveneens heb ik de kans gekregen om enkele vragen te stellen aan mensen die ik anders niet had kunnen bereiken. Het debat vindt u via onderstaande link.

    Bevraging Mohamed Ridouani: schepen van onderwijs Leuven

    Hoe kunnen we kansarmoede leerlingen zo goed mogelijk opvangen in het onderwijs?

    Als school kan je sterk inzetten op het op tijd naar school brengen van de leerlingen. Al vanaf de instap klas. De school kan hiervoor de ouders aanspreken. Het is belangrijk dat de leerlingen een vaste school structuur hebben. Als de ouders naar school gaan belangrijk vinden, gaan de kinderen dit ook vinden. Hierdoor zal hun inzet en motivatie groter zijn om te studeren. Zo hebben ze later meer kansen om te slagen in de maatschappij en uit de armoede te geraken. Ook inzetten op de taal is een belangrijke rol van de school. De ouders het belang van de Nederlands taal ( Frans in Wallonië) doen inzien. Het spreken van de landstaal is een eerste stap voor de inburgering in het land en biedt meer kansen tot werk. Hierdoor kunnen de ouders die in kansarmoede leven weer een stap zetten in de goede richting. De school kan dit doen door de leerlingen het belang van het Nederlands te laten inzien en zo hun ouders aan te sporen Nederlands te spreken. Het betrekken van de ouders bij het schoolgebeuren van hun kind kan ook een positieve invloed hebben. Zoals eerder vermeld als de ouders positief zijn over school, zal dit worden overgebracht naar de leerlingen.

    Mijn mening

    Door de antwoorden van Meneer Ridouani heb ik geleerd dat een school niet enkel moet inzetten op maatregelen voor de leerlingen. Door de ouders te betrekken bij het schoolgebeuren heeft dit een positieve invloed op de leerlingen. Hierdoor wordt het probleem van kansarmoede niet aangepakt, maar biedt de school wel een kans om uit een vicieuze cirkel te stappen. Doordat de leerlingen de voldoende kansen krijgen om te studeren en later werk te vinden. 

    Website Mohamed Ridouani: schepen van onderwijs Leuven:

    Artikel over de besparingen van de Vlaamse Regering op onderwijs. Geschreven door Mohamed Ridouani: schepen van onderwijs Leuven op 12 december 2014.

     

    Tot nu toe kregen scholen van de reguliere werkingsmiddelen en extra middelen op basis van sociale economische status van de leerlingen. Dit wil zeggen dat scholen met leerlingen waarvan er geen inkomen is uit werk, waarvan de ouders geen Nederlands spreken, waarvan ze onder kansarmoede vallen extra middelen krijgen om die leerlingen te begeleiden. Het gaat hier over 1 op de 4 leerlingen van Leuven.
    Waarvoor gebruiken scholen dit extra geld? Voor het aankopen van ICT, hierdoor kunnen ze de leerlingen ICT vaardigheden bijbrengen waar ze thuis de kans niet toe hebben. Eveneens voor de aankoop en het onderhoud van materialen die bijdragen tot de taalontwikkeling en de motorische ontwikkeling van de leerlingen. Ook worden de middelen gebruikt voor het organiseren van laagdrempelige activiteiten voor de ouders, zodat de ouderbetrokkenheid stijgt. Als laatste worden de middelen ook gebruik voor culturele uitstappen die niet passen binnen het maximum factuur.
    Door deze extra middelen in te trekken worden de jongeren die extra hulp nodig hebben het eerste geraakt.

    Mijn mening

    Uit het artikel heb ik geleerd dat de extra middelen voor scholen zeker belangrijk zijn om kansarme leerlingen gelijke kansen te bieden in het onderwijs. Ik weet dat we in een periode zitten van besparingen, dus ik besef dat het onderwijs ook moet besparen. Ik weet echter niet of het een goed idee is om te besparen op de extra middelen van een school. Als deze middelen er inderdaad voor zorgen dat kansarme leerlingen gelijke kansen krijgen in het onderwijs, moet dit zeker behouden worden. Het is aan de regering om na te gaan dat scholen deze extra middelen goed besteden. Als door deze besparingen de risico jongeren geraakt worden, zal het probleem van kansarmoede enkel blijven stijgen en komen we nooit tot een evenwichtige maatschappij.

    Bevraging kleuteronderwijzeres Mater-Dei:

    Wat kunnen leerkrachten doen om kansarmoede leerlingen in hun klas op te vangen, te begeleiden? Kosten te besparen voor de ouders?

    Als eerste is het belangrijk om de leerlingen een duidelijke structuur te bieden. De leerlingen moeten regelmatig naar school komen, op tijd naar school komen. Dit is aan de KO om te melden aan de directie als er problemen rond ontstaan. Dan kan de directie stappen ondernemen. Door een regelmaat krijgen de kinderen de maximale leerkansen.
    De ouders gaan vaak overdrijven in hun uitgaven voor hun kinderen, hierdoor is kansarmoede moeilijker op te sporen door enkel naar de kinderen te kijken.
    Toch zijn er algemene maatregelen voor de hele klas die geen kwaad kunnen.
    De leerlingen hun koek in een koekendoosje laten steken, zo hoeven ze geen hele koek mee te nemen. Want een koek is vaak goedkoper als ze niet apart verpakt zijn. Het drinken wordt in drinkbeker gedaan, om dezelfde regen. Een grote fles water is goedkoper als kleinere flessen. Bij een drinkfles kan de KO ook bijvullen met water van de kraan. Deze maatregelen worden in het begin van het jaar tijdens een gezondheidsweek besproken met de leerlingen en met de ouders. De ouders worden hier ook bewust gemaakt dat er gezondere en goedkopere alternatieven bestaan voor koeken mee te nemen naar school. Als laatste is er ook een maximumfactuur per kleuterklas en leerjaar. Hierdoor weten de ouders op voorhand hoeveel ze aan uitstappen maximum moeten betalen.

     

    Mijn mening

    Een gezondheidweek waar alle ouders in betrokken worden vind ik een goed idee. De kleine maatregelen die kunnen genomen worden om geld te besparen zijn niet enkel interessant voor ouders die het moeilijker hebben, maar ook voor de andere ouders. Zoals hierboven vermeld leven we in een periode van besparingen. Door deze kleine maatregelen kunnen alle ouders bewuster omgaan met hun uitgaven en is het een kleine stap om geen nieuwe arme te maken in ons land.


    Bijlagen:
    http://www.youtube.com/watch?v=AqCNw4lVfYQ   



    16-04-2015, 00:00 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stap 4: bron 1: beleidsnota armoede bestrijding 2014 - 2019

    Bron: L. Homans (2014). Beleidsnota armoede bestrijding 2014 – 2019.

    Wat zijn de wettelijke bepalingen rond de armoede grens in België? (enkele cijfers op een rijtje).

    Armoede is een netwerk van sociale uitsluiting dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectief bestaan.

    Het risico op kansarmoeden ligt in Vlaanderen zeer hoog. 680.000 personen in Vlaanderen hun inkomen ligt lager dan de armoede grens. De armoede grens bedraagt in België €973/maand voor een alleenstaande en €2.044/maand voor een gezin met 2 kinderen. Van de 680.000 personen leven 50% in langdurig armoede. In 2012 gaven 15,3% (960.000 personen) mensen aan moeilijk rond te komen met hun inkomen.
    Deze cijfers liggen nog hoger in Brussel. In Brussel leeft 1/3 van de personen onder de armoedegrens, hiervan is 5% afhankelijk van een inkomen van het OCMW. Kinderarmoede is in Brussel eveneens een groot probleem meer dan 1/5 kinderen leeft in een huishouden zonder inkomen uit werk. Kinderarmoede in cijfers: in 2012 leefde 10,9% en in 2013 11,2% kinderen in een huishouden zonder inkomen uit werk. 9,5% van de jongeren tussen 18 en 24 jaar leven van een leefloon.

    EU2020 (tienjarenplan voor de groei van de Europese Unie) heeft als doel om tegen 2020 het aantal armen of sociaal uitgesloten in de hele Unie met 20 miljoen te verminderen. Hiervoor is een nieuwe armoede – indicator opgesteld. Iemand voldoet aan de nieuwe indicator als hij of zij aan minstens één van de drie voorwaarde voldoet. De voorwaarden:

    -          - Hij of zij leeft in een gezin met een inkomen onder de nationale armoederisicodrempel.

    -          - Hij of zij leeft in een gezin met ernstige materiële deprivatie (het gezin mist minstens vier items uit een lijst van negen basisitems wegens financiële redenen. De negen items zijn: een week vakantie buitenshuis per jaar, een maaltijd met vis, vlees, kip of vegetarisch alternatief om de twee dagen, een wasmachine, een kleuren-tv, een telefoon/GSM, een auto, de rekeningen voor huur, hypotheek, nutsvoorzieningen of andere aankopen kunnen betalen, het huis degelijk kunnen verwarmen, beperkte onverwachte financiële uitgave (900 euro) kunnen doen).

    -         -  Hij of zij is jonger dan 60 jaar en leeft in een gezin met een zeer lage werkintensiteit.

    Volgens de nieuwe armoede – indicator van de EU2020 leven 16% (ongeveer 1 000 000 mensen) van de Vlamingen in armoede. Zelfs 1% (80 000 personen) van de Vlamingen voldoen aan de drie voorwaarden. 

    Mijn mening

    In België zijn er meer mensen waarvan hun inkomen lager ligt als de armoede grens, dan ik had verwacht. Ik wist dat niet iedereen het in België eenvoudig heeft om rond te komen, toch hebben de cijfers mij overvallen. Dat de cijfers hoger liggen in Brussel had ik verwacht. De beleidsnota heeft dit echter bevestigd. Dat er zoveel kinderarmoede was in Brussel is een logisch gevolg, maar was voor mij toch een schok. 1 op de 5 jongeren leeft in een gezin zonder inkomen uit werk. Dan vraag ik mij af hoe deze jongeren hun schoolkansen liggen? Leven deze kinderen dan in een vicieuze cirkel? Wat kan het school hier aan doen? 

    Ik vind het goed dat Europa een tienjarenplan heeft opgesteld met als doel de armoede te doen dalen. De vraag blijft of dit gaat werken? De cijfers zijn confronterend. Zeker als we weten dat niet alle mensen dat in armoede leven dit vertellen of tonen. Zijn deze cijfers dan juist? Of is er nog veel meer verdoken armoede?



    16-04-2015, 00:00 geschreven door Carlyn Pollenus  
    Archief per week
  • 10/08-16/08 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs