Foto
Welkom op dit bijbel lees blog. Dat de Here u mag zegenen, veel leesplezier in Zijn woord.

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Zoeken in blog




Foto
Foto
Inhoud blog
  • Erfelijk bezit en huwelijk
  • Steden voor de Levieten en vrijplaatsen
  • Verdeling van Kanaän
  • Lijst van pleisterplaatsen
  • Verdeling van Kanaän
  • Lijst van pleisterplaatsen
  • Toewijzing van grondbezit ten oosten van de Jordaan
  • Wraak op de Midjanieten en verdeling van de buit
  • Geloften van vrouwen
  • Dagelijkse offers en offers op hoogtijdagen
  • Mozes draagt de leiding over aan Jozua
  • Erfrecht van vrouwen
  • De Israëlieten opnieuw geteld
  • Israël vereert de Baäl van de Peor
  • Bileam en Balak
  • Sichon en Og verslagen
  • Van Obot naar de Pisga
  • De koperen slang
  • De koning van Arad verslagen
  • Aärons dood
  • Edom weigert Israël de doortocht
  • Mirjams dood; het water van Meriba
  • Het reinigingswater
  • Taken en inkomsten van priesters en Levieten
  • Het gezag van Mozes en Aäron betwist
  • Regels en voorschriften
  • Verkenning van Kanaän
  • Mozes gezag betwist
  • Het volk klaagt
  • Vertrek uit de Sinaiwoestijn
  • De trompetten
  • De wolk
  • Pesachviering
  • Wijding van de Levieten
  • De lampenstandaard
  • De priesterzegen
  • Voorschriften voor nazireeërs
  • Voorschriften bij onreinheid en ontrouw
  • Legering van de Israëlieten
  • Telling van de Israëlieten
  • De inwijdingsgeschenken
  • Telling van de Levieten; hun taken
    De Bijbel online lezen.
    Numeri
    Het boek Numeri dankt zijn titel aan de Vulgata, een oude Latijnse bijbelvertaling. Het woord numeri betekent ‘getallen’. Deze naam duidt op een van de thema’s van het boek: het registreren, tellen en organiseren van de Israëlieten tijdens hun verblijf in de woestijn op weg naar het door God beloofde land. De titel in de Hebreeuwse bijbel is Bemidbar, ‘In de woestijn’, naar een van de eerste woorden van het boek. Numeri is het vierde boek van de Pentateuch, de verzameling van vijf boeken die in de Joodse traditie de Tora wordt genoemd. Vanaf de tijd van Ezra en Nehemia (rond 450 v.Chr.) werden deze boeken aan Mozes toegeschreven. Daarom spreekt men ook wel van ‘de vijf boeken van Mozes’. Numeri vormt samen met de verhalende gedeelten in Genesis, Exodus, Leviticus, Deuteronomium, Jozua, Rechters, Samuël en Koningen een min of meer doorlopende geschiedenis. Tegenwoordig nemen velen aan dat deze boeken in hun huidige vorm het resultaat zijn van een langdurig proces van overleveren en redigeren. Het redactieproces is al in de tijd van de koningen van Israël en Juda begonnen (ongeveer 1000-586 v.Chr.) en werd pas afgesloten na de Babylonische ballingschap, in de Joodse gemeenschap in de tijd van de tweede tempel (na 515 v.Chr.).
    26-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Steden voor de Levieten en vrijplaatsen
    Numeri 35

    D
    e HEER zei tegen Mozes, in de vlakte van Moab, aan de Jordaan, ter hoogte van Jericho: ‘Geef de Israëlieten opdracht om van het gebied dat ze als eigendom ontvangen een aantal steden af te staan aan de Levieten, zodat die daarin kunnen wonen. Ook de weidegronden rond die steden moeten jullie aan de Levieten geven. Zij kunnen in de steden wonen, de omliggende weidegronden zijn voor hun vee, voor al hun dieren. De weidegronden bij de steden die jullie aan de Levieten afstaan, moeten zich vanaf de stadsmuur naar alle kanten duizend el uitstrekken. Meet vanuit het midden van de stad aan de oostkant tweeduizend el af, aan de zuidkant tweeduizend el, aan de westkant tweeduizend el en aan de noordkant tweeduizend el. Dat gebied hoort als weidegrond bij hun steden. Wat betreft de steden die jullie aan de Levieten moeten afstaan: zes daarvan dienen als vrijplaatsen waarheen iemand die een ander gedood heeft kan uitwijken, en daarnaast moeten jullie nog tweeënveertig steden afstaan. In totaal moet je de Levieten achtenveertig steden met de omliggende weidegronden afstaan. Bij het toewijzen van deze steden moet rekening gehouden worden met het aantal steden dat de Israëlieten bezitten. Van degenen die er veel hebben, moeten er meer genomen worden dan van hen die er weinig hebben; het aantal steden dat aan de Levieten moet worden afgestaan, wordt bepaald door de omvang van het gebied dat elke stam als zijn eigendom ontvangen heeft.’

    De HEER zei tegen Mozes: 10 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer jullie de Jordaan oversteken naar Kanaän, 11 moeten jullie een aantal steden uitkiezen die als vrijplaats kunnen dienen; dan kan iemand die zonder opzet een ander heeft gedood daarheen uitwijken. 12 Die steden dienen als vrijplaats tegen bloedwrekers, zodat voorkomen wordt dat iemand die een ander gedood heeft, sterft voordat hij voor de gemeenschap heeft terechtgestaan. 13 Van de steden die jullie afstaan, moeten er zes een vrijplaats zijn: 14-15 drie steden aan de overkant van de Jordaan en drie in Kanaän. Deze zes steden moeten een vrijplaats zijn voor zowel de Israëlieten als de vreemdelingen die bij jullie wonen of tijdelijk bij je verblijven, zodat iedereen die zonder opzet een ander heeft gedood, daarheen kan vluchten. [14–15] 15 
    16 Wie een ander echter met een ijzeren voorwerp zo hard slaat dat deze sterft, is een moordenaar en moet ter dood gebracht worden. 17 Ook wie een ander met een steen waarmee je iemand kunt doden zo hard slaat dat deze sterft, is een moordenaar en moet ter dood gebracht worden. 18 En ook wie een ander met een houten voorwerp waarmee je iemand kunt doden zo hard slaat dat deze sterft, is een moordenaar en moet ter dood gebracht worden. 19 De bloedwreker moet hem doden zodra hij hem aantreft. 20 Als iemand een ander uit haat een duw geeft of met opzet iets naar hem gooit en de ander sterft daardoor, 21 of als iemand een ander uit vijandschap zo’n vuistslag geeft dat hij sterft, dan moet de dader ter dood gebracht worden. Hij is een moordenaar en de bloedwreker moet hem doden zodra hij hem vindt.
    22 Maar als iemand een ander per ongeluk een duw geeft zonder dat er van vijandschap sprake is, of onopzettelijk een voorwerp naar hem gooit, 23 of uit onoplettendheid een steen die de dood kan veroorzaken op hem laat vallen, en de ander sterft zonder dat hij hem vijandig gezind was of eropuit was hem kwaad te doen, 24 dan moet de gemeenschap met behulp van deze regels rechtspreken over de dader en de bloedwreker. 25 De gemeenschap moet de dader tegen de bloedwreker beschermen en hem laten terugkeren naar de vrijplaats waar hij zijn toevlucht had gezocht. Daar moet hij blijven tot de dood van de hogepriester, die met de heilige olie gezalfd is. 26 Maar begeeft de dader zich ook maar even buiten de grenzen van de vrijplaats waarheen hij is uitgeweken 27 en treft de bloedwreker hem dan buiten die vrijplaats aan en doodt hij hem, dan laadt de bloedwreker daarmee geen bloedschuld op zich. 28 De dader is verplicht in de vrijplaats te blijven tot de dood van de hogepriester en mag pas na diens dood naar zijn eigen gebied terugkeren. 29 Dit zijn wettelijke bepalingen die voor jullie en voor alle komende generaties gelden, waar jullie ook wonen.
    30 Als iemand een ander gedood heeft, mag hij alleen op grond van getuigenverklaringen ter dood gebracht worden, maar de verklaring van één getuige is niet voldoende om iemand ter dood te veroordelen. 31 Je mag geen losprijs aannemen voor het leven van een moordenaar die schuldig bevonden en ter dood veroordeeld is; zo iemand moet ter dood gebracht worden. 32 Je mag ook geen losgeld aannemen van iemand die naar een vrijplaats is uitgeweken en nog voor de dood van de priester wil terugkeren naar zijn eigen woonplaats. 33 Jullie mogen het land waarin je woont niet ontwijden. Bloed ontwijdt het land, en wanneer er bloed vergoten is, kan er alleen verzoening voor het land bewerkt worden door het bloed van degene die bloed vergoten heeft. 34 Jullie mogen het land waarin jullie wonen en waarin ik woon, niet verontreinigen, want ik, de HEER, woon te midden van de Israëlieten.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Erfelijk bezit en huwelijk
    Numeri 36

    D
    e familiehoofden van het geslacht dat afstamde van Gilead, de zoon van Machir, de zoon van Manasse, een van de geslachten die van Jozef afstamden, kwamen naar Mozes en legden hem en de leiders en familiehoofden van de Israëlieten het volgende voor: ‘De HEER heeft u geboden, heer, om het land door middel van loting onder de Israëlieten te verdelen en om dat wat onze stamgenoot Selofchad toekwam, aan zijn dochters te geven. Maar stel nu dat zij trouwen met een Israëliet uit een andere stam, dan zou hun eigendom onttrokken worden aan het bezit van onze voorouders en toegevoegd worden aan het bezit van de stam waartoe zij dan zouden behoren; het zou worden afgenomen van dat wat ons door loting toegewezen is. En wanneer de Israëlieten dan een jubeljaar vieren, zou hun bezit voorgoed worden toegevoegd aan het bezit van de stam waartoe ze dan zouden behoren en aan het bezit van onze eigen stam worden onttrokken.’
    Op bevel van de HEER deed Mozes toen deze uitspraak. ‘De nakomelingen van Jozef hebben gelijk,’ zei hij tegen de Israëlieten. ‘De HEER heeft ten aanzien van Selofchads dochters het volgende bepaald: ze mogen trouwen met wie ze willen, mits het iemand is uit een geslacht van hun eigen stam. Want erfelijk bezit van de Israëlieten mag niet van de ene stam overgaan op de andere; iedere Israëliet moet ervoor zorgen dat erfelijk bezit binnen de eigen stam blijft. Daarom moet ieder meisje dat in een van de stammen van Israël bezit verwerft, trouwen met iemand uit een geslacht van haar eigen stam. Zo kan iedere Israëliet erven wat zijn voorouders is toegewezen. Erfelijk bezit mag niet van de ene stam op de andere overgaan; iedere Israëliet moet ervoor zorgen dat erfelijk bezit binnen de eigen stam blijft.’
    10 De dochters van Selofchad deden wat de HEER Mozes geboden had: 11 Machla, Tirsa, Chogla, Milka en Noa trouwden met zonen van hun ooms, 12 mannen uit geslachten die afstamden van Manasse, de zoon van Jozef. Zo bleef hun bezit binnen de stam waartoe het geslacht van hun vader behoorde.

    13 Tot zover de geboden en regels die de HEER de Israëlieten bij monde van Mozes heeft opgelegd in de vlakte van Moab, aan de Jordaan, ter hoogte van Jericho.




    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs