|
Exodus Het boek Exodus dankt zijn naam aan de Septuaginta, de oudste Griekse bijbelvertaling. Het woord exodus betekent ‘uittocht’. De titel in de Hebreeuwse bijbel is Sjemot, ‘Namen’, afgeleid van de eerste woorden van het boek. De titel Exodus verwijst naar de uittocht uit Egypte, de bevrijding uit het land van de slavernij.
Exodus is het tweede boek van de Pentateuch, de verzameling van vijf boeken die in de Joodse traditie de Tora wordt genoemd. Vanaf de tijd van Ezra en Nehemia (rond 450 v.Chr.) werden deze boeken aan Mozes toegeschreven. Daarom spreekt men ook wel van ‘de vijf boeken van Mozes’. Exodus vormt samen met de verhalende gedeelten in Genesis, Leviticus, Numeri, Deuteronomium, Jozua, Rechters, Samuël en Koningen een min of meer doorlopende geschiedenis. Tegenwoordig nemen velen aan dat deze boeken in hun huidige vorm het resultaat zijn van een langdurig proces van overleveren en redigeren. Het redactieproces is al in de tijd van de koningen van Israël en Juda begonnen (ongeveer 1000-586 v.Chr.) en werd pas afgesloten na de Babylonische ballingschap, in de Joodse gemeenschap in de tijd van de tweede tempel (na 515 v.Chr.).
|